2021D19651 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media d.d. 9 april 2021 inzake de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO1 in verband met het mogelijk maken van een generieke uitzondering voor de beoordeling van de leerresultaten wegens COVID-19 (Kamerstuk 31 293, nr. 578).

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Arends

Inhoud

blz.

       

I

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

2

       

II

Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

2

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het mogelijk maken van een generieke uitzondering voor de beoordeling van de leerresultaten wegens COVID-19 en hebben hier nog enkele vragen over.

De leden vragen of de Minister zicht heeft op hoeveel scholen momenteel geen of onvoldoende gegevens hebben voor een betrouwbaar oordeel over de meting van de leerresultaten? Komt dit voornamelijk voor bij zogenaamde «zwakkere» scholen?

De leden vragen voorts of de Kamer kan worden geïnformeerd over de ministeriële regeling die voorschriften geeft wanneer de inspectie aanvullend onderzoek achterwege kan laten.

De leden van de VVD-fractie vragen welke gevolgen het niet kunnen bijhouden van leerresultaten voor leerlingen heeft. Is hierdoor minder goed zicht op leerprestaties van leerlingen en eventuele achterstanden? Zo ja, hoe kunnen dan de gelden van het Nationaal Programma Onderwijs goed gemonitord worden; opdat dit er ook voor zorgt dat deze achterstanden zo snel als mogelijk worden weggewerkt, zo vragen de voornoemde leden.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige ontwerpbesluit. Deze leden kunnen zich vinden in de hoofdlijnen van het ontwerpbesluit, maar hebben nog wel enige vragen.

De leden vragen of de Minister ervan uitgaat dat het schooljaar 2021–2022 het laatste schooljaar is waarbij de leerresultaten buiten beschouwing worden gelaten of dat hij voorziet dat dit ook gaat gelden voor het schooljaar 2022–2023. Tevens vragen deze leden waarop een eventuele verlenging van zo’n besluit wordt gebaseerd.

De leden van de CDA-fractie hebben er begrip voor dat de Inspectie van het Onderwijs net als vorig schooljaar geen oordeel zal geven over de leerresultaten van de school. Wel vragen deze leden een nadere toelichting van de Minister hoe wordt voorkomen dat scholen waarbij de onderwijskwaliteit al voor corona onder druk stond of tijdens corona onder druk kwam te staan, onvoldoende prikkels ervaren om deze onderwijskwaliteit te verbeteren en leerlingen onnodig lang onderwijs van onvoldoende kwaliteit ontvangen. Tevens vragen deze leden hoe scholen in deze periode worden begeleid om te zorgen dat er betere onderwijskwaliteit komt.

II Reactie van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media


X Noot
1

WPO: Wet primair onderwijs

Naar boven