Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2020D46185 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 2020D46185 |
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de aan de Minister van Defensie over de videoteleconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken met de ministers van Defensie van 20 november 2020.
De voorzitter van de commissie, De Vries
Adjunct-griffier van de commissie, Mittendorff
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken betreffende de EU Defensieraad. Graag maken zij hier enkele opmerkingen over en stellen zij de Minister een aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie zijn geen voorstander van een substantiële rol voor het Europees parlement in PESCO. Zij vragen of de Minister deze opvatting deelt en of zij dat wil bepleiten.
Voorts steunen de leden van de VVD-fractie de kabinetslijn om nu vooral voortgang te boeken bij de uitvoering van projecten en ambities rond PESCO, in plaats van weer allerlei nieuwe doelen te stellen. Het gaat er voor deze leden vooral om dat Europese defensiesamenwerking leidt tot meer interoperabiliteit en slagkracht.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat er een akkoord is bereikt over deelname van derde landen aan PESCO-projecten. Zij vragen of de Minister van plan is om op basis van dit resultaat te spreken met landen, die niet in de EU maar wel in de NAVO zitten, over hun bijdrage aan het door Nederland geleide project over militaire mobiliteit. Voorts vragen de leden van de VVD-fractie bij welke andere projecten er nog meer kansen zijn voor een waardevolle bijdrage door landen van buiten de EU.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de geannoteerde agenda voor de videoteleconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 november 2020 en de verslagen van de RBZ van 12 mei en 26 augustus 2020. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen of de penibele relatie met NAVO-bondgenoot Turkije ook van invloed is op operatie Irini en of de Nederlandse inzet zal zijn om dit in Europees verband verder te bespreken.
De leden van de D66-fractie vragen of het overkoepelende defensiedoel van PESCO voldoende duidelijk is voor de participerende lidstaten. Aangezien het strategisch kompas nog niet is afgerond wordt er soms getwijfeld aan de eenduidigheid en coherentie van de veiligheids- en defensie-initiatieven die zijn gestart. Daarbij willen de leden van de D66-fractie vragen of PESCO ook geïntegreerd wordt met andere defensieprojecten die de EU de afgelopen jaren heeft gelanceerd. Deze leden vragen, tot slot over PESCO, of de integratiekansen op het gebied van PESCO, die de coronacrisis biedt, voldoende worden aangegrepen om wellicht nieuwe PESCO-projecten te starten of lopende projecten nieuw leven in te blazen.
De leden van de D66-fractie willen vragen wat de verwachtingen zijn van de Minister over de invulling van het strategisch kompas? Kan de Minister erop aandringen dat de lidstaten het inlichtingenproduct van de Single Intelligence Analysis Capacity (SIAC) als leidraad zullen meenemen in hun nationale beleid zo lang het strategisch kompas nog niet volledig ontwikkeld is. Ook het gegeven dat lidstaten te weinig toewijding zouden tonen voor het GVDB achten deze leden zorgwekkend. Zij vragen of er bindende EU-afspraken zijn die Nederland overweegt om, met licht op de urgentie om strategisch autonoom te worden, de defensiesamenwerking op dit vlak te doen versnellen.
De leden van de GroenLinks-fractie danken de Minister voor het toesturen van de geannoteerde agenda. Zij hebben enkele vragen.
De EDEO heeft in haar evaluatie van het PESCO-systeem geconcludeerd dat de uitvoering van bindende afspraken onvoldoende is. De leden van de GroenLinks-fractie vragen of, en zo ja hoe, lidstaten worden aangesproken op het niet naleven van afspraken in het kader van PESCO, en welk perspectief dit biedt op betere naleving van gemaakte afspraken in de toekomst.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe Nederland scoort op het naleven van de bindende afspraken. Zij vragen de Minister of zij dit per PESCO-project inzichtelijk kan maken. Ook vragen deze leden hoe de Minister de naleving van afspraken door Nederland gaat verbeteren, indien Nederland niet op alle punten voldoende scoort.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Kamer periodiek kan worden geïnformeerd over de voortgang van de naleving van gemaakte afspraken in het kader van PESCO en de algehele voortgang van PESCO-projecten.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister te reageren op het verzoek van het Europees parlement om nauwer betrokken te worden bij (de uitvoering van) PESCO. Zij vragen of de Minister bereid is om hier aandacht voor te vragen bij de raad en de Europese Commissie te verzoeken hierin te bewilligen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met zorg kennisgenomen van de conclusie dat lidstaten onvoldoende commitment tonen voor de huidige GVDB-missies en operaties en dat de capaciteiten van de krijgsmachten van de lidstaten nog te gefragmenteerd zijn. Deze leden vragen of de Minister deze zorgen deelt. Indien dit het geval is, vragen deze leden welke mogelijke routes zij ziet richting het bevorderen van krijgsmacht-integratie en het verhogen van het commitment aan GVDB-missies en operaties.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het klopt dat lidstaten, waaronder ook Nederland, niet alle door de EDA gevraagde gegevens aanleveren. Indien dit klopt, vragen deze leden waarom dit zo is.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister of zij bereid is een politieke discussie over CARD te agenderen. Deze leden vragen hierbij specifiek of de Minister bereid is voor te stellen om deelname aan en de werking van CARD bindend te maken, in lijn met het AIV-advies terzake.
