2021D05011 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 januari 2021 (Kamerstuk 35 165, nr. 30) houdende de stand van zaken bij de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Inhoudsopgave

blz.

     

1.

Inleiding

2

2.

Tweede Kamerverkiezing op 17 maart a.s.

3

3.

Stand van zaken van de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing

3

4.

Stand van zaken voorbereiding gemeenten

5

5.

Uitstellen van de verkiezingen

7

6.

Overige aandachtspunten

9

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stand van zaken voorbereiding Tweede Kamerverkiezing (TK 35 165, nr. 30). Zij zijn net als de Minister van mening dat het van groot maatschappelijk en democratisch belang is om de verkiezingen doorgang te laten vinden. Dankzij de reeds eerder besproken en aangenomen Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (TK 35 590) en de Wijziging van de Tijdelijke wet ten behoeve van de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer in 2021 (TK 35 654) zijn er tijdig voldoende maatregelen getroffen voor een veilig verloop van de verkiezing op 17 maart. Naar aanleiding van de stand van zaken met betrekking tot de voorbereiding op deze verkiezing, hebben voorgenoemde leden nog een aantal vragen voor de Minister. Zij verzoeken de Minister de gestelde vragen uiterlijk woensdag 10 februari te beantwoorden.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister en de bijbehorende bijlagen. Deze leden vinden het van het grootste belang dat de verkiezingen op een veilige en eerlijke manier kunnen plaatsvinden en vinden het daarom belangrijk dat de Kamer en de samenleving in deze fase van de voorbereiding goed op de hoogte worden gehouden. Zij zijn dan ook blij met de uitgebreide brief. Over de brief en de bijlagen hebben de aan het woord zijnde leden nog een aantal vragen die zij aan de Minister willen voorleggen.

De leden van de SP-fractie hebben de brief over de stand van zaken met betrekking tot de aankomende verkiezingen gelezen en hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen. Zij maken zich zorgen over de aankomende verkiezingen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorliggende brief. Net zoals Minister zijn deze leden van mening dat de verkiezingen met de gepaste maatregelen goed en veilig moeten kunnen doorgaan.

De leden van de ChristenUnie-fractie danken de Minister voor de toegezonden stukken, zij hebben behoefte aan het stellen van een aantal nadere vragen.

De leden van de PvdD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stand van zaken brief over de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen. Zij danken de Minister voor de verstrekte informatie. Voor de leden staat voorop dat de verkiezingen eerlijk moeten verlopen, met gelijke kansen voor alle kiezers om hun democratische grondrechten uit te oefenen. Een volksraadpleging die verschillende kiezers op basis van twijfelachtige criteria verschillende vormen van stemrecht geeft is naar mening van de leden onwenselijk. Vanwege dat uitgangspunt hebben de leden nog een aantal vragen.

De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister voor de toezending van deze update inzake de voorbereidingen.

2. Tweede Kamerverkiezing op 17 maart a.s.

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Kamer eind februari een nieuwe stand van zaken zal ontvangen. Zij vinden het belangrijk dat de Kamer goed geïnformeerd blijft worden en, indien er ontwikkelingen zijn die directe actie nodig maken, zij graag op zeer korte termijn een brief van de Minister willen ontvangen.

3. Stand van zaken van de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing

De leden van de VVD-fractie lezen dat met het Ministerie van VWS wordt gekeken of de (snel)testmogelijkheden die er zijn, extra onder de aandacht kunnen worden gebracht van stembureauleden. De leden van de VVD-fractie krijgen signalen dat stembureauleden die deze functie al langdurig vervullen en thans behoren tot een kwetsbare groep, dan wel terughoudend zijn in het nemen van risico’s, deze keer afzien van de functie als stembureaulid. Is het een optie om alle stembureauleden voorafgaand aan de verkiezingsdag te laten testen? Is de Minister bereid dit te bespreken met het Ministerie van VWS, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Daarnaast wordt een onderzoek van I&O Research aangehaald, dat in opdracht van het ministerie onderzocht heeft op welke wijze kiezers bij de komende Tweede Kamerverkiezing denken hun stem uit te brengen. Hoe verhouden de resultaten van dit onderzoek zich tot de herindelingsverkiezingen van november 2020, zo vragen de leden van de VVD-fractie de Minister.

