2021D17219 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan het kabinet enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken d.d. 17 mei 2021 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2327).

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Belhaj

De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Buisman

Algemeen

De leden van de VVD-fractie danken het kabinet voor de geannoteerde agenda ten behoeve van de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021. De leden hebben hier met interesse kennis van genomen en hebben op onderdelen een aantal aanvullende vragen en opmerkingen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen daarover.

De leden van de SP fractie hebben de agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei gelezen en hebben hier nog een aantal vragen over.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen daarover.

De leden van de fractie van Volt hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021. Deze leden hebben nog enkele vragen daarover.

Ultraperifere gebieden van de Europese Unie

Ultraperifere gebieden zijn niet hetzelfde als de landen en gebieden overzee (LGO’s). De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre de LGO’s wel ter sprake komen en op welke manier de Nederlandse LGO’s kunnen profiteren van een nieuwe strategie op de Ultraperifere gebieden? De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet nog eens toe te lichten wat het verschil is tussen de LGO’s en de Ultraperifere gebieden en in welke mate de definities aangepast kunnen worden. Tevens vragen de leden van de CDA-fractie wat het kabinet zal inbrengen op dit agendapunt aangezien dat niet duidelijk blijkt uit de geannoteerde agenda. Deze leden vragen het kabinet wanneer het gaat om de steun aan deze gebieden in de strijd tegen de pandemie hij zal inbrengen dat ook de LGO’s worden betrokken in de steun uit de Europese Unie.

De leden van de SP-fractie zien dat er gesproken zal worden over de negen Ultraperifere gebieden van de Europese Unie. Deze leden zouden het kabinet willen vragen om inzicht te geven in de discussie of Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) wel of geen Ultraperifere gebiedstatus zouden moeten krijgen. Wat zijn volgens dit kabinet de voordelen en wat zijn de nadelen, zo vragen de leden van de SP-fractie het kabinet. Wat verwacht het kabinet te gaan leren van dit bespreekstuk dat op de agenda staat?

Lancering van het EU Foresight Network op ministerieel niveau en gedachtewisseling over open strategische autonomie en veerkracht

De leden van de VVD-fractie verwelkomen de discussie binnen Europa over strategische autonomie. Deze leden zijn ervan overtuigd dat dit zal bijdragen aan een sterker en onafhankelijker Europa. In die zin ondersteunen deze leden dan ook hetgeen gesteld is in het Spaans-Nederlands non-paper. Wel hebben de leden van de VVD-fractie nog vragen over de afbakening van het afschaffen van het vetorecht. In het non-paper lijkt dit van toepassing op de volle breedte van de in het non-paper genoemde onderwerpen, terwijl het voor de leden van de VVD-fractie toegespitst zou moeten zijn op het gemeenschappelijke buitenlands- en veiligheidsbeleid, zoals bij verklaringen over mensenrechtenschendingen en bij sancties. De leden van de VVD-fractie hebben daarom met interesse kennisgenomen van de reactie van het kabinet op eerdere vragen van de leden van de VVD-fractie dat het voor hen ook primair op die onderwerpen ziet. Kan het kabinet toezeggen dat dit ook de inzet zal zijn tijdens de informele Raad Algemene Zaken van 17 mei 2021? En hoe ziet het kabinet het krachtenveld binnen de Raad op dit punt? Verder hebben de leden kennisgenomen van het feit dat er inmiddels wordt gesproken over een «open» strategische autonomie. Kan het kabinet toelichten wat de betekenis van het woord «open» in deze context is en heeft dit een relatie met de discussie over industriestrategie? En zo ja, wat is het effect op de discussie over het non-paper en de inzet van het kabinet?

Dan hebben de leden van de VVD-fractie nog een aantal meer specifieke vragen. Hoe beoordeelt het kabinet de door de Europese Commissie recent uitgebrachte voorstellen voor de actualisering van de Europese industriestrategie en de verordening betreffende buitenlandse subsidies op de interne markt? In hoeverre komen deze voorstellen tegemoet aan de inzet van Nederland om het concurrentievermogen van de Europese Unie te versterken?

De leden van de VVD-fractie hebben daarnaast nog enkele vragen over het EU Foresight Network. Kan het kabinet aangeven hoe andere landen zich hier laten vertegenwoordigen? Zal het bijvoorbeeld gaan om de bewindspersonen die normaal afgevaardigd worden voor de Raad Algemene Zaken? En zal de bijeenkomst van het netwerk het karakter hebben van een informele raadsbijeenkomst, of komt er een aparte structuur of bureau om bijvoorbeeld voorbereiden aan te leveren? Of zal de Commissie hiervoor voorbereidingen aanleveren?

