2021D26918 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de op 1 juli 2021 ontvangen Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 8 en 9 juli 2021 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 622).

De fungerend voorzitter van de commissie, Peters

De adjunct-griffier van de commissie, Blom

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

3

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

4

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda. Zij steunen de Minister in het blijven benoemen van het belang van de interne Europese markt ten behoeve van het benodigde herstel en ook steunen ze de inzet van de Minister dat de nationale bevoegdheden voor het sociale zekerheidssysteem onverminderd van kracht zijn. Deze leden blijven benadrukken dat convergentie op zichzelf geen doelstelling kan zijn, maar dat het resultaat opwaartse convergentie zal moeten zijn. Zij vragen de Minister om dit als leidraad te blijven benoemen in de gesprekken met de andere lidstaten. Deze leden hebben nog enkele vragen bij de geagendeerde onderwerpen.

Platformwerkers: tweede fase raadpleging sociale partners

De leden van de VVD-fractie zijn geïnteresseerd in de voortgang van dit onderwerp. Zij zijn benieuwd of en hoe Europese regelgeving kan bijdragen aan het definiëren en faciliteren van de regelgeving rondom platformwerk in Nederland.

Deze leden vragen de Minister welke sociale partners in Nederland worden geconsulteerd voor de tweede fase consultatie en wat de Minister verwacht van deze consultatieronde. Vindt de Minister het wenselijk dat er Europese Unie (EU)-initiatieven worden ontwikkeld en zo ja, aan welke criteria zouden dergelijke initiatieven moeten voldoen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 8-9 juli en hebben daarover nog enkele vragen.

Informele Raad – veerkrachtigere en inclusievere arbeidsmarkt

De leden van de D66-fractie onderschrijven de noodzaak voor een veerkrachtigere en inclusievere arbeidsmarkt voor alle generaties. Deze leden vragen specifiek of de Minister naast de uitwisseling van succesvol beleid op het bestrijden van jeugdwerkloosheid ook zou willen vragen naar succesvol beleid op het gebied van discriminatie in andere lidstaten. Deze leden vragen daarnaast of de Minister een internationale vergelijking zou willen maken tussen de lidstaten in hoe zij omgaan met de leeftijd voor het minimumloon voor volwassenen, met de vraag of Nederland daar niet een uitzondering is door de leeftijd op 21 jaar te stellen.

Platformwerkers

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zou willen uitweiden over wat de verwachtingen zijn van de tweede fase van het EU-consultatieproces over platformwerkers. Deze leden vragen in dat kader ook of een EU-voorstel voor wetgeving wat de Minister betreft opportuun zou zijn en of dat meer mogelijkheden zou bieden dan nationale wetgeving.

EU platform voor de bestrijding van dakloosheid

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zou kunnen aangeven wat de in juni ondertekende verklaring voor bestrijding van dakloosheid precies betekent voor Nederland. Wat zijn de belangrijkste aanbevelingen waar Nederland nog werk op moet verrichten, en wat kunnen we daarbij van andere lidstaten leren?

EU sociale zekerheidsnummer

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister onderschrijft dat het eigenlijk jammer is dat de Commissie afziet van een voorstel voor een EU-sociale zekerheidsnummer. Deze leden vragen of de Minister deelt dat een EU-sociale zekerheidsnummer wel degelijk mobiliteit van arbeid binnen de EU verder kan bevorderen, maar vooral ook de positie van werkenden kan versterken doordat heel helder is waar zij welke sociale zekerheid hebben opgebouwd. Deze leden vragen of de Minister nog mogelijkheden ziet waarop het voorstel wel verder zou kunnen worden ontwikkeld en in welke mate het Electronic Exchange of Social Security Information (EESSI)-systeem voldoende zou kunnen werken om aan dit doel te voldoen.

Klimaatpakket – social facility

De leden van de D66-fractie vragen of de Minister zicht heeft op de ontwikkeling van de «Climate Action Social Facility». Deze leden vragen of de Minister iets meer zou kunnen vertellen over wat dit pakket behelst, wat dat voor Nederland zou betekenen en wanneer daar meer nieuws over zou kunnen zijn.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat zijn inzet gericht zal zijn «op het bereiken van een zo kort mogelijke exportduur van de uitkering, gecombineerd met maatregelen gericht op activering richting arbeid en verbetering van de handhaving.»

De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat deze houding te vrijblijvend is. Is de Minister bereid om aan te geven dat hij stopt met het exporteren van uitkeringen en dat hij tegelijkertijd zal zorgen voor het invoeren van tewerkstellingsvergunningen om misbruik van onze uitkeringen tegen te gaan en onze arbeidsmarkt te beschermen voor onze eigen mensen? Is de Minister bereid aan te geven dat alleen Nederland gaat over haar sociaal en arbeidsmarktbeleid en bemoeienis en dat regelgeving van buitenaf moet worden tegengehouden en niet meer zal worden geïmplementeerd?

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Platformwerkers

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de tweede fase consultatie die in gang is gezet om de arbeidsomstandigheden van platformwerkers te verbeteren. Wat zijn de verwachtingen van de Minister rond het EU-consultatieproces? Hoe groot acht de Minister de kansen op Europese wetgeving? Welke consequenties zou dit hebben voor het Nederlandse arbobeleid?

Strategisch kader veilig en gezond werken

Er komt een nieuw strategisch kader veilig en gezond werken. De leden van de CDA-fractie vinden het belangrijk dat hierbij ook lering wordt getrokken uit de huidige pandemie en dat er noodprocedures en richtsnoeren worden ontwikkeld voor snel optreden bij een mogelijke toekomstige wereldwijde pandemie. Voor het strategisch kader wordt een Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC)-fiche ontworpen, dit fiche wordt geagendeerd voor een commissiedebat na het zomerreces. Wat zijn de eerste indrukken van de Minister van de nieuwe EU-strategie veilig en gezond werken? Kan de Minister hier nader op ingaan?

EU-platform voor de bestrijding van dakloosheid

De leden van de CDA-fractie hebben kennis genomen van de lancering van een EU-platform voor de bestrijding van dakloosheid. In een algemene verklaring, mede ondertekend door ngo’s, wordt aangegeven dat dakloosheid moet worden beëindigd. Dit is uiteraard een loffelijk streven en komt overeen met de wens van de leden van de CDA-fractie om ook in Nederland dakloosheid te voorkomen en te bestrijden. Hoe beoordeelt de Minister deze verklaring en de aanbevelingen in relatie tot de situatie in Nederland? Wat is precies de status van deze verklaring?

Naar boven