Kiezers

De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat stemmen per brief niet de voorkeur verdient bij reguliere verkiezingen, maar dat gezien de covid-19 pandemie alles afwegende het begrijpelijk is dat, gezien de buitengewone omstandigheden waarin we ons bevinden, het bij deze verkiezingen eenmalig wel tot de mogelijkheid behoort om per brief te stemmen. Zoals het nu in de Wet geregeld is kunnen alleen kiezers van 70 jaar en ouder een stem per brief uitbrengen. De leden van de fractie van GroenLinks hebben hier in het najaar van 2020 al hun zorgen over uitgesproken. Er zijn immers ook mensen van onder de 70 die een kwetsbare gezondheidssituatie hebben, waardoor het ook voor hen zeer wenselijk zou kunnen zijn om eenmalig per brief te mogen stemmen. De Minister gaf eerder aan dat dit op praktische belemmeringen zou kunnen stuiten omdat er onvoldoende capaciteit bij de posterijen is om tijdig alle briefstemmen te bezorgen. De leden van de fractie van GroenLinks krijgen echter veel reacties vanuit de samenleving van mensen die vanwege hun kwetsbare gezondheid graag per brief zouden willen kunnen stemmen. Daarom willen deze leden nogmaals aan de Minister vragen om te kijken of er echt geen mogelijkheden zijn om een beperkte groep kiezers van onder de 70 jaar alsnog de mogelijkheid te geven om per brief te stemmen. De aan het woord zijnde leden begrijpen dat het praktisch lastig zal zijn om alle kiesgerechtigden per brief te laten stemmen, maar zijn er, zo vragen zij, geen tussenvormen te bedenken? Deze leden denken bijvoorbeeld aan een mogelijkheid om per brief te stemmen voor mensen die zich zelf actief tot hun gemeenten wenden. Deze leden kunnen zich niet voorstellen dat kiesgerechtigden in grote getalen van deze mogelijkheid gebruik zullen maken, maar dat het voor de groep kiezers met een kwetsbare gezondheid wel een mogelijkheid biedt om alsnog per brief te kunnen stemmen. Graag ontvangen deze leden hier een uitgebreide reactie op.

Waar de leden van 50PLUS uiteraard blij waren met de mogelijkheid tot briefstemmen voor 70+ers, zijn daarmee de pleidooien van meerdere partijen om ook andere kwetsbare kiezers die mogelijkheid te bieden helaas niet gehonoreerd door de Minister en een meerderheid in de Tweede Kamer. Zij wijzen ook op de peilingen waarbij binnen de groep 50-ers en 60-ers juist de kwetsbaarheid zo zeer gevoeld wordt.

De vaccinatiestrategie is immers zelfs zonder alle vertraagde aflevering van vaccins al niet in staat de kwetsbare groepen te beschermen, laat staan met vertraagde aflevering.

Mantelzorgers melden zich met vragen wat zij nu kunnen doen. Zij zijn bang naar het stembureau te gaan, want dat levert direct een risico op. Voor hen bestaat er geen mogelijkheid om mee te liften met het briefstemmen. Zij kunnen immers niet de briefstemmers machtigen?! Heeft de Minister daar nog een oplossing voor?

De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister te reflecteren op het gelijkheidsbeginsel. Want naast de groep 70+’ers zijn er nog andere groepen kiezers die ook generiek kwetsbaar zijn. En deze groepen krijgen niet het recht om per brief te stemmen. Naar mening van de aan het woord zijnde leden heeft de Minister nog onvoldoende overtuigend uitgelegd waarom dat verschil rechtvaardig is.

