2021D37747 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 5 juli 2021 inzake Bevindingen Inspectie van het Onderwijs over Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (Kamerstuk 31 289, nr. 477).

De fungerend voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, De Jong-van de Graaf

Inhoud

blz.

       

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de D66-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de SP-fractie

4

 

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

8

II

Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

9

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister over de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs (hierna: SvPO) en hebben nog enkele vragen.

De leden lezen dat de bestuurder van de SvPO-school in Utrecht vond dat het rapport van de inspectie geen recht deed aan de school en spande een nog lopende juridische procedure aan. Is deze zaak al voor de rechter gekomen? Zo ja, wat is hier de uitkomst van? Op welke manier wordt er nu aandacht besteed aan de ernstige signalen die de inspectie heeft gekregen op het gebied van de sociale veiligheid? Lopen deze leerlingen nu het risico niet geholpen te worden omdat er een juridische procedure loopt, zo vragen de leden.

De leden van de VVD-fractie lezen onder meer dat de Minister een bekostigingsmaatregel instelt voor SvPO Utrecht, aangezien de school voor de tweede keer op rij het oordeel «zeer zwak» heeft gekregen. Zij vragen op welke manier de Minister ook sancties direct tegen bestuurders van deze school oplegt.

Tot slot vragen de leden wat de huidige situatie is op het Tjalling Koopmans College in Hurdegaryp. Wat zijn de uitkomsten van de gesprekken die de inspectie heeft gehad met de school? Is er dus weer sprake van een veilig onderwijsklimaat voor leerlingen op de school? Zo niet, welke concrete stappen gaat de Minister op korte termijn nemen om dat te waarborgen, zo vragen de voornoemde leden.

Inbreng van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs. Zij hebben nog enkele kritische vragen en opmerkingen, mede naar aanleiding van de beantwoording van de schriftelijke vragen van deze leden en van de leden van de SP-fractie.

Financiën SvPO

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat het zeer onwenselijk is dat de bestuurder van de SvPO met zijn privéstichting, bedoeld voor zijn scholen, geld verstrekte voor onder andere een hypothecaire geldlening aan zijn twee zonen. De Minister meldt dat de inspectie beperkt inzage heeft in de financiële stukken van de stichtingen van deze bestuurder, waardoor deze niet kan optreden tegen hypothecaire geldleningen omdat het een particuliere investering betreft. De Minister heeft zelf deze mogelijkheid ook niet. Omdat het echter in dit geval gaat om transacties met familieleden, wordt het wel aangemerkt als belangenverstrengeling. Betekent dit dat bestuurders gewoon door kunnen gaan met het gebruiken van dergelijke constructies, tenzij ze familie betrekken? Betekent dit dat bestuurders publiek geld naar een stichting kunnen verschuiven zonder dat hierop gecontroleerd kan worden? Gaat de Minister dit tot de bodem uitzoeken? Gaat de Minister een mogelijkheid creëren om hier wel tegen op te kunnen treden? Het is immers zeer kwalijk dat publiek geld wordt gebruikt voor dergelijke doeleinden, die niks bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs.

Deze leden vragen voorts hoe het staat met het specifieke financiële onderzoek dat is gestart naar de vraag hoe het eigendom van het vastgoed van SvPO Utrecht en de andere SvPO-scholen juridisch en financieel is geregeld en naar de rol van betrokken partijen daarin. Wanneer is dit onderzoek afgerond, zo vragen zij.

Veilig schoolklimaat

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat veilig en goed onderwijs van essentieel belang is en een voorwaarde voor een school is om te mogen bestaan. Zij hebben er ernstige zorgen over dat SvPO geen veilig en goed onderwijs biedt. Zo hebben alle acht besturen de opdracht gekregen om de kwaliteitszorg, de kwaliteitscultuur en de verantwoording en dialoog te verbeteren. Zijn er inmiddels afspraken gemaakt over de herstelopdracht? Zijn er maatregelen doorgevoerd om de situatie op deze scholen te verbeteren? De leden vragen hoe de situatie nu is op alle scholen.

