2021D22865 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat inzake de Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota) (Kamerstuk 35 850-XII, nr. 1-2).

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp

Nr	Vraag
1	Is er zicht op verlenging van de beschikbaarheidsvergoeding na 2022?
2	Kunt u de meerjarige mutaties in de bijdragen aan het Infrastructuurfonds en het Deltafonds voor de jarenDe 2022 en verder inhoudelijk toelichten? Op welke concrete werkzaamheden heeft dit betrekking?
3	Welke vertraging is er opgetreden in het uitvoeringsprogramma van het Noordzeeakkoord? Welke kasschuif vindt er plaats?
4	Welke juridische en financiële verplichtingen zijn reeds aangegaan voor de verplaatsing van het testcentrum Lelystad?
5	Kunt u de mutatie van -41,8 miljoen euro voor de reservering Klimaatakkoord op art. 12 voor 2022 toelichten? Waarvoor worden deze middelen ingezet?
6	Klopt het dat maar 35 procent van de beschikbaarheidsvergoeding voor het openbaar vervoer (hierna: beschikbaarheidsvergoeding OV) 2020 is uitbetaald? Zo ja, wat is hiervan de reden? Zo nee, hoeveel is tot op heden uitbetaald?
7	Waar wordt het extra uitbetaalde bedrag aan de provincie Groningen inzake Wunderline precies aan besteed?
8	Wanneer zal het resterende deel van de beschikbaarheidsvergoeding OV worden uitbetaald?
9	Wat betekent het uitblijven van de uitbetaling van de beschikbaarheidsvergoeding OV voor inschrijvingen op aanbestedingen?
10	Heeft verrekening en uitbetaling van de beschikbaarheidsvergoeding OV 2020 in 2021 nadelige gevolgen voor vervoerbedrijven of reizigers? Zo ja, welke nadelige gevolgen heeft dit?
11	Hoeveel extra medewerkers/fte’s zullen naar verwachting worden aangenomen van de extra middelen voor de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)?
12	Waarom schommelen de verwachtingen over de uitgaven op het Infrastructuurfonds zo sterk dat het budget het ene jaar fors wordt verlaagd en het andere jaar fors wordt verhoogd?
13	Kunt u de sterke schommelingen van de verwachtingen over de uitgaven op het Infrastructuurfonds verklaren, waardoor het budget het ene jaar wordt verlaagd en het andere jaar verhoogd?
14	Wat is er sinds de Voorjaarsnota 2020 veranderd bij de uitvoeringscapaciteit en de planvorming dat er een forse verhoging van het infrastructuurbudget voor 2021 mogelijk is?
15	In hoeverre hangen de budgetverlagingen en -verhogingen van het Infrastructuurfonds samen met de Rijksbrede budgetbehoefte?
16	Waarom werd de bijdrage aan het Infrastructuurfonds (art. 26) bij de Voorjaarsnota 2020 verlaagd met 546 miljoen euro en wordt deze bij Voorjaarsnota 2021 weer verhoogd met 753 miljoen euro?
17	Wat is momenteel de verhouding tussen medewerkers in vaste dienst enerzijds en externe inhuur van personeel anderzijds?
18	In hoeverre zijn de hogere kosten van beheer en onderhoud op de agentschapsbegroting van Rijkswaterstaat (+238,1 miljoen euro) een invulling van de 700 miljoen euro die extra beschikbaar zou komen voor beheer en onderhoud? Op wat voor manier is dit verwerkt op de infrastructuurfondsbegroting?