De leden van de PvdD-fractie vragen de Minister verder in hoeverre de regels rondom contactbeperking van invloed zullen zijn op het verloop van de verkiezingen. Kan de Minister bevestigen dat bijvoorbeeld in een studentenhuis wanneer er al één iemand op bezoek is geweest er vervolgens die dag niemand meer langs mag komen? Ook niet als er dus nog een machtiging moet worden afgegeven? Hoe kan iemand die wat later op de dag symptomen krijgt dan nog een ander machtigen? En wat gebeurt er met mensen die door meerdere kiezers gemachtigd zijn en dan zelf symptomen krijgen? Bestaat de mogelijkheid die machtigingen op de verkiezingsdag nog aan iemand anders over te dragen? En op welke wijze zou dat dan moeten gebeuren gegeven het feit dat zowel de oude gemachtigde, als de kiezer, als de nieuwe gemachtigde allemaal maar één iemand mogen zien op die dag?

Hoe beoordeelt de Minister een situatie waarin een kiezer die gemachtigd is om naast zijn eigen stem drie volmachtstemmen uit te brengen, op het laatste moment ziekteverschijnselen ontwikkelt en geen toegang heeft tot het stembureau? Kan het zijn dat daardoor vier stemmen verloren gaan?

Kan de Minister in dat licht toelichten wat momenteel verwacht wordt van een kiezer die op de verkiezingsdag ziekteverschijnselen ontwikkelt of angst heeft voor besmetting?

De leden zien de groeiende zorgen over de risico’s omtrent het coronavirus, en zeker nu de meer besmettelijke Britse, Braziliaanse en Zuid-Afrikaanse varianten in opkomst zijn. Welke risicoanalyse heeft de Minister gemaakt omtrent de mogelijke verspreiding van het virus bij het organiseren van de verkiezingen?

Hoeveel mensen gaan er naar verwachting van de Minister niet stemmen door corona en wat vindt zij daarvan? Graag zien de leden een uitgebreide bespiegeling inclusief de uitgewerkte risicoanalyse van de Minister op bovenstaande punten.

Onderzoek onder kiezers en communicatie aan kiezers

De leden van de PvdA-fractie lezen dat van de 70 plus kiezers 28% aangeeft via een brief te willen gaan stemmen. De aan het woord zijnde leden menen dat het gezien de kwetsbaarheid van deze groep het wenselijk is dat een groter deel van deze groep via een brief gaat stemmen. Deelt u die mening en wat kunt u doen om de animo voor briefstemmen te vergroten? En hoe kunt u bewerkstelligen dat meer kiezers dan de nu genoemde 5% op maandag en 5% op dinsdag op die dagen gaan stemmen? Gaat uw communicatiecampagne/maatwerkcampagne verder dan voorlichting maar is er ook sprake van aansporing om via brief of op maandag of dinsdag te stemmen? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?

