2021D32729 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda voor de Energieraad 22 september 2021, het verslag van de Energieraad van 11 juni 2021 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 870) en de brief over de uitwerking van de EU-taxonomie (Kamerstuk 32 013, nr. 248).

De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan

De adjunct-griffier van de commissie, Reinders

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II

Antwoord / Reactie van de Staatssecretaris

5

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie, onder de herziening van de Renewable Energy Directive II (RED II), een verhoging van het aandeel hernieuwbare energie van 32 procent naar 40 procent voorstelt. Deze leden vragen wat de genoemde subdoelen voor de gebouwde omgeving, industrie en transport voor Nederland zullen betekenen. In hoeverre zal de herziening van de aanvullende subdoelen een bindende nationale aard hebben?

De leden van de VVD-fractie hebben vernomen dat 50 procent van de waterstof die de industrie verbruikt in 2030 moet bestaan uit groene waterstof. Deze leden vinden het een mooie ambitie, maar twijfelen aan de haalbaarheid van dit doel gegeven de beperkte huidige productie van groene waterstof. Hoe denkt de Staatssecretaris dat de Europese Commissie deze ambitie mogelijk kan maken? Welke kostendalingen in de productie van groene waterstof verwacht de Europese Commissie? Deze leden vragen hoe haalbaar de Staatssecretaris dit gestelde doel acht. Hoe kijkt de staatsecretaris naar het gebruik van blauwe waterstof, juist in deze overgangsfase?

De leden van de VVD-fractie benadrukken het belang van kernenergie in de gezonde energiemix van de toekomst. Deze leden vragen welke rol kernenergie speelt bij de herziening van de RED. Kan de Staatssecretaris aangeven wat haar inzet is omtrent het betrekken van kernenergie bij de Europese energieagenda?

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de voorstellen in de Energy Efficiency Directive (EED). Hierin wordt toegelicht dat het doel van de Europese Unie (EU) bindend wordt, maar de nationale bijdragen indicatief blijven. Toch stelt de Europese Commissie hierbij ook aanvullende (bindende) sectordoelen voor, bij bijvoorbeeld de industrie en de gebouwde omgeving. Deze leden vragen in hoeverre deze doelen realistisch zijn, gezien de ervaring die in Nederland is opgedaan met energiebesparingsprogramma’s zowel in de industrie als ook de gebouwde omgeving. Wat gaat dit in de praktijk voor de Nederlandse sectoren betekenen? Deze leden ondersteunen het kabinet in de inzet om als lidstaat de mogelijkheid te blijven behouden om CO2-reductiedoelstellingen op kostenefficiënte wijze te behalen, waarbij technologie-neutraliteit leidend is.

De leden van de VVD-fractie vragen hoe uitvoering wordt gegeven aan de motie-Erkens (Kamerstuk 21 501-33, nr. 864) omtrent de toevoeging van kernenergie in de taxonomie van de EU. In hoeverre heeft bilateraal overleg plaatsgevonden met eensgezinde landen, zoals Frankrijk? Kan de Staatssecretaris toelichten welke rol kernenergie volgens de Raad speelt in de energiemix van Europa richting 2050 toe?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele energieraad van 22 September 2021. Deze leden hebben enkele vragen.

De leden van de D66-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat een gedachtewisseling zal plaatsvinden tussen energie- en transportministers over infrastructuur van alternatieve brandstoffen en het functioneren van de interne energiemarkt. Echter wordt niet ingegaan op de inbreng op het gebied van energie en deze leden vragen daarom een toelichting op de inzet van de Staatssecretaris in deze gedachtewisseling.

De leden van de D66-fractie vragen om een overzicht van de (aanvullende) maatregelen en subdoelen voor diverse sectoren om het EU-doel van ten minste 40 procent te halen en vragen de Staatssecretaris aan te geven hoe zij staat tegenover deze maatregelen in een Nederlandse context. Verder vragen deze leden om een overzicht van alle uitbreidingen en aanscherpingen van de duurzaamheidscriteria voor biologische grondstoffen.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de voorbeeldrol van de publieke sector in het behalen van het EU-energie-efficiëntiedoel. Deze leden vragen om toelichting over hoe de 36 procent reductie van finaal verbruik verdeeld wordt. Is het een vrije keuze voor lidstaten in welke sectoren en op welke manier er gereduceerd wordt of is hier een dergelijke keuze in gemaakt? Tot slot vragen deze leden een verduidelijking van de manier waarop in het voorstel aandacht gevestigd wordt op energiearmoede en kwetsbare consumenten en huishoudens.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Energieraad van 22 september 2021 en hebben enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie merken op dat Politico op 12 augustus 2021 berichtte over een studie van twee Amerikaanse wetenschappers waarin grote twijfels worden uitgesproken over de duurzaamheid van blauwe waterstof.1 Uit de studie zou blijken dat waterstof geproduceerd uit gas, ook wanneer de CO2-emissies worden afgevangen, zelfs schadelijker voor het milieu is dan het gas simpelweg te verbranden. Dit vanwege het feit dat carbon capture and storage (CCS) veel energie kost en de productie van blauwe waterstof tevens gepaard zou gaan met methaanlekkage. Is de Staatssecretaris bekend met deze studie en wat is haar appreciatie daarvan? Hoe weegt zij deze studie in relatie tot de rol van blauwe waterstof als grondstof in de industrie en als brandstof in verschillende sectoren? Wat is de betekenis van deze studie voor de urgentie om de productie van groene waterstof te stimuleren en op te schalen?

