2021D15716 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over haar brief inzake de toedracht van het treinongeval te Hooghalen (Kamerstuk 29 893, nr. 250).

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Van der Zande

1	Welke maatregelen worden bedoeld met tijdelijke maatregelen op korte termijn voor een tiental niet actief beveiligde overwegen (NABO's) waarbij het onderzoek al is afgerond?
2	Wanneer wordt verwacht dat op de overige NABO’s al dan niet de benodigde tijdelijke maatregelen zijn voltooid?
3	Aan welke voorwaarden moet een NABO voldoen om tot de risicovolle categorie te worden ingedeeld?
4	Hoeveel NABO’s kent het Nederlandse spoor op dit moment? Kunnen deze uitgesplitst worden naar hoogrisico-, risico- en laagrisico-NABO?
5	Hoeveel NABO’s kent Nederland waarbij de snelheid van treinen boven de 90 km/u ligt?
6	Om wat voor maatregelen gaat het als er gesproken wordt van het kunnen treffen van tijdelijke maatregelen bij   NABO's?
7	Op hoeveel van de 137 NABO’s zijn deze maatregelen inmiddels getroffen?
8	Waarom wordt gekozen voor tijdelijke maatregelen in plaats van permanente maatregelen?
9	Kan met deze tijdelijke maatregelen de spoorveiligheid worden gegarandeerd? Bestaat er na het treffen van deze maatregelen nog een kans op ongevallen?
10	Wat wordt verstaan onder «een juiste uitvoering van spoorveiligheid»?
11	Hoe ziet het toezicht door ProRail op een juiste uitvoering van spoorveiligheid eruit?
12	Wanneer is de totstandkoming van een voldragen afweegkader en risicoanalyse voltooid?
13	Behoren de 137 NABO's uit de risicoanalyse van ProRail (het risico van overstekend zwaar verkeer) tot de 180 NABO's die de komende tijd worden aangepakt?
14	Op welke manier vindt afstemming met NS, regionale vervoerders, decentrale overheden, omwonenden en andere betrokkenen plaats? Kunt u deze vraag per groep beantwoorden?
15	Ligt het NABO-programma op schema?
16	Wat is de voortgang van de 32 in 2021 aan te pakken NABO’s? Hoeveel zijn er inmiddels aangepakt?
17	Is de verwachting dat de ambitie om de 180 meest risicovolle NABO’s aan te pakken, in 2024 gehaald wordt?
18	Hoe verhouden de 137 NABO’s waar tijdelijke maatregelen kunnen worden getroffen zich tot de 180 NABO’s uit de ambitie van 2024?
19	Ziet u naar aanleiding van de plaatsgevonden ongevallen en gedane onderzoeken reden om deze ambitie te verhogen en ook andere (minder risicovolle) NABO’s aan te pakken? Bent u inmiddels van mening dat alle 277 NABO’s aangepakt/opgeheven moeten worden?
20	In hoeveel van de 113 resterende aan te pakken NABO’s levert het feit dat de NABO’s privaat terrein (van bijvoorbeeld boeren) raken, een probleem op? Levert dit vertraging op? Kan daarmee de ambitie om in 2024 de 180 meest risicovolle NABO’s aangepakt te hebben, in gevaar komen?
21	Bij hoeveel van de resterende aan te pakken NABO’s wordt verwacht dat een aanwijzingsbevoegdheid nodig zal zijn?
22	Wanneer is de consultatie van deze aanwijzingsbevoegdheid afgerond? En op wat voor termijn kan de Kamer deze wetgeving verwachten? Welke rol heeft de Kamer hierin?