Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2021D36046 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 2021D36046 |
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan het kabinet enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda voor de EU Westelijke Balkantop d.d. 5 en 6 oktober 2021.
De fungerend voorzitter van de vaste commissie, Belhaj
Adjunct-griffier van de vaste commissie, De Vrij
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de Informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop 5/6 oktober en danken de Minister van Buitenlandse Zaken hiervoor. De leden hebben een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.
De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de Informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop 5/6 oktober en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de Informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop 5/6 oktober en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben de agenda van de Informele Balkantop van 5 en 6 oktober met interesse gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda ten behoeve van de Informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop 5/6 oktober en hebben hierover enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Europese Raad en de Westelijke Balkantop van 5 en 6 oktober 2021. Zij hebben daar de volgende vragen en opmerkingen over.
Europese Raad
Afghanistan
De leden van de VVD-fractie lezen dat tijdens de informele Europese Raad (ER) voorafgaand aan de EU-Westelijke Balkantop de situatie in Afghanistan en de Europese inzet nader besproken zal worden. De leden ondersteunen de inzet van het kabinet om zich in EU-verband te blijven inzetten voor vrede, stabiliteit en het eerbiedigen van mensenrechten. De leden van de VVD-fractie zijn blij dat het kabinet daarnaast oog heeft voor het voorkomen dat Afghanistan een safe haven voor terroristische groepen wordt maar vragen op welke wijze hier concreet invulling aan wordt gegeven. Kan de Minister dit nader toelichten? Bovendien willen deze leden aandacht vragen het belang van het in de regio opvangen van vluchtelingen om irreguliere migratiestromen te voorkomen en vragen de Minister dit in te brengen. Kan de Minister dit toezeggen, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister voorts schrijft dat het met andere landen in gesprek blijft over het bijstaan van personen die in aanmerking komen om naar Nederland te komen, maar in Afghanistan zijn achtergebleven. De leden van de VVD-fractie zouden graag nadere informatie willen over de stand van zaken en de vorderingen op dit gebied. Kan de Minister dit nader toelichten?
De leden van de VVD-fractie benoemen dat de gebeurtenissen in Afghanistan Europa’s militaire afhankelijkheid van Amerika nogmaals aan het licht hebben gebracht. Deze kwestie heeft het belang van betere samenwerking en de noodzaak van het vergroten van de militaire slagkracht in de Europese krijgsmachten nog eens duidelijk gemaakt. De leden van de VVD-fractie verwelkomen een goede en brede dialoog over het versterken van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid zoals aangekondigd door onder andere Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen, maar voor de leden van de VVD-fractie blijft wel voorop staan dat besluiten over de inzet en samenstelling van de Nederlandse krijgsmacht conform de Nederlandse Grondwet een nationale competentie betreft en dat ook moet blijven. Deelt de Minister die mening, zo vragen deze leden? Deelt de Minister de mening dat onze nationale veiligheid het beste is gediend als de Europese Unie de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) aanvult waar het specifieke toegevoegde waarde heeft, zoals de bij de gezamenlijke ontwikkeling van wapensystemen en bij het vergemakkelijken van militaire transporten, en niet als de Europese Unie de NAVO kopieert? Zo ja, hoe gaat de Minister zich hier voor inspannen? En hoe kijkt de Minister aan tegen de uitspraken van de Franse President Macron over een Europese pijler binnen de NAVO? Biedt dit bijvoorbeeld de mogelijkheid om Europese landen die niet lid zijn van de Europese Unie te betrekken bij het Europese veiligheidsbeleid, zoals dat bijvoorbeeld gebeurt bij de Joint Expeditionary Force en het European Intervention Initiative?
De leden van de VVD-fractie vinden het van groot belang dat we inzetten op het verder verbeteren en intensiveren van de samenwerking en slagkracht van de Europese landen op militair gebied en daarmee de afhankelijkheid van bijvoorbeeld de Verenigde Staten verkleinen. Kan de Minister aangeven op welke gebieden hij daar mogelijkheden toe ziet, wat het krachtenveld binnen de Europese Unie is op dit punt en in hoeverre het AUKUS-pact hier invloed op heeft, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de CDA-fractie steunen de aanpak richting Afghanistan zoals verwoord door de Minister in de agenda, daarbij moet inderdaad de nadruk liggen op mensenrechten en humanitaire hulp waar mogelijk. Deze leden vragen de Minister hoe de buurlanden van Afghanistan worden betrokken bij deze hulpacties en ondersteuning van opvang van vluchtelingen in de regio? De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet daarom om precies aan te geven wat de Europese Unie afgelopen maand heeft ondernomen in de buurlanden van Afghanistan inzake de evacuatie en ontstane vluchtelingenstroom en vragen de Minister voorts wat hieromtrent zal worden ingebracht tijdens deze Raad.