De leden van de VVD-fractie hebben nog vragen over de dashboards inzake veerkracht. Kan het kabinet precies aangeven waar deze voor gebruikt zullen worden? Kunnen ze bijvoorbeeld een rol spelen bij het beoordelen van de prestaties van landen die voor financieringsbronnen uit het Meerjarig Financieel Kader (MFK) in aanmerking willen komen? En is het mogelijk dat de dashboards een rol spelen bij concept-verdeelsleutels die de Europese Commissie in de toekomst opstelt, bijvoorbeeld bij het volgende Meerjarig Financieel Kader? Het kabinet schrijft verder dat lidstaten «kunnen bijdragen» aan de dashboards. Is Nederland van plan bij te dragen? De leden van de VVD-fractie hebben verder vragen over de opmerking van het kabinet dat de dashboards het nationale beleidsvormingsproces kunnen informeren. Verwacht het kabinet deze informatie nodig te hebben en te zullen gebruiken? En welke informatie kan er in de dashboards staan die nu niet door Nederlandse planbureaus of ministeries zelf wordt verzameld en geanalyseerd?

De leden van de D66-fractie zijn positief over de lancering van het EU Foresight Network. Deze leden achten het van grote toegevoegde waarde dat de lidstaten door middel van een dergelijk instrument vooruit kunnen kijken naar toekomstige uitdagingen en de Europese Unie zo haar gezamenlijke belangen kan waarborgen.

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat de weerbaarheid van lidstaten gemonitord zal worden via zogeheten dashboards door middel van indicatoren die betrekking hebben op de sociaaleconomische, geopolitiek, groene en digitale dimensies. Kan het kabinet vertellen hoe deze indicatoren gemeten zullen worden? Hoe zal de informatie over sociaaleconomische, geopolitieke, groene en digitale dimensies verkregen worden?

De leden van de D66-fractie lezen dat de dashboards een hulpmiddel voor lidstaten zijn bij het beoordelen van hun capaciteiten en kwetsbaarheden in de lopende groene, digitale en rechtvaardige transities. Zullen alle lidstaten gemonitord worden in het EU foresight Network of hebben er lidstaten aangegeven niet deel te nemen? Zitten er vervolgstappen verbonden aan de uitkomst van deze metingen? Zo ja, wat voor vervolgstappen zullen dit zijn? Deze leden lezen dat de dashboards lidstaten kunnen helpen met het informeren van het beleidsvormingsproces. Op welke manier zal de Kamer geïnformeerd worden over de dashboards en de jaarlijkse bijeenkomsten? Kan het kabinet het krachtenveld in de Raad schetsen over de brede discussie in de EU over open strategische autonomie?

De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre het EU Foresight Network aansluit bij de Conferentie over de Toekomst van Europa. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet de veerkracht van de Europese Unie te definiëren. De dashboards zijn gebaseerd op bestaande indicatoren en monitoringinstrumenten, zoals het Europees Semester, maar ze bieden een meerwaarde omdat ze gebaseerd zijn op strategische vooruitzichten en de focus ligt op meerdere dimensies van veerkracht stelt het kabinet. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre de Europese Commissie beweegruimte heeft binnen het Meerjarig Financieel Kader om veerkrachtig op te reden. Deze leden vragen het kabinet in hoeverre strategische vooruitzichten dus kracht kan bijgezet worden en op welke manier dat gedaan kan worden, wat het instrumentarium is dat aan het EU Foresight Network wordt toegekend. Tevens vragen de leden van de CDA-fractie wat er bedoeld wordt met «meerdere dimensies van veerkracht», gaat dat om institutionele dimensies, beleidsmatige dimensies of nog iets anders.

Aangezien het kabinet in de geannoteerde agenda de notitie van Nederland en Spanje uit maart noemt vragen de leden van de CDA-fractie naar de voortgang van de aanpassing van de Europese stemprocedures zoals voorgesteld in genoemde notitie. Tenslotte vragen deze leden het kabinet welk commitment de lidstaten hebben aan het doen slagen van het dashboard wanneer lidstaten hieraan kunnen bijdragen, maar er geen formele goedkeuring door de Raad van deze dashboards plaatsvinden. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet waarom deze formele goedkeuring achterblijft.