De leden van de D66-fractie constateren dat de SvPO-school in Utrecht als zeer zwak werd bestempeld, onder andere door ernstige signalen over de sociale veiligheid, de begeleiding van leerlingen en de communicatie van de school met betrokkenen. Zij lezen nu echter dat aan de herstelopdracht is voldaan. Is naar aanleiding van deze onveilige situatie aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie? Zo nee, waarom niet? Deze leden zijn van mening dat dit standaard zou moeten gebeuren in het geval dat de sociale veiligheid van leerlingen in het geding is. Zij vragen daarnaast of de andere SvPO-scholen die ook als zeer zwak zijn beoordeeld (in Amsterdam en Hoorn), inmiddels de onderwijskwaliteit hebben verbeterd. Is tegen deze scholen aangifte gedaan, zo vragen zij.

Deze leden lezen dat de Minister stelt dat indien op termijn onvoldoende verbeteringen worden doorgevoerd, vergaande bekostigingssancties zullen volgen. Zijn dit de enige sancties die de Minister zal opleggen? Over welke termijn heeft de Minister het? Zij vragen of de Minister een tijdpad kan schetsen.

Docenten

De leden van de D66-fractie constateren dat er zorgen zijn over hoe met docenten wordt omgegaan op de benoemde scholen. Er is bijvoorbeeld sprake van een groot verloop, niet alleen bij docenten. Ook toezichthouders komen en gaan, zo vernemen deze leden. Zij vragen of inmiddels wel bekend is hoeveel docenten het afgelopen jaar zijn vertrokken op het Tjalling Koopmans College. Hoeveel docenten zijn het afgelopen jaar vertrokken op de andere scholen die onder SvPO vallen? Hoeveel toezichthouders zijn het afgelopen jaar vertrokken? Hoe vaak zijn de diverse stichtingen gewisseld van bestuursleden of naam, zo vragen de leden.

Vrijwillige ouderbijdrage

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat SvPO een ouderbijdrage vraagt van € 450 voor taalreizen. Als ouders niet aan de bijdrage kunnen voldoen, worden hun kinderen uitgesloten. Deze leden vinden dit zeer onwenselijk en verwijzen naar het schrappen van de vrijwillige ouderbijdrage. Heeft de Minister deze signalen ook ontvangen? Zo ja, gaat hij hier een stokje voor steken? Zo nee, gaat hij dit zo snel mogelijk onderzoeken? Kinderen mogen nooit uitgesloten worden van activiteiten, ook niet als hun ouders de bijdrage niet kunnen betalen.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs over de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs. De leden vinden de situatie betreffende SvPO onwenselijk en onacceptabel. Er is nog steeds veel onduidelijkheid over de gang van zaken aangaande de stichting en op de scholen zelf. De leden hebben daarom nog een hoop vragen en opmerkingen.

Brief Minister over bevindingen Inspectie van het Onderwijs over Stichting voor Persoonlijk Onderwijs

De leden van de SP-fractie vragen of de Minister een overzicht kan geven van alle onderzoeken van de onderwijsinspectie en rapporten die de afgelopen tijd opgesteld en gepubliceerd zijn over SvPO, inclusief nog lopende onderzoeken.

