2020D39621 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden over de Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35 570 XIV, nrs. 1 en 2).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Jansma

Nr.

Vraag

   

1.

Wat is de stand van zaken met betrekking tot het overleg met de agrarische sector over de eventuele vorming van een calamiteitenreserve in de fiscaliteit en de door de sector in dit verband ingediende voorstellen (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 95; beantwoording schriftelijke vragen Bisschop en Stoffer, 3 maart 2020, Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1925)? Waarom is er niet voor gekozen een dergelijke calamiteitenreserve per 2021 in te voeren?

2.

Zijn er in 2021 middelen beschikbaar voor het opzetten van een Landelijk Expertisecentrum risicohonden? Zo nee, waarom niet?

3.

Wanneer had een Nederlands slachthuis voor het laatst te maken met een coronabesmetting?

4.

Wanneer neemt u een beslissing over de verdere inzet van de Mobiele Dodings Unit (MDU)?

5.

Hoeveel medewerkers van nertsenhouderijen zijn besmet geraakt met het coronavirus via een nerts?

6.

Welk percentage boeren voert momenteel met reststromen?

7.

Kloppen de signalen dat veel minder varkensboeren dan verwacht willen meedoen aan de warme sanering van de varkenshouderijen? Zo ja, welke actie gaat u ondernemen ten gevolge hiervan?

8.

Hoeveel boeren hebben gebruik gemaakt van het Jonge Boerenfonds?

9.

Hoeveel legale en illegale wilde dieren zijn in 2019 Nederland binnengekomen of geïmporteerd?

10.

Hoe vaak onderschept de douane op Schiphol en de Rotterdamse haven illegale wilde dieren of planten per jaar en kunt u een overzicht geven uit welke landen deze dieren en planten komen?

11.

Hoe vaak heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in 2019 en 2020 gecontroleerd op reptielenbeurzen?

12.

Bij hoeveel vluchten per jaar afkomstig uit Suriname wordt gecontroleerd of illegale dieren van boord komen?

13.

Hoeveel extra natuur wilt u de komende jaren realiseren, door bijvoorbeeld natuurgebieden te verbinden en bufferzones te creëren?

14.

Hoeveel hectare bufferzones wilt u creëren de aankomende jaren?

15.

Uit welke subsidiepot komt de beoogde extra 1 miljoen euro ten behoeve van de regeling «niet productieve investeringen weide- en akkervogels», zoals aangegeven in Kamerstuk 21 501-32, nr. 1248?

16.

Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van de afspraak uit het Klimaatakkoord over de verduurzaming van het rijkswagenpark van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) in 2019, 2020 en 2021 in de vorm van een overzicht van het absolute aantal voertuigen en het percentage dat emissieloos is?

17.

Heeft u dit jaar de doelstelling van 20 procent emissieloze voertuigen gerealiseerd binnen uw ministerie en wat is de voortgang ten aanzien van het doel uit het Klimaatakkoord van een per 2028 volledig emissieloos Rijkswagenpark?

18.

Heeft u reeds de nodige voorzieningen gerealiseerd of heeft u plannen gemaakt voor het realiseren van de benodigde laadinfrastructuur op de Rijksgebouwen en overige Rijkskantoren en locaties, zoals voorzien het Klimaatakkoord?

19.

Heeft u het departementale uitvoeringsplan voor de verduurzaming van het Rijkswagenpark gericht op 50% CO2-reductie in 2025 voor het Ministerie van LNV al vastgesteld? Zo nee, wanneer is de verwachting dat dit plaatsvindt?

20.

Kunt u met kengetallen de ontwikkeling weergeven van het consumentenvertrouwen in biologische producten, zoals ook de ontwikkeling is weergegeven van het vertrouwen van Nederlandse consumenten in de veiligheid van voedsel?

21.

Kunt u toelichten waarom de financiële informatie over de LNV-subsidies in het overzicht in de ontwerpbegroting van Economische Zaken en Klimaat (EZK) niet aansluit op de financiële informatie in de LNV-ontwerpbegroting zelf?

22.

Hoe komt het dat het Inspectierapport Dolfijnen pas een jaar na verschijning naar de Kamer is gestuurd?

23.

Wat is het percentage koppels vleeskuikens met geconstateerde ernstige welzijnsafwijkingen in Nederlandse slachterijen uit respectievelijk Nederland, België en Duitsland?

24.

Wat is de verklaring van het hoge aantal vleeskuikens met relatief veel ernstige welzijnsafwijkingen dat volgens de NVWA vanuit België en Duitsland aankomt in Nederlandse slachterijen?

25.

Kunt u aangeven of er bij slachterijen onderling verschillen zijn in het percentage koppels vleeskuikens met ernstige welzijnsafwijkingen vanuit België en Duitsland en wat deze verschillen zijn?

26.

Waar wordt het vlees afgezet van de koppels vleeskuikens met ernstige welzijnsafwijkingen afkomstig uit België en Duitsland?

27.

Wat is het interventiebeleid van de NVWA met betrekking tot hittestress op warme zonnige dagen boven de 30 graden Celsius voor dieren in de wei?

28.

Is het verplicht voor schaduw te zorgen voor dieren die op zonnige dagen boven de 30 graden Celsius urenlang in de wei staan?

29.

Hoeveel kippen en/of pluimveeproducten vanuit Thailand importeert Nederland op jaarlijkse basis?

30.

Hoeveel eendagskuikens en broedeieren worden jaarlijks vanuit Nederland naar Thailand geëxporteerd?

31.

Is een fixed budget van 1,4 miljoen euro voor onderzoek bij katten in relatie tot COVID-19 in verhouding overwegende dat grotere groepen dieren en mensen in hun gezondheid geschaad kunnen worden door de overdracht van besmettelijke ziekten en dat de economische effecten hiervan grootschalig en zeer schadelijk zijn?

32.

Nu we weten dat het risico op besmettingen zich niet enkel in de veehouderij voordoet maar ook op onder meer beurzen en tentoonstellingen van dieren (bijv. vogelmarkten, maar ook in de fok en de (internationale en nationale) handel in dieren, hoe verhoudt de opzet en de aard van het Diergezondheidsfonds zich daartoe en wat bent u van plan om preventief en structureel ook na deze crisis hieraan te doen?

33.

Kunt u het totaal aan kabinetsuitgaven aan proefdiervrije innovatie schetsen?

34.

Wat zijn de concrete beleidsdoelen van de toegekende bijdrage – gedurende 3 jaar 0,4 miljoen euro – aan de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw) voor het programma «»Meer kennis met minder dieren»»?

35.

Hoe staat het met het instellen van een omschakelfonds voor boeren ter omschakeling naar kringlooplandbouw?

36.

Welke definitie van kringlooplandbouw wordt gehanteerd in de context van het omschakelfonds?

37.

Welke randvoorwaarden worden er aan subsidie gesteld binnen het omschakelfonds?

38.

Welk budget wordt er voor het omschakelfonds uitgetrokken?

39.

Kunt u een toelichting geven ten aanzien van welk deel van de begroting met welke organisaties en instellingen wordt gepraat gezien het gegeven dat de agrarische sector de afgelopen periode meermaals heeft aangegeven zich niet door u gehoord te voelen bij de door u genomen maatregelen?

40.

Kunt u aangeven welke wetsvoorstellen deze kabinetsperiode nog naar de Kamer zullen komen?

41.

Hoe wordt het traject van een beleidsidee tot een Kamerbrief, wetsvoorstel en/of actieplan normaliter vormgegeven?

42.

Hoeveel stalbranden hebben er tot op heden over 2020 plaatsgevonden en hoeveel dieren zijn daarbij omgekomen?

