2021D36701 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 4 oktober 2021 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken op 10 september 2021 toegezonden fiche: Mededeling Duurzame Financieringsstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3172).

De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie onder andere werkt aan groene begrotingsmechanismen voor het volgen van aan duurzaamheid gerelateerde nationale en EU-uitgaven. Kan het kabinet nader toelichten wat wordt verstaan onder «groene begrotingsmechanismen»? Wat is het kabinetsstandpunt ten aanzien van de strategie van de Europese Commissie op dit punt?

Deze leden constateren dat een aantal lidstaten aanzienlijk van mening verschilt over de vraag of kernenergie kwalificeert als een duurzame investering voor de lange termijn. Volgens het kabinet ligt het in de rede dat het volgende kabinet een Europese inzet bepaalt op het gebied van kernenergie. Resteert er dan nog genoeg tijd om het Europese beleid ten aanzien van kernenergie te beïnvloeden? Kan het kabinet aangeven welke lidstaten van mening zijn dat kernenergie wel kwalificeert als een duurzame investering?

De leden van de VVD-fractie steunen de inzet van de Europese Commissie en het kabinet dat bij de voorstellen nadrukkelijk rekening wordt gehouden met de beperkte capaciteit van kleine en middelgrote ondernemingen en financiële instellingen, bijvoorbeeld door deze (in eerste instantie) uit te zonderen van bepaalde rapportageverplichtingen. Welke definitie van kleine en middelgrote ondernemingen en financiële instellingen hanteert het kabinet hierbij?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie ondersteunen de inzet die de afgelopen jaren is gepleegd door de Europese Commissie en het kabinet ten aanzien van het bevorderen van een duurzaam financieel systeem. Deze leden merken echter wel op dat er nog grotere stappen gezet kunnen worden om duurzame investeringen aantrekkelijker te maken. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre het kabinet voorstander is van meer verplichtende stappen om daarmee af te komen van de vrijblijvendheid die regels rondom duurzaam investeren vaak kenmerkt.

De leden van de CDA-fractie vragen naar het speciaal verslag van de Europese Rekenkamer waarin geconcludeerd wordt dat de Europese Unie niet genoeg doet om te zorgen dat geld naar duurzame activiteiten gaat. De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet wil benadrukken in Europa dat er consistente criteria komen om de duurzaamheid van investeringen met middelen uit de EU-begroting te bepalen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Duurzame Financieringsstrategie ook gaat inzetten op het vinden van manieren om negatieve milieu en sociale effecten van niet-duurzame activiteiten ook te beprijzen in de markt om op deze manier een meer level playing field te creëren. Ook vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet hoe het toezicht is geregeld op de bevordering van duurzame financieringsactiviteiten.

De leden van de CDA-fractie vragen of het bevorderen van kernenergie onder de duurzame financieringsstrategie ook kan worden aangemerkt als een duurzame investering. De leden van de CDA-fractie vragen voorts of investeringen in gas nog als duurzaam aangemerkt kunnen worden op basis van de taxonomie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de Groep Van Haga

De leden van de Groep Van Haga zien dat greenwashing een steeds grotere rol speelt in de maatschappij. Nu is de definitie «groen» erg breed en kan er alle kanten mee op gegaan worden. Zoals bijvoorbeeld: de productie is «groen», het bedrijf zelf is «groen» los van de dienst die een bedrijf levert, producten en diensten worden afgeleverd die «groen» zijn of een bedrijf houdt zich aan de filosofie van «cradle to cradle». Bedrijven kunnen door de brede interpretatie verkeerde investeringen en strategieën doorvoeren. Kan het kabinet duidelijke kaders geven wanneer een bedrijfsfinanciering, nu en in de toekomst, als «groen» wordt geclassificeerd?

De leden van De Groep Van Haga begrijpen dat het doel is de financiële sector te vergroenen door investeringen te vergroenen. Houdt het kabinet eigenlijk wel rekening met het verhoogde marktrisico dat wordt gelopen door investeerders en de afname in diversificatie als bedrijven allemaal volgens dezelfde filosofie opereren?

De leden van de Groep Van Haga willen waarschuwen dat in het geval bedrijven op papier groen blijken te zijn de politiek ernstig misleid kan worden met zeer grote economische gevolgen. Dit is op dit moment heel goed zichtbaar met de gebrekkige gaslevering. De politiek voert de energietransitie uit omdat het op papier kan, maar in de praktijk blijkt dat bedrijven er niet klaar voor zijn. Bedrijven lopen nu het risico hun productie stil te moeten leggen in de winter. Is het kabinet zich bewust van deze verborgen risico’s met verstrekkende gevolgen voor de financiële markten?

Naar boven