Opzet besturen en scholen SvPO

Op dit moment zijn er acht stichtingen en scholen voor persoonlijk onderwijs. Klopt het dat er sprake is van een proces tot fusie, waarbij alle acht SvPO-scholen worden overgedragen aan een nieuw op te richten stichting? Lopen er daarnaast nog aanvragen voor het stichten van nieuwe SvPO-scholen? Tevens hebben de leden van de SP-fractie het signaal ontvangen dat de coördinator schoolleidersoverleg, tevens de echtgenote van de bestuursvoorzitter, de rol van toezichthouder op zich gaat nemen. De reden hiervoor zou zijn dat de huidige toezichthouders volgens de onderwijsinspectie meer contact zouden moeten onderhouden met de scholen, maar dat dit niet mogelijk is aangezien zij beiden een voltijdbaan ernaast hebben. Wat vindt de Minister hiervan? Kan de coördinator schoolleidersoverleg volgens de Minister onafhankelijk toezicht houden, gezien de relationele band met de bestuursvoorzitter, zo vragen de leden.

Zorgen over kwaliteit, governancestructuur en aansturing

Al in 2011 had de Inspectie van het Onderwijs vraagtekens bij de governancestructuur van de eerste vestiging van SvPO (Isaac Beeckman Academie te Kapelle). Zij deed in haar assurance-rapport van een incidenteel onderzoek naar de besteding van de startbekostiging, melding van belangenverstrengeling.1 Waarom heeft dit rapport destijds niet geleid tot een aangepast financieel toezicht? Hoe verhouden de conclusies van dat rapport uit 2011 zich tot de conclusies van onlangs, in 2021, gepubliceerde financiële rapporten? De leden vragen waarom de Minister niet toen al ingreep.

Inspectierapporten

De leden van de SP-fractie vragen welke meldingen de Minister van de onderwijsinspectie heeft ontvangen over alle kwaliteitsonderzoeken en financiële onderzoeken. Wanneer heeft de Minister deze meldingen ontvangen? Wat was de inhoud van deze meldingen? Hoe heeft de Minister op deze meldingen gereageerd? Wat was de rol van de inspecteur-generaal in deze kwaliteitsonderzoeken en financiële onderzoeken? Klopt het dat zij ook is aangeschreven door het schoolbestuur van SvPO? Zo ja, hoe heeft zij hierop gereageerd, zo vragen de leden.

Vervolgstappen

Op pagina 34 van het rapport over SvPO Utrecht dat in april 2021 door de onderwijsinspectie is vastgesteld,2 wordt geschreven: «Het is onze bevinding dat het bestuur verzuimd heeft de herstelopdrachten die hij in 2019 heeft ontvangen uit te voeren en dat het bestuur de kwaliteit en de voortgang van het onderwijs aan het SvPO Utrecht niet waarborgt. Wij hebben er geen vertrouwen in dat het bestuur nu wel de kwaliteit en de voortgang gaat waarborgen. Wij zullen de Minister adviseren over andere maatregelen dan verscherpt toezicht voor een herstel van de genoemde kwaliteitsgebieden.» De leden van de SP-fractie vragen hoe het hersteltraject bij SvPO Utrecht er tussen het eerste oordeel «zeer zwak» en het tweede oordeel «zeer zwak» uitzag. Hoe heeft de onderwijsinspectie gecommuniceerd met het schoolbestuur? Op welke momenten en op welke wijze is de Minister geïnformeerd over dit hersteltraject? Wat was de inhoud van de meldingen aangaande SvPO Utrecht? De leden willen weten welke meldingen en adviezen de onderwijsinspectie heeft gegeven aan de Minister, voorafgaand aan het tweede oordeel «zeer zwak»? Waarom is overgegaan tot een gedeeltelijke bekostigingssanctie en niet tot een verdergaande bekostigingssanctie of zelfs volledige stopzetting van bekostiging? Wat was de invloed van de coronapandemie op het hersteltraject? Heeft het schoolbestuur van SvPO Utrecht een rechtszaak aangespannen tegen het oordeel van de inspecteur-generaal, die het bezwaarschrift over het eerste kwaliteitsonderzoek ongegrond verklaarde? Wat was het vonnis van de rechter of wanneer dient deze zaak, zo vragen de leden.