4. Stand van zaken voorbereiding gemeenten

Stemlokalen en stembureauleden

Gemeenten zijn zeer voortvarend aan het werk met de organisatie van de Tweede Kamerverkiezing, zo lezen de leden van de VVD-fractie. Zij vragen de Minister naar de actuele stand van zaken inzake het aantal stembureaus en stembureauleden. Ook vragen zij de Minister om de Kamer tijdig te informeren wanneer er op plaatsen onvoldoende stembureaus dan wel stembureauleden zijn.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd naar een actueel beeld van het aantal stemlokalen en het aantal stembureauleden. Kan de Minister een actuele stand van zaken geven hoeveel stemlokalen er nu gepland zijn? Hoeveel meer of minder zijn dit er in vergelijking met de vorige Tweede Kamerverkiezingen? Is de Minister ervan overtuigd dat het aantal stemlokalen voldoende is of gaat zij nog actie ondernemen om in de komende weken het aantal stemlokalen nog uit te laten breiden? Kan de Minister in de beantwoording ook aangeven hoeveel stemlokalen op maandag 15 maart en dinsdag 16 maar open zullen gaan? En zijn deze stemlokalen geografisch in voldoende mate verspreid over het grondgebied van gemeenten, zodat mensen niet een te grote afstand hoeven af te leggen om bij een stemlokaal te kunnen komen? En tot slot op dit punt: hoeveel gemeenten hebben op dit moment nog een tekort aan voldoende stembureauleden? En hoe staat het met de reserve leden? Beschikken alle gemeenten over voldoende mensen die (op het laatste moment) kunnen inspringen mocht blijken dat de reguliere stembureauleden besmet zijn of klachten hebben en daardoor hun functie niet kunnen uitoefenen? En wat is bijvoorbeeld het noodscenario mocht op de ochtend van maandag 15 maart het enige stemlokaal in een bepaalde gemeente niet open kunnen door ziekte(verschijnselen) van de stembureauleden en reserve leden? Kan het dan voor gebeuren dat in een gemeenten een stemlokaal helemaal niet op zal gaan?

De leden van de SP-fractie lezen dat niet elke gemeente voldoet aan de aangenomen motie-Van Raak om te zorgen voor meer stembureaus bij de aankomende verkiezingen. Ook zien zij dat er maar een beperkt aantal gemeenten kiest voor stembureaus in de buitenlucht. Dat uit onderzoeken blijkt dat maar liefst 10% van de mensen aangeeft overweegt niet te gaan stemmen in verband met het coronavirus vindt de SP helemaal zorgelijk. Het geeft voor deze leden aan dat er extra maatregelen moeten worden genomen om dit te voorkomen. De leden van de fractie van de SP stellen daarom voor om alle stembureaus 3 dagen te openen. Overheidsmedewerkers, mbo’ers maar ook personeel dat nu niet inzetbaar is in sectoren waar sluitingen plaatsvinden zouden zitting kunnen nemen in de stembureaus om te zorgen dat er voldoende medewerkers zijn. Kan hierop gereflecteerd worden? Wat gaat er verder ondernomen worden om ervoor te zorgen dat de motie Van Raak wel uitgevoerd gaat worden? Kan er inzicht worden gegeven in de spreiding van de stembureaus, om ervoor te zorgen dat er daadwerkelijk in iedere buurt en in ieder dorp laagdrempelig en veilig gestemd kan worden?

De leden van de SP-fractie hebben al vaker aangedrongen op coronaproof stemstraten, bijvoorbeeld in drivethrough locaties. Dit wordt van de hand gewezen omdat het advies is niet naar buiten te gaan met klachten of een positieve test. Dit staat echter haaks op onderzoeken waaruit blijkt dat maar liefst 25% van de positief geteste mensen zich niet aan dit advies houdt. Er is dus een risico dat deze mensen naar een normaal stembureau gaan. Is de Minister dat met ons eens? De genoemde leden dringen nogmaals aan op het per gemeente beschikbaar maken van een locatie waar mensen met klachten en positief getesten naartoe kunnen om de druk op de andere stembureaus te verlichten en daarmee de verkiezingen veiliger te maken.

De leden van de PvdA-fractie zijn verheugd dat, naar het zich laat aanzien, gemeenten er in slagen om voldoende stemlokalen beschikbaar te krijgen. In hoeverre slagen gemeenten er in om ook voldoende lokalen beschikbaar te stellen voor kiezers met een beperking?

