2021D15475 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dd. 6 april 2021 inzake het bij de Kamer voorgehangen Wijziging Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving in verband met hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie (Kamerstuk 32 757, nr. 179).

De fungerend voorzitter van de commissie, Bosma

De griffier van de commissie, Roovers

Wijziging Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving in verband met hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie (32 757, nr. 179)

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Wijziging van het Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving in verband met hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie. De leden hebben nog enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie zien dat er verschillende technische oplossingen zoals PV panelen zijn toegestaan om te voldoen aan de minimumeis voor een hoeveelheid hernieuwbare energie. Deze leden vragen hoeveel PV panelen nodig zijn voor verschillende gebouwtypes bij ingrijpende renovatie. Deze leden vragen tevens hoe dit in vergelijking staat met hoeveel PV panelen er nodig zijn voor verschillende gebouwtypes bij nieuwbouw om te voldoen aan de BENG-eis. De leden van de VVD-fractie zien dat restwarmte of -koude uit gebiedsmaatregelen met een directe fysieke koppeling met het gebouw, zoals een lokaal warmtenet, ook zijn toegestaan om te voldoen aan de minimumeis voor een hoeveelheid hernieuwbare energie. Deze leden vragen welke lokale warmtenetten dit zijn: Lokale warmtenetten die bijvoorbeeld afval en biomassa gebruiken? Deze leden vragen tevens hoe dit in vergelijking staat met de BENG-eis. De leden van de VVD-fractie vragen of en in hoeverre pelletkachels en hoogrendement houtkachels zijn toegestaan om te voldoen aan de minimumeis voor een hoeveelheid hernieuwbare energie. Zij vragen tevens hoe dit in vergelijking staat met de BENG-eis.

De leden van de VVD-fractie stellen dat in het Klimaatakkoord is afgesproken dat huiseigenaren niet worden verplicht tot het nemen van hernieuwbare energiemaatregelen. Dit lijkt nu toch te gebeuren bij een ingrijpende renovatie. Deze leden vragen de Minister hoe dit met elkaar rijmt.

De leden van de VVD-fractie zien dat volgens het effectenonderzoek de totale structurele regeldruk voor burgers en bedrijven met gemiddeld tussen € 0,35 miljoen en € 5,7 miljoen per jaar stijgt. Deze leden vragen wat de onderbouwing is van de cijfers: hoeveel panden zoals bijvoorbeeld monumentale panden vallen onder de uitzondering om niet te hoeven voldoen aan de minimumeis voor hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie? Wat zijn gemiddeld de kosten van een rapport per pand om de uitzondering te moeten aantonen?

De leden van de VVD-fractie willen het voorgehangen besluit van de Minister graag in Europees perspectief plaatsen. Deze leden vragen of en in hoeverre de hernieuwbare energiemaatregelen uit de betreffende Europese richtlijn verplicht zijn voor Nederland. Deze leden vragen tevens of en in hoeverre andere Europese landen, zoals Roemenië en Bulgarije de hernieuwbare energiemaatregelen verplicht stellen.

De leden van de D66 fractie hebben kennisgenomen van de brief met betrekking tot Voorhang Wijziging Bouwbesluit 2012 en het Besluit Bouwwerken leefomgeving in verband met hernieuwbare energie bij ingrijpende renovatie. De leden hebben nog enkele vragen die ze aan de regering wil voorleggen.

De leden van de D66-fractie constateren dat een renovatie moet kwalificeren als «ingrijpende renovatie» om onder de richtlijn van de REDII meegenomen te worden. Deze leden vragen of er nader uiteengezet kan worden welke handelingen of omstandigheden kwalificeren als «ingrijpende renovatie»? Daarnaast vragen zij op welke wijze bij de niet-vergunningsverplichte verbouwingen wordt vastgesteld of het een «ingrijpende verbouwing» betreft?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat wanneer een derde of meer van de radiatoren in een gebouw wordt vernieuwd, er volgens de regeling sprake is van een «ingrijpende renovatie». Deze leden vragen in hoeverre deze veronderstelling correct is? Wat betekent dit voor pandeigenaren wanneer zij hun bezit alvast gereedmaken voor aardgasvrij, in afwachting van bijvoorbeeld aansluiting op een andere warmtebron in de wijkgerichte aanpak?

De leden van de D66-fractie constateren dat de voorgenomen eis niet geldt wanneer er aantoonbaar binnen drie jaar wordt aangesloten op een warmtenet. Deze leden vragen waarom voor deze termijn is gekozen, en of er ook is overwogen het voornemen tot aansluiting op een warmtenet voldoende te laten zijn? Deze leden vragen daarnaast in hoeverre de regeling geldt binnen wijken die binnen de wijkaanpak of Proeftuinen Aardgasvrije Wijken (binnenkort) van het aardgas zullen worden gehaald?

De leden van de D66-fractie lezen dat in het geval van nadelige gevolgen voor beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten en waardevolle cultuurerfgoed, het bevoegd gezag moet nagaan of er hernieuwbare energie behaald kan worden zonder dat het karakter van het betreffende gebouw verloren gaat. Deze leden vragen zich af op basis waarvan het bevoegd gezag deze afweging kan maken en op welke wijze zij hierbij ondersteund worden?

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van de wijziging van het Bouwbesluit en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen aan de regering.

Artikel 2 van de richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (hierna: herziene EPBD)3 biedt lidstaten voor wat betreft de definitie van «ingrijpende renovatie» een keuze. De Minister legt uit dat Nederland gekozen heeft voor de oppervlakte-methode. De leden van de fractie van GroenLinks zouden graag een nadere toelichting op deze keuze ontvangen en daarbij wat meer inzicht krijgen in de voor- en nadelen van beide methoden.

De leden van de fractie van GroenLinks lezen dat er op dit moment gewerkt wordt aan isolatiestandaarden. Kan de Minister een actuele stand van zaken geven op dit punt en aangeven in hoeverre de Europese plannen uit de Green Deal zich hiertoe verhouden?

In het verlengde van het voorliggende besluit zijn de leden van de fractie van GroenLinks benieuwd naar de stand van zaken met betrekking tot nog komende Europese regelgeving die relevant is voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Kan de regering ingaan op de stand van zaken en de Nederlandse positie ten opzichte van de Energy Performance of Building en de Construction Products Direct? Tot slot zijn de voornoemde leden benieuwd naar de Nederlandse positie het Affordable housing initiative? Ziet de regering in dit initiatief een leidende rol voor Nederland weggelegd met het oog op onder andere de wijkaanpak?

Naar boven