Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D13549 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2021D13549 |
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd over de geannoteerde agenda voor de informele Energieraad 22 april 2021, de geannoteerde agenda informele videoconferentie van energieministers 22 april 2021, en het verslag van de Energieraad (VTC) van 14 december 2020 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 847).
De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan
De adjunct-griffier van de commissie, Yaqut
Inhoudsopgave |
|
I |
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties |
II |
Antwoord / Reactie van de Minister |
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Beleidsdebat: Een Renovatiegolf voor Europa
De leden van de VVD-fractie lezen dat de voorstellen voor de Renovatiegolf in de loop van dit jaar bekend worden. Deze leden lezen dat de Minister specifiek aandacht heeft voor de uitwerking van de Europese plannen omtrent regelgeving voor de energieprestatie van gebouwen, hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Ook lezen deze leden dat voorstellen voor financiering en technische ondersteuning bij renovaties de aandacht hebben van het kabinet. Zij vragen de Minister of en wanneer er een impact assessment komt van eventuele maatregelen uit de renovatiegolf. Kan de Minister toelichten in hoeverre hij verwacht dat de maatregelen aansluiten bij het Nederlandse klimaatbeleid? Zijn er specifieke mogelijkheden, bijvoorbeeld via NextGenerationEU, die de betaalbaarheid van klimaatmaatregelen in de gebouwde omgeving voor huishoudens kunnen verbeteren?
De leden van de VVD-fractie delen het standpunt van de regering dat geen inkomensbeleid moet worden gevoerd via EU-regelgeving. Deze leden vragen de Minister te bevestigen of hij hierbij zal inzetten op niet-bindende instrumenten en welke instrumenten hij hierbij geschikt acht.
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de Europese Commissie wil inzetten op een wijkgerichte aanpak. Brengt de Minister hierbij ook onder de aandacht dat de ervaringen met de 27 proeftuinwijken in Nederland bepaald niet alleen positief zijn en dat de complexiteit en kosten hoger blijken dan vooraf verwacht werd? Welke ruimte bieden de Europese initiatieven om de inzet nationaal en/of lokaal bij te sturen, waar blijkt dat een wijkgerichte aanpak niet effectief is? Is de Minister bereid zich in te zetten voor deze beleidsruimte? Zo ja, hoe gaat hij dit doen?
De leden van de VVD-fractie kijken kritisch naar een mogelijke uitbreiding van het emissiehandelssysteem (ETS) naar de gebouwde omgeving. Deze leden willen voorkomen dat dit leidt tot een lastenverzwaring voor gezinnen via Europese afspraken. Zij vinden de betaalbaarheid immers een belangrijk uitgangspunt bij klimaatbeleid. Is de Minister bekend met het onderzoek van de European Climate Foundation waarin wordt gewaarschuwd voor een zeer beperkte effectiviteit, terwijl er wel een forse lastenverzwaring ontstaat door deze maatregel?1 Kan de Minister deze studie nadrukkelijk onder de aandacht brengen van de commissie en de Kamer informeren zodra meer bekend is over de voorgestelde maatregelen rondom het ETS? Kan de Minister aangeven of hij het met deze leden eens is dat betaalbaar klimaatbeleid belangrijk is en dat lastenverzwaring voor gezinnen via uitbreiding van het ETS-systeem naar de gebouwde omgeving moet worden voorkomen?
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de Europese Commissie wil dat publieke gebouwen als eerste worden gerenoveerd. Kan de Minister nader toelichten hoe dit precies past in de routekaarten en het feit dat publieke gebouwen niet in de «startmotor» van het klimaatakkoord gebouwde omgeving zitten? Ook vragen deze leden welke verwachtingen de Minister heeft ten aanzien van de mogelijke aanpassing van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD)? Vindt de Minister het wenselijk dat deze richtlijn opnieuw zou worden aangepast, nu net de wijziging uit 2018 is geïmplementeerd? Deelt de Minister de opvatting dat aanpassing van de EPBD vooral voor de hand ligt bij verduurzaming van nieuwbouw en dus niet direct voor de hand ligt in deze strategie? Tot slot zien deze leden dat de Commissie de Recovery and Resilience Facility als financieringsoptie noemt. Kan de Minister bevestigen dat hij nog geen besluit heeft genomen over de inzet hiervan door Nederland en dat hij vooruitlopend op dit besluit geen onomkeerbare stappen zet of beleid steunt dat deze beslissingsruimte inperkt?