Wordt er overwogen, mede in het licht van de besmettelijker vormen van het coronavirus, om leden van het stembureau vooraf te testen op corona, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Zo nee, waarom niet?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat er veel maatregelen worden genomen om veilige doorgang van de verkiezingen te kunnen borgen. Onder het kopje stemlokalen missen zij echter de mogelijkheid voor gemeenten om op niet-traditionele wijze stemlokalen in te richten. Is het juist dat ook dit onderdeel is van het maatregelenpakket van de Minister? Is de Minister in gesprek met gemeenten om bijvoorbeeld drivethrough-stembureaus in te richten? Hoeveel gemeenten zijn voornemens een dergelijk stembureau in te richten?

De leden van de ChristenUnie-fractie zien dat het beeld qua stembureauvrijwilligers positief is. Biedt dat ruimte om meer stembureaus in te richten, bijvoorbeeld op 15 en 16 maart?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister nader toe te lichten welke maatregelen worden genomen om de veiligheid tijdens het tellen van stemmen te waarborgen. Genoemde leden merken op dat dit naar aanleiding van de herindelingsverkiezingen een punt van zorg was. Op welke manier wordt hierover ook gecommuniceerd naar (potentiële) stembureauvrijwilligers?

De leden van de PvdD-fractie hebben kennis genomen van het feit dat er uitvoering wordt gegeven aan de aangenomen motie-Van Esch die vroeg om stembureaus op te zetten in de buitenlucht of goeddeels open ruimtes. Kan de Minister aangeven op welke wijze zij ervoor gaat zorgen dat meer dan de nu 62 gemeenten die al aangeven hiermee te willen werken dit gaan organiseren? En kan de Minister aangeven hoe een portocabin als een «goeddeels openruimte» beschouwd kan worden? Wordt er dan gebruikt gemaakt van opengewerkte portocabins? Kan de Minister aangeven hoeveel stembureaus er echt ingericht worden in de buitenlucht?

De leden van de fractie van 50PLUS hebben alle voorgestelde wijzigingen in de tijdelijke wetgeving rond de kieswet gesteund vanuit het grote belang dat zij hechten aan het opwerpen van zo min mogelijk hindernissen om kiezers deel te kunnen laten nemen aan de verkiezingen.

In toenemende mate en met de kennis van de huidige zorgelijke ontwikkelingen hebben zij echter grote zorgen of de genomen maatregelen voldoende zullen zijn om dit doel te halen. Want daar zijn vanaf het begin al grote twijfels over geweest. Bijvoorbeeld de verworpen moties over het laten testen van de leden van het stembureau. Gelukkig zien zij dat er beweging zit in het standpunt van de Minister. De Minister geeft aan dat zij de gemeente zal wijzen op de sneltesten. Dat juichen deze leden toe. Tegelijkertijd zijn er ook potentiële leden van stembureaus die gevaccineerd willen worden voordat zij zitting willen nemen. Zij wijzen dan naar andere categorieën die al hebben «voorgedrongen».

Ten aanzien van de openstelling op maandag en dinsdag zouden de leden van 50PLUS graag willen weten op welke gemiddelde bezetting per stembureau op maandag en dinsdag wordt gemikt? Zouden de gemeente niet veel meer stembureaus op die dagen moeten openen dan nu minimaal wettelijk is aangegeven ten einde een betere spreiding mogelijk te maken en geldt dat feitelijk ook niet voor 17 maart zelf?

Hoeveel stemmers per bureau worden er gemiddeld verwacht en hoe worden wachtrijen bij de stembureaus voorkomen? Bij de eisen waaraan het stembureau moet voldoen missen deze leden die van een goede ventilatie. Hoe is dat geregeld?

5. Uitstellen van de verkiezingen

De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de Minister als planning voor zich ziet voor de komende weken. De Minister heeft toegezegd eind februari met een nieuwe stand van zaken brief te komen. Wat kan er in die weken daarna nog gebeuren als bijvoorbeeld blijkt dat de huidige maatregelen ten behoeve van het verkiezingsproces onvoldoende zijn om in een mogelijke nieuwe piek, die dan op ons af zou kunnen komen, de verkiezingen veilig door te kunnen laten gaan? Hoeveel wendbaarheid is er dan nog om nog meer extra maatregelen te nemen? En wat voor mogelijke extra maatregelen zouden dat dan nog kunnen zijn?