43.

Klopt het dat een deel van de begroting van LNV onder de Officiële ontwikkelingshulp (ODA) middelen valt? Zo ja, welk deel en waarvoor wordt dit aangewend?

44.

Op welke dossiers en op welke wijze staat u in contact of werkt u samen met de Nederlandse of een buitenlandse tak van Greenpeace?

45.

Hoeveel hectare aan bermen worden er door de rijksoverheid beheerd?

46.

Wat is de staat van de bermen in handen van rijksoverheid?

47.

Hoeveel kost bermbeheer door de rijksoverheid?

48.

Hoeveel zou het kosten als het bermbeheer bestaat uit één keer maaien en afvoeren?

49.

Met hoeveel procent is de binnenlandse emissie van stikstof afgenomen of toegenomen sinds de uitspraak van de Raad van State op 29 mei 2019 over het Programma Aanpak Stikstof (PAS)?

50.

In hoeveel procent van de hectares van de voor stikstof gevoelige gebieden wordt de kritische depositiewaarde voor stikstof op dit moment overschreden?

51.

Kunt u toelichten waarop de 5 miljard euro voor een structurele stikstofaanpak is gebaseerd en waaruit blijkt dat dit voldoende is?

52.

Vanaf wanneer kunnen de provincies aanspraak maken op de budgetten die bedoeld zijn voor de structurele aanpak van stikstof?

53.

Is er bij de uitwerking van bronmaatregelen voldoende geld beschikbaar om alle veehouders die willen stoppen uit te kunnen kopen?

54.

Hoeveel bedrijven in de agrarische sector telde Nederland in 2017?

55.

Hoeveel agrarische bedrijven zijn er op dit moment?

56.

Wat is uw verwachting over de ontwikkeling van het aantal agrarische bedrijven het komende jaar?

57.

Hoe ontwikkelt het tekort aan dierenartsen bij de NVWA zich momenteel en is de wervingscampagne voor nieuwe medewerkers succesvol?

58.

Wat is de stand van zaken op uw voorgenomen herbezinning op het slachtproces en kunt u de Kamer informeren over de voortgang?

59.

Bent u er zeker van dat alle verplichtingen/verantwoordelijkheden van door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) erkende stamboekorganisaties die voortvloeien uit de erkenningsvoorwaarden zoals genoemd in de Europese zoötechnische regelgeving in Nederland juist zijn geregeld, en dan met name van de destijds geldende richtlijn 2009/157/EG, waarin beschreven wordt wat er in een stamboek wordt vastgelegd, en beschikking 84/247/EEG waarin in bijlage onder lid 2a wordt vermeld dat erkende stamboekorganisaties in staat moeten zijn om de voor het bijhouden van de afstamming vereiste controles uit te voeren? Worden deze controles uitgevoerd? Zo ja, waaruit blijkt dat?

60.

Over welke stukken beschikt u m.b.t. controles op de afstamming (verantwoordelijkheid van erkende stamboekorganisaties die stamboeken bijhouden) in relatie tot de fraude met Identificatie & Registratie (I&R) en de rol van erkende stamboekorganisaties hierin?

61.

Kunt u beschrijven wat de rol is van de RVO en de NVWA in het kader van de controle van erkende stamboekorganisaties?

62.

Kunt u aangeven of RVO en/of de NVWA controles uitvoeren of uitgevoerd hebben bij erkende stamboekorganisaties in het kader van de I&R-fraude?

63.

Wordt in het kader van de handhavingsrol van de overheid m.b.t. de zoötechnische regelgeving nagegaan of erkende stamboekorganisaties de (afstamming)controles doeltreffend uitvoeren? Zo ja, waaruit blijkt dat?

64.

Hoe verhouden de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de zoötechnische regelgeving zich tot hetgeen wat in de notulen van het overleg van 13 februari 2018 (zie: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/wob-verzoeken/2020/02/18/besluit-op-wob-verzoek-over-runderen, pagina 29) wordt vermeld door het stamboek en klopt het dat het stamboek geen formele basis heeft om cross checks te kunnen doen?

65.

Bent u van mening dat erkende stamboekorganisaties door het bijhouden van een stamboek ook een verantwoordelijkheid hebben in de controle op de juistheid van de I&R-registratie?

66.

Welke acties heeft u ondernomen om er zeker van te zijn dat de controles van erkende stamboekorganisaties op doeltreffende en onafhankelijke wijze uitgevoerd worden door erkende stamboekorganisaties?

67.

Kunt u een overzicht geven (per oud productschap en onderscheiden diercategorie) van hoeveel liquide middelen er nog beschikbaar zijn en per wanneer een sector over de overgebleven financiële middelen kan beschikken?

68.

Hoe verhoudt zich het hoge ambitieniveau voor de transitie in de plantaardige sectoren zich tot het relatief lage budget dat ervoor beschikbaar wordt gesteld?

69.

Waarom wordt een vereniging als Agrodis niet betrokken bij het realiseren van de doelen die gesteld worden in het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030?

70.

Gaat de wet met de structurele aanpak stikstof gelden voor de hele bouwsector, en dus ook voor het bouwen aan de dijken, het watersysteem en de afvalwaterzuiveringen?

71.

Hoe gaat u invulling geven aan de besteding van de middelen voor de sanering van de kottervloot nu de visserijsector niet aan tafel komt bij het Noordzeeoverleg, terwijl de middelen ter beschikking zijn gekomen in het kader van het Noordzeeakkoord, dat door de visserijsector is afgewezen?

72.

Op welke wijze gaat u met de provincies de monitoring vormgegeven van de substantieel extra middelen voor natuur die vanaf 2021 tot met 2030 beschikbaar komen?

73.

Hoe hebben veehouders de zekerheid dat de gegevens in hun bedrijfsmanagementsysteem (grotendeels verzorgd door het erkende stamboek) juist zijn?

74.

Waarom gaat er naar deze posten extra geld ten opzichte van de Miljoenennota?

75.

Hoe kan het dat in de begroting voor het Ministerie van LNV op pagina 3 wordt aangegeven dat er 2.065 miljoen euro wordt uitgegeven, terwijl op pagina 208 van de Bijlagen bij de Miljoenennota naar voren komt dat het Ministerie van LNV 2.033 miljoen euro uitgeeft in 2021? Waarom gaat er naar deze posten extra geld ten opzichte van de Miljoenennota?

76.

Waarom vervalt het budget voor vermogensversterkende kredieten?

77.

Hoe kan het dat u in uw eigen begroting op pagina 3 aangeeft € 2.065 miljoen euro uit te geven terwijl op pagina 208 van de Bijlagen bij de Miljoenennota staat dat LNV € 2.033 miljoen euro uitgeeft in 2021?

78.

Welke indicatoren en kengetallen overweegt u om vanaf 2022 op te nemen in de begroting en waarom deze indicatoren en kengetallen (bijvoorbeeld de indicatoren «verdienvermogen boer» en «innovatie»)?

79.

Wat is de reden om de indicatoren «excretie fosfaat en stikstof uit dierlijke mest» pas in de begroting voor 2022 op te nemen en niet in de begroting voor 2021?

80.

Wat wordt bij de excretie van stikstof uit dierlijke mest precies bedoeld: alle stikstofverbindingen, nitraat, of ammoniak? Wordt dit gemeten of berekend, en op welke manier?

81.

Op welke manier kunt u als betrouwbare partner fungeren, zeker gezien het niet of nauwelijks luisteren naar de sector op onder andere het gebied van mestbeleid en het zesde actieprogramma nitraatrichtlijn?

82.