Beleidsdebat: Energiesysteemintegratie
De leden van de VVD-fractie delen de visie van de Minister over leveringszekerheid van gas en waterstof. Kan de Minister toelichten hoe hij systeemintegratie en leveringszekerheid ziet in het kader van de Europese Green Deal? In hoeverre blijft de leveringszekerheid gewaarborgd op het moment dat meer landen overstappen op hernieuwbare weersafhankelijke energiebronnen?
De leden van de VVD-fractie hebben verder vernomen dat meerdere lidstaten een brief hebben ondertekend omtrent kernenergie in het Europese klimaat en energiebeleid. Deze leden vragen wat de verwachting is van de Minister omtrent het gebruik van meer kernenergie in de Europese energiemix. Kan de Minister daarnaast toelichten hoe andere lidstaten kijken naar het toevoegen van kernenergie aan de Europese energiemix? Wat verwacht de Minister van de mogelijke toevoeging van kernenergie als groene investering in de taxonomie vanuit de Europese Commissie?
Diversenpunt: Update samenwerking Pentalaterale Energie Forum rondom waterstof
De leden van de VVD-fractie steunen de opgezochte samenwerking in het Penta-Forum. Kan de Minister toelichten welke concrete vervolgstappen verwacht worden op het gebied van waterstof in samenwerking met de leden van het Penta-Forum?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de geannoteerde agenda voor de informele energieraad van 22 april 2021. Deze leden hebben enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de Europese Renovatiegolf. Als Europese markt heeft de EU een grote inkoopkracht, zo kunnen de lidstaten echt gezamenlijk de prijs drukken op die belangrijke duurzame technieken om huizen in de toekomst schoon te verwarmen. Deze leden vragen daarom aan de Minister inzicht te geven in hoe het kabinet het Nederlandse verduurzamingsbeleid in de gebouwde omgeving aan wil laten sluiten op de Europese renovatiegolf? Zij vragen aanvullend hoe wordt voorkomen dat dit de afspraken uit het Klimaatakkoord op het gebied van de Gebouwde omgeving vertraagt en niet versnelt.
55 procent doelstelling
De leden van de D66-fractie hebben eerder vragen gesteld aan de Minister tijdens het schriftelijk overleg Klimaat en energie van 12 februari 2021. Deze leden ontvangen graag meer inzicht in de timing en het traject van de vertaling van dit Europese doel naar een CO2-reductiedoel voor elk lidstaat. Daarbij vragen zij of de Minister in kan gaan op de factoren die invloed hebben op het uiteindelijke besluit tot het bepalen van een concreet klimaatdoel voor ieder lidstaat.
EU-taxonomie
De leden van de D66-fractie begrijpen dat de onderhandelingen over de EU-taxonomie in volle gang zijn. Deze leden maken zich zorgen over de berichten dat er een risico is dat fossiele bronnen zoals gas ook onder de groene taxonomie zullen vallen, zo wordt er getracht om het begrip «groen» aanzienlijk te verbreden ten opzichte van het eerder in 2020 vastgestelde Technical Expert Group-rapport. Deze leden vragen derhalve de Minister om een reactie op de recente oproep van leden van het Platform for Sustainable Finance om de Taxonomie wetenschappelijk zuiver te houden. Aanvullend vragen zij hoe de Minister de taxonomie wil implementeren in haar beleid, buiten het gebruik van obligaties om. Zij vragen tevens in hoeverre de huidige wetgeving op het gebied van onder andere klimaatmitigatie in lijn wordt gebracht met de taxonomie? Ten slotte vragen deze leden in hoeverre de besteding van herstelgelden in lijn gebracht wordt met de taxonomie zodat er gestuurd wordt op een schone en circulaire toekomst?