De leden van de SP-fractie lezen dat uitstel van de verkiezingen op dit moment niet aan de orde is. Aangezien de situatie in maart nog niet bekend is hebben zij daar begrip voor. Zij hoorden echter de Minister president antwoorden dat de situatie op dit moment niet ernstig genoeg is voor uitstel van de verkiezingen. Dit was tijdens de aankondiging van de avondklok. Kan er aangegeven worden wanneer en onder welke voorwaarden er wel tot een dergelijk besluit wordt overgegaan? Als er nogmaals wordt gekozen voor de invoering van een avondklok hoe werkt dit dan voor de opening van de stembureaus?

De leden van de PvdA-fractie lezen dat de Minister stelt dat als de verkiezingen toch uitgesteld moeten worden, dat de wet die daarvoor nodig is uiterlijk in de week van 8 maart in het parlement behandeld zal moeten worden. Waarop is deze stelling, anders dan de juridische kant van de wetgeving, op gebaseerd? Hoe beziet de Minister in dit licht de mening van professor Voermans dat uiterlijk 1 februari tot uitstel besloten moet worden?

De leden van de ChristenUnie-fractie delen het uitgangspunt van de Minister om de verkiezingen op 17 maart zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen en onderschrijven dat sprake is van groot maatschappelijk belang bij het doorgang kunnen vinden van de verkiezingen.

De leden van de ChristenUnie-fractie hechten aan doorgang van de verkiezingen op 17 maart 2021. Zij constateren dat hetzelfde coronamaatregelenpakket is verlengd tot 2 maart. Zij vragen welke invloed dit heeft op de verkiezingen en de voorbereidingen daartoe en met welke scenario’s richting 17 maart rekening wordt gehouden.

De leden van de PvdD-fractie lezen dat de Minister uitstel overweegt. Kan de Minister aangeven of zij dan voldoende tijd en ruimte heeft en neemt om bijvoorbeeld het briefstemmen wel voor alle stemgerechtigden beschikbaar te maken? Iets dat nu, vooral vanwege uitvoerbaarheidsaspecten, nog niet is doorgevoerd.

Welke stappen kunnen nu al genomen worden om, indien de Minister tot uitstel besluit, briefstemmen voor iedereen mogelijk te maken?

De leden van de 50PLUS-fractie brengen in herinnering dat zij het laatste halfjaar bij de verschillende overleggen en wetsbehandelingen aandacht hebben gevraagd voor de gevaren die het houden van verkiezingen in tijden van corona met zich mee kan brengen. Waar eerst nog een beroep gedaan kon worden op de mate van onzekerheid over de ontwikkeling van de pandemie moet nu geconstateerd worden dat er voor optimisme helaas geen plaats meer is.

Voor alle helderheid, uitstel van verkiezingen is nooit voor deze leden een doel geweest. Maar ons doel zijn wel verkiezingen waaraan iedereen zonder angst voor de eigen gezondheid moet kunnen deelnemen, zeggen deze leden.

Deze verkiezingen mogen best als coronaverkiezingen de geschiedenisboekjes ingaan, maar dan wel omdat de kiezers zich konden uitspreken over het beleid inzake corona. Maar niet omdat midden in de derde golf de voortgaande pandemie kiezers bang waren om hun stem uit te brengen en de opkomst daarom ook lager was omdat met name kwetsbaren hun stem niet konden uitbrengen, menen zij.

