2021D20227 LIJST VAN VRAGEN

De commissie voor de Rijksuitgaven heeft over de brief van de Minister van Financiën van 19 mei 2021 inzake het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2020 (Kamerstuk 35 830, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.

De fungerend voorzitter van de commissie, Sneller

De griffier van de commissie, Schukkink

Nr

Vraag

   

1.

Kunt u aangeven welke signalen zijn ontstaan na het stopzetten van de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV)?

2.

Hoe komt het dat de Belastingdienst er steeds beter in slaagt om de kinderopvangtoeslag die ouders ontvangen aan te laten sluiten bij hun rechten? Wat is de Belastingdienst anders gaan doen?

3.

Met hoeveel zijn de energieprijzen in de periode 2010–2021 in absolute en relatieve cijfers gestegen (of gedaald)?

4.

Kunt u de cumulatieve koopkrachtgroei van de verschillende inkomensgroepen sinds 2010 weergeven, zowel absoluut als procentueel? Kunt hierbij tevens per jaar aangeven wat de koopkrachtgroei is?

5.

Hoe heeft de totale belastingdruk in Nederland zich in absolute zin ontwikkeld sinds 2010? Wat is de procentuele toename?

6.

Kunt u de belastingdruk van de verschillende inkomensgroepen sinds 2010 weergeven?

7.

Hoe hoog is de lastendruk op kapitaal (voor bedrijven) in 2020?

8.

Hoeveel is de blootstelling van Nederland op het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB)? Kunt u een totaalbedrag noemen?

9.

Kunt u middels een tabel aangeven wat de uitgaven van Nederland aan ontwikkelingssamenwerking (ODA) in de periode 2010–2021 zijn geweest (graag per jaar uitsplitsen)?

10.

Welke stappen gaat u zetten om dit jaar, als corona minder allesbepalend wordt, weer richting een evenwicht te kunnen gaan? Wat betekent dit voor het afbouwen van steunmaatregelen?

11.

Wat betekenen de positieve faillissementscijfers? In hoeverre worden ook niet-levensvatbare bedrijven in stand gehouden met de coronasteunmaatregelen? Verwacht u een faillissementsgolf wanneer steunmaatregelen worden afgebouwd, of heeft de oppakkende economie naar verwachting een positief effect?

12.

Wat is uw verwachting van de realisatie van het risico dat garanties in de toekomst tot uitgaven leiden, mede in het kader van te verwachten faillissementen na afloop van steunregelingen?

13.

In welke belastingsoorten zitten de nog te ontvangen inkomsten op grond van de uitstelregelingen? En voor hoeveel procent?

14.

Waar is de krimp van de eerste twee kwartalen van 1,6 en 8,4 procent precies door veroorzaakt?

15.

Wat is naar verwachting het gevolg voor de werkloosheid, waarvan de stijging meeviel als gevolg van de steunpakketten, als de steunmaatregelen wegvallen? Welke maatregelen wilt u nemen om negatieve effecten te mitigeren?

16.

Hoe hoog is de werkloosheid in 2021?

17.

Hoeveel faillissementen zijn er in 2021?

18.

Kunt u aangeven waarom het moeilijk is om te kwantificeren in welke mate de steunpakketten bijgedragen hebben aan het beperken van de stijging van de werkloosheid?

19.

Wat is de verwachte invloed van de stijging van contractlonen op werkloosheid?

20.

Met hoeveel stijgen de contractlonen in 2021?

21.

Hoe zijn enerzijds een lager consumentenvertrouwen en anderzijds meer huisverkopen in 2020 te verklaren? Hoe verklaart u dat er minder vertrouwen is van consumenten in de economie, maar toch meer mensen een huis hebben gekocht, terwijl dit een groot financieel risico is?

22.

Wanneer verwacht u dat investeringen weer gaan oppakken, na de daling in 2020?

23.

Kunt u aangeven wat onderliggende oorzaken kunnen zijn van de relatief lage herstellende groei in het derde kwartaal in Nederland ten opzichte van sommige andere Europese landen?

24.

Hoe is te verklaren dat de effecten van de coronacrisis in Nederland gematigder waren dan in andere landen?

25.

Welke ramingen zijn er beschikbaar over de toekomstige langetermijnrentes op staatsobligaties? Kunt u deze ramingen weergeven?

26.

Wanneer zal de ECB het pandemic emergency purchase programme (PEPP) afbouwen en wat zijn hiervan de verwachte effecten?

27.

Hoe komt het dat de handel zich in 2020 in Nederland minder snel heeft hersteld dan gemiddeld in OESO-landen?

28.

Hoeveel is er in totaal aan coronamaatregelen uitgegeven (ook in 2021)?

29.

Kunt u een uitsplitsing maken van hoeveel elk steunpakket van het kabinet wat betreft coronamaatregelen heeft gekost (graag de bijbehorende bedragen noemen bij elk steunpakket)?

30.

Hoeveel bedrijven moeten de uitgekeerde coronasteun uiteindelijk terugbetalen (graag uitsplitsen in Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW), Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO), Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren COVID-19 (TOGS)/Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) en overig)? Hoeveel geld is hiermee gemoeid?

31.

Hoe komt het dat het aandeel internationale garanties in de risicoregelingen die genomen zijn zo hoog is?

32.

Wat heeft het voor effect op de kas-transverschillen van nood- en steunmaatregelen van de coronacrisis voor transacties in 2020, waarvan uitgaven in 2021 worden gedaan, als de corona-effecten ook nog heel 2021 aanhouden? Worden de uitgaven dan doorgeschoven naar 2022?

33.

Waarom is het uitstel op premies niet meegenomen in de toelichting op de EMU-schuld? In hoeverre muteert de EMU-schuld indien dit wel meegenomen wordt?