Hoe wordt er in het nationaal beleid geanticipeerd op doelen die gesteld zijn in de Farm-to-Fork mededeling en de biodiversiteitsstrategie van de Europese Commissie?

83.

Waarom duurt de vorming van een nieuw pachtbeleid zo lang?

84.

Op welke andere manieren wil u de positie van (jonge) boeren versterken?

85.

Wanneer verwacht u beleidsopties te kunnen bekijken aan de hand van nieuwe informatie die de Europese verordening markttransparantie oplevert?

86.

Kunt u al meer inzicht geven in wat er in het wetsvoorstel staat om een aantal oneerlijke handelspraktijken te verbieden?

87.

Op welke datum wordt het wetsvoorstel oneerlijke handelspraktijken in de ministerraad besproken?

88.

Hoe draagt de innovatie- en investeringsregeling voor brongerichte emissiebeperkende innovaties voor stallen bij aan de reductie van emissies en de verbetering van dierenwelzijn? Kunt u voorbeelden geven?

89.

Is de uitwerking van de «generieke beëindigingsregeling voor veehouderijsectoren» nog voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2021 operationeel?

90.

Kunt u per sector aangeven hoe het met de uitvoering van de plannen van aanpak voor de versnelling van de verduurzaming van de betreffende sector staat en daarbij in uw antwoord zowel ingaan op welke maatregelen er in gang zijn gezet als de financiële bijdrage van de sectoren en de overheid?

91.

Hoe wilt u garanderen dat het bij brongerichte maatregelen gaat om integraal duurzame maatregelen waarin dus ook dierenwelzijn en klimaatmaatregelen geborgd zijn? Hoe voorkomt u dat we niet enkel sturen op één soort emissie of probleem, waarmee het risico gepaard gaat dat we de crisis van morgen aan het creëren zijn?

92.

Is de innovatie- en investeringsregeling voor brongerichte maatregelen ook bedoeld voor luchtwassers?

93.

Klopt het dat er voor tien jaar 172 miljoen euro voor de innovatie- en investeringsregeling is uitgetrokken? Hoeveel veehouderijbedrijven denkt u daarmee te helpen en wat houdt die hulp in?

94.

Is er ook een rol voor gecultiveerd vlees als het gaat om de verduurzaming van de veeteeltsector, bijvoorbeeld via de daarbij horende Kennis- en Innovatieagenda?

95.

Is er ook een rol voor gecultiveerd vlees in het vergroten van het dierenwelzijn en de diergezondheid?

96.

Is er ook een rol voor gecultiveerd vlees als het gaat om de verduurzaming van de veeteeltsector, bijvoorbeeld via de daarbij horende Kennis- en Innovatieagenda?

97.

Is er ook een rol voor gecultiveerd vlees in het vergroten van het dierenwelzijn en de diergezondheid?

98.

Waarom is het inspectierapport dolfijnen pas een jaar na dato naar de Kamer gestuurd?

99.

Wat is het interventiebeleid van de NVWA m.b.t. hittestress op warme zonnige dagen boven de 30 graden Celsius voor dieren in de wei?

100.

Is het verplicht om schaduw te geven aan dieren die op zonnige dagen boven de 30 graden Celsius urenlang in de wei staan?

101.

Klopt het dat 12,5 van de 20 miljoen euro die in 2015 was gereserveerd als compensatie voor het wegvallen van de Gemeenschappelijk Landbouw beleid (GLB)-toeslag voor vleeskalverhouders, bestemd was voor steun aan kalverhouders die de vloeren van de kalverhokken van rubber voorzien?

102.

Hoeveel van de 20 miljoen euro is daadwerkelijk uitgegeven aan de rubberen vloeren en als niet het volledige budget hieraan is uitgegeven, waaraan is dit geld dan besteed?

103.

Hoeveel kalverhouders zijn er in totaal en hoeveel kalverhouders hebben gebruikgemaakt van de subsidie voor rubber op de vloeren?

104.

Klopt het dat 7,5 miljoen euro van het budget voor de kalversector bestemd was voor investeringen in ammoniakreducerende systemen? Zo ja, hoeveel daarvan is hier daadwerkelijk aan uitgegeven, welke ammoniak-reducerende systemen zijn met behulp van dit budget aangekocht, hoeveel kalverbedrijven betreft dit, in hoeveel gevallen ging dit om een luchtwasser en hoeveel van dit budget is besteed aan luchtwassers?

105.

Hoeveel geld is er door de overheid sinds 2014 besteed aan het fokprogramma ter reductie van het aantal keizersneden bij dikbilrunderen en wat is daarvan tot nu toe het resultaat?

106.

Wat was in 2019 de toezicht intensiteit van de NVWA op de waarborging van het wettelijk verbod op veetransport binnen Nederland boven de 35 graden Celcius?

107.

Gaat u met een beleidsregel komen voor permanente waterverstrekking voor vleeskuikenouderdieren als de sector niet komt met een plan van aanpak en wat is hierbij de uiterste deadline die u voor de sector heeft gesteld?

108.

Hoeveel varkens worden er per jaar naar Nederland geïmporteerd, vanuit welke landen en met welk doel?

109.

Hoeveel kippen worden er per jaar naar Nederland geïmporteerd, vanuit welke landen en met welk doel?

110.

Hoeveel runderen worden er per jaar naar Nederland geïmporteerd, vanuit welke landen en met welk doel?

111.

Hoeveel schapen worden er per jaar naar Nederland geïmporteerd, vanuit welke landen en met welk doel?

112.

Hoeveel geiten worden er per jaar naar Nederland geïmporteerd, vanuit welke landen en met welk doel?

113.

Hoeveel diertransporten hebben er in 2019 door en vanuit Nederland plaatsgevonden, uitgesplitst naar diersoort?

114.

Hoeveel kippen van hoeveel bedrijven zijn er geruimd ten tijde van de fipronilcrisis?

115.

Hoeveel kippen zijn er omgekomen bij de stalbrand in Beltrum in augustus 2020?

116.

Hoeveel kippen zijn er omgekomen bij de stalbrand In Bentelo op 21 februari 2020?

117.

Hoeveel overtredingen zijn er tot nu toe geconstateerd in 2020 bij het onverdoofd slachten van dieren, wat voor overtredingen waren dit en welke sancties zijn er opgelegd?

118.

Hoeveel transportbewegingen zijn er dagelijks op de Nederlandse wegen met landbouwdieren (aantal dieren/vrachtwagens op de weg/afgelegde kilometers)?

119.

Hoeveel kalfjes zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

120.

Hoeveel varkens zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

121.

Hoeveel runderen zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

122.

Hoeveel schapen zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

123.

Hoeveel geiten zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

124.

Hoeveel kippen zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

125.

Hoeveel eendagskuikens zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

126.

Hoeveel overige «productiedieren» zijn er in 2019 geëxporteerd, met welk doel en naar welke landen?

127.

Wanneer kunt u meer informatie delen over het onderzoek naar de toepassing van nieuwe systemen en andere oplossingen rond stalbranden?

128.

Waarom heeft u tot op heden nog geen opvolging gegeven aan de duidelijke afspraak in het regeerakkoord over het maken van afspraken met ondernemers over de bestrijding van knaagdieren?

129.

Wat is de gestelde termijn waarin ondernemers die subsidie hebben gekregen binnen de subsidieregeling sanering varkenshouderij hun bedrijfsactiviteiten moeten beëindigen?

130.

Aan welke afspraken met agrarische onderwijsinstellingen over het vergroten van kennis over duurzame dierlijke productie en afzet wordt gedacht?

131.