Zelfs de modellen over verspreiding van het virus en geprognotiseerde bedbezetting in ziekenhuizen en ic’s waarin rond 17 maart sprake was van een opgaande lijn tot een vergelijkbaar niveau van rond de kerst, blijken niet pessimistisch genoeg te zijn geweest. Dat roept de vraag bij deze leden op waar voor de Minister de rode lijn getrokken wordt over het wel of niet doorgaan. De Britse variant van het virus geeft nog eens extra brandstof aan de verkiezingen als een mogelijk superspread-event. Welke drempelwaarden qua besmetting en beroep op de zorg worden gehanteerd voor een «go of no go»? Waar in de samenleving in toenemende mate stemmen opklinken om meer doden te accepteren in het kader van het loslaten van beperkingen, is de vraag hoe de Minister het door laten gaan van de verkiezingen op 17 maart in het licht van deze discussie beschouwt.

Welke prijs qua gezondheidsschade en oversterfte vindt zij aanvaardbaar in deze? Wat is voor de Minister een aanvaardbare lagere opkomst? Dat zijn vragen die leven bij deze leden.

In het algemeen is de vraag welke geldende beperkingen op sociaal, maatschappelijk en economisch gebied mogen nog bestaan terwijl de verkiezingen wel gehouden worden. Om het even scherp te stellen: mogen we thuis nog beperkt mensen ontvangen, maar kunnen we wel met buren, vrienden etc op anderhalve meter afspreken in de wachtrij bij het stembureau?

Waar er nu een routekaart voor een exitstrategie uit de lockdown is, zouden de leden van de 50PLUS-fractie graag een vergelijkbaar schema willen ontvangen inzake het niet door kunnen laten gaan van de verkiezingen op 17 maart. De verkiezingen zijn een gebeurtenis die veel mensen op de been brengen en daarmee potentiële besmettingshaarden zal opleveren.

Uitstel van verkiezingen tot dat de vaccinatiestrategie het beoogde resultaat heeft opgeleverd, is het overwegen meer dan waard. Welke relatie ziet de Minister tussen de vaccinatiegraad en het houden van de verkiezingen?

Hoe kan de Minister zo zeker zijn van haar zaak dat het evenement dat Tweede Kamerverkiezingen heet, veilig te houden is, zo vragen de aan het woord zijnde leden, aangezien de verkiezingen al over ongeveer 6 weken zijn gepland? Het is immers goed mogelijk dat de piek van de derde golf in maart al plaatsvindt. De Britse variant is nog lang niet onder controle.

Inmiddels is zoveel tijd verstreken dat alle voorzienbare problemen waarschijnlijk ook niet meer op te lossen zijn voor 17 maart, vrezen deze leden. Weliswaar wordt aan het einde van de brief de mogelijkheid tot uitstel niet per definitie uitgesloten maar hoe verder de tijd voortschrijdt, hoe minder ordelijk het proces van uitstel zal kunnen verlopen.

Kan worden aangegeven tot welke afspraken met de Raad van State is gekomen in het kader van de noodzakelijke wetsbehandeling indien er tot uitstel moet worden besloten, vragen deze leden voorts.

6. Overige aandachtspunten

Exitpolls

De leden van de VVD-fractie lezen dat er overleg heeft plaatsgevonden met de peilbureaus. De Minister schrijft dat «alle bureaus die aanwezig waren bij het overleg» onderschrijven dat de uitkomsten van de exitpolls, welke ook op 15, 16 en 17 maart worden gehouden, niet voor woensdag 17 maart 21.00 uur openbaar gemaakt moeten worden. De leden van de VVD-fractie spreken de wens uit dat ook dienovereenkomstig wordt gehandeld. Waren er belangrijke bureaus níet aanwezig bij dit overleg, zo vragen zij de Minister. Zo neen, is de Minister alsnog bereid met deze bureaus in overleg te gaan? Zo neen, waarom niet?