Waterstof
De leden van de D66-fractie vragen aan de Minister om meer inzicht te geven in de Nederlandse inbreng bij het opstellen van de Raadsconclusies van 2020 en de High Level-conferentie op het gebied van waterstof. Tevens vragen deze leden op welke wijze de waterstofladder ook een weerslag vindt in de inbreng van het kabinet in een EU-perspectief.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de Geannoteerde Agenda informele videoconferentie van energieministers 22 april 2021 en hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie zijn het eens met de constatering van de Minister in de Fiche Verordening betreffende trans-Europese energie-infrastructuur (TEN-E) dat een grensoverschrijdend waterstofnetwerk aansluit bij de Nederlandse ambitie om zich tot waterstofhub in Noordwest-Europa te ontwikkelen. Deze leden merken op dat dit tevens de inzet was van de motie-Agnes Mulder (Kamerstuk 32 813, nr. 454), maar dat deze motie de regering tevens verzocht om de internationale samenwerking met andere koplopers zoals Duitsland, Japan en Californië te intensiveren. Zij vragen de Minister om in te gaan op of er in de periode van ruim een jaar sinds de indiening van deze motie invulling is gegeven aan deze motie. Met welke andere koplopers op het gebied van waterstof buiten Europa is de Minister in overleg gegaan? Wat heeft dit opgeleverd qua intensivering van de samenwerking? Welke acties lopen nog om invulling te geven aan deze motie en welke concrete stappen, naast de in de Fiche en de Geannoteerde Agenda genoemde zaken, zal de Minister in de komende periode zetten om Nederland daadwerkelijk te positioneren als internationaal toonaangevende waterstofhub? Deze leden merken tevens op dat België de Raad zal informeren over de activiteiten van het Pentalaterale Energie Forum op het gebied van waterstof. Zij vragen de Minister om een overzicht te geven van deze activiteiten op het gebied van waterstof in de afgelopen periode.
De leden van de CDA-fractie lezen dat offshore-waterstofnetwerken in de herziene TEN-E geen deel van de prioritaire offshore netwerk corridor vormen. Deze leden delen de mening van de Minister dat dit type netwerk ook zou moeten worden opgenomen en dat projecten van gekoppelde waterstofproductie met wind op zee ook onderdeel zouden moeten zijn van de geïntegreerde aanpak in het kader van TEN-E. Zij vragen de Minister waarom dat in de huidige plannen niet het geval is? Kan de Minister tevens aangeven hoe andere lidstaten hierover denken? Welke concrete stappen gaat de Minister zetten om ervoor te zorgen dat ook offshore-waterstofnetwerken opgenomen worden in de TEN-E?
De leden van de CDA-fractie delen de kanttekeningen van het kabinet met betrekking tot de tijdlijn, de synergie, bevoegdheid en de mate waarin afspraken over opgestelde vermogens van offshore wind in de Noordzee dwingend zijn. Deze leden hechten veel belang aan het vinden van een balans tussen de verschillende belangen op de Noordzee, zoals visserij, natuur, scheepvaart, mijnbouw en wind op zee en dringen er bij de Minister op aan om ervoor te zorgen dat de afwegingen over deze belangen een nationale aangelegenheid blijven. Zij vragen de Minister hoe het speelveld op deze punten eruitziet en in hoeverre de kanttekening van het kabinet worden gedeeld door de andere lidstaten. Kan de Minister tevens aangeven hoe de besluitvorming over de Europese ambities voor offshore wind er in de komende periode uitziet en wat daarbij de Nederlandse inzet zal zijn, met name waar het gaat om afspraken over gigawatts vermogen in 2030, 2040 en 2050?
De leden van de CDA-fractie merken op dat onderzoek van Pricewaterhouse Coopers (PwC) uitwijst dat er onvoldoende financieringsmogelijkheden zijn voor de ombouw van ons energiesysteem en dat er bij de Nederlandse netbeheerders richting 2050 een tekort is van 41 miljard euro voor investeringen in het energienetwerk.2 Zij vragen de Minister hoe hij aankijkt tegen dit PwC-rapport en welke mogelijkheden hij ziet om ook op Europees vlak te werken aan financiering voor deze investeringen in het energienet, zowel on-shore als offshore.