De leden van de SP-fractie zien ook op de agenda het Strategisch Prognoserapport staan. De leden constateren dat dit agendapunt vooral zal worden gebruikt in de vorm van een bredere discussie over het herstel en strategische autonomie van de Europese Unie. Wat gaat de inzet worden van het kabinet op dit brede discussiepunt? Zal voornamelijk het non-paper met Spanje worden gepromoot of worden er ook nieuwe inzichten door het kabinet ingebracht voor deze discussie? Wat vindt het kabinet van het recente voorstel op subsidies van buiten de Europese Unie nog eens beter onder het licht te houden? Kan het kabinet ook een appreciatie geven van de geactualiseerde industriestrategie?

De leden van de PvdA-fractie onderschrijven het belang van de open strategische autonomie van de Europese Unie en hebben met belangstelling kennisgenomen van de actualisering van de Europese industriestrategie. Het is van belang dat er lessen uit de COVID-19 pandemie worden getrokken en de Europese Unie in de toekomst zelfvoorzienender wordt, bijvoorbeeld op het gebied van geneesmiddelen en essentiële technologieën. Ook is het positief dat de industriestrategie voorziet in nieuwe maatregelen om de groene en de digitale transitie te versnellen. Worden er bij deze versnelling ook extra maatregelen genomen om deze dubbele transitie eerlijk en sociaal te laten verlopen? Wordt er bijvoorbeeld extra geïnvesteerd in de «just transition fund» of in de bij- en omscholing van werknemers in veranderende sectoren? Zo ja, met hoeveel wordt er geïnvesteerd? En wat is de appreciatie van het kabinet van de initiële analyse van 137 essentiële producten, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Hoe is deze lijst tot stand gekomen en op welke manier worden in de toekomst deze producten anders behandeld dan niet-essentiële producten?

De leden van de PvdA-fractie verwelkomen daarnaast de publicatie van het non-paper dat Nederland samen met Spanje heeft ingediend. Zo is het positief dat onder het hoofdstuk «principles» wordt ingezet op het verstevigen van het multilaterale systeem, het tegengaan van mondiale ongelijkheid en het beschermen van de belangen van lage- en middeninkomenslanden. Op welke manier wordt bij de totstandkoming van Europese strategische autonomie concreet rekening gehouden met deze principes en, in het bijzonder, met de belangen van lage- en middeninkomenslanden, zo vragen deze leden? Daarnaast vermeldt het non-paper dat de Europese Unie desnoods eigenstandig werk moet maken van een eerlijk belastingsysteem dat belastingontwijking van multinationals tegengaat. Hoe rijmt het kabinet deze ambitie met de zeer terughoudende positie van Nederland op dit vlak in de afgelopen jaren en is het kabinet bereid om deze ambitie ook tijdens de Raad Algemene Zaken nogmaals te benadrukken?

Daarnaast heeft het recente blokkeren door Hongarije van een gezamenlijk statement over de aanhoudende aanvallen van China op de democratie in Hong Kong wederom de noodzaak voor het afschaffen van unanimiteit bij besluitvorming op buitenlands beleid aangetoond, zo constateren de leden van de PvdA-fractie. In dit kader is het positief dat Nederland en Spanje voornemens zijn om te onderzoeken op welke beleidsterreinen het opheffen van unanimiteit de slagkracht van de Europese Unie nog meer kan vergroten. Is Nederland in samenwerking met Spanje en andere gelijkgezinde landen reeds begonnen met dit onderzoek en is het kabinet bereid dit onderwerp aan te snijden tijdens de komende informele Raad Algemene Zaken?

Rechtsstatelijkheidsconferentie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat er op 17 en 18 mei 2021 in Coimbra, Portugal een conferentie plaatsvindt over rechtsstatelijkheid in de Europese Unie. De leden juichen dit toe aangezien een goed functionerende rechtstaat één van de fundamenten is van de Europese Unie. De leden zijn dan ook blij dat dit belang niet enkel in Nederland hoog op de agenda staat maar ook breed wordt gedeeld binnen de Unie. Zoals ook in eerdere inbrengen benadrukt hebben deze leden zorg bij de ontwikkelingen in met name Polen en Hongarije. Op 7 mei 2021 publiceerde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (ECHR) een uitspraak waarin het in gaat op de onrechtmatige verkiezing van rechters in het Poolse Constitutioneel Hof door de Poolse regering. De leden vragen zich dan ook af hoe het kabinet dit weegt en gaat het kabinet dit inbrengen in de Rechtsstatelijkheidsconferentie? Voorts zouden de leden graag meer inzicht krijgen in de bredere inzet van het kabinet op de thema’s die in de conferentie aan de orde komen zoals de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen van de rechtsstaat, de impact van de rechtsstaat op het leven van de burgers binnen de Unie, en rechtsstatelijkheid in de context van de COVID-19-pandemie. Op welke wijze zet Nederland in om op deze punten een bijdrage in de Europese context te leveren?

