2021D08159 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over een brief van 29 januari 2021 van de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane inzake Kabinetsreactie Beleidsdoorlichting Douane 2012 – 2018 (Kamerstuk 31 935, nr. 69) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Tielen

De adjunct-griffier van de commissie, Freriks

Nr

Vraag

   

1

Welk beleid wordt ingericht om de vier belangrijke factoren voor de Douane die naast de Brexit in de beleidsdoorlichting worden benoemd, te weten

1) de rol van Douane binnen de rijksbrede aanpak van ondermijning;

2) een forse groei (50%) van het aantal aangiftes als gevolg van de wereldhandel en e-commerce met extra eisen aan ICT en handhaving;

3) de grote uitstroom van medewerkers de komende jaren waardoor inspanningen op het gebied van werven, selecteren, opleiden en begeleiden van nieuwe werknemers nodig zijn en

4) het beschermen van de organisatie en haar medewerkers tegen mogelijke integriteitsschendingen

te beheersen? Hoe kunnen beleidseffecten op deze elementen kwantificeerbaar en meetbaar worden gemaakt? En welke indicatoren gaat de Douane vaststellen om de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid op deze elementen te evalueren?

2

Waarom is beleid aangaande ondermijning en integriteitsschendingen binnen de Douane geen onderdeel van de beleidsdoorlichting?

3

In hoeverre lag de verantwoordelijkheid voor de opdrachten aan de Douane bij de opdrachtgevende ministeries en in hoeverre bij het Ministerie van Financiën als beleidsverantwoordelijke?

4

Heeft het gebrek aan sturing en verantwoordelijkheid ten aanzien van de Douane mogelijk bijgedragen aan de mogelijkheid tot ondermijning binnen de organisatie?

5

Welke kosten kunnen wel worden toegerekend aan de Douane en welke kosten niet, aangezien de doelmatigheid van de bedrijfsvoering bij de Douane in de periode 2012–2018 niet te bepalen is, omdat kosten niet apart zijn toegerekend aan de Douane als onderdeel van de Belastingdienst?

6

Zijn alle door de Douane ontvangen middelen in de periode 2012–2018 van de verschillende departementen gebruikt door de Belastingdienst als geheel?

7

Hoe konden financiële middelen in de periode 2012–2018 door de acht departementen adequaat aan de Douane worden toebedeeld, als bij de Douane geen inzicht bestond in de kosten en benodigde middelen per handhavingsgebied of op het opdrachtgevende departement betrekking hebbende taken? Zijn daardoor mogelijk veel te veel of veel te weinig middelen per handhavingsgebied of departement door de Douane ontvangen? Zo ja, kunnen specifieke gebieden of departementen worden geïdentificeerd waar dit het geval was?

8

Klopt het dat door het ontbreken van de financiële relatie tussen de opdrachtgevende departementen en de Douane niet efficiënt en effectief met mensen en middelen kon worden omgegaan, omdat daar onvoldoende inzicht in bestond?

9

Zijn de kosten van de Douane door de Inspectie der Rijksfinanciën beoordeeld en geaccordeerd?

10

Kunnen de bevindingen van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer en de vergelijking met andere lidstaten in het kader van de doelstelling «afdracht» ook nog voor de periode 2012–2018 worden onderzocht, aangezien de Commissie, de Europese Rekenkamer en andere lidstaten ook over informatie over die jaren beschikken?

11

Kunt u een nadere toelichting geven op de passage dat in het kader van de doelstelling «beschermen» naar andere manieren zal worden gezocht om de bijdrage van de Douane aan de gewenste effecten te onderzoeken, aangezien juist op de bescherming een kernprobleem van de Douane ligt voor wat betreft ondermijning en criminaliteit? Wat waren de indicatoren op de aanpak van ondermijning en criminaliteit in de periode 2012–2018?

12

Wat zijn de pilots van het directoraat-generaal voor Fiscale Zaken (DGFZ) en JenV waar u naar verwijst en zijn er al (interim)resultaten van deze pilots bekend?