Welke argumenten zijn er voor het verbod op veetransport binnen Nederland boven de 35 graden Celsius? Waarom geldt dit verbod niet voor transport boven bijvoorbeeld 30 graden Celsius?

132.

Hoe wordt de onafhankelijkheid van de kennis en coaching binnen de Kennis- en Innovatieagenda duurzame veehouderij gewaarborgd en het programma Innovatie op het boerenerf? Aan welke kwalificaties moeten deze coaches voldoen?

133.

Wie worden er als experts ingezet binnen de Kennis- en Innovatieagenda duurzame veehouderij en het programma Innovatie op het boerenerf? Komen ook bestaande adviseurs van veevoerbedrijven en accountants voor deze functie in aanmerking?

134.

Wie zijn er onderdeel van of worden uitgenodigd voor het koplopersnetwerk binnen de Kennis- en Innovatieagenda duurzame veehouderij?

135.

Hoe staat het met het voornemen coaches aan te stellen om boeren persoonlijk te helpen op hun bedrijf stikstofreducerende maatregelen te nemen en/of te begeleiden naar de diverse innovatie- en uitkoopregelingen? Hoeveel geld trekken u en de provincies hiervoor uit?

136.

Hoe gaat u regelen en borgen dat deze coaches integraal naar veehouderijbedrijven kijken, dus zowel naar milieu, klimaat, biodiversiteit en verdienvermogen van de boer als naar het dierenwelzijn, en niet alleen naar stikstofreductie als single-issue-aanpak?

137.

Wanneer wordt de digitale realtime verantwoording voor het transport van mest verwacht?

138.

Wat houdt het duurzaam beheer van alle Nederlandse bodems in?

139.

Hoe ziet u het ontwikkelen van nieuwe eiwitbronnen en het verkrijgen van eiwitten uit nevenstromen, zoals productie van eiwitten in micro-organismen en in de vorm van gecultiveerd vlees in relatie tot kringlooplandbouw en de Nationale Eiwitstrategie?

140.

Welke middelen heeft u om een impuls te geven aan het ontwikkelen van nieuwe eiwitbronnen en het verkrijgen van eiwitten uit nevenstromen?

141.

Hoe verhoudt het antibioticagebruik in de Nederlandse veehouderij zich tot medisch gebruik voor mensen en huisdieren, in kilo’s en als percentage van totaal antibioticagebruik in Nederland?

142.

Acht u duurzaam beheer van alle Nederlandse landbouwbodems in 2030 haalbaar? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke manier?

143.

Welke partijen, organisaties, bedrijven en wetenschappers zijn allemaal betrokken bij de advisering over de aanpak van de COVID-19 besmettingen in de nertsenfokkerij?

144.

Welke partijen, organisaties, bedrijven en wetenschappers zijn allemaal betrokken bij de advisering over en de ontwikkeling van de Nationale Eiwitstrategie?

145.

Kunt u uiteenzetten welke consumentenonderzoeken er in de afgelopen tien jaar zijn uitgevoerd in het kader van de eiwittransitie en welke rapporten dit heeft opgeleverd, aangezien u eerder schreef dat u voor circa 200.000 euro per jaar aan consumentenonderzoek uitvoert?

146.

Kunt u uiteenzetten welke consumentenonderzoeken er in het kader van de eiwittransitie nog in de planning staan voor de komende jaren?

147.

In hoeverre kan Nederland als onderdeel van de eiwitstrategie (duurzame) invoereisen stellen aan de import van eiwitrijke gewassen voor veevoer? Kan dit bijvoorbeeld op het gebied van ontbossing vanwege sojaproductie?

148.

Wanneer worden de resultaten van innovatieve teelsystemen verwacht?

149.

Wat is de CO2-uitstoot van de glastuinbouw over de jaren 2017, 2018 2019 en de verwachting van 2020 uitgesplitst naar bedrijven die onder ETS of het sector CO2-plafond vallen?

150.

Hoeveel glastuinbouwkassen vallen onder het ETS-systeem (2016 t/m 2020)?

151.

Welke stappen heeft u al ondernomen in Europa op het gebied van de verruiming van de toepassing van de nieuwe veredelingstechnieken en welke bent u van plan de komende tijd te gaan zetten?

152.

Welke rol heeft de Nederlandse waterhuishouding bij het aanpakken van droogte?

153.

Kunt u een overzicht geven van de stand van het areaal verdroogd oppervlak in Nederland per jaar sinds 2010?

154.

Op welke wijze werkt u samen met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij de aanpak van droogte?

155.

Kunt u aangeven wat het verschil is tussen het principe «peil naar functie» waarop de huidige waterhuishouding werkt en «functie naar peil» en welk effect dit heeft op de droogte?

156.

Wanneer kan de Tweede Kamer de evaluatie van de maatregelen rond particulier gebruik van glyfosaat, alsmede het wetsvoorstel voor een verbod op particulier gebruik van glyfosaat verwachten?

157.

Voor hoeveel actieve stoffen in pesticiden die op de lijst ter vervanging («candidates for substitution») staan, die de Europese Commissie in 2015 heeft opgesteld, is door Nederland een vervangende beoordeling uitgevoerd?

158.

Hoeveel vervangende beoordelingen voor actieve stoffen in pesticiden die op de lijst ter vervanging («candidates for substitution») staan, staan gepland voor 2021?

159.

Hoeveel actieve stoffen stonden oorspronkelijk op de lijst ter vervanging («candidates for substitution») en hoeveel staan er momenteel op? Hoeveel stoffer zijn er dus vervangen door een vervangende beoordeling in de EU/Nederland?

160.

Zijn alternatieve teeltmethoden en -systemen, zoals strokenteelt of mechanische onkruidbestrijding, onderdeel van de vervangende beoordelingen in Nederland?

161.

Welke stappen heeft u al ondernomen in Europa op het gebied van de verruiming van de toepassing van de nieuwe veredelingstechnieken en welke bent u van plan de komende tijd te gaan zetten?

162.

Hoeveel inspraak heeft u ten aanzien van de curricula van de hogere agrarische scholen en het groene middelbaar beroepsonderwijs (mbo)? Hoeveel heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hierover te zeggen?

163.

In hoeverre is ecologie en inzicht in duurzame ontwikkeling onderdeel van het onderwijs op de hogere agrarische scholen en het groene mbo?

164.

Wat heeft de Taskforce Korte Ketens concreet opgeleverd tot op heden?

165.

Wat is het aandeel van de kleinschalig opererende producenten op het totale aandeel van de Nederlandse sector?

166.

Wie wordt er betrokken bij het vernieuwde Groen kennisnet?

167.

Voor welke cursussen en coaches kunnen de vouchers binnen het programma Innovatie op het boerenerf worden gebruikt? Hoe is de onafhankelijkheid van die coaches gegarandeerd?

168.

Wat is precies de onderzoeksvraag van het meerjarige programma over de systematiek van true cost/true price?

169.

Welke kosten brengen de 5.000 vouchers voor agrarische ondernemers met zich mee waarmee boeren onafhankelijke en deskundige bedrijfsadviseurs en -coaches kunnen inschakelen dan wel kunnen deelnemen aan cursussen van groene hoger-onderwijsinstellingen?

170.

Met welke bedrijven, maatschappelijke organisaties en afdelingen binnen de NVWA onderzoekt u wat de kwetsbaarheden in de slachthuizen zijn en welke maatregelen nodig zijn voor een betere borging van dierenwelzijn en voedselveiligheid, en het goed kunnen uitvoeren van toezicht?

171.

Betrekt u ook wetenschappers gespecialiseerd in ethiek, diergedrag en diergeneeskunde bij uw onderzoek naar de kwetsbaarheden in het slachtproces? Zo ja, van welke universiteit?