De leden van de CDA-fractie merken tevens op dat Kadri Simson, de Eurocommissaris voor Energie, onlangs heeft gemeld dat de productie van groene waterstof in de EU momenteel hoger is dan waar eerder in de waterstofstrategie van de EU van werd uitgegaan en dat het aantal waterstofprojecten wat in de pijplijn zit al optelt tot meer dan 40 gigawatt (de EU-doelstelling voor 2030). Deze leden vragen zich af wat deze constatering betekent voor de Europese en Nederlandse ambities. Is dit een teken dat de huidige doelstellingen naar een hoger ambitieniveau zouden kunnen? Kan de Staatssecretaris tevens aangeven tot welke productiecapaciteit waterstofprojecten die in ons land in de pijplijn zitten optellen en wat daarbij de verdeling is tussen groene en blauwe waterstof? Hoe verhoudt dit zich tot projecten in andere lidstaten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele energieraad van 22 september. Zij vragen hoe de Staatssecretaris omgaat met het behandelvoorbehoud van de Tweede Kamer voor de voorstellen die raken aan het «Fit-for-55»-pakket. Hoe kan het dat er nog geen BNC-fiches beschikbaar zijn? Kan de Staatssecretaris garanderen dat niet wordt ingestemd met nieuwe verregaande voorstellen voordat het parlement daarmee heeft ingestemd? De voorstellen worden nu verspreid over verschillende raden besproken, waardoor een versnipperde discussie plaatsvindt. Deze leden vragen of er niet een integrale behandeling moet plaatsvinden in een in te stellen Klimaatraad waar alle voorstellen die raken aan het klimaatbeleid van de Europese Unie worden besproken?

De leden van de SP-fractie maken zich ernstige zorgen over de aanpak van de klimaatcrisis. Deze leden staan een fundamenteel andere aanpak voor dan de Europese Commissie en het huidige kabinet. Deze leden zijn van mening dat het zoeken naar oplossingen binnen het huidige systeem een heilloze weg is. Zij zien de toekomst van de planeet somber in als een eerlijke verdeling van welvaart en het reguleren van het bedrijfsleven niet voorop staan in het bestrijden van de crisis. Van het pakket van de heer Timmermans weten deze leden dat het grote problematiek wil oplossen met oude politiek. Zij wijzen in dit kader op het recent gepubliceerde boek «Sluiproute Brussel: de Europese lobby voor de bv Nederland» van Lise Witteman. Dit boek illustreert hoe de informatievoorziening aan de Tweede Kamer betreffende Europese besluitvorming vaak tekortschiet, en hierbij structureel de belangen van het grote bedrijfsleven voorop wordt gesteld. Deze leden constateren dat dit ook zorgwekkend is in het kader van de totstandkoming van de taxonomie waarbij «greenwashing» constant op de loer ligt, vanwege de invloedrijke lobby van (vervuilende) bedrijven die private winsten voorop zetten en niet het voortbestaan van de aarde. Deze leden vragen om een integrale reactie op het boek «Sluiproute Brussel» in het kader van het Europese klimaatbeleid.

De leden van de SP-fractie zijn van mening dat radicaal moet worden gebroken met fossiele grondstoffen. Zij zijn voorstander van een investeringsverbod in de fossiele industrie, analoog aan wat het Internationale Energie Agentschap (IEA) bepleit, teneinde de planeet leefbaar te houden. Kan worden aangegeven om welke bedragen dit gaat, zowel op Europees als nationaal niveau?

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de verhoging van het minimale aandeel duurzame energie. Deze leden achten echter een hoger aandeel nodig. Verduurzaming van de industrie en genoeg aanbod van duurzame energie gaan immers hand in hand: Voldoende duurzame energie is essentieel bij het elektrificeren van de industrie en voor het leveren van voldoende groene waterstof. Is de Staatssecretaris bereid hiervoor te pleiten in de EU?

De leden van de GroenLinks-fractie merken op dat de Nederlandse resultaten met betrekking tot energiebesparing in de industrie teleurstellend zijn. In het huidige voorstel zijn de energiebesparingsdoelstellingen indicatief voor lidstaten. Deze leden willen dat elke lidstaat, inclusief Nederland, zich maximaal inspant om zoveel mogelijk energiebesparing te realiseren. Energiebesparing is immers goed voor het aandeel duurzame energie, reduceert de broeikasgasuitstoot en is ook kostenbesparend. Is de Staatssecretaris bereid te pleiten voor bindende nationale energiebesparingsdoelstellingen?

II Antwoord / reactie van de Staatssecretaris


X Noot
1

Politico, 12 augustus 2021, «EU’s clean hydrogen plan raises dirty doubts». (EU’s clean hydrogen plan raises dirty doubts – POLITICO).

Naar boven