De leden van de SP-fractie constateren dat er ook over de situatie in Afghanistan zal worden gesproken. De Minister geeft in de geannoteerde agenda aan dat hij in EU-verband wil optrekken als het gaat om het in- en uitreisbeleid voor Afghanistan. Kan de Minister aangeven wat hier precies mee wordt bedoeld? Wat gaat Nederland van de andere landen eisen tijdens deze discussie en wat verwacht het aan concrete resultaten te behalen uit deze discussie? Kan de Minister het verwachte krachtenveld schetsen van landen die liever niet in EU-verband willen samenwerken voor het in en uitreizen voor mensen in Afghanistan, zo vragen de leden van de SP-fractie?
De leden van de PvdA-fractie hechten in het kader van de Afghanistan-crisis in het bijzonder aan het belang van een veilige doorgang voor allen die Afghanistan in en uit willen reizen. Dit is essentieel om de achterblijvers die onder motie Belhaj* vallen alsnog in veiligheid te brengen. Hoeveel mensen onder deze motie hebben sinds het beëindigen van de evacuatievluchten Nederland kunnen bereiken? Is de Minister bereid om reisvisa – bijvoorbeeld in de vorm van laissez-passers of humanitaire visa – te verschaffen voor de achterblijvers, ofwel om mensen onder begeleiding via Pakistan of andere derde landen naar Nederland te halen zoals Duitsland onderneemt? Zo ja, worden deze opties op dit moment al benut of wanneer is de Minister van plan dit te gaan doen? Zo nee, waarom niet?
Daarnaast vragen de leden van de PvdA-fractie of er eindelijk duidelijkheid is over de totale omvang van het aantal aanvragen dat is ingediend. Indien dit het geval is, kan de Minister aangeven hoeveel mensen dit betreft en hoe groot de groep is die momenteel nog in Afghanistan verblijft? Wordt er actief contact onderhouden met de achterblijvers en hoeveel fte’ers zijn op dit moment hiermee bezig op het ministerie? En heeft de Minister zicht of er reeds geweldsincidenten hebben plaatsgevonden in Afghanistan tegen mensen die op de Nederlandse lijst staan?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat er in de kamerbrief van 14 september 2021 (BZDOC-1708183576–83) tevens werd vermeld dat er verkennende gesprekken met de Verenigde Naties Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) plaatsvinden over een mogelijk specifiek programma voor kwetsbare Afghanen. Wat is de stand van zaken van deze gesprekken? Welke taken gaan deze organisaties precies uitvoeren, en is de Minister van plan om zelf de verantwoordelijkheid te houden om mensen die onder de motie Belhaj vallen in veiligheid te brengen, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister daarnaast op de hoogte is van het feit dat Nederlandse politiemensen samen met Europese en lokale partners in het kader van de EUPOL-missie ruim 4.000 Afghaanse politievrouwen hebben getraind, waaronder specifiek op het terrein van mensenrechten en gendergerelateerde delicten? Valt deze groep wat de Minister betreft ook onder de motie Belhaj? Zo ja, is de Minister bereid om zich op korte termijn in te zetten om vrouwen die bedreigd worden naar Nederland te halen en er bij zijn Europese collega’s op aan te dringen dit voorbeeld te volgen? Is het daarnaast bij de Minister bekend of alle plaatselijke personeelsleden voor EUPOL in veiligheid zijn gebracht? Zo nee, wil de Minister opvragen bij de Europese Commissie of er mensen zijn achtergebleven en het antwoord – inclusief aantallen – vervolgens met de Kamer te delen? En indien niet iedereen van EUPOL in veiligheid is gebracht, wil de Minister tijdens de Europese Raad en bij de Europese Commissie pleiten voor een snelle evacuatie van deze mensen en Nederlandse hulp in deze operatie aanbieden?
