2020D46537

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2020

Hierbij stuur ik u de reactie op uw verzoek inzake de toelaatbaarheid van onderlinge afspraken tussen speciaal onderwijs, Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek en gemeente Stein inzake afgeven toelaatbaarheidsverklaring (TLV) speciaal onderwijs. Excuses voor het feit dat toen niet daarover een reactie aan uw Kamer is verstuurd. De brief van deze mevrouw is op 11 juni 2019 aan haar beantwoord.

De strekking was als volgt:

Scholen mogen met het samenwerkingsverband en gemeente afspraken maken over procedures en termijnen voor de aanvraag van een toelaatbaarheidsverklaring. Het is echter niet toegestaan om leerlingen bij voorbaat uit te sluiten op basis van hun leeftijd of los van hun ontwikkel- en leertraject.

De verantwoordelijkheid voor het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring ligt bij de school. De leerkrachten kennen hun leerlingen immers het beste en kunnen inschatten of een leerling nog baat heeft bij het volgen van onderwijs of juist toe is aan uitstroom naar arbeidsmarkt of dagbesteding. Het is gebruikelijk dat zij hierover overleggen met ouders (en gemeente).

Het samenwerkingsverband geeft op basis van de aanvraag van de school vervolgens een tlv af. Als er geen tlv wordt afgegeven, kunnen school en de ouders bezwaar maken bij het samenwerkingsverband. Ook bestaat de mogelijkheid om een onderwijsconsulent in te schakelen of om naar de geschillencommissie te gaan als een passend aanbod ontbreekt.

Zoals ik richting Uw Kamer en de samenwerkingsverbanden al vaker heb aangeven, mogen leerlingen in het vso blijven tot het einde van het jaar waarin zij 20 worden. Daarna mogen zij met ontheffing van de inspectie van het onderwijs ook nog in het onderwijs blijven als daardoor de kans op een diploma of werk vergroot wordt.

Op 30 januari 2020 heb ik een brief gestuurd aan alle samenwerkingsverbanden, waarin duidelijk is aangegeven dat het ontwikkelingsperspectief van de leerling bepalend is als het gaat om het maken van de afweging van wat het beste past bij de leerling: een voortgezet verblijf in het onderwijs of de overstap naar een vervolgbestemming, zoals dagbesteding. Onlangs heb ik via de sectorraden en het steunpunt passend onderwijs daar nogmaals aandacht voor gevraagd.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven