2021D22721 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen

en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken

en Koninkrijksrelaties d.d. 11 mei 2021 inzake het rapport over de externe monitoring van het verbeterplan ProDemos (Kamerstuk 31 475, nr. 26).

De fungerend voorzitter van de commissie, Bosma

Adjunct-griffier van de commissie, De Vos

Inhoudsopgave

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

   

II

Antwoord / reactie van de Minister

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 11 mei 2021, alsmede van het rapport van de externe monitoring van het verbeterplan van ProDemos.

Deze leden hebben er begrip voor dat het behalen van bepaalde doelstellingen beperkter gelukt is dan vooraf gedacht, een en ander in verband met de van kracht zijnde coronamaatregelen (zoals het thuiswerken). De leden van de VVD-fractie delen de mening van de Minister dat het verbeterplan zo spoedig als mogelijk moet worden uitgevoerd. Daartoe hebben zij enkele vragen.

Dat het doel «veilige werkomgeving» door het niet op kantoor werken nog niet is behaald, is begrijpelijk. Maar het verbeteren van de integriteit kan toch niet afhankelijk zijn van corona. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister daar op in te gaan. Op welke wijze gaat ProDemos ervoor zorgen dat de voorgenomen doelen en acties die door de omstandigheden niet zijn uitgevoerd alsnog worden uitgevoerd? Daarbij zien deze leden ook graag aandacht voor een nieuw tijdspad waarbij rekening wordt gehouden met de prioritering van de nog uit te voeren acties. Zij vragen de Minister daar op in te gaan.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister d.d. 11 mei 2021 en het rapport van de extern uitgevoerde monitoring van de voortgang van het integraal verbeterplan van ProDemos. Zij hebben in dit verband nog enkele vragen.

Deze leden constateren dat de onderzoekers zich hebben gericht op de ontwikkelingen bij drie thema’s: de versterking van de organisatie, het HR-beleid en een veilige werkomgeving en versterking van de integriteit. De leden van de D66-fractie vinden het zorgelijk om te lezen dat wat betreft de doelen om een veilige werkomgeving te creëren en de integriteit te versterken nog veel werk te verzetten is. Dit is immers een voornaam component van het verbeterplan, dat zijn oorsprong kent in een omvangrijke en ernstige #Me Too-zaak van al ruim twee jaar geleden. Deze leden lezen dat de gevolgen van de coronamaatregelen veel invloed hebben op dit thema, omdat werk op kantoor of locatie niet mogelijk is en dit de cultuurverandering bemoeilijkt. Zij vragen de Minister dit nader toe te lichten. Welke doelen zijn al wel behaald, welke (nog) niet en waarom? Is de Minister tevreden over de voortgang? Is er inmiddels al wel sprake van een veilige en verantwoorde werkomgeving, of kan dit nog niet worden gegarandeerd? Zo nee, waar schort het nog aan? Kan een cultuurverandering niet worden bewerkstelligd als men thuiswerkt? Welke alternatieven zijn onderzocht om de voorgenomen doelen ondanks de restricties die corona met zich meebrengt toch te behalen? Ziet de Minister op basis van het onderzoek mogelijkheden voor ProDemos om hier versnelling in aan te brengen? Kan de Minister voorts verhelderen hoe de structuur voor een veilige werkomgeving – die volgens de Raad van Toezicht klaar is – is vormgegeven? Welke waarborgen en checks-and-balances zitten daarin? Ten slotte vernemen deze leden van de D66-fractie graag welke voorbereidingen voor welke acties al concreet zijn gedaan.

Deze leden lezen ten aanzien van de versterking van de organisatie dat de onderzoekers concluderen dat een meerderheid van de doelen is behaald, waarbij de reorganisatie een belangrijke professionaliseringsstap is. Kan de Minister toelichten welke doelen zijn behaald, welke (nog) niet en waarom? En hoe is de reorganisatie vormgegeven? Welke keuzes liggen daaraan ten grondslag? Hoe wil de Raad van Toezicht (RvT) bewerkstelligen dat de resterende doelen alsnog worden behaald, en op welke termijn?

De leden van de D66-fractie hebben soortgelijke vragen op het gebied van HR-beleid. De onderzoekers geven aan dat veel doelen zijn behaald. De ondernemingsraad en de vertrouwenspersonen zouden zichtbaar zijn in de organisatie en medewerkers weten hen te vinden. Dat stemt deze leden positief. Zij lezen echter ook dat de RvT aangeeft dat aan alle doelen is gewerkt, maar dat nog niet alle onderliggende acties zijn afgerond, zoals de functioneringscyclus en het diversiteitsbeleid. Kan de Minister toelichten welke onderliggende acties nog meer niet zijn afgerond, en waarom? Op welke termijn kunnen deze alsnog worden afgerond? Welke doelen zijn wel behaald? Kan tot slot worden toegelicht hoe het diversiteitsbeleid concreet wordt vormgegeven?

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben het verbeterplan met betrekking tot ProDemos gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

ProDemos vervult een belangrijke taak: het aanbieden van kennis over de werking van onze democratie en het verzorgen van onder andere rondleidingen door ons parlement. De leden van de SP-fractie vinden het noodzakelijk dat deze taken worden uitgevoerd om de kennis over onze democratie te versterken en scholieren in aanraking te laten komen met politiek. Zij zien echter niet waarom deze taken niet uitgevoerd kunnen worden door bijvoorbeeld de Kamerorganisatie zelf. Waarom is een organisatie als ProDemos hiervoor nodig, zo vragen zij. In hoeverre voert ProDemos ook nog andere taken uit, zoals eerder het maken van sturende stemwijzers of het geven van cursussen aan potentiële lokale volksvertegenwoordigers1? Hoeveel subsidie krijgt ProDemos en van wie?

II. Reactie van de Minister

Naar boven