172.

Waarom wordt afgeweken van het dictum in de motie-Jetten en De Groot (Kamerstuk 21 501–20, nr. 1440) door te spreken over het vastleggen van «realistische afspraken» in het Mondiale Biodiversiteitsraamwerk in plaats van «ambitieuze en bindende doelstellingen» conform de motie?

173.

Wat verstaat u onder «realistische afspraken» in het kader van de mondiale biodiversiteitsafspraken?

174.

In hoeverre wordt de internationale Taskforce Nature related Financial Disclosure gekoppeld aan de biodiversiteitsstrategie van de Europese Commissie?

175.

Op welke wijze wordt geborgd dat het Programma Natuur integraal samenhangt met genomen bronmaatregelen om de stikstof te reduceren?

176.

Kunt u toelichten waarop de 300 miljoen euro per jaar voor het Programma Natuur is gebaseerd, waar dit bedrag voor bedoeld is en waaruit blijkt dat dit voldoende is om kwetsbare natuurgebieden beter te beschermen?

177.

Klopt het dat het behalen van de mondiale biodiversiteitsdoelen, zoals afgesproken in het Verdrag inzake de Biologische Diversiteit, los staat van het behalen van de Sustainable Development Goals en dat beide doelen onafhankelijk van elkaar gehaald moeten worden?

178.

Welke concrete acties onderneemt u als partner van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel en welke middelen zijn hiervoor beschikbaar gesteld in 2021?

179.

Op welk percentage van de hectares stikstofgevoelige natuur wordt in 2020 de kritische depositiewaarde (kdw) onderschreden en welk percentage was dat in 2019 en 2018?

180.

Met hoeveel hectare wordt het natuur- en bosareaal en Nationale Parken uitgebreid tot 2030?

181.

Wat wordt opgenomen voor uitvoering van de bossenstrategie, inclusief het aanvalsplan voor versterking landschap via landschapselementen?

182.

Wat houdt de kwaliteitssprong van Nationale Parken concreet in?

183.

Hoeveel budget wordt er gereserveerd om de kwaliteitssprong en uitbreiding van het areaal van Nationale Parken waar te maken?

184.

Neemt u in het voor volgend jaar aangekondigde wetsvoorstel voor de stikstofaanpak ook een integraal duurzaamheidsafwegingskader op, waaronder een toets op klimaat en dierenwelzijn?

185.

Bedoelt u met de zin «naar aanleiding van het eindrapport van het Adviescollege Stikstofproblematiek zal de doelstelling voor stikstofreductie als resultaatsverplichting worden opgenomen» dat de aanbevolen doelstelling (50% minder stikstofemissies in 2030) wettelijk wordt verankerd of dat er een resultaatverplichting komt?

186.

Op welke manier verwacht het kabinet dat tot 2030 120 mol/ha/jr depositiereductie gerealiseerd wordt door «eerder vastgesteld beleid», oftewel «het autonome pad»?

187.

Worden de dier- en fosfaatrechten bij de maatregel «gerichte uitkoop piekbelasters N200-gebieden» ingenomen en doorgehaald? Wat gebeurt er met deze fosfaatrechten wanneer het aantal rechten in de markt het fosfaatplafond onderschrijdt?

188.

Wat is de juridische implicatie van een «resultaatsverplichting» zoals bij de doelstelling voor stikstofreductie en wat zijn de consequenties van het niet (op tijd) behalen van het doel?

189.

Hoeveel wordt er overgeheveld van Pijler 1 naar Pijler 2 binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)-Nationaal Strategisch Plan voor 2021?

190.

Wanneer worden de evaluaties van de regelingen voor het verleasen van stikstofrechten en het extern salderen verwacht?

191.

Aan welke nieuwe vormen van vergunningverlening wordt gedacht bij de verkenning m.b.t. vergunningen op basis van de Wet natuurbescherming?

192.

Vallen nieuwe vormen van eiwitproductie, zoals eiwit uit micro-organismen en gecultiveerd vlees, en de inzet van nieuwe veredelingstechnieken onder de inzet op kennis en innovatie vanuit Nederland bij de Food Systems Summit in het najaar van 2021 en de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) COP26 in 2021?

193.

Valt het wegnemen van de huidige (fytosanitaire) handelsbelemmeringen voor aardappelzaad, waar Nederlandse bedrijven toonaangevend in zijn, als alternatief voor pootgoed als uitgangsmateriaal ook onder de inzet van de Nederlandse overheid?

194.

Welke stappen zet u om de overgang naar de Brexit voor agro-ondernemers zo goed als mogelijk te laten verlopen?

195.

Waarom is er in 2022 en 2023 ook nog 1 miljoen euro begroot voor de uitvoeringskosten van de stoppersregeling nertsenhouderijen?

196.

Hoe zijn de rollen met betrekking tot toezicht en handhaving in de veehouderij (op gebied van vergunningen, dierrechten en dieraantallen, dierenwelzijn, geuroverlast en uitstoot) verdeeld tussen de NVWA, RVO Nederland en de omgevingsdiensten? Kunt u een overzicht geven welke instantie voor welke controles verantwoordelijk is?

197.

Hoe zijn de rollen met betrekking tot toezicht en handhaving in de tuinbouw en sierteelt (op gebied van vergunningen, pesticidegebruik, meststoffengebruik en watervervuiling) verdeeld tussen de NVWA, RVO Nederland en de omgevingsdiensten? Kunt u een overzicht geven welke instantie voor welke controles verantwoordelijk is?

198.

Wat is de huidige vergoeding per geruimde nerts?

199.

Kunt u een overzicht verschaffen van de (internationale) marktwaarde per nerts over de afgelopen vijf jaar?

200.

Hoe ontwikkelde de marktwaarde van een nertsenvacht zich over de afgelopen zes maanden?

201.

Waarom wordt gestreefd naar 30% duurzame investeringen in 2025?

202.

Kunt u uiteenzetten hoeveel varkensboeren momenteel willen meedoen aan de Regeling warme sanering varkenshouderijen, waarvoor in de begroting in 2021 360 miljoen euro is vrijgemaakt?

203.

Zijn de inschrijvingen door de Subsidieregeling sanering varkenshouderij gesloten? Zo ja, hoeveel bedrijven zullen gebruikmaken van deze regeling, tot hoeveel minder varkens zal dit leiden en tot hoeveel reductie van geuroverlast en stikstofuitstoot zal dit leiden?

204.

Kunt u aangeven in hoeverre er synergie is tussen de financiële stromingen met betrekking tot stikstof, veenweide, bodemdaling en dergelijke?

205.

Is er bij deze verschillende financieringsstromen met betrekking tot stikstof, veenweide, bodemdaling en dergelijke ook nagedacht over hoe de afstemming het meest gunstig voor de biodiversiteit kan zijn?

206.

Onder welke artikel(en) en maatregelen wordt de 276 miljoen euro voor de veenweideaanpak uit het Klimaatakkoord gereserveerd?

207.

Hoe wordt de methode van mest aanlengen met water gecontroleerd?

208.

Vormt het verlagen van het eiwitgehalte in veevoer voor melkkoeien alsnog onderdeel van de stikstofaanpak? Zo ja, waarvoor zullen de kosten die hiervoor begroot zijn worden gebruikt?

209.

Zijn er naar andere mogelijkheden gekeken om het omschakelfonds verder te vullen, zoals uit het GLB of aanpassingen van het belastingstelsel?

210.