Volgens de onderwijsinspectie is het bestuur niet geneigd iets aan het oordeel van de onderwijsinspectie te doen. De Minister gaf al eerder aan dat hem bekend is dat de bestuursvoorzitter de grenzen van de wet opzoekt. Wat vindt de Minister van deze houding van deze bestuurder? Hoe gaat de Minister hiermee om? Hoe serieus neemt de Minister het signaal van de onderwijsinspectie, die aangeeft er geen vertrouwen te hebben dat het bestuur de kwaliteit en voortgang gaat waarborgen? Waarom wordt er niet sneller en sterker opgetreden tegen een bestuur dat niet lijkt mee te willen werken aan een herstelopdracht en de professionaliteit van de onderwijsinspectie keer op keer in twijfel trekt en haar voortdurend voor de rechter sleept met gelden die zijn bestemd voor het verstrekken van onderwijs, zo vragen de leden.

Tevens vragen de leden van de SP-fractie op welke wijze de onderwijsinspectie heeft samengewerkt met de gemeente Utrecht in het kader van het hersteltraject rondom SvPO Utrecht tussen de twee beoordelingen in. Waarom ging de gemeente Utrecht alsnog akkoord met het verstrekken van een omgevingsvergunning voor de verbouwing van een monumentaal pand, wetende dat de school zojuist als «zeer zwak» was beoordeeld en daarmee een financieel risico nam qua verbouwingskosten?

In drie gemeenten (Amsterdam, Utrecht en Hengelo) zorgt de gemeente voor huisvesting, maar in de overige gemeenten bestaat een doordecentralisatieovereenkomst. Kan de Minister een overzicht geven van alle betalingen die deze gemeenten (Kapelle, Tytsjerksteradiel, West Betuwe (voorheen Geldermalsen), Deventer en Hoorn) hebben gedaan op grond van deze overeenkomsten, uitgesplitst naar jaartal? Wat gebeurt er in het geval van doordecentralisatie met het vastgoed, in het bijzonder wanneer deze in eigendom is van een private stichting zoals stichting Frederikssoon of de Stichting voor Persoonlijk Onderwijs, indien een SvPO-vestiging in de toekomst mogelijk gesloten dient te worden wegens aanhoudend slechte onderwijskwaliteit en/of financieel/bestuurlijk wanbeheer, zo vragen de leden van de SP-fractie. De Minister geeft in de brief aan dat voor het (financieel) onderzoek naar de vraag hoe het eigendom van het vastgoed van SvPO Utrecht en andere SvPO-scholen juridisch en financieel is geregeld en naar de rol van betrokken partijen daarin, externe expertise is ingeschakeld. De leden vragen op welke partij de Minister precies doelt met deze «externe expertise».

Situatie in Hurdegaryp

De recente onrust bij de vestiging in Hurdegaryp was aanleiding voor de onderwijsinspectie om bij de school op bezoek te gaan. Wat is er uit dit bezoek gekomen? Was voor type onderzoek was dit? Indien het een vooronderzoek was, kan de Minister dan aangeven waarom dit wel of niet heeft geleid tot een specifiek onderzoek zoals vermeld in de Wet op het onderwijstoezicht, artikel 15, lid 1? De leden vragen wat dan de huidige status is van dit onderzoek.

Tevens vragen de leden van de SP-fractie of de Minister een overzicht heeft van het aandeel tijdelijke (jaar)contracten op de verschillende scholen. Kan de Minister aangeven hoe het lerarenverloop is op de vestigingen van SvPO en specifiek het verloop op de vestiging in Hurdegaryp? Zo niet, is de Minister bereid deze informatie op te vragen en met de Kamer te delen, zo vragen de leden.

Klopt het daarnaast dat de lestaak op SvPO ver boven het maximum van 750 klokuren per schooljaar uitkomt, zoals geregeld in de cao voortgezet onderwijs?3 Kan de Minister nagaan in hoeverre SvPO zich aan de cao-afspraken houdt aangaande het maximaal aantal lesuren en andere zaken? De leden vragen hoe zich dit verhoudt tot de werkdruk van docenten verbonden aan de SvPO.