Tot slot maken de leden van de D66-fractie zich grote zorgen over de persvrijheid in het Europese medialandschap. Uit het jaarrapport over de veiligheid en bescherming van journalisten van Free Press Unlimited met dertien partnerorganisaties van het Platform van de Raad van Europa blijkt dat de onafhankelijkheid en veiligheid van de onafhankelijke media in Europa zwaar onder druk staat. Deze leden hebben uit dit rapport vernomen dat het aantal meldingen van persvrijheidsschendingen in Europa in 2020 met bijna veertig procent toenam.1 Is het kabinet het met de leden van de D66-fractie eens dat het van groot belang is dat Nederland zich in Europees verband met gelijkgezinde landen blijft inzetten voor een vrij en veilig medialandschap in Europa? Is het kabinet voornemens bij de Europese Conferentie over Rechtsstatelijkheid dit onderwerp te bespreken om samen met andere welwillende ministers de vrijheid en veiligheid van het Europese medialandschap te waarborgen?

Net als het kabinet zijn de leden van de CDA-fractie verheugd over de organisatie van Rechtsstatelijkheidsconferentie door het Portugese voorzitterschap. Aangezien er slechts een voorlopig programma bekend is, verzoeken de leden van de CDA-fractie een discussie over welke gevolgen aanpassingen van de rechtsstaat in lidstaten heeft voor andere lidstaten aan de agenda toe te voegen. Dit in lijn met het rondetafelgesprek dat in de Kamer heeft plaatsgevonden in december 2020.

Deze leden vinden het zeer belangrijk dat de Europese Unie en individuele lidstaten, landen aanspreken op rechtsstatelijkheid, en deze leden vinden dat er binnen de Europese Unie een verantwoordelijkheid is voor het behouden van de rechtsstaat. Maar er is nog te weinig aandacht voor de gevolgen van de rechtstatelijke aanpassingen in lidstaten voor burgers van andere lidstaten. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of het kabinet bereid is dit te agenderen tijdens deze conferentie.

De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet nader in te gaan op wat lijkt grote fraude met Europees geld in Roemenië. Deze leden verzoeken het kabinet helderheid te geven over onduidelijkheid van besteding en waar een groot deel van de 1,1 miljard euro aan Europees geld voor de Roemeense Donaudelta is gebleven. Uit onderzoek van NRC blijkt dat geld niet is besteed aan projecten voor natuur- en milieubescherming, waar het voor was bedoeld.

De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of het kabinet op de hoogte is van dit onderzoek en verzoeken het kabinet daarbij aan te geven hoe het kan dat slechts zeven van de bijna 1.200 gefinancierde projecten beoogden milieu en natuurbescherming. Deze leden vragen voorts hoe het kan dat driekwart van de subsidies uitgekeerd werd aan projecten van bedrijven buiten het district Tulcea, waarin de Donaudelta zich bevindt. Uit het onderzoek van NRC blijkt bovendien dat een netwerk van Roemeense politici, zakenlieden, bureaucraten en niet-gouvernementele organisaties een groot deel van het geld heeft opgeslokt. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet dit in Europees verband te agenderen, vragen het kabinet of deze zaak onder onderzoek staat bij Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), wanneer dat niet het geval is daartoe te verzoeken en verzoeken het kabinet voorts de Roemeense autoriteiten om opheldering te vragen.

De leden van de SP-fractie zien ten slotte dat er gesproken zal worden over de Rechtsstatelijkheidconferentie van 17 mei en 18 mei. De leden van de SP-fractie vinden dit een goede zaak juist omdat er de afgelopen tijd weer veel inperkingen geweest op het gebied van rechtsstatelijkheid binnen de Europese Unie, in met name Polen. De leden zien ook dat de ministers zijn uitgenodigd voor een deel van de Conferentie en zouden het kabinet willen vragen of het kabinet hierbij aanwezig zal zijn. Mocht het kabinet hierbij aanwezig zijn, wat zal de Nederlandse inbreng gaan zijn? Kan het kabinet een appreciatie geven van de laatste ontwikkelingen in Polen zoals het ontslaan van de Poolse Ombudsman Bodnar en het recente stuk van de ECHR over het onrechtmatig verkiezen van rechters? Wanneer is volgens het kabinet de grens bereikt wat betreft de rechtsstaatschendingen om nieuwe stappen te nemen tegen Polen?