In hoeverre zijn onderzoek, experimenten, pilots en deskundigheidsbevordering rond innovatieve ontwikkelingen zoals gecultiveerd vlees ook onderdeel van het Klimaatakkoord als het gaat om het verduurzamen van de Nederlandse veehouderij?

211.

Waar zijn de bedragen voor gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura 2000-gebieden in de aankomende jaren op gebaseerd en kunnen deze bedragen verhoogd worden als de regeling effectief blijkt?

212.

In hoeverre zijn onderzoek, experimenten, pilots en deskundigheidsbevordering rond innovatieve ontwikkelingen zoals gecultiveerd vlees ook onderdeel van het klimaatakkoord als het gaat om het verduurzamen van de Nederlandse veehouderij?

213.

Hoe verhoudt de sanering varkenshouderij (waarvan u heeft aangegeven deze in te willen zetten als alternatief voor de eerder voorgenomen veevoermaatregel), die met name effect zal hebben in het zuiden en oosten van Nederland, zich tot vergunningverlening voor de bouw in bijvoorbeeld de Randstad? Biedt dit meer ruimte voor bouw buiten de regio's waar zich geen of nauwelijks sanering van de varkenshouderij zal voordoen?

214.

Bent u voornemens onafhankelijke wetenschappers advies te vragen over wat de stijging van het aantal uren weidegang betekent voor het rantsoen, de gezondheid en het welzijn van de koeien?

215.

Gaat u onafhankelijke deskundigen advies vragen over meer en minder kosten voor boeren bij het aanbieden van meer uren weidegang en hoe deze structureel uit de markt vergoed zijn te krijgen?

216.

Kunt u door onafhankelijke deskundigen laten kijken naar meer en minder kosten van melkveehouders die nu hun koeien al meer weidegang geven dan minstens 120 dagen van minimaal zes uur en of deze melkveehouders eventuele meerkosten vergoed krijgen, en als dit laatste niet het geval is, bent u bereid dit te doen?

217.

Hoeveel geld hebben u en de provincies uitgetrokken om melkveehouders te ondersteunen bij het uitbreiden van hun huiskavel, kavelruil of andere investeringen om meer te gaan weiden?

218.

Gaat u de momenteel vrije keuze maatregel van weidegang in de Maatlat Duurzame veehouderij nu als verplichte maatregel opnemen?

219.

Wat is er tot nu toe gebeurd om naast de al lopende warme sanering in de varkenshouderij verder te gaan met de warme sanering van de veehouderij?

220.

Waar wordt het budget aan besteed dat overblijft doordat de regeling voor warme sanering van de varkenshouderij minder in trek is dan gedacht?

221.

Hoeveel megastallen kent Nederland nu?

222.

Op welke manier wordt de Kamer geïnformeerd over het bestede budget door de provincies vrijkomend uit het Klimaatakkoord en stikstof voor de gerichte opkoop van veehouderijen rondom Natura2000-gebieden?

223.

Wanneer is de stikstof Natuurbank gereed?

224.

Hoeveel van de 125 miljoen euro die gereserveerd is voor de natuurbank gaat naar het opzetten van de bank en hoeveel naar natuurcompensatie? Welke concrete maatregelen zullen worden getroffen?

225.

Klopt het dat van de 125 miljoen euro die gereserveerd is voor de natuurbank, 6,55 miljoen wordt onttrokken aan de Begrotingsreserve Stikstof? Zo ja, wat zijn de concrete natuurherstelmaatregelen met het overige geld?

226.

Op welke manier is schade aan natuur, natuurherstel en natuurcompensatie meegenomen in milieueffectrapportages (MER) met betrekking tot projecten in het kader van rijksinfrastructuur, waterveiligheid en defensie?

227.

Is de overheid vanuit een MER of vanuit de Wet natuurbescherming verplicht om schade aan de natuur te voorkomen en te compenseren? Zo ja, had eventuele natuurschade gecompenseerd moeten worden vanuit het projectbudget in het kader van rijksinfrastructuur, waterveiligheid en defensie en naar welke «natuurcompensatie van de schade als gevolg van projecten in het kader van rijksinfrastructuur en waterveiliheid en defensieprojecten» wordt hier gerefereerd?

228.

Hoeveel geld is tot op heden gebruikt vanuit het potje innovatie op het boerenerf en wat is hiermee gedaan?

229.

Wanneer komen boeren in aanmerking voor de subsidieregeling die agrarische bedrijven stimuleert om regenwater op te vangen om daar drijfmest mee te kunnen verdunnen?

230.

Hoe worden de extra middelen voor de NVWA voor het verbeteren van

de uniformiteit van het toezicht en voor het versterken van het permanente toezicht in de slachthuizen ingezet: voor welke projecten worden deze middelen ingezet en wat zijn hierbij de concrete doelstellingen?

231.

Hoeveel hectare landbouwgrond en natuurgronden wordt er door de rijksoverheid (Rijksvastgoedbedrijf), provincies en gemeenten verpacht? Kunt u daarbij ook ingaan op de functies van deze gronden?

232.

Kunt u inzicht geven in de totale uitgaven aan kennis en innovatie vanuit de LNV-begroting tussen 2015 en 2020?

233.

Hoe komt het dat de uitgaven aan kennis en innovatie vanuit de LNV-begroting tussen 2021 en 2025 een dalende trend vertonen?

234.

Hoe verhouden de middelen die het Ministerie van LNV heeft voor het stimuleren van kennis en innovatie zich tot de totale begroting van het Ministerie van LNV? Kunt u een uitsplitsing geven van deze verhouding tussen 2010 en 2020 en een verwachting voor de komende jaren?

235.

Hoe verhouden de niet-verplichte uitgaven aan het verduurzamen van de veeteelt, het verminderen van emissies en energiegebruik zich tot de middelen die het Ministerie van LNV heeft voor het stimuleren van kennis en innovatie? Kunt u een uitsplitsing geven van deze verhouding tussen 2010 en 2020 en een verwachting voor de komende jaren?

236.

Welke eisen omtrent kringlooplandbouw en dierenwelzijn worden gesteld om aanspraak te kunnen maken op de Borgstelling MKB-landbouwkredieten?

237.

Wat is de reden van de grote stijging van soja import uit Zuid-Amerika terwijl de soja import uit Canada en de VS daalt?

238.

Welke landen worden bedoeld met overige landen bij de soja import?

239.

Hoeveel van de geïmporteerde soja wordt gebruikt voor de Nederlandse veestapel en is het mogelijk het antwoord op deze vraag uit te splitsen naar sojaschroot, sojaolie, gehele sojaboon en overige?

240.

Wat houdt duurzaam voedsel in?

241.

Wat is het percentage aangenomen moties van de afgelopen regeerperiode die nog niet zijn uitgevoerd ten tijde van beantwoording en hoe verklaart u het percentage onuitgevoerde aangenomen moties?

242.

Welke soorten waren overbevist in 2019 in de Noordzee en in de Atlantische Oceaan en van welke soorten zijn er geen cijfers bekend?

243.

Hoe wordt de Sustainable Harvest Indicator berekend en welke verandering in rekenmethodiek heeft plaatsgevonden in 2020?

244.

Welke concrete acties worden uitgevoerd om de huidige teruggang van diersoorten in het agrarisch leefgebied, met name van broedvogels en dagvlinders, een halt toe te roepen en welke middelen worden daartoe beschikbaar gesteld in 2021?

245.

Hoe wordt ervoor gezorgd dat we 100% van het Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR)-doelbereik halen als er nu maar 53% beschermd wordt?

246.

Welk jaartal is er verbonden aan het doel dat voor 100% van de soorten een duurzame instandhouding wordt bereikt?

247.

