2021D49839 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over hun brief van 11 november 2021 inzake de kabinetsreactie resultaten Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs (Kamerstuk 31 288, nr. 931). De daarop door de Minister en Staatssecretaris gegeven antwoorden zijn hierbij afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic

Nr

Vraag

1

Waarom is het onderzoek over middelengebruik niet uitgezet op mbo1-instellingen? Bent u voornemens om dit te doen?

2

Zijn er cijfers over middelengebruik onder mbo-studenten tijdens de coronapandemie?

3

Heeft u een overzicht van de wachttijden per onderwijsinstelling om terecht te kunnen bij de studentenpsycholoog?

4

Kunt u toelichten wat het effect is van de NPO2-middelen op de beschikbaarheid van de studentenpsychologen?

5

Welke gerichte acties lopen er op dit moment voor het voorkomen van problematisch alcoholgebruik en risicovol middelengebruik onder studenten?

6

Op welke manier kunnen instellingen op dit moment hulp bieden als het gaat om risicovol middelengebruik?

7

Op welke manier wilt u onderzoeken welke elementen in het onderwijssysteem, zoals de duur van het studiejaar, de tentaminering, de financiering en het BSA3, bijdragen aan de hoge druk en stress en hoe dit verminderd kan worden?

8

Op welke manier denkt u dat de wachtlijsten in de jeugdzorg en de GGZ4 effect hebben op het mentale welzijn en het middelengebruik van studenten?

9

Wat gaat u doen met de aanbeveling uit de monitor om de prestatiedruk te verminderen?

10

Waaruit blijkt volgens u dat de mentale problemen bij studenten niet alleen zijn ontstaan door corona?

11

Hoe representatief is de monitor voor de gehele studentenpopulatie? Wat wijst op die representativiteit?

12

Heeft u de Monitor Mentale Gezondheid ook besproken met onderwijsinstellingen? Zo ja, wat is er uit die gesprekken gekomen? Zo nee, waarom niet?

13

In hoeverre dragen instellingen bij aan de problemen die in de Monitor Mentale Gezondheid naar voren komen?

14

Welke elementen van het onderwijssysteem dragen bij aan de problemen die in de Monitor Mentale Gezondheid naar voren komen?

15

Welke middelen maakt OCW5 op dit moment beschikbaar voor de aanpak van de mentale problemen onder studenten?

16

Klopt het dat de auteurs publiekelijk hebben toegegeven dat bias een rol kan spelen omdat verhoudingsgewijs meer studenten met psychische klachten de vragenlijst hebben ingevuld?

17

Studenten ervaren vaak steun uit hun studentenvereniging, maar die hebben steeds vaker geen plaats. Afgewezen worden voor een huis of vereniging heeft grote impact op eerstejaars en is tijdens corona vaker voorgekomen. Is het effect hiervan onderzocht?

18

Wat zijn de verwachte resultaten van een dergelijk onderzoek buiten de coronapandemie?

19

Zijn er cijfers bekend van studenten die daadwerkelijk suïcide hebben gepleegd?

20

Zijn er cijfers van verloren levensjaren met betrekking tot studenten als gevolg van de coronamaatregelen?

21

Zijn er ook cijfers voorhanden van het psychisch welbevinden van Nederlandse studenten die in het buitenland studeren?

22

Is er gekeken naar de situatie in andere Europese landen? Is er gekeken of het daar net zo slecht gesteld is en of zij eventuele oplossingen hebben?

23

Kunt u inzichtelijk maken welke concrete stappen er reeds zijn gezet ter uitvoering van de motie van het lid Wassenberg c.s.6?

24

Kunt u een actuele stand van zaken geven van de voortgang van de gesprekken die worden gevoerd en andere stappen die worden gezet ter uitvoering van de aanbevelingen uit de monitor?

25

Hoe groot is het deel van de financiële middelen van het NPO dat ten goede komt aan het verbeteren van de mentale gezondheid van studenten? Hoeveel komt ten goede aan ondersteunend personeel dat zich richt op mentale gezondheid, zoals studieadviseurs of mentoren?

26

In hoeverre is er zicht op de besteding door hogescholen en universiteiten van de gelden van het NPO in het kader van mentaal welbevinden?

27

Wat wordt de insteek van het gesprek dat wordt gevoerd met hogescholen en universiteiten? Wordt het een gesprek met de individuele hogescholen en universiteiten of met overkoepelende organen? Wat voor uitkomst van het gesprek verwacht u? Op welke termijn gaat dit gesprek plaatsvinden?

28

Hoe zijn internationale studenten vanuit de Nederlandse overheid het beste te benaderen teneinde hun mentale gezondheid te verbeteren, aangezien zij vaker een verminderde mentale gezondheid ervaren? Hoe kunnen zij nog beter op de hoogte raken van de mogelijkheden tot zorg?

29

Hoe worden de uitkomsten en aanbevelingen van beide onderzoeken meegenomen in het Nationaal Preventieakkoord Mentale Gezondheid?

30

Wordt er gewerkt aan een integrale aanpak voor het versterken van het welbevinden van studenten, zoals de onderzoekers ook aanbevelen? Hoe kijkt u aan tegen het door de onderzoekers aanbevolen Step Change Model dat in Engeland wordt gebruikt?