34.

Betekent het voortijdig beëindigen van rente-derivaten, hetgeen heeft geleid tot eenmalige ontvangsten, een derving voor komende jaren? Zo ja, hoe groot is die derving?

35.

Hoe komt het dat er ondanks de extra corona-uitgaven in 2020 nog steeds een onderschrijding was op zorg?

36.

Klopt het dat de volledige overschrijding op infrastructuur en het Deltafonds (punt 14) op infrastructuur zit? En wat zijn de effecten van de overschrijding geweest op de economie en investeringen?

37.

Voor welke uitgavenmutaties is het plafond niet aangepast?

38.

Waarom waren meer afpakontvangsten voor 2020 geraamd dan in voorgaande jaren? Is het ontbreken van grote afpakzaken ook het resultaat van corona of is hiervoor een andere reden?

39.

Waarom is van het beschikbare budget voor de aanpak van stikstof niet meer besteed in 2020?

40.

Hoe is te verklaren dat de wervingsopgave op een aantal dienstonderdelen van Belastingdienst, Douane en het kerndepartement achterloopt op schema? Om hoeveel fte gaat dit per onderdeel? En hoe wordt dit opgelost?

41.

Hoe kan worden verklaard dat Urgenda-middelen niet tot besteding zijn gekomen in 2020, terwijl ook hierop is geïntensiveerd?

42.

Waarom worden bij het Gemeentefonds middelen later tot uitkering gebracht en om welke middelen gaat dit?

43.

Wat is de verwachting ten aanzien van teruggaven bij lagere winst van bedrijven dan in de voorlopige aanslag aangegeven, wanneer afgezet tegen de economische ontwikkelingen in 2020? In hoeverre is een daling van ongeveer 30 procent aan vennootschapsbelasting (Vpb)-opbrengsten zoals in 2009 een realistisch scenario?

44.

Waardoor wordt een dalend gebruik van de hypotheekrenteaftrek verklaard?

45.

Kunt u aangeven waar de verdubbeling in de inkomstenbelasting door wordt veroorzaakt, waarbij gerekend was op een ontvangst van 3,5 miljoen euro, die nu 7,1 miljard euro is geworden, en zonder het effect van belastingafstel mee te rekenen zelfs zou uitkomen op 9,1 miljard euro? Hoe kan het dat dit initieel zo anders is ingeschat?

46.

Hoe kan het dat er zo’n lage daling in de ontvangst van de vennootschapsbelasting is waar je toch zou verwachten dat de gevolgen van de coronacrisis te voelen zouden zijn?

47.

Klopt het dat in de tabellen met belastingontvangsten ook de uitgestelde belasting is opgenomen? Kunt u ook in absolute getallen aangeven hoeveel belasting is binnengekomen?

48.

Is het mogelijk om, indien de rapporteringstolerantie zoals gehanteerd door de Algemene Rekenkamer van 1 procent voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, dreigt overschreden te worden, hier proactief melding van te maken, op te reageren of te anticiperen?

49.

Waarom is het volgens u in zoveel gevallen niet gelukt om de Staten-Generaal conform artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016 per brief te informeren van nieuw coronabeleid, terwijl het toch een kleine moeite lijkt dit voorschrift te volgen?

50.

Hoe wordt de komende jaren geborgd dat naleving van de doelmatigheid als een van de artikel 3.1 CW-elementen verbeterd wordt?

51.

Hoe beoordeelt u het gegeven dat alle coronavoorstellen wel een gehele of gedeeltelijke toelichting op doeltreffendheid bevatten, maar vaak geen doelmatigheidstoelichting?

52.

Waarom is het volgens u in 2020 slechts in ca. 60 procent van de niet-coronavoorstellen gelukt nieuwe wetgeving te voorzien van een doelmatigheidstoelichting?

53.

Hoeveel geeft Nederland uit aan de EU in de jaren 2020, 2021, 2022 en 2023 (s.v.p. uitsplitsen naar BNI-afdracht, btw-afdracht, landbouwheffingen, invoerrechten, perceptiekostenvergoeding voor inning invoerrechten en overige inkomsten)?

54.

Op welke manier wordt er aandacht besteed aan het oplossen en voorkomen van de risico’s in de financiële bedrijfsvoering van het Rijk?

55.

Hoe kan het volgens u dat het aantal bevindingen/aandachtspunten van de Auditdienst Rijk bij de risico’s van financiële bedrijfsvoering van het Rijk in 2020 is afgenomen, terwijl volgens de Algemene Rekenkamer het aantal onregelmatigheden juist is toegenomen?

56.

Kunt u per departement aangeven hoeveel er is uitgegeven aan asiel?

57.

Kunt u per departement aangeven hoeveel er is uitgegeven aan klimaat?

58.

Bij welke onderdelen zitten de grootste verschillen door afrondingen met de cijfers op de Rijkssaldibalans?

59.

Is de Kamer op de hoogte gesteld van de foutieve boeking van COVID-19-middelen art. 2 naar art 1? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in welk Kamerstuk is dit gemeld?

60.

Is de Kamer op de hoogte gebracht van het overboeken van het COVID-budget van artikel 1 naar artikel 9? Zo ja, in welk Kamerstuk is dit vindbaar? Zo nee, waarom niet?

61.

Waarom kent de lening aan IHC een onbepaalde looptijd?

62.

Bent u voornemens om, naar aanleiding van de discussies over de stabiliteit van de huidige normeringssystematiek in navolging van fluctuaties in het accres, nader onderzoek te doen naar de stabiliteit van de normeringssystematiek en hoe deze eventueel aan te passen?

63.

Kunt u verklaren waarom er bij de loon- en inkomensheffing een meevaller is van 3,4 miljard euro?

Naar boven