De leden van de CDA-fractie constateren dat een aantal Europese koepelorganisaties de Europese Commissie op 12 april 2021 heeft opgeroepen om in de herziene richtlijn hernieuwbare energie bindende doelstellingen op te nemen voor hernieuwbare hitte- en koeltechnieken voor woningen en daarbij EU-lidstaten ertoe te verplichten om met nationale plannen te komen voor de verduurzaming van gebouwen. Zij vragen de Minister om te reageren op deze oproep en uiteen te zetten wat het Nederlandse standpunt is als het gaat om bindende doelstellingen voor hernieuwbare hitte- en koeltechnieken en het verplichten van nationale plannen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat zij op 9 april 2021 schriftelijke vragen hebben gesteld over het bericht dat Nederlandse zonnepanelen komen van Chinese bedrijven die worden verdacht van dwangarbeid. Zij verzoeken de Minister deze vragen spoedig te beantwoorden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
Verduurzaming gebouwde omgeving
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de oproep die is gedaan tot bindende doelstellingen voor hernieuwbare hitte- en koeltechnieken voor woningen door Europese koepelorganisaties waarin duurzame bedrijven zijn vertegenwoordigd. Wat is de reactie van de Minister op de suggestie om met nationale plannen te komen om de energiehuishouding van gebouwen te decarboniseren?
EU-strategie voor een geïntegreerd energiesysteem
De leden van de SP-fractie lezen dat voor het geïntegreerde energiesysteem sterk wordt ingezet op lokale energieproductie, energiegemeenschappen en huishoudens die zelf een deel van hun energiebehoefte opwekken («prosumenten»). Deze leden vragen of de focus niet te veel op individuele huishoudens ligt waardoor het effect slechts een druppel op de groeiende plaat zal zijn. In welke mate wordt het bedrijfsleven hierbij betrokken, dat in grotere mate verantwoordelijk is voor de uitstoot van broeikasgassen? Waarover gaat precies het verschil van inzicht tussen de Europese Commissie enerzijds en Nederland en een aantal andere EU-lidstaten anderzijds over de al dan niet beperkte beschikbaarheid van hernieuwbare energie. Waarom geeft Nederland aan dat energiebesparing alleen prioriteit moet krijgen als dit de meest kosteneffectieve optie is voor CO2-reductie vanuit systeemperspectief?
Gedelegeerde handeling Europese Commissie over classificatie duurzame financiering
De leden van de SP-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de ontwikkelingen rondom de taxonomieverordening. Met name de heftige lobby van het bedrijfsleven om de grens van wat als duurzaam wordt beschouwd telkens verder op te schuiven is zorgelijk. De groene standaard die hiermee gecreëerd zou moeten worden dreigt daardoor te verworden tot een instrument voor greenwashing waarmee de doelstellingen alleen maar verder weg uit beeld verdwijnen. Deze leden zijn van mening dat biomassa, nucleaire energie en aardgas geen van allen als duurzaam mogen worden beschouwd. Graag een reactie hierop. Kan een exhaustief overzicht worden gegeven van wat de Nederlandse inzet is met betrekking tot wat als duurzaam zou mogen worden geclassificeerd en wat niet?
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie om een reactie op het initiatief van evenknieën van de Minister uit Zweden, Slovenië, Finland, Litouwen, Estland, Slowakije, Hongarije, Polen, Letland en Tsjechië die via een brief hebben laten weten dat zij biomassa/-energie niet als groen beschouwen. Waarom is Nederland hier niet bij aangesloten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de agenda van de informele energieraad en hebben hierover enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie nemen met teleurstelling kennis van de mededeling dat de Minister van Economische Zaken en Klimaat verstek zal laten gaan op 22 april 2021 en zich hoogambtelijk zal laten vervangen. De leden vragen wat voor een signaal dit geeft en of Ministers van andere lidstaten zich ook hoogambtelijk laten vervangen. Is de Minister voornemens om de komende Energieraden wel weer aanwezig te zijn en zo Nederland op Europees niveau te vertegenwoordigen?
