2021D29404 Lijst van vragen

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Evaluatie Tweede Kamerverkiezing 17 maart 2021 (Kamerstuk 35 165, nr. 40).

De fungerend voorzitter van de commissie, Bosma

Adjunct-griffier van de commissie, De Vos

Nr

Vraag

1

Er wordt gesteld dat de verkiezingen weer zoveel mogelijk terug naar het «oude» normaal kunnen. Maar wat als onverhoopt de aantallen covid-besmettingen weer enorm toenemen? Wat betekent dat voor de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19? Wordt die dan weer gewijzigd? Wat betekent één en ander voor de besluitvorming omtrent het stemmen per brief?

2

Kunt u het RIVM vragen naar het aantal besmettingen met het coronavirus als gevolg van de Tweede Kamerverkiezingen, daarbij ook terugkijkend op de diverse herindelingsverkiezingen? In hoeverre hebben de verkiezingen enige impact gehad op de totale besmettingsgraad?

3

Wanneer zendt het kabinet de aangekondigde discussienota over het briefstemmen aan de Kamer?

4

Wanneer is de transitie van de Kiesraad tot Verkiezingsautoriteit voltooid?

5

Welke onderdelen van het verkiezingsproces wil de Minister anders c.q. robuuster inrichten? Wat is «robuuster» in dezen?

6

Hoeveel kiezers hebben een of meer volmachstemmen uitgebracht? In hoeveel gevallen ging het om het maximum aantal van drie volmachtstemmen?

7

85% van de stembureauleden wil zich opnieuw beschikbaar stellen als stembureaulid. Welke redenen voert de 15% aan om zich niet opnieuw beschikbaar te willen stellen?

8

Welke fouten zijn gemaakt bij de indiening van kandidatenlijsten en de daarvoor benodigde stukken en gegevens en wat zijn daarvan de oorzaken?

9

Welk effect had de oproep aan politieke partijen om in heldere taal te communiceren richting de kiezers?

10

Hoe verhoudt de opkomst onder jongeren zich tot eerdere verkiezingen, en kan daarbij (indien mogelijk empirisch) worden onderscheiden welke factoren het meest aan de opkomst hebben bijgedragen?

11

Is onderzocht in welke mate verschillende doelgroepen (leeftijd, opleiding, werk, culturele achtergrond) gebruik zouden willen maken van de mogelijkheid tot vervroegd stemmen?

12

Op 17 maart waren er 9.000 stemlokalen open, op 15 en 16 maart 3.000. Waren deze 3.000 niet open op 17 maart? Kunnen de 9.000 en de 3.000 bij elkaar worden opgeteld of zijn de 3.000 deel van de 9.000?

13

Welke kosten zijn voor gemeenten verbonden aan het vervroegd stemmen?

14

Heeft de wens van kiezers om vervroegd te stemmen alleen met de coronapandemie te maken? Of geven kiezers aan ook onder normale omstandigheden vervroegd te willen stemmen?

15

In hoeverre heeft de doelgroep voor het vervroegd stemmen, kwetsbare Nederlanders, invloed gehad op de tijdstippen waarop zij zijn komen stemmen? Ligt het in de lijn der verwachting dat jongere doelgroepen, zoals werkenden, meer na 18.00 zouden komen stemmen?

16

Kunt u toelichten waarom gemeenten aanbevelen om de tijdstippen voor vervroegd stemmen in te korten, terwijl bij volgende verkiezingen het vervroegd stemmen niet zonder meer enkel nog gericht is op kwetsbare mensen, zoals de gemeenten zelf ook willen?

17

Kunt u uitzoeken welk effect het minimum aantal aan te wijzen stembureaus ten behoeve van het vervroegd stemmen naar schatting op de opkomst bij het vervroegd stemmen en de totale opkomst heeft gehad en bij volgende verkiezingen zou kunnen hebben?

18

Welke onderbouwing ligt ten grondslag aan de staffel in de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 voor het minimum aantal aan te wijzen stembureaus ten behoeve van het vervroegd stemmen? Met welke factoren (zoals opkomst, organisatie en afstand) is rekening gehouden en hoe?

19

Ligt het in de rede de staffel voor het minimum aantal aan te wijzen stembureaus ten behoeve van het vervroegd stemmen te wijzigen als dit niet slechts voor kwetsbaren is bedoeld? Zo ja, welke varianten zijn denkbaar, ook gelet op de opkomst?

20

Ligt het in de rede de staffel voor het minimum aantal aan te wijzen stembureaus ten behoeve van het vervroegd stemmen te wijzigen per verkiezingen? Zo ja, op welke wijze?

21

In hoeverre was met het minimum aantal aan te wijzen stembureaus ten behoeve van het vervroegd stemmen gewaarborgd dat iedere kwetsbare Nederlander ook daadwerkelijk in de buurt vervroegd kon stemmen?

22

Kunt u toelichten welke toename in de opkomst bij vervroegd stemmen u verwacht nu het briefstemmen zal worden afgeschaft?

23

Kunt u nader toelichten welke efficiëntie u verwacht van aanbeveling twee bij het vervroegd stemmen, te weten het op één stemlocatie tellen?

24

Hoeveel geld verwacht u dat met aanbeveling drie in de evaluatie bij het vervroegd stemmen zou kunnen worden bespaard?

25

Bent u bereid om opnieuw te onderzoeken of en op welke wijze het mogelijk is om digitaal stemmen mogelijk te maken voor kiezers buiten Nederland? Zo ja, kunt u hiervoor een test met (enkele groepen) kiezers in het buitenland uitvoeren?

26

Indien in de toekomst het stembiljet en briefstembewijs digitaal kunnen worden aangevraagd, is het dan niet meer nodig om post te ontvangen om te stemmen? Zo ja, bent u voornemens om deze optie actief te communiceren naar Nederlanders in het buitenland?

27

Kunt u inventariseren voor landen waar snelheid van postbezorging een probleem is, of er (per land) manieren zijn om deze problemen te verminderen, bijvoorbeeld door duurdere postzegels te gebruiken?

28

Waarom is er zo weinig gebruik gemaakt van volmacht door stemmers vanuit het buitenland? Hoe kan dit worden vergroot? Welke (tussentijdse) resultaten laat de enquête zien waarin deze vraag aan geregistreerde kiezers in het buitenland is gesteld?

29

Is het mogelijk om een ontvangstbevestiging te sturen naar kiezers in het buitenland die per post hebben gestemd? Zou dit helpen bij de onzekerheid of de stem goed is uitgebracht die veel kiezers ervaren, alsmede het ondervangen van fouten op het stembiljet voor volgende verkiezingen?

30

Wat zijn effectieve kanalen om mensen in het buitenland te bereiken om te gaan stemmen? Welke zijn niet effectief? Zullen de meest effectieve kanalen in de toekomst meer worden ingezet? Indien onvoldoende bekend is in hoeverre communicatiekanalen effectief zijn, bent u dan bereid om dit nader te onderzoeken?

31

In de beantwoording van eerdere Kamervragen (Antwoord op vragen van de leden Brekelmans en Ellian over stemmen door Nederlanders in het buitenland) gaf u aan bereid te zijn tot een extra enquête onder alle kiezers die zijn opgenomen in de permanente registratie, onder andere om te onderzoeken waarom zo beperkt gebruik is gemaakt van een volmacht. Wat is de actuele stand van zaken van dit onderzoek en zijn de resultaten hiervan voor het einde van het zomerreces beschikbaar?

Naar boven