Hoeveel procent van natuur op land, natuur in binnenwater en natuur op zee is strikt beschermd, in de zin dat er geen economische activiteiten mogen plaatsvinden (graag uitgesplitst naar natuur op land, natuur op binnenwater en natuur op zee)?

248.

Hoeveel slachthuizen hebben dit jaar te maken gehad met coronabesmettingen?

249.

Hoeveel slachthuizen hebben dit jaar (tijdelijk) hun deuren moeten sluiten vanwege coronabesmettingen?

250.

Hoeveel kippen en/of pluimveeproducten vanuit Thailand importeert Nederland op jaarlijkse basis?

251.

Hoeveel eendagskuikens en broedeieren worden jaarlijks vanuit Nederland naar Thailand geëxporteerd?

252.

Is bij het stimuleren van verduurzaming van de (dierlijke) productie ook aandacht voor innovaties op het gebied van kweekvlees?

253.

Hoe wordt het verlagen van ruw eiwit in veevoer gecontroleerd?

254.

Hoeveel pluimveevlees, uitgesplitst naar soort, is er in 2019 afgekeurd voor menselijke consumptie en hoeveel is dat van het totaal?

255.

Hoeveel roodvlees, uitgesplitst naar soort, is er in 2019 afgekeurd voor menselijke consumptie en hoeveel is dat van het totaal?

256.

Hoeveel dieren zijn er, uitgesplitst naar diersoort, ante mortem en post mortem afgekeurd voor menselijke consumptie in pluimveeslachthuizen in 2019?

257.

Hoeveel dieren zijn er, uitgesplitst naar diersoort, ante mortem en post mortem afgekeurd voor menselijke consumptie in roodvleesslachthuizen in 2019?

258.

Wat zijn de afspraken die zijn gemaakt met Vion Boxtel om de verspreiding van het coronavirus onder het personeel tegen te gaan en door wie, op welke wijze en hoe vaak is gecontroleerd of deze afspraken werden nagekomen?

259.

Wat zijn de afspraken die zijn gemaakt met Van Rooij Meat in Helmond om de verspreiding van het coronavirus onder het personeel tegen te gaan en door wie, op welke wijze en hoe vaak is gecontroleerd of deze afspraken werden nagekomen?

260.

Wat zijn de afspraken die zijn gemaakt met Vion Groenlo om de verspreiding van het coronavirus onder het personeel tegen te gaan en door wie, op welke wijze en hoe vaak is gecontroleerd of deze afspraken werden nagekomen?

261.

Wat zijn de afspraken die zijn gemaakt met slachterij Westfort om de verspreiding van het coronavirus onder het personeel tegen te gaan en door wie, op welke wijze en hoe vaak is gecontroleerd of deze afspraken werden nagekomen?

262.

Hoe vaak zijn in de periode april-juni 2020 aan de hand van een steekproef coronatests uitgevoerd bij medewerkers in de vleesindustrie? Bij hoeveel slachthuizen of vleesverwerkende bedrijven was dit en wat waren de bevindingen?

263.

Hoe vaak zijn in de periode juli-september 2020 aan de hand van een steekproef coronatests uitgevoerd bij medewerkers in de vleesindustrie? Bij hoeveel slachthuizen of vleesverwerkende bedrijven was dit en wat waren de bevindingen?

264.

Wat was in de periode maart tot en met september per maand het gemiddelde slachttempo bij Vion Boxtel en wat was de totale productie per maand?

265.

Wat was in de periode maart tot en met september per maand het gemiddelde slachttempo bij Van Rooij Meat in Boxtel en wat was de totale productie per maand?

266.

Wat was in de periode maart tot en met september per maand het gemiddelde slachttempo bij Vion Groenlo en wat was de totale productie per maand?

267.

Wat was in de periode maart tot en met september per maand het gemiddelde slachttempo bij slachterij Westfort en wat was de totale productie per maand?

268.

Hoe vaak zijn in de periode mei-september 2020 aan de hand van een steekproef coronatests uitgevoerd bij medewerkers van pluimveeslachthuizen? Bij hoeveel slachthuizen was dit en wat waren de bevindingen?

269.

Hebben Nederlandse bedrijven in de vleessector andere maatregelen getroffen in het tegengaan van de verspreiding van het coronavirus dan Duitse bedrijven in de vleessector? Op welke punten komt dit overeen en op welke punten verschilt dit?

270.

Hoe vaak zijn in de periode juli -september 2020 aan de hand van een steekproef coronatests uitgevoerd bij medewerkers van Kwaliteitskeuring Dierlijke sector (KDS) en NVWA-toezichthouders in de vleesindustrie en wat waren de bevindingen?

271.

Wat is het percentage van de Nederlandse melkveestapel die aan weidegang doet?

272.

Hoe ziet de nieuwe veevoermaatregel eruit en hoeveel stikstof kan er met deze maatregel worden gereduceerd als de maatregel wordt uitgevoerd op basis van vrijwilligheid?

273.

Hoeveel geld binnen de subsidiepost «Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen» is beschikbaar voor onderzoek naar weerbare planten en kunt u inzicht geven in de jaarlijkse uitgaven voor weerbare planten tussen 2010 en 2020 en tevens een verwachting geven voor de komende jaren?

274.

Wat is de reden voor de halvering van het budget voor het College voor de toelating van biociden en gewasbeschermingsmiddelen (Ctgb) vanaf 2021 ten opzichte van 2019 en 2020?

275.

Hoeveel geld binnen de subsidiepost «Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen» is beschikbaar voor onderzoek naar weerbare planten? Kunt u inzicht geven in de jaarlijkse uitgaven aan weerbare planten tussen 2010 en 2020 en een verwachting voor de komende jaren?

276.

In hoeverre kunnen zaadveredelaars die moderne veredelingsmethoden zoals CRISPR-Cas toepassen in hun onderzoek naar nieuwe gewassen en planten ook in aanmerking komen voor subsidie vanuit de begroting van het Ministerie van LNV en via welke subsidieprogramma’s kan dat?

277.

Hoeveel middelen voor kennis, onderzoek en innovatie naar weerbare planten en gewassen zijn in totaal beschikbaar vanuit de begroting van het Ministerie van LNV?

278.

Hoeveel varkens zijn al verdwenen uit Nederland door de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen in 2020?

279.

Hoeveel varkens verwacht u dat er verdwijnen door de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen?

280.

Moet mestwetgeving worden aangepast om een mestproduct dat kunstmest vervangt te mogen gebruiken in de praktijk? Zo ja, welke mestwetgeving en per wanneer wordt deze wetgeving aangepast?

281.

Welk deel van de subsidieregelingen voor duurzame energie in de glastuinbouw is in de periode 2019 – 2020 uitgeput?

282.

Bent u voornemens criteria te hanteren voor het maatwerk dat u toepast bij het uitkeren van de vrijgemaakte gelden voor de veenweide impulsregeling? Zo ja, welke criteria gaat u hanteren? Zo nee, waarom niet?

283.

Acht het kabinet 0,4 miljoen euro in 2021 voldoende, gelet op de grote ambities van dit kabinet op het gebied van toekomstbestendige gewasbescherming? Hoe wordt deze 0,4 miljoen euro uitgegeven en waarom? Is er met de sector overleg over de vorm van het programma en de uitgiften van gelden? Zo nee, waarom niet?

284.

Kunt u de financiering toelichten die u in de brief rond het uitvoeringsprogramma toekomstvisie gewasbescherming 2030 over 2, 4 en 6 miljoen euro voor respectievelijk de jaren 2020, 2021 en 2022 beschrijft, specifiek omdat er in de begroting voor 2021 maar 0,4 miljoen euro wordt vrijgemaakt?