De leden van de PvdA-fractie maken zich daarnaast ernstig zorgen over de humanitaire ramp die zich afspeelt in Afghanistan, die waarschijnlijk met de invallende winter nog nijpender zal worden. In de geannoteerde agenda wordt vermeld dat het kabinet de EU-inzet om de Afghaanse bevolking humanitaire hulp te bieden steunt. Hoeveel steun heeft de Europese Unie tot nu toe toegezegd en is de Minister bereid ervoor te pleiten de Europese steun te verhogen en zelf de Nederlandse bijdrage te verhogen? Kan de Minister daarnaast meer duidelijkheid bieden op welke manier de door de Europese Unie toegezegde gelden van in totaal 1 miljard euro voor buurlanden van Afghanistan worden ingezet? Verwacht de Minister dat dit bedrag zal worden verhoogd en is de Minister daarnaast bereid om ervoor te pleiten dat Europese lidstaten bijvoorbeeld middels Special Admission Programma hervestiging van Afghanen naar Europese landen verhogen?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich af of de Minister kan toelichten welke inspanningen afzonderlijke EU-lidstaten plegen om Afghanen die in gevaar zijn te evacueren? Op welke wijze vindt er hier samenwerking in EU-verband plaats, zo vragen zij? Welke internationale aanpak heeft de Minister voor ogen om de mensenrechten, in het bijzonder van vrouwen en meisjes, maar zeker ook van alle Afghanen te respecteren, mede gezien het bericht dat de Taliban voornemens is weer openbare lijfstraffen en executies in te voeren?2
China
De leden van de VVD-fractie vragen al geruime tijd aandacht voor van het verkleinen van de afhankelijkheid voor strategische goederen van een land als China en hebben het kabinet opgeroepen zich hiervoor in EU-verband in te zetten. Door die afhankelijkheid te verkleinen kunnen we als Europese Unie een vuist maken en een land aanspreken met betekenis. Datzelfde geldt voor toegang tot de Europese markt en het creëren van een gelijk speelveld. De leden zijn blij te lezen dat dit ook tijdens deze EU-top de inzet is maar constateren wel dat er al lang over dit onderwerp wordt gesproken zonder dat er concrete resultaten worden geboekt. Zowel op Nederlands-als Europees niveau vinden diverse initiatieven plaats om de afhankelijkheid van China te verminderen, maar de leden vinden dat de snelheid verhoogd moet worden en de onderlinge samenhang en coördinatie van de maatregelen en initiatieven beter kan. Kan de Minister aangeven wanneer we de uitwerkingen van die plannen kunnen verwachten en in het verlengde daarvan hoe de gesprekken over Qualified Majority Voting (QMV) op het gebied van mensenrechtenschendingen en sancties lopen? De leden zien nu nog te vaak voorbeelden van een blokkade door een enkel land, waarbij soms andere belangen meespelen in die blokkade. Dit vinden de leden van de VVD-fractie ongewenst.
De leden van de VVD-fractie zijn het eens met de Minister dat het van belang is om een werkbare relatie met China te onderhouden gelet op de grote opgaven die er liggen, zoals het klimaat, waarbij ook China een belangrijke partner is. Zij staan dan ook positief tegenover de inzet om op afzienbare tijd een EU-China top te organiseren. Kan de Minister aangeven op welke termijn hij dit verwacht? En is de Minister het ermee eens dat er naast aandacht voor mensenrechten en het klimaat ook nadrukkelijk aandacht moet zijn voor wederkerigheid op het gebied van handel en toegang tot de markten om onze ondernemers gelijke kansen te geven en bescherming te bieden?
