2020D42742 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 9 september 2020 inzake de Opzet en vraagstelling van de beleidsdoorlichting van artikel 16 Wetenschapsbeleid (Kamerstuk 31 511, nr. 42).

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De griffier van de commissie, De Kler

Nr.

Vraag

   

1

Waarom staat de bijdrage aan de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor het praktijkgericht onderzoek in de begroting op artikel 6 en niet op artikel 16?

2

Valt het onderzoek dat hogescholen (kunnen) doen binnen de stelselverantwoordelijkheid van de Minister en derhalve binnen de scope van de beleidsdoorlichting?

3

Hoe komt het dat sommige posten onder «bijdrage aan (inter)nationale organisaties» vallen en andere posten onder artikel 8 Internationaal beleid?

4

Wat wordt de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over het budget van Horizon Europe? Hoe wordt het effect hiervan op het wetenschapsstelsel meegenomen in de beleidsdoorlichting?

5

Heeft u signalen ontvangen dat de Nederlandse inzet bij internationale verdragen onvoldoende is?

6

Kunt u specificeren hoe u de balans tussen gebonden en ongebonden onderzoek meeneemt in de beleidsdoorlichting?

7

Hoe worden de effecten van de coronacrisis op het wetenschapsstelsel meegenomen in de beleidsdoorlichting?

8

In hoeverre en op welke wijze worden de gevolgen van tijdelijke contracten van (jonge) wetenschappers, zoals toegenomen werkdruk, meegenomen in de beleidsdoorlichting?

9

Voorziet de onderzoeksopzet in het betrekken van (het perspectief van) wetenschappers, onderzoekers en andere geïnteresseerde burgers, zoals wetenschapsjournalisten, bij de beleidsdoorlichting?

Naar boven