Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D25749 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D25749 |
De vaste commissie voor Financiën heeft op 25 juni 2021 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd over zijn op 4 juni 2021 toegezonden brief inzake het Ontwerpbesluit tot vaststelling van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven (Kenmerk 2021Z09928).
De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen
Adjunct-griffier van de commissie, Freriks
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het «Ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven» en hebben nog een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen wat op dit moment de stand van zaken is met betrekking tot het op een verantwoorde wijze invoeren van de subsidieregeling STAP-budget begin 2022. Op welke datum kan deze verantwoord worden ingevoerd?
De leden van de VVD-fractie vragen of het mogelijk is om de fiscale aftrekscholingsuitgaven tot het moment van invoering van de subsidieregeling in stand te laten, ook al is dat gedurende het jaar 2022. Zo ja, wat zijn de gevolgen voor burgers en bedrijven? Zo nee, waarom niet? Zo nee, zou dat er voor pleiten om een en ander uit te stellen tot 1 januari 2023?
De leden van de VVD-fractie vragen of er verschillen zijn tussen de jaarlijkse totaalbedragen / budgetten en de manier waarop een en ander begrotingstechnisch geregeld is/wordt tussen de huidige fiscale regeling in vergelijking met de nieuwe subsidieregeling? Zo ja, kan de Kamer een overzicht ontvangen van (een vergelijking tussen) beide?
De landen van de VVD-fractie of de Staatssecretaris een overzicht kan geven van de in kaart gebrachte risico’s van het doorzetten van invoering in 2022 ten opzichte van het uitstellen van de startdatum en de daarbij gebruikte weging en oplossingsrichtingen. Hoe weegt de Staatssecretaris het risico dat mensen geen scholingsactiviteiten starten vanwege het ontbreken van fiscale aftrekmogelijkheden en het tevens ontbreken van het beoogde alternatief? Hoe weegt de Staatssecretaris het risico dat het UWV in problemen komt met de uitvoering van deze en andere regelingen en processen door de hoge druk op dit project?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet afschaffing fiscale aftrek scholingsuitgaven. Deze leden hebben een aantal vragen, die samenhangen met de invoering van het STAP-budget. Deze leden verwijzen daarom naar de vragen die bij het schriftelijk overleg van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn gesteld over de voortgang van de subsidieregeling STAP-budget (kamerstuk 2021Z11275).
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van de Staatssecretaris en de Minister van SZW om met ingang van 1 januari 2022 de fiscale aftrek scholingskosten te vervangen voor het STAP-budget. Echter, zoals de regeling nu wordt ingevuld en de mate waarin de uitvoering gereed is, hebben deze leden daar twijfels bij. Reeds bij het Belastingplan 2020 hebben zij aangegeven dat de fiscale aftrek scholingskosten alleen kan vervallen als alle details van de nieuwe regeling bekend zijn en met name ook de uitvoering goed geregeld is. Dat is op dit moment nog lang niet het geval, zoals in de brief te lezen is. De uitvoeringssystemen zijn op dit moment nog niet gereed en ook zal nog een ketenbrede proefproductie moeten worden gedraaid om te kijken of het allemaal werkt. Dat biedt geen zekerheid en vertrouwen voor een goede uitvoerbaarheid van de nieuwe regeling. Ook maken deze leden zich zorgen over het gat van drie maanden dat ontstaat omdat de fiscale aftrek per eind 2021 zou vervallen, terwijl de STAP-regeling pas in maart 2022 wordt opengesteld. Dat gat moet dan tijdelijk met een kunstgreep worden opgelost, door de coronaregeling NL Leert in te zetten, die daar niet voor bedoeld is. En wat zijn de gevolgen als de proefproductie niet succesvol is en het loket nog later open gaat? Hoe wordt een nog groter gat dan opgelost en wat zijn hiervan de mogelijke kosten?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris daarom of hij kan aangeven waarom hij het verstandig vindt de regeling al per 2022 te vervangen, terwijl de regeling op dat moment nog niet goed zal zijn uitgewerkt en er nog onzekerheden ten aanzien van de uitvoering bestaan. Hiervoor verwijzen deze leden ook naar de vragen die zij hebben gesteld aan de Minister van SZW in reactie op de brief van 21 juni 2021 over de inhoud van de STAP-regeling. Zo geeft de Minister van SZW in zijn brief aan dat zich tijdens de verdere implementatie van de STAP-regeling eventueel nog onvoorziene knelpunten kunnen voordoen en er als gevolg van de krappe planning bij eventuele knelpunten onvoldoende ruimte kan zijn om die tijdig te adresseren. Acht de Staatssecretaris het – in het kader van «geen oude schoenen weggooien, voordat men nieuwe heeft» – niet verstandiger dat de STAP-regeling nog verder en beter wordt uitgewerkt alvorens de oude regeling wordt afgeschaft, zodat in 2023 kan worden gestart met een volwaardige, goed werkende STAP-regeling?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2021D25749.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.