De leden van de D66-fractie lezen dat er tijdens deze informele Europese Raad weer over China gesproken zal worden. Zal dit onderwerp ook binnen afzienbare tijd op de formele agenda van de Europese Raad komen te staan, zodat de Europese Raad hier formele conclusies over kan aannemen? De leden delen de behoefte aan een sterke eensgezinde koers van de Europese Unie tegenover China. Kan de Minister een krachtenveld geven van de posities in de Europese Raad ten opzichte van China? De leden lezen dat het kabinet voorstander is van een EU-China top binnen afzienbare tijd. Hoe kijken andere leden in de Europese Raad hier tegen aan? Wat is de positie van de EU ten aanzien van China’s status als ontwikkelingsland binnen de Wereld Handels Organisatie (WTO)? Heeft de Europese Raad daar al een standpunt over geformuleerd, zo vragen deze leden?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nader toe te lichten wat ermee wordt bedoeld dat lidstaten elkaar moeten bijstaan op het moment dat ze te maken krijgen met diplomatieke dwangmaatregelen vanuit China. De leden vragen de Minister of dat niet al het geval is en hoe het elkaar bijstaan dan ingevuld moet worden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tevens nader in te gaan op de suggestie dat de Europese Unie aan het vergroten van haar weerbaarheid over de volle breedte van de Europese agenda moet werken. Deze leden vragen de Minister over welke thema’s het dan gaat.
De leden van de CDA-fractie ondersteunen van harte de inzet van het kabinet dat er binnen afzienbare tijd wederom een EU-China top moet worden georganiseerd en zien uit naar het verslag waarin de reactie van de overige leden van de Raad op dit voorstel wordt opgenomen.
De leden van de SP-fractie constateren dat het onderwerp China en wellicht ook het nieuwe AUKUS-veiligheidspact tussen Australië, de Verenigde Staten. en het Verenigd Koninkrijk ter sprake komt. De leden bestempelen het AUKUS pact als een zorgelijke ontwikkeling. Deelt de Minister de opvatting dat de overdracht van nucleaire technologie in strijd is met het non-proliferatieverdrag waar ook China en Nieuw-Zeeland op wijzen? Hoe verhoudt zich de verkoop van nucleaire technologie inclusief hoogverrijkt uranium zich tot het Nederlandse en EU-non-proliferatiebeleid, zo vragen deze leden?
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen van de Europese Raad om de EU-China relatie te bespreken, en steunen de inzet van het kabinet wat betreft het hameren op Europese eensgezindheid. Aangaande het EU-China investeringsakkoord, verwacht de Minister nog altijd dat het akkoord eind 2021 ter ondertekening aan de regeringsleiders zal worden voorgelegd? Wanneer is de Minister voornemens de appreciatie van het verdrag aan de Kamer voor te leggen? En wat betreft de Nederlandse steun voor het organiseren van een nieuwe EU-Chinatop binnen afzienbare tijd, op welke manier wil de Minister dat mensenrechtenschendingen in Xinjiang of de situatie in Hong Kong aan de kaart worden gesteld tijdens deze top?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van de kabinetsinzet om een EU-China top te organiseren. Kan de Minister toelichten welke aanleiding hij hier specifiek toe ziet, zeker gezien het feit dat Nederlandse en Europese parlementariërs & overheidsfunctionarissen nog steeds op een Chinese sanctielijst staan, zo vragen zij? Met welk specifieke doel(en) zou een EU-China top wat de Minister betreft georganiseerd moeten worden? En welke onderwerpen en thema’s zouden hierbij aan bod moeten komen? Kan de Minister tevens toelichten in welke mate er enthousiasme is over het organiseren van een dergelijke top bij andere EU-lidstaten?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn het met het kabinet eens dat de uitdagingen inzake China vragen om een eensgezinde koers van de Europese Unie en haar lidstaten. Zij constateren dat deze EU-eenheid nog niet het gewenste niveau heeft om deze uitdagingen adequaat het hoofd te bieden. Deze leden vragen de Minister een uiteenzetting te verschaffen over welke momenten lidstaten elkaar hebben bijgestaan wanneer ze te maken kregen met diplomatieke dwangmaatregelen vanuit China en op welke wijze dit vorm heeft gekregen. Kan de Minister daarnaast verduidelijken wanneer hij lidstaten heeft aangesproken als deze de eenheid doorbreken, en bij welk thema dat specifiek heeft plaatsgevonden? Is de Minister bereid het belang van deze EU-eensgezindheid expliciet aan te kaarten bij de komende informele EU-top? Zo nee, waarom niet, zo vragen de leden van de GroenLinks-fractie?
