2021D33830 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het Nationaal Actieprogramma Radon (Kamerstuk 25 422, nr. 274), verschillende onderwerpen op het terrein van nucleaire veiligheid en stralingsbescherming (Kamerstuk 25 422, nr. 277) en de derde nationale rapportage Richtlijn 2011/70/Euratom (Kamerstuk 25 422, nr. 278).

De fungerend voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Meijer

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

blz.

   

Inleiding

2

Algemeen

2

D66-fractie

2

SP-fractie

3

GroenLinks-fractie

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de agendastukken behorend bij het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid en hebben hierover geen vragen en/of opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorende bij het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid. Naar aanleiding van deze stukken hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken. Daarover hebben deze leden geen vragen. Over het onderwerp in het algemeen hebben deze leden nog wel enkele vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken op de agenda en hebben hierover nog enkele vragen.

Algemeen

D66-fractie

De leden van de D66-fractie lezen in de rapportage Ongewone gebeurtenissen nucleaire installaties 2020 dat in 2020 13 ongewone gebeurtenissen plaatsgevonden hebben, waarvan één op niveau 1 van de International Nuclear and Radiological Event Scale (INES). Deze leden zijn positief gestemd over de verbeteringen in de afhandeling van ongewone gebeurtenissen die de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) op meerdere locaties heeft geconstateerd. Deze leden zien met interesse de voortgang van verbeteringen bij de overige installaties van de Nuclear Research and consultancy Group (NRG) te Petten tegemoet, die de ANVS in de rapportage over 2021 verwacht. Deze leden lezen daarnaast dat het relatief hoge aantal meldingen (zes) bij de overige installaties van NRG te Petten geen bijzonder aandachtspunt voor de ANVS is vanwege de verscheidenheid aan activiteiten en locaties die de overige installaties omvatten. Deelt de Staatssecretaris deze mening? Vindt de Staatssecretaris het zorgwekkend dat drie van deze zes meldingen van één specifieke locatie, namelijk Molybdenum Production Facility (MPF), komen?

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het Nationaal Actieprogramma Radon en de reacties daarop naar aanleiding van de terinzagelegging. Deze leden constateren dat blootstelling aan thoron dezelfde gezondheidsrisico’s als blootstelling aan radon met zich mee kan brengen, maar dat thoron geen onderdeel van het Nationaal Actieplan Radon is omdat Richtlijn 2013/59/Euratom een actieplan alleen voor radon verplicht. Ziet de Staatssecretaris een toegevoegde waarde in het opstellen van een Nationaal Actieplan Thoron?

De leden van de D66-fractie lezen in het National report for the Council Directive 2011/70/Euratom dat de 45 aanbevelingen gedaan door de Integrated Regulatory Review Service (IRRS) in 2018 nagenoeg allemaal geïmplementeerd zijn of snel geïmplementeerd zullen worden. Daarnaast blijkt ook uit het rapport dat de laatste aanbeveling omtrent de vrijgavecriteria voor stralingsniveaus bij installaties die worden ontmanteld of activiteiten die worden gestopt nog niet door de IRRS als afgesloten wordt beschouwd. Deze leden lezen dat er een onderzoek loopt naar een beoordelingskader voor de vrijgavecriteria op het gebied van straling van deze installaties en activiteiten. Deze leden vragen de Staatssecretaris om zowel een tijdsindicatie van dit onderzoek te geven, als een tijdsindicatie van de implementatie.

SP-fractie

De leden van de SP-fractie constateren dat in maart 2021 een meerderheid van de Kamer, op initiatief van de SP-fractie, heeft uitgesproken dat in Groningen geen kerncentrale kan komen en dat de Eemshaven als mogelijke locatie in het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) geschrapt moet worden. Dit nadat de Minister-President tijdens de verkiezingscampagne had geopperd dat een dergelijke centrale in de energieprovincie Groningen welkom zou zijn. Voor deze leden geldt dat niet alleen in de provincie Groningen een kerncentrale onwenselijk is, maar in heel Nederland. Deze leden willen de problemen van nucleair afval niet overdragen aan toekomstige generaties. Naast de enorme publieke investering die de bouw van kerncentrales vraagt, is er geen geschikte plek om een dergelijke kerncentrale neer te zetten.

De leden van de SP-fractie constateren dat kort na de aangenomen motie, het kabinet aan de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) heeft gevraagd een advies uit te brengen over kernenergie. Op 28 september vindt daarvoor een startbijeenkomst plaats. Het betreft een door het kabinet gevraagd adviestraject. De leden van de SP-fractie vragen wie daar precies voor zijn uitgenodigd en waarom. Worden de belangen van bedrijven en inwoners gelijkwaardig vertegenwoordigd? Hoe is de financiële gelijkwaardigheid van de deelnemers gegarandeerd? Klopt het dat er een commissie is samengesteld waarvan de externe leden zich al hebben uitgesproken voor kernenergie te zijn, dan wel het juist te vinden dat de lasten van de berging van radioactief afval worden doorgeschoven naar toekomstige generaties? Is de Staatssecretaris bereid zorg te dragen voor een commissie die ook inwoners en omgeving beschermt, ook via bijeenkomsten in bijvoorbeeld de regio waar de zoutkoepels liggen?