De leden van de PvdA-fractie blijven ernstige zorgen houden over de rechtsstaat in enkele Europese lidstaten. Zo heeft Hongarije recentelijk haar greep op de landelijke universiteiten verstevigd door een tal van publieke onderwijsinstellingen over te dragen aan stichtingen, waarin getrouwen van premier Viktor Orban de dienst uitmaken. Waar eerder al de Centraal-Europese Universiteit het land moest verlaten is dit een nieuw dieptepunt in de aanval van Orban op de academische vrijheid. Ook zijn er bij de PvdA-fractie grote zorgen over het gedwongen vertrok van de Poolse Ombudsman Bodnar. Gezien deze negatieve ontwikkelingen is het goed dat er extra aandacht komt over de rechtsstatelijkheid in de Europese Unie. Op welke manier verhoudt deze conferentie zich met andere mechanismes binnen de Raad om rechtsstaatschendingen in de Europese Unie aan te pakken? Waarom is er gekozen voor een aparte conferentie en wordt de staat van de rechtsstaat in landen als Polen en Hongarije niet in de reguliere raadsformatie behandeld, bijvoorbeeld door middel van de artikel 7-strafprocedure? En is het kabinet daarnaast bereid om te pleiten voor het agenderen van het thema rechtsstatelijkheid tijdens de volgende Europese Raad, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?

In het kader van de rechtsstatelijkheidsconferentie die op 17 en 18 mei plaatsvindt in Combria over de rechtsstatelijkheid van de Europese Unie, verzoeken de leden van de fractie van Volt het kabinet om toe te lichten welke onderwerpen Nederland zal inbrengen, wat de concrete acties zijn die Nederland zal ondernemen en welke concrete doelen Nederland wenst te bereiken? Welke criteria hanteert Nederland om te toetsen of deze rechtsstatelijkheid een succes is, zo vragen deze leden?

Kan het kabinet toezeggen dat de Nederlandse inbreng in ieder geval de bedreiging van de rechtstaat in Hongarije, Polen en Bulgarije zal adresseren, waarbij de bescherming van de rechten en belangen van de inwoners van deze landen – met name kwetsbaren zoals mensen die binnen de lhbti+-groep vallen – voorop staan, zo vragen de leden van de fractie van Volt? Indien dit niet het geval is, waarom niet en op welke andere manier(en) zal Nederland zich inzetten om ervoor te zorgen dat individuele lidstaten de rechtstaat in acht neemt?

Kan het kabinet toezeggen dat namens Nederland concrete voorstellen worden gedaan om individuele lidstaten aan te spreken op het schenden van de rechten van asielzoekers en migranten, waarbij de wanpraktijken aan de grenzen van Europa waarbij Frontex ook worden betrokken en actief concrete oplossingen worden voorgesteld om asielzoekers en migranten beter te beschermen, zo vragen de leden van de fractie van Volt?

Overig

De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet tenslotte in hoeverre het dispuut tussen Franse en Britse vissers besproken wordt tijdens deze Raad. Voor de leden van de CDA-fractie is het beeld dat zowel Frankrijk als het Verenigd Koninkrijk oorlogsschepen stuurt naar een gebied waar vissers die varen onder de vlag van beide landen een zoveelste signaal dat de Brexit niet goed verloopt. Deze leden vragen het kabinet dit punt te adresseren en de Franse collega te verzoeken een toelichting te geven op de situatie en daarover de Kamer te informeren in het verslag van deze Raad.

Tot slot hebben de leden van de PvdA-fractie met verbazing kennisgenomen van het besluit van Europese regeringsleiders om niet de Amerikaanse president Biden te volgen in zijn oproep voor het tijdelijk opschorten van patenten op coronavaccins. Dit zou een belangrijke stap zijn om mondiaal vaccins toegankelijk en betaalbaar te maken. Welke landen zijn binnen de Europese Unie wel voorstander van het opschorten van de patenten en wat was exacte de positie van Nederland tijdens de laatste EU-top in Porto, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Hoe wordt deze discussie de komende tijd voortgezet en op welke manier gaat de Europese Unie in de tussentijd de mondiale vaccinproductie opschalen?

In het kader van het betrekken van het maatschappelijk middenveld: wil het kabinet toezeggen dat Nederland concrete voorstellen aandraagt waardoor Conferentie van Europa, die op 9 mei 2021 van start is gegaan, een zo groot mogelijk succes wordt, zo vragen de leden van de fractie van Volt? Waarbij specifiek voorstellen worden gedaan om Nederlanders en andere Europeanen te betrekken bij deze Conferentie, door middel van het faciliteren van dialoog en het actief stimuleren van mensen – ook mensen die moeilijker te bereiken zijn – om initiatieven te nemen voor het samen vormgeven van de Europese samenleving?

Naar boven