Handel
De leden van de D66-fractie lezen dat het Europese handelsbeleid besproken zal worden. Wat de leden van de D66-fractie betreft is het Europees handelsbeleid een van de sterkste instrumenten die de EU heeft om verandering in andere delen van de wereld te weeg te brengen. Deze leden lezen met interesse dat dit op het hoogste niveau besproken wordt. De leden steunen de inzet van het kabinet maar hebben nog wel enkele aanvullende vragen. Kan de Minister aangeven wanneer hij verwacht dat de Europese Commissie met een wetsvoorstel over Europees Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)-beleid komt? Kan de Minister toelichten waarom de Commissie dat blijft uitstellen? Waar ligt het knelpunt voor de Europese Commissie? Kan de Minister toelichten hoe de Commissie tracht de implementatie en naleving van duurzaamheidsafspraken in handelsakkoorden te versterken, zo vragen deze leden?
De leden van de CDA-fractie ondersteunen de inzet van het kabinet aangaande het bevorderen van de Europese handelsagenda van harte, deze leden verzoeken de Minister daarbij in Europees verband te pleiten voor een grotere focus op Afrika en het handelspotentieel dat verborgen ligt in de Afrikaanse vrijhandelszone. Deze leden achten het intensiveren van handelsbetrekkingen van Europa met Afrika van groot belang voor de plaats van Europa in de mondiale geopolitieke verhoudingen. Waar de Verenigde Staten middels militaire samenwerking met bondgenoten containment tracht te verwezenlijken rondom de Chinese wateren is het aan de Europese Unie om China concurrentie te bieden en de strijd aan te gaan om grondstoffen op het Afrikaanse continent waarbij de Europese Unie bovendien een verantwoordelijkheid heeft naar Afrika als buur. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister nader in te gaan op deze overwegingen en waar mogelijk dat mee te nemen in de discussie in de Raad.
Met enige verbazing constateren de leden van de SP-fractie dat ook het onderwerp Handel op de agenda voor de informele top is geplaatst. De leden lezen in de geannoteerde agenda dat het demissionair kabinet een Europees handelsbeleid ambieert dat moet bijdragen aan een mondiaal gelijker speelveld, de kansen voor het Europees bedrijfsleven vergroot, eenzijdige afhankelijkheden tegengaat en een duurzaam economisch herstel bevordert. De leden willen de Minister vragen of ook de vrijhandelsverdragen ter sprake komen en wat de Minister hierover zal bijdragen. Wat is het doel van deze discussie? Wat is de relevantie, zo vragen deze leden?
AOB
De leden van de D66-fractie lezen dat in de geannoteerde agenda dat er ook andere actuele onderwerpen ter tafel komen. Zal er worden gesproken over de situatie op de grens tussen Polen en Wit-Rusland? Klopt het dat visa mogelijkheden voor regeringsfunctionarissen uit Wit-Rusland worden stopgezet? Zo ja, per wanneer? Welke andere maatregelen worden er in Europees verband genomen? Wordt er gesproken met Polen over toegang tot medische hulp, advocaten en journalisten aan het grensgebied die momenteel worden dichtgehouden? Wat is de rol van Frontex binnen deze regio? Valt het mogelijk optreden binnen het mandaat van Frontex? Kan Frontex ingrijpen in het grensgebied, ook zonder dat de Poolse regering een beroep doet op Frontex? Ontvangt Polen geld van de Europese Unie voor het huisvesten van Frontex in Warschau? Zo ja, hoeveel, zo vragen deze leden?
EU-Westelijke Balkantop
De leden van de VVD-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de spanningen tussen Servië en Kosovo. Deelt de Minister die zorg? Is de Minister voornemens om dit onderwerp op te brengen tijdens deze top en wat is daarbij de Nederlandse inzet?