13

U verwijst in de kabinetsreactie naar uw brief van 15 september 2020 (Kamerstuk 31 934, nr. 35), waarin de inzet staat om tot een zo soepel mogelijke doorstroming van het logistiek proces bij het uitvoeren van handhavingstaken van de Douane te komen, waarbij met behulp van ICT onderscheid gemaakt wordt tussen goederenstromen en de handhaving hierop. Ook wordt vanuit data-analyses in 2021 gewerkt aan algoritmes met als doel verfijning van risicodetectie. Hoe worden deze nagestreefde ontwikkelingen beïnvloed door de implementatie van de Richtlijnen e-commerce en het ingezette noodspoor waardoor gedurende de eerste periode alle aangiftes via het éénloketsysteem handmatig moeten worden verwerkt?

14

Waarom is corruptie geen onderwerp van onderzoek geweest?

15

Welke kosten zijn gemoeid met de ontvlechting van de Douane van de Belastingdienst en Toeslagen?

16

Waarom wordt gesteld dat maar beperkt uitspraken kunnen worden gedaan over doeltreffendheid, terwijl de auteurs van de beleidsdoorlichting stellen dat dit in het geheel niet mogelijk is?

17

Waarom zijn op voorhand de effecten niet geoperationaliseerd en gekwantificeerd? Hoe wordt dit in de toekomst wel gedaan? Hoe is bij het vaststellen van de doelen rekening gehouden met de manier van toetsing en daarmee met de vraag rond operationalisering en kwantificatie? Kunt u toelichten of binnen andere dienstonderdelen, vallend onder het Ministerie van Financiën, wel sprake is van het operationaliseren en kwantificeren van de gestelde doelen? Zo nee, waarom niet?

18

Hoe wordt geborgd dat de door de Douane gemaakte kosten daadwerkelijk worden toegewezen aan de Douane nu de Douane een eigen artikel heeft op de begroting van Financiën?

19

Hoe wordt de eigenstandige governancestructuur opgezet en versterkt? Waarom is deze governancestructuur nodig?

20

Wat houdt een coördinerende opdrachtgever in? Is deze onderdeel van de douaneorganisatie als aanspreekpunt voor de verschillende departementen of krijgt de opdrachtgever plaats binnen de afzonderlijke opdrachtgevende departementen? Waarom is voor deze vorm gekozen?

21

Wat zijn de oorzaken van het hoge ziekteverzuim? Welke maatregelen zijn er genomen om het ziekteverzuim terug te dringen en welke ontwikkeling ziet u?

22

Hoe wordt ICT ingezet om het doorstroomtraject van goederen te versnellen? Wanneer verwacht u dat de genoemde algoritmes operationeel zijn en significant kunnen bijdragen aan de doorstroming en risicodetectie?

23

Voor welke uitdagingen staat de Douane? Welke grote vraagstukken komen er de komende jaren op de Douane af en hoe wordt hier adequaat op gereageerd?

24

Bent u van mening dat de Douane een doeltreffende en doelmatige organisatie is? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?

25

Was bij het aanbesteden van het onderzoek al bekend dat de ontvlechting plaats zou vinden?

26

Is onderzocht of splitsing tussen de innende en handhavende taak van de Douane de doeltreffendheid ten goede zou kunnen komen?

27

Waarom is niet specifiek onderzoek gedaan naar integriteit van de Douane terwijl dit reeds lange tijd een probleem blijkt te zijn?

28

In hoeverre is bij de onderzoeksopzet en tijdens de uitvoering van de beleidsdoorlichting rekening gehouden met de afsplitsing van de Belastingdienst?

29

Is ook onderzocht of de combinatie van de fiscale en veiligheidstaken van de Douane leidt tot het bemoeilijken van het behalen van de doelstellingen?

30

Met hoeveel werknemers is gesproken bij de totstandkoming van dit onderzoek, uitgesplitst naar leidinggevenden, leidinggevenden verbonden aan de ABD en niet-leidinggevenden?

31

Is het een haalbare en reële vraag om te verwachten dat de Douane de verbeterpunten zoals genoemd kan implementeren nu de Douane naast de reguliere taken en de Brexit ook extra werkzaamheden heeft gekregen rond de gecompliceerde ontvlechting en er wordt geconstateerd dat de Douane opereert in een allesbehalve stabiele omgeving? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?

Naar boven