De leden van de PvdA-fractie constateren met genoegen dat het kabinet een positieve houding inneemt ten opzichte van de «Renovatiegolf voor Europa». Echter, deze leden zijn van mening dat de kabinetsinzet tegen een Europese verplichting om huishoudens met een laag inkomen voorrang te geven, een gemiste kans is om in Nederland en de rest van de EU energiearmoede eindelijk aan te pakken en meer draagvlak voor de transitie te creëren. Waarom kan dit voorstel niet op Nederlandse steun rekenen? Op welke andere manier gaat de Minister de 650.000 Nederlandse huishoudens die in energiearmoede leven helpen? Deelt de Minister de mening dat prioritering van huishoudens met een laag inkomen niet alleen rechtvaardig maar ook doelmatig en doeltreffend is gezien andere huishoudens eerder in staat zijn om zelf isolatiemaatregelen te nemen? Zo nee, kan de Minister een uitleg geven? Zo ja, waarom steun de Minister dan niet het voorstel van de Europese Commissie voor voorrang voor bepaalde groepen?
De leden van de PvdA-fractie maken zich voorts zorgen over de capaciteit op de arbeidsmarkt om de Renovatiegolf in de praktijk te brengen, temeer gezien de grote ambities van de meeste partijen om ook op korte termijn veel nieuwe woningen te realiseren. Hoe ziet de Minister dit voor zich? Wat is de status van de motie-Moorlag c.s. over een actieprogramma voor minder tekorten aan vakmensen in de techniek (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 43)? Is de Minister bereid ervoor te zorgen dat dit thema voortvarend wordt opgepakt tijdens de formatie en daartoe de nodige voorbereidingen te treffen?
De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat waar de Raadsconclusies eerder nog spraken over het geheel afstappen van fossiele brandstoffen, de bewoording nu is aangepast naar een formulering die ruimte laat voor het gebruik van aardgas, namelijk het «afstappen van koolstof-intensieve verwarmingsbronnen». Wat is het standpunt van het kabinet ten aanzien van een overstap op aardgas in het kader van verduurzaming van de gebouwde omgeving in de EU? Is de Minister bereid te pleiten voor een fossielvrije energievoorziening en aan te geven dat het niet acceptabel is dat EU-subsidie wordt gebruikt om woningen met aardgas te verwarmen? Deze leden zijn voorts van mening dat waar waterstof van toepassing is in de gebouwde omgeving, er ingezet moet worden op groene waterstof. Is de Minister bereid deze boodschap uit te dragen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben vernomen dat Nederland de 5,6 miljard euro uit het EU-herstelfonds dreigt mis te lopen vanwege een gebrek aan hervormingen. Het geld uit dit herstelfonds zou goed gebruikt kunnen worden om de energietransitie in Nederland te stimuleren. Kan de Minister dit toelichten? Welke obstakels zijn er en welke stappen worden gezet om toch gebruik te kunnen maken van de middelen uit het herstelfonds?
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de oproep van Europese koepelorganisaties die duurzame bedrijven vertegenwoordigen over verduurzaming van de gebouwde omgeving met interesse gelezen.3 Wat is de reactie van de Minister op deze oproep? Is de Minister bereid deze oproep onder de aandacht te brengen bij de Informele Energieraad?
European Climate Foundation, 1 juli 2020, «Impacts of extending the ETS to transport and buildings» (https://europeanclimate.org/resources/impacts-of-extending-the-ets-to-transport-and-buildings/).
PwC, 7 april 2021, «De energietransitie en de financiële impact voor netbeheerders» (https://www.netbeheernederland.nl/_upload/RadFiles/New/Documents/20210407-Finaal%20rapport%20Project%20FIEN.pdf).
BEUC, 12 april 2021, «Re: Need for binding targets and national plans to support the decarbonisation of the heating and cooling sector.» (https://www.beuc.eu/publications/beuc-x-2021-034_need_for_binding_targets_and_national_plans_to_support_the_decarbonisation_of_the_heating_and_cooling_sector.pdf).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2021D13549.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.