De leden van de VVD-fractie verwelkomen de inzet van de Europese Unie in de Westelijke Balkan en de ondersteuning van deze landen bij de benodigde hervormingen. Deze hervormingen zijn zoals bekend voor de leden van de VVD-fractie essentieel en komen de stabiliteit en veiligheid ten goede, wat op hun beurt weer een positief effect heeft op de economische ontwikkeling van die landen en het investeringsklimaat. De afgelopen jaren hebben de leden des te meer gezien hoe belangrijk deze hervormingen en zeker ook een goed functionerende rechtstaat zijn. De leden houden echter zorg over de voortgang en het structurele karakter op onderwerpen als de rechtstaat, corruptiebestrijding en criminaliteitsbestrijding. Zij zijn dan ook blij dat dit een belangrijk onderdeel van de gesprekken is. De leden zijn benieuwd hoe de Minister de huidige situatie in de Westelijke Balkan apprecieert, ook in relatie tot eventuele vervolgstappen op het gebied van toetreding of het uitblijven daarvan. Zoals bekend achten deze leden het essentieel dat aan alle voorwaarden is voldaan alvorens vervolgstappen worden gezet en we niet gaan marchanderen met die afspraken. Deelt de Minister nog steeds die inzet, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
In het verlengde hiervan lezen de leden van de VVD-fractie dat de verordening over het Instrument van Pre-Accessie (IPA) met terugwerkende kracht vanaf 1 januari in werking zal treden. De leden van de VVD-fractie vinden het van belang dat indien een land geen voortgang boekt en helemaal als het achteruit gaat, dat gevolgen heeft voor de toetredingsgesprekken en de middelen die worden verstrekt uit het IPA. Zij hechten dan ook erg aan het conditionaliteitsbeginsel in het IPA. Kan de Minister aangeven hoe hier op dit moment invulling aan is gegeven?
De leden van de VVD-fractie hebben tevens kennisgenomen van het feit dat afgelopen zomer Noord-Macedonië, Servië en Albanië het heft in eigen handen hebben genomen en het «Open Balkan Initiative» zijn gestart. De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de Minister dit initiatief beoordeelt en wat de effecten zijn voor de gesprekken en afspraken met de Europese Unie?
De leden van de VVD-fractie realiseren zich dat uitbreiding niet als zodanig op de agenda staat maar willen wel van de gelegenheid gebruik maken om te vragen wat de laatste stand van zaken is voor wat betreft Noord-Macedonië en Albanië. Is er reeds een intergovernmental conference (IGC) gepland en zo nee, komt dat nog steeds door de blokkade van Bulgarije en wat is het perspectief met betrekking tot het opheffen van die blokkade? In hoeverre is de koppeling tussen beide landen nog van kracht en opportuun en wat is de reden daarvan? Uiteraard zijn de leden in het bijzonder nieuwsgierig hoe invulling wordt gegeven aan de motie Kamminga en Amhaouch3.
Voor de leden van de VVD-fractie is het voor het doorvoeren van bestendige hervormingen van groot belang dat er draagvlak is bij de bevolking. Kan de Minister iets zeggen over het huidige draagvlak voor eventuele toetreding tot de Europese Unie in deze landen? Voor het vergroten van het draagvlak zijn volgens de leden van de VVD-fractie zichtbare en herkenbare investeringen en steun van groot belang. De Europese Unie ondersteunt deze landen al langere tijd zowel financieel als door het delen van kennis en capaciteit. Kan de Minister inzage geven in de effectiviteit daarvan en hoe deze zich verhoudt tot investeringen door landen als bijvoorbeeld China en Rusland? De leden van de VVD-fractie kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de investeringen vanuit de Europese Unie vele malen groter zijn terwijl de zichtbaarheid voor de bevolking kleiner is. Het is van groot belang dat indien deze landen volgende stappen zetten in het toetredingsproces ze niet afhankelijk zijn derde landen. Hoe voorkomen we een ongewenste invloed en afhankelijkheid vanuit landen als China?
De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet het Europees perspectief ondersteunt van de landen op de westelijke Balkan, wat betekent dit concreet de komende periode voor het beginnen van toetredingsonderhandelingen met Albanië en Noord-Macedonië zolang Bulgarije dwars ligt? Zijn er nog andere lidstaten binnen de Raad waarvan een dergelijke blokkerende houding verwacht kan worden ondanks dat deze twee landen voldoen aan de regels gesteld door de Europese Commissie en de Raad? Als de Europese Unie geen perspectief biedt aan de landen in de Westelijke Balkan, dan zullen andere machten dit wel doen. Hoe is Nederland van plan om te gaan met deze niet constructieve houding van Bulgarije die het proces al langer op slot houdt? Kan er na deze top nog meer verwacht worden op dit onderwerp van het Sloveens EU-voorzitterschap, zo vragen deze leden?