Zorgelijke situatie

De Minister geeft aan in zijn brief dat de bestuursvoorzitter het niet eens lijkt te zijn met de wijze waarop de onderwijsinspectie toezicht houdt en dus ook niet met de oordelen van de inspectie. Wat vindt de Minister hiervan, zo vragen de leden van de SP-fractie. Welke sancties heeft de Minister tot dusver opgelegd? Wat is de door hem voorgenomen escalatieladder? Welke maatregelen kan de Minister nog nemen? De leden vragen welke lessen er uit deze casus zijn te trekken met het oog op onderwijstoezicht. Zou er iets aan de wet moeten veranderen? Kan de Minister zijn antwoord toelichten? In hoeverre acht de Minister de continuïteit van het onderwijs op (een van) de scholen op dit moment in het geding? Tevens vragen de leden hoe het staat met de sociale veiligheid op de verschillende scholen.

Overige vragen

De leden van de SP-fractie hebben signalen ontvangen dat SvPO een deel van de middelen uit het Nationaal Programma Onderwijs (hierna: NPO) gaat gebruiken om inkomstenderving als gevolg van minder leerlingen en de bekostigingssanctie in Utrecht op te vangen voor behoud van kleine klassen. Past de inzet van de middelen op deze wijze in de geest van het NPO, zo vragen de leden.

Tevens hebben de leden van de SP-fractie signalen ontvangen dat SvPO een vrijwillige ouderbijdrage van € 450 voor buitenlandse reizen en examentraining verplicht stelt.4 Als ouders dit bedrag niet betalen, wordt hun kind uitgesloten van deze activiteiten. Is de Minister hier bekend mee? SvPO geeft aan dat ze een ouderbijdrage wel verplicht kunnen stellen en leerlingen thuis kunnen laten, omdat de reizen plaatsvinden in een vrije week. Kan de Minister bevestigen dat ouders ook niet verplicht zijn om voor buitenlandse reizen te betalen als deze in een vrije week plaatsvinden? De reis wordt namelijk dan nog steeds onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur georganiseerd, aldus de leden van de SP-fractie.

SvPO geeft aan dat de reizen niet verplicht zijn omdat ze niet onder de onderwijstijd vallen, maar de leden van de SP-fractie hebben vernomen dat leerlingen die niet deelnemen wel ckv5-uren moeten inhalen. Leerlingen die wel deelnemen aan de reis krijgen snipperuren die ze op een ander moment in het jaar kunnen inzetten voor vakantie.6 Wat vindt de Minister van deze constructie? Deelt de Minister de mening dat, ondanks dat er überhaupt geen verplichte bijdrage meer gevraagd mag worden, dit zorgt voor grote ongelijkheid tussen leerlingen?

De leden van de SP-fractie vragen tevens of het klopt dat leerlingen op SvPO maar 5,5 week zomervakantie krijgen in plaats van de voorgeschreven 6 weken. Wat vindt de Minister ervan dat leerlingen hun snipperuren in kunnen zetten om alsnog wel 6 weken zomervakantie te krijgen? Wat vindt hij ervan dat voor de leerlingen die dus niet op een dure reis meekunnen, dit niet mogelijk is? Is het überhaupt toegestaan om af te wijken van de 6 weken zomervakantie, zo vragen de leden.