31

Waarom is in het onderzoek over middelengebruik niet onderzocht of en hoeveel studenten gokken? Is het mogelijk om gokgebruik onder studenten in het vervolgonderzoek mee te nemen?

32

Geeft de monitor nu al aanleiding om achterliggende oorzaken van stress onder studenten aan te pakken, bijvoorbeeld door afschaffen van het BSA of door tentaminering na vakanties?

33

Hoe kunt u ouders van studenten die net uit huis gaan, benaderen in voorlichtingsaanbod over middelengebruik- en preventie, zoals de onderzoekers aanbevelen?

34

Is het programma Helder op school, dat nu al wordt gebruikt op lagere scholen en middelbare scholen, in aangepaste vorm geschikt voor het hoger onderwijs?

35

Welk effect heeft de 15% van de ondervraagden die ouder dan 25 jaar is, gehad op de uitslagen in het onderzoek?

36

Hoeveel procent van de ondervraagden die studievertraging hebben opgelopen, heeft deze studievertraging opgelopen tegen hun zin in?

37

Hoeveel procent van de ondervraagden die veel stress hebben ervaren door hun studie, zat tijdens het invullen van de enquête in hun tentamenperiode of net daarna?

38

Vanuit wie ervaren de ondervraagden die aangeven een prestatiedruk vanuit anderen te ervaren, die prestatiedruk?

39

Hebben de ondervraagden prestatiedruk ervaren vanuit de onderwijsinstelling?

40

Wat is de reden dat een deel van de ondervraagden binnen de onderwijsinstelling geen hulp heeft ontvangen, terwijl zij hier wel naar hebben gezocht?

41

Hoeveel procent van de ondervraagden die online hebben gezocht naar informatie of hulp voor psychische klachten, heeft werkelijk wat met de informatie gedaan en die hulp uiteindelijk gekregen?

42

Kan de basisbeurs eerder dan 2024/2025 heringevoerd worden, aangezien de huidige generatie studenten de studieschuld als één van de grote oorzaken van stress ervaart en deze generatie waarschijnlijk al is afgestudeerd in 2024, terwijl zij wel de grootste last van de coronamaatregelen ondervond?

43

Welke stappen worden op dit moment door u gezet om tot een

integrale aanpak voor het versterken van het mentale welzijn van studenten te komen?

44

Klopt het dat uit diverse onderzoeken blijkt dat FOMO7 een grote stressbron is voor jongeren en dat social media dit mogelijk maakt? FOMO wordt één keer genoemd in de inleiding en verder niet meer. Heeft het onderzoek dit element veronachtzaamd of is het onderzoek hiernaar in andere woorden?

45

Is de 12% van de respondenten die aangeeft zich als lhbtq+ te identificeren, representatief voor de gehele studentenpopulatie?

46

Klopt het dat slechts 11,7% van de 250.000 benaderde studenten de vragenlijsten heeft ingevuld?

47

Hoe verklaart u dat 31% van de studenten met mentale klachten hiervoor wel hulp heeft gezocht binnen de onderwijsinstelling, maar geen hulp heeft ontvangen?

48

Welke drempels ervaren studenten die wel last hebben van aanwezige psychische klachten, maar hierbij geen hulp of advies zoeken?

49

Vanuit ander onderzoek zijn er aanwijzingen voor het onvoldoende signaleren en herkennen van psychische klachten vanwege onderontwikkelde mentale gezondheidsvaardigheden, waaronder ook hulp vragen als vaardigheid. Hoe kunnen deze vaardigheden worden ontwikkeld?

50

Voor internationale studenten met een hulpbehoefte blijkt de drempel voor het ontvangen van hulp of advies binnen een instelling hoger dan voor Nederlandse studenten zonder migratieachtergrond met een hulpbehoefte. Hoe verklaart u dat? Bent u voornemens om voor internationale studenten specifieker beleid te maken?

51

Hoe wilt u uitvoering geven aan het advies in deelrapport I om meer specifieke aandacht voor het welzijn van studenten te hebben in het publieke mentale gezondheidsbeleid?

52

Waarom is het gebruik van andere soorten harddrugs, naast xtc, niet meegenomen in het onderzoek? Heeft u cijfers van het gebruik van andere soorten harddrugs onder studenten?

53

Waarom is ervoor gekozen om risicovol gamegedrag mee te nemen in het onderzoek, maar niet andere gedragingen die ook risicovol kunnen zijn?

54

Is het overmatig alcoholgebruik en xtc-gebruik toegenomen door corona?

55

Hoe verklaart u dat deelnemende studenten aan deze studie gemiddeld een wat hogere studieschuld lijken te hebben dan in de algemene studentenpopulatie het geval is?

X Noot
1

Mbo: middelbaar beroepsonderwijs

X Noot
2

NPO: nationaal programma onderwijs

X Noot
3

Bsa: bindend studieadvies

X Noot
4

GGZ: geestelijke gezondheidszorg

X Noot
5

OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

X Noot
6

Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 59

X Noot
7

FOMO: Fear of Missing Out

Naar boven