De leden van de D66-fractie zien dat de spanning op het grensgebied tussen Kosovo en Servië aan het oplopen is en dat NAVO troepen het aantal patrouilles op de grens van Kosovo heeft geïntensiveerd. Wordt er aandacht gevraagd voor deze situatie op de top? Welke consequenties heeft dit voor de te maken afspraken tijdens de top? Welke rol speelt de EU in het temperen van spanningen tussen de twee landen? Hoe apprecieert de Minister de activiteiten van Rusland en de orthodoxe kerk in Zuid-Servië en de kans op militaire escalatie?
Wat de leden van de PVV-fractie betreft zou de boodschap op deze Top moeten zijn; geen uitbreiding van de Europese Unie, geen zakken belastinggeld en geen beloftes richting de Westelijke Balkan. Steunt de Minister deze oproep, zo vragen deze leden?
De leden van de PVV-fractie vragen wat de status is van de verklaring die zal worden aangenomen? Wat zal daar exact in staan? Kan de Kamer deze verklaring voorafgaand aan de Top ontvangen?
De leden van de PVV-fractie benoemen dat tijdens de Staat van de Unie op 15 september jl. mevrouw Von der Leyen het volgende over de Westelijke Balkan zei: «Hetzelfde geldt voor onze buren van de Westelijke Balkan. Ik reis daar nog deze maand heen om een sterk signaal te geven dat wij ons blijven committeren aan het toetredingsproces. Dat zijn wij verschuldigd aan alle jongeren daar die in een Europese toekomst geloven. Wij voeren daarom onze steun op met ons nieuwe investerings- en economieplan ter waarde van ongeveer een derde van het bbp van de regio. Want een investering in de toekomst van de Westelijke Balkan is een investering in de toekomst van de EU.» Wat is er precies besproken en welk signaal is er door haar afgegeven tijdens haar bezoek aan de Westelijke Balkan? Heeft zij dat ook namens Nederland gedaan?
De leden van de PVV-fractie vragen voorts wat het «nieuwe investerings- en economieplan ter waarde van ongeveer een derde van het bbp van de regio» is? Zit daar Nederlands belastinggeld in? Zo ja, hoeveel, zo vragen deze leden?
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of tijdens de Balkantop ook de aanwezigheid van China en Rusland in de Balkan wordt besproken en wanneer dat niet het geval is of de Minister bereid is dat wel te doen. Deze leden willen gezien de inzet van de Minister tijdens de informele raad over gezamenlijk optreden richting China ook de Balkan onder deze paraplu plaatsen, deze leden vragen de Minister of hij daarin mee kan gaan.
De leden van de CDA-fractie vinden het van groot belang dat de rechtsstaat een onderwerp is tijdens de Balkantop. Deze leden verzoeken de Minister daarbij nadrukkelijk notie te maken van de positie van de pers en persvrijheid. Voor de leden van de CDA-fractie is dit van belang gezien de rechtsstatelijkheidseisen die de Europese Unie stelt, maar ook vanwege de onafhankelijke informatie die nodig is voor EU-waarnemers en voor Nederlandse Kamerleden in de afweging hoe de relatie tussen de Europese Unie en de Balkan vorm te geven.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister tenslotte in te gaan op de oplopende spanning tussen Servië en Kosovo en daarbij aan te geven hoe ernstig de situatie precies is, welke rol de Europese Unie speelt en of Nederland iets kan doen via diplomatieke weg.
De leden van de SP-fractie willen allereerst stilstaan bij het originele onderwerp van de Top, de Westelijke Balkan. Is de Minister het met de leden eens dat het nogal geforceerd is om te benadrukken dat de Europese Unie de belangrijkste partner is voor de Westelijke Balkan? Wat verwacht de Minister met deze benadrukking te bereiken? Wat voor concrete afspraken verwacht de Minister bij deze informele top? Wat vindt de Minister van de ambitie van Slovenië om deze Balkan-toppen een meer structurele plek op de agenda te geven? Is dat niet apart, gezien het feit dat een aantal van deze landen al jaren geen vooruitgang boeken betreffende het lidmaatschap van de Europese Unie? Kan de Minister een appreciatie geven van de situatie in Albanië en het standpunt van het demissionaire kabinet betreffende de status van de toetredingsonderhandelingen?