De leden van de SP-fractie merken op dat de Centrale Organisatie Voor radioactief Afval (COVRA) heeft aangegeven, middels een eigen onderzoek, dat er voldoende zout- en kleilagen zijn waarin nucleair afval geborgen kan worden. Welke zoutkoepels zouden er volgens de Staatssecretaris veilig genoeg zijn om nucleair afval in te bergen? Aan welke voorwaarden moeten die koepels voldoen? Kan de Staatssecretaris garanderen dat de zoutkoepels stabiel genoeg zijn en dat ook zullen blijven gedurende de miljoen jaar dat het radioactief afval gevaarlijk blijft?

De leden van de SP-fractie vragen of de Staatssecretaris voorbeelden heeft waar de opslag in zoutkoepels goed gaat. Waar bevinden deze koepels zich? Hoelang bestaan die al? Welke kosten voor de overheid zitten daar aan vast? Kent de Staatssecretaris ook voorbeelden waar het niet goed gaat, of waar incidenten zijn geweest? En kan de Staatssecretaris aangeven wat daarbij de publieke kosten waren? Kunnen deze vragen in een helder overzicht worden weergegeven?

De leden van de SP-fractie vragen ook hoelang de COVRA als buitendijkse en tijdelijke opbergplaats voor kernafval kan blijven bestaan, gezien de zeespiegelstijging. Er zijn twintig jaar oude scenario’s van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO), waarbij de COVRA onder water kan komen te staan. Hoe verhouden die scenario’s zich tot de huidige inzichten met een duidelijk sterkere zeespiegelstijging? Weliswaar bevindt de opbergplek voor hoogradioactief afval zich op meerdere meters boven het Normaal Amsterdams Peil (NAP), maar is het de bedoeling om het bedrijf van de COVRA dan voort te zetten vanuit boten of een nieuw te bouwen platform?

GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de eindbergingsplannen in Duitsland. Deze leden vinden het goed dat er aandacht is gekomen voor het belang van publieksparticipatie in het zoekproces. Tegelijkertijd wordt er in de brief vooral verwezen naar de Duitse initiatieven waaraan Nederlanders kunnen participeren. Deze leden vinden dat niet laagdrempelig genoeg. Duitsland financiert een «Expertengruppe Schweizer Tiefenlager».1 Op die manier wordt ervoor gezorgd dat er vanuit Duitsland voldoende input komt om te participeren in het Zwitserse proces. Hoe kijkt de Staatssecretaris ernaar om ook een dergelijke «Expertgroep Duitse eindberging» op te starten?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de uitvoering van Richtlijn 2011/70/Euratom, de Richtlijn die gaat over een verantwoord en veilig beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval. Deze leden vinden het echter merkwaardig dat in het verslag over de uitvoering niet wordt genoemd dat er twee geheime Europese ingebrekestellingen liggen, inhoudende dat het nationaal programma radioactief afval niet voldoet aan deze Europese norm. De eerste ingebrekestelling verscheen in mei 2018. Hierop kreeg Nederland de gelegenheid om de zorgen van de Europese Commissie te ontkrachten. In juli concludeerde de Europese Commissie echter dat het beleid rondom beheer en berging van kernafval in Nederland niet aan de Europese norm voldoet. Zo zou de Europese Commissie betwijfelen of Nederland voldoende heeft aangetoond dat het «redelijke stappen heeft gezet ter vervulling van haar ethische plicht om ervoor te zorgen dat toekomstige generaties geen onnodige last ondervinden van de verbruikte splijtstof en het radioactief afval».2 Waarom is de Kamer niet geïnformeerd over dit conflict? En kan de Staatssecretaris de leden van de GroenLinks-fractie informeren over de laatste stand van zaken?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben tevens vragen over het advies van de ANVS om een regelgevend kader te ontwikkelen voor de financiering van de eindberging voor radioactief afval. Hierover hebben deze leden eerder schriftelijke vragen gesteld.3 In de beantwoording op deze vragen heeft de Staatssecretaris toegezegd dat die uitwerking zou worden opgestart. Wat is de laatste stand van zaken met betrekking tot die uitwerking?

II Reactie van de bewindspersoon


X Noot
1

Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz und nukleare Sicherheit, 4 juni 2021, BMU verlängert Förderung für die deutsche Beteiligung bei der Schweizer Endlagersuche (https://www.bmu.de/pressemitteilung/bmu-verlaengert-foerderung-fuer-die-deutsche-beteiligung-bei-der-schweizer-endlagersuche/).

X Noot
2

Stichting Laka, 12 april 2021, Europese Commissie onderzocht financiering COVRA na staatssteunklacht Laka (https://www.laka.org/nieuws/2021/europese-commissie-onderzocht-financiering-covra-na-staatssteunklacht-laka-14914).

X Noot
3

Aanhangsel der Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 957.

Naar boven