De leden van de SP-fractie stellen dat, als hun teller goed is afgericht, er nu drie posten zijn die voor een Europees militair programma of ten behoeve van Europese defensiepolitiek worden ingezet. Zij vragen of de hier volgende opsomming van de drie beleidslijnen juist is. Indien dat niet het geval is, vragen zij de Minister aan te geven hoeveel en welke militaire programma’s op dit moment in werking zijn.
Het gaat deze leden ten eerste om het EDF dat, hoewel met veel ambities aan het begin van het jaar in de beslismarathon van de Europese top zowat gehalveerd is, in de besprekingen voor een nieuw Meerjarig Financieel Kader wordt meegenomen. Het Europees parlement heeft op 12 november 2020 om extra honderden miljoenen voor het EDF gevraagd. De leden van de SP-fractie vragen of Nederland bereid is daaraan bij te dragen en zo ja, hoe.
Ten tweede wijzen de leden van de SP-fractie op het Europees Defensie Agentschap dat nu voor 37 miljoen euro per jaar op de begroting staat. Deze leden vragen wat naar het inzicht van de Minister de redenen zijn van de vertraging zijn en of die traagheid ook de ontwikkeling van het EDA betreft. De leden van de SP-fractie vragen of alle lidstaten alle gegevens hebben en hun bijdragen voor het EDA voldaan hebben. Deze leden vragen wat er nog ontbreekt.
Tenslotte wijzen de leden van de SP-fractie op de Europese Vredesfaciliteit voor 5 miljard euro in de komende meerjarenbegroting van de EU. Zij vragen of de Minister zich haar uitspraak herinnert tijdens de behandeling op 21 november 2018 van de Defensiebegroting 2019, herinnert dat zij niet weet wat de Europese Vredesfaciliteit «op dit moment» precies inhoudt en dat zij geen idee heeft hoeveel geld het zou moeten zijn waaraan dat besteed zou moeten worden? De Minister zei: «we moeten eerst veel meer weten». De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister nu in de tussentijd weet en of er de afgelopen twee jaar meer is dat dat bedrag rechtvaardigt. Zij vragen de Minister dat toe te lichten.
De leden van de SP-fractie stellen dat de koers die in 2016 is ingezet, een eigen Europese militaire politiek, verder wordt uitgewerkt. Ondanks de voortzetting van een Europese militaire politiek is het volgens hen de vraag of dat gebeurt in het tempo dat de laatste jaren was voorzien. Dat leidt de leden van de SP-fractie tot een aantal vragen en opmerkingen. Zij vragen of er een EU-dreigingsanalyse is en of deze openbaar beschikbaar is.
Met betrekking tot PESCO hebben de leden van de SP-fractie de volgende vragen en opmerkingen. Het heeft er volgens hen alle schijn van dat in de slepende kwestie over derde landen een belangrijke stap is genomen. Deze leden vragen de minmister toe te lichten hoe de jarenlange onderhandelingen verlopen zijn en wat de doorslaggevende ontwikkelingen bij deze beslissing waren. Wat was daarbij in detail de Nederlandse positie? Kan de Minister bevestigen dat Turkije niet mee mag doen? Was dat overeenkomstig haar opvatting en heeft zij ermee ingestemd en had het niet haar voorkeur? Kunt de Minister tevens bevestigen dat de VS, Canada, Groot-Brittannië wel mogen deelnemen? Zijn daarvoor aparte regelingen getroffen of gelden voor de wel deelnemende derde landen? Zo vragen de leden van de SP-fractie.
De leden van de SP-fractie stellen dat de opvolging van de PESCO-afspraken gebrekkig gaat. Van de voorgenomen snelle voortgang is naar hun opvatting geen sprake. Zij vragen wat de waardering van de Minister is voor de gebrekkige opvolging van de beloften om 20 bindende afspraken van PESCO uit te voeren? Deze leden vragen de Minister aan te geven of Nederland aan de voorgenomen afspraken voldoet. Indien er geen gevolgen zijn, wat betekent dit voor de geloofwaardigheid van PESCO? Wat betekent de trage uitvoering voor het merendeel van de 47 projecten die nog niet op operationeel vermogen zijn gekomen? Zo vragen de leden van de SP-fractie.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2020D46185.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.