De leden van de SP-fractie vinden de recent opgelopen spanningen tussen Servië en Kosovo relevant, waarin twee etnische Serviërs, twee Kosovaarse overheidskantoren hebben aangevallen. Dit heeft te maken met het besluit van Kosovo waarin Servische auto’s een tijdelijk nummerbord moeten aanschaffen. Dit is gepaard gegaan met het sturen van grenscontrolepolitie. De Servische premier heeft woest gereageerd en nu staan de verhoudingen tussen Servië en Kosovo opnieuw op scherp. Kan de Minister reageren op dit conflict? Kan de Minister een reflectie geven op de voortgang van de, door de Europese Unie, geleide dialoog tussen Servië en Kosovo die al sinds 2013 loopt?
De leden van de PvdA-fractie vinden het positief dat er een aparte top is belegd over de relatie met de landen van de Westelijke Balkan en dat regeringsleiders voornemens zijn om het Europese perspectief voor deze landen wederom te benadrukken. De leden vinden echter wel dat het hoog tijd is voor de Europese Unie om, gezien de progressie die met name Noord-Macedonië heeft geboekt, de daad bij het woord wordt gevoegd en de toetredingsonderhandelingen met dit land te starten. Is de verwachting dat Bulgarije zijn veto blijft volhouden? Heeft de Minister – eventueel met gelijkgezinde landen – contact met zijn Bulgaarse collega opgezocht om de druk op de regering te verhogen? Zo nee, is de Minister bereid om dit op korte termijn alsnog te doen?
Tot slot maken de leden van de PvdA-fractie zich zorgen over de toenemende spanningen tussen Servië en Kosovo. Klopt het dat er Servische tanks en ander militair materiaal onderweg zijn naar de grens met Kosovo? Wat onderneemt de Europese Unie op dit moment om de situatie te de-escaleren en welke rol ziet de Minister hiervoor voor Nederland? Heeft de Minister het belang van de-escalatie ook besproken met de Kosovaarse president Vjosa Osmani tijdens de Algemene Vergadering bij de Verenigde Naties in New York? Zijn de EU-geleide onderhandelingen tussen Servië en Kosovo inmiddels hervat? En welke invloed hebben de recente inspanningen op deze onderhandelingen in algemene zin?
De leden van de GroenLinks-fractie hechten groot belang aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkanlanden, aangezien deze leden constateren dat de invloed van China in landen als Servië steeds groter wordt met alle nadelige gevolgen van dien. Kan de Minister toelichten welke EU-inspanningen de invloed van China, Rusland en Turkije pogen te verminderen? En kan de Minister toelichten wat precies het doel is van een verklaring waarin het «EU-perspectief van de landen van de Westelijke Balkan wordt herbevestigd», aangezien de Minister eerder verklaarde dat er aankomende top niet gesproken zal worden uitbreiding?4 Wat is zijn appreciatie van bijvoorbeeld Albanië, dat in de ogen van de leden van de GroenLinks-fractie terecht stelt dat hun aanvraag voor het starten van toetredingsonderhandelingen met de Europese Unie wordt gegijzeld (door Bulgarije)?5 Bent u het met de leden eens dat het een zeer onwenselijke situatie is als deze situatie (welke ook geldt voor Noord-Macedonië) blijft voortbestaan en waardoor deze landen verder afdrijven van de Europese Unie in de handen van andere minder democratische en vrije grootmachten? Wat gaat de Minister tijdens deze aankomende top voorstellen om dit niet te laten gebeuren? Tot slot vragen deze leden zich af welke veranderingen zich voordoen met de inwerkingtreding van het nieuwe Instrument voor Pre-Accessie inzake de financiële EU-steun aan de Westelijke Balkan?
Nos, 24 september 2021, «Talibanleider: straks weer lijfstraffen en executies in Afghanistan», https://nos.nl/collectie/13870/artikel/2399116-talibanleider-straks-weer-lijfstraffen-en-executies-in-afghanistan
AP News, 28 september 2021, «Albania complaints its EU accession bid is being held hostage», https://apnews.com/article/business-albania-bulgaria-ursula-von-der-leyen-european-union-697b5801cc9f6aba9db2b6b58914a1de
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2021D36046.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.