Waren al deze bovenstaande signalen ook al bekend bij de Minister en de onderwijsinspectie? Is SvPO al hierop aangesproken door de onderwijsinspectie? Zo ja, welke maatregelen heeft de onderwijsinspectie genomen? Zo nee, welke actie(s) gaat de Minister ondernemen om het verplichten van de vrijwillige ouderbijdrage en het uitsluiten van kinderen bij niet betalen per direct te stoppen? Hoe beoordeelt de Minister het feit dat vrijwillige ouderbijdragen worden overgemaakt aan een private stichting? Wat vindt de Minister ervan dat de medezeggenschap op SvPO geen inzage heeft in de inkomsten en uitgaven van de ouderbijdragen? Strookt dit met de Wet medezeggenschap op scholen? Kan de Minister dit antwoord toelichten, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Klopt het dat SvPO op dit moment een referendum houdt onder ouders over het stichten van schoolcampussen in het buitenland? Kan de Minister nagaan of dit met medeweten van de medezeggenschapsraad van alle locaties is opgezet? Indien dit het geval, loopt dit proces zorgvuldig? Indien dit niet het geval is, klopt het dat SvPO zich dan niet aan de Wet medezeggenschap op scholen houdt? De leden vragen wat de Minister hieraan gaat doen.

De leden van de SP-fractie hebben ten slotte signalen ontvangen dat SvPO schoolcampussen wil stichten in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ten behoeve van de taalreizen die SvPO voor haar leerlingen organiseert. Is het de Minister bekend of er andere scholen in Nederland met Nederlandse overheidsbekostiging investeren in bestaande campussen en/of (nieuw) vastgoed in het buitenland? Zo nee, is dit wel toegestaan volgens Nederlandse wet- en regelgeving? Vindt de Minister het besteden van Nederlandse overheidsbekostiging aan campussen/vastgoed in het buitenland passend, mede gezien de niet-transparante financiële transacties tussen de stichtingen van SvPO? De taalreizen behoren niet tot het kerncurriculum van SvPO en zijn vrijwillig. Is de bouw en/of aanschaf van campussen in het buitenland in dat licht een passende besteding van overheidsgelden, zo vragen de leden.

Inbreng van de leden van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij zijn verontrust door de bevindingen van de inspectie op de zogenoemde Scholen voor Persoonlijk Onderwijs, waarbij leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, die nauwelijks krijgen, docenten onvoldoende zeggenschap hebben over hun onderwijs en de rechtmatigheid van de bestedingen ernstig te wensen overlaat. Alle acht schoolbesturen hebben herstelopdrachten gekregen om de kwaliteitszorg, kwaliteitscultuur, verantwoording en dialoog te verbeteren. Bij de school in Utrecht wordt de bekostiging gedurende drie maanden met vijftien procent opgeschort. Worden er binnen de gestelde termijn onvoldoende verbeteringen bij de scholen doorgevoerd, dan zullen er (verdergaande) bekostigingssancties volgen.

De leden van de PvdA-fractie vinden het kwalijk dat deze scholen ook de bijscholing van leraren afknijpen, omdat zij zelf vervanging moeten regelen. Wat betekent dit voor de professionalisering van de betrokken docenten? Ook begrijpen de leden van de PvdA-fractie dat in dit schooljaar 2020–2021 22 van de 42 docenten van het Tjalling Koopmans College in Hurdegaryp zijn gestopt, elders een baan hebben gevonden of nog op zoek zijn naar een baan elders. Wat betekent zo’n verloop binnen het lerarenteam voor de stabiliteit die het onderwijsproces nodig heeft, zo vragen de leden.

De allergrootste zorg van de leden van de PvdA-fractie betreft de kinderen op deze scholen. Als men kwetsbare kinderen daar tekort doet en de lesstof voor alle leerlingen op havo/vwo-niveau ligt, ook voor leerlingen met een vmbo-t-advies, dan kunnen vanzelfsprekend niet alle leerlingen dat niveau aan. De leden van de PvdA-fractie vrezen dat hiermee kinderen tussen wal en schip geraken. Voldoet onderwijs dat op deze wijze gestalte krijgt nog wel aan de eisen die de Leerplichtwet stelt aan onderwijs? Kan de Minister zijn oordeel in dezen onderbouwen, zo vragen de leden van deze fractie.

II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

Naar boven