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de Minister overlegd heeft gevoerd met de bureaus die peilingen en exitpolls publiceren. Deze leden zijn ook blij dat de exitpolls niet voor woensdag 17 maart 21.00 uur worden gepubliceerd. De Minister schrijft hierbij dat alle bureaus die aanwezig waren bij het overleg dit hebben toegezegd. Betekent dit dat er ook nog (grote) bureaus zijn die niet aanwezig waren en dus mogelijk toch exitpolls publiceren voor 17 maart 21.00 uur? Zo ja, kan de Minister aangeven of dit bureaus betreft die tijdens eerdere verkiezingen ook exitpolls hebben gepubliceerd? En kan de Minister ook aangeven of zij alsnog met deze bureaus in gesprek gaat?

De leden van de SP-fractie zijn blij dat de peilbureaus hebben aangegeven geen peilingen te publiceren tot de stembureaus gesloten zijn. Kan de Minister aangeven welke peilbureaus zij heeft gesproken?

De leden van de PvdD-fractie lezen verder dat er uitvoering word gegeven aan de motie-Öztürk over het (vroegtijdig) publiceren van de exitpolls. De Minister geeft aan dat met alle «aanwezige bureaus» overeengekomen is niet vroegtijdig exitpolls kenbaar te maken. Zijn er organisaties die normaal gesproken ook exitpolls publiceren die niet aanwezig waren bij dat overleg? Zo ja, om welke organisaties gaat het?

Kiezers buitenland en briefstemmen

De leden van de VVD-fractie lezen dat voor kiezers in het buitenland een van de opties om een stem uit te brengen het afgeven van een briefstem bij een Nederlandse ambassade is. Eerder is aangegeven dat briefstemmen vanuit het buitenland tot uiterlijk 22 maart ontvangen kunnen worden in Den Haag. Tot wanneer is het voor kiezers in het buitenland mogelijk hun briefstem bij een Nederlandse ambassade af te geven? Betekent deze optie dat zij mogelijk tot na de verkiezingsdag in Nederland een geldige stem kunnen uitbrengen? Zij vragen de Minister hierop in te gaan.

Ten aanzien van het briefstemmen vragen de leden van de christenUnie-fractie of de voorbereidingen naar behoren verlopen of dat daar momenteel nog knelpunten in spelen. Genoemde leden hebben met instemming kennisgenomen van het bericht dat met PostNL nadere afspraken zijn gemaakt over het vaker legen van de stembussen.

Gebruik ondersteunende software

De leden van de VVD-fractie vragen of er bij de uitwerking van een voorstel voor de controle van de juiste werking van OSV gebruik is gemaakt van de expertise van de Stichting tegen Hackbare Verkiezingen? Zo neen, waarom niet? Deelt u de mening van de leden van de VVD-fractie dat deze groep, die hoogleraren cybersecurity en diverse cybersecurityexperts vertegenwoordigt, met hun kennis van belangrijke waarde kan zijn voor het ministerie? Ook vragen de leden van de VVD-fractie of er bij het uitgewerkte voorstel rekening is gehouden met een hack bij bijvoorbeeld één of enkele grote gemeenten, iets wat mogelijk minder gauw ontdekt wordt. Onderschrijft de Minister dat ook een kleinschalige hack in potentie een groot gevolg kan hebben? Zij vragen de Minister hierop in te gaan.

Diversen

Tijdens het debat in december over de wijziging van de Kieswet heeft de Minister via een nota van wijziging de datum aangepast waarop de nieuwe Kamer geïnstalleerd zal worden, zodat het gehele proces van tellen en vaststellen van de verkiezingen zorgvuldig kan geschieden. De leden van de fractie van GroenLinks zouden het waarderen als er een compleet schematisch overzicht met alle relevante data komt. Kan de Minister voor de volledigheid daarom een schematisch overzicht van alle belangrijke data in het verkiezings- tel- en vaststellingsproces aan de Kamer doen toekomen zodat het voor iedereen precies duidelijk is wat, wanneer en door wie moet gaan gebeuren?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen welke maatregelen er zullen gelden voor de BES-eilanden en of de maatregelen daar als afdoende worden beschouwd.

Naar boven