2021D20265 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het Rapport Verantwoordingsonderzoek 2020 van de Algemene Rekenkamer bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds (Kamerstuk 35 830 XIV, nr. 2).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Jansma

Nr	Vraag
1	Kunt een nadere toelichting geven op de stelling dat «er weinig gelegenheid is om kritisch naar oude regelingen te kijken», waarbij de landbouwvrijstelling in de inkomsten- en vennootschapsbelasting als voorbeeld wordt genoemd? Betekent dit dat u meent dat het gelet op alle actuele en acute vraagstukken wel heel onverstandig zou zijn om in deze tijd deze vrijstelling ter discussie te stellen, en kunt u dat nader toelichten?
2	Acht u het realistisch dat met een ander financieel beleid, in een gelijke crisissituatie, fouten en onzekerheden in de rechtmatigheid van verplichtingen hadden kunnen worden voorkomen, en kunt u dat toelichten?
3	Acht u het terecht dat de onvolkomenheid voor «Autorisatiebeheer Oracle EBS» wordt toegeschreven aan de Minister van LNV, daar de Minister van EZK eigenaar is van het systeem?
4	Wat is uw oordeel over de keuze van het kabinet om het Diergezondheidsdfonds (DGF) te gebruiken voor de schadevergoedingen aan nertsenhouders en de bestrijdingskeuze?
5	Kunt u de constatering dat de Ministers van EZK en LNV de aanbeveling uit het verantwoordingsonderzoek «deels» hebben opgevolgd nader toelichten?
6	Welke afwegingen liggen ten grondslag aan het kiezen voor de vier onderzochte fiscale regelingen bij verschillende beleidsdepartementen? Is dit een gerichte selectie, of heeft dit bij wijze van steekproef plaatsgevonden?
7	Kunt u een toelichting geven op de bewering dat het fiscale doel van de landbouwvrijstelling achterhaald is? Is dit een beleidsmatige conclusie of een conclusie gebaseerd op technische verantwoording?
8	Op welke beleidsdoelen doelt u met de stelling dat de landbouwvrijstelling een beperkte en niet-doelmatige bijdrage zou lijken te leveren aan de beleidsdoelen van LNV?
9	Kunt u toelichten of u in de door u geformuleerde effecten van aanpassing of afschaffing van de landbouwvrijstelling (voldoende) basis/grond ziet om deze door het kabinet beleidsmatig te legitimeren en of de door u gesuggereerde andere fiscale en niet-fiscale faciliteiten opwegen tegen de landbouwvrijstelling?