285.

Kunt u uiteenzetten welke andere bijdragen verstaan kunnen worden onder «diverse bijdragen voor de bevordering van het welzijn van gezelschapsdieren» naast de bijdragen die uiteen zijn gezet als voorbeeld?

286.

Kunt u uiteenzetten welke andere bijdragen verstaan kunnen worden onder «diverse bijdragen voor de bevordering van het welzijn van landbouwhuisdieren» naast de bijdragen die uiteen zijn gezet als voorbeeld?

287.

Hoeveel is beschikbaar ter ondersteuning voor de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming (LID)?

288.

Bent u bekend met gevallen van agressie tegen inspecteurs van de LID? Zo ja, kunt u aangeven hoe vaak dit is voorgekomen in het afgelopen jaar en in de jaren daarvoor?

289.

Welk deel van de begroting voor de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is beschikbaar voor de handhaving van wet- en regelgeving met betrekking tot het dierenwelzijn buiten de veehouderij?

290.

Op welke termijn wordt het wetsvoorstel voor het houdverbod door dierenmishandelaars verwacht? Wat heeft de vertraging van dit wetsvoorstel tussen het moment van aankondigen en het ontstaan van de coronacrisis veroorzaakt?

291.

Welk budget wordt ingezet voor het bevorderen van een gezonde fokkerij? Welke projecten worden hiermee gefinancierd? Wat zijn hierbij de beleidsdoelstellingen?

292.

Kunt u uiteenzetten hoe het geld dat beschikbaar wordt gesteld voor het Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland precies wordt besteed?

293.

Welk percentage van de 6,4 miljoen euro voor duurzame visserij is uitgetrokken voor Caribisch Nederland?

294.

Kunt u aangeven welk bedrag over de periode 2020–2025 cumulatief beschikbaar is voor natuurbescherming en natuurherstel?

295.

Hoe verhoudt de beschikbaar gestelde 10,8 miljoen euro vanuit het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) zich tot de bedragen die andere lidstaten uit dit fonds hebben ontvangen?

296.

Wat is de onderhandelingsinzet met betrekking tot het beschikbaar stellen van fondsen vanuit het Europese Maritieme Visserij- en Aquacultuurfonds (EMVAF)?

297.

Klopt het dat de middelen van het budget «natuur en biodiversiteit op land» (p. 69) voornamelijk komen uit de «impuls natuurherstel» (61,5 miljoen euro)?

298.

Uit welke middelen komt het «impuls natuurherstel» en klopt het dat deze middelen uit de Begrotingsreserve Stikstof komen, zoals genoemd op p. 77 («voor het nemen van natuurherstelmaatregelen is in totaal 250 miljoen euro gereserveerd»)? Zo ja, valt de «impuls natuurherstel» onder «natuurherstelmaatregelen door terreinbeherende organisaties»?

299.

Hoeveel aanvragen zijn ontvangen en wat is het totaal gevraagde subsidiebedrag Voortgang Nationale Parken?

300.

Kunnen alle Nationale Parken, die tot op heden een aanvraag hebben ingediend worden voorzien van de benodigde middelen uit de vrijgekomen middelen Nationale Parken (2,0 miljoen euro)? Zo nee, waarom niet?

301.

Welk budget is er binnen de Natuurcombinaties beschikbaar voor respectievelijk natuurinclusief wonen en groen in de stad?

302.

Wat kan het Rijk naast het budget binnen de Natuurcombinaties doen aan het stimuleren van groen in de stad?

303.

Waar is het budget voor groen in de stad concreet voor bedoeld?

304.

Op welke manier kan het Rijk vergroening van steden bewerkstelligen?

305.

Is het budget voor groen in de stad naast de opbouw van kennis ook voor daadwerkelijk meer groen in de stad?

306.

Op welke manier kan het Rijk samenwerken met gemeenten voor groen in de stad?

307.

Met welke organisaties werkt het Rijk samen voor groen in de stad?

308.

Welk budget is er de komende jaren voor de Nationale Databank Flora- en Fauna begroot? Welk deel van dit bedrag gaat naar onderhoud en welk deel gaat naar validatie van de gegevens?

309.

Hoe borgt u dat in de vergunningverlening nu en straks onder de Omgevingswet ook de benodigde kennis en kunde aanwezig is om data op een juiste manier te interpreteren?

310.

Klopt het dat de vrijwillige waarnemers in de Nationale Databank Flora- en Fauna nu geen toegang hebben tot hun eigen gegevens?

311.

Klopt het dat het de bedoeling is om een «mijn Nationale Databank Flora- en Fauna»-omgeving te creëren waarbij vrijwilligers hun waarneming kunnen zien en ook werkgroep genoten of validatoren kunnen uitnodigen om hun waarnemingen na te kijken? Zo ja, wat is daar de stand van zaken van?

312.

Is natuurdata die in opdracht van overheden en uitvoeringsorganisaties door adviesbureaus en kennisinstellingen wordt verzameld publiekelijk beschikbaar via de Nationale Databank Flora- en Fauna? Zo nee, waarom niet?

313.

Om welke taken op het gebied van visserijonderzoek en het beheer en de inspectie voor natuur en visserij gaat het precies en waar is het bedrag van 9,1 miljoen euro op gebaseerd?

314.

Welk concrete stappen zijn gezet met de onttrekkingen 2020 begrotingsreserve stikstof (146.6 miljoen euro)?

315.

Welke concrete winsten zijn behaald met Jong Leren eten en Duurzaam Door en hoe worden de voortgang en uitkomsten gemonitord?

316.

Waarom is ervoor gekozen de gelden beschikbaar voor «innovatie op het boerenerf» alleen ten goede te laten komen aan onafhankelijk adviseurs, wat wordt verstaan onder onafhankelijk adviseurs, hoe wordt het begrip «onafhankelijk adviseurs» afgebakend en vallen ook teeltadviseurs hieronder? Zo nee, waarom niet?

317.

Hoe wordt ook de sector meegenomen bij het ontwikkelen en stimuleren van nieuwe innovaties?

318.

Wanneer verwacht u meer te kunnen zeggen over de special gezant voor innovatie, zoals toegezegd aan het lid Lodders (VVD) tijdens het algemeen overleg Landbouw, Klimaat en Voedsel op 1 oktober 2020?

319.

Is de sector betrokken bij de invulling rond «innovatie op het boerenerf» en specifiek op het punt van de onafhankelijk adviseurs? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u een toelichting geven op de input van de sector, de gesprekken en de rol van de Minister van LNV tot het nemen van het besluit zoals deze is genomen?

320.

Hoe veel procent van de capaciteit van de NVWA wordt besteed aan het tegengaan van illegale handel in wilde plant- en diersoorten?

321.

Hoeveel meldingen inzake het dierenwelzijn buiten de veehouderij heeft de NVWA in 2019 ontvangen en kunt u uitsplitsen om welke meldingen het hierbij gaat?

322.

Hoeveel meldingen inzake het plaatsen van illegale advertenties voor dieren (dat wil zeggen advertenties met een verboden inhoud, zoals te jonge dieren) heeft de NVWA in de periode 2018–2020 ontvangen en wat is hiermee gebeurd?

323.

Hoeveel controles inzake het handhaven van de regels voor het importeren van honden heeft de NVWA in de periode 2018–2020 uitgevoerd en wat is hiermee gebeurd?

324.

Wat wordt bedoeld met «overige personele uitgaven» in de tabel «Budgettaire gevolgen artikel 50 Apparaat»?

325.

Hoe wordt het bedrag van 50,9 miljoen euro uit artikel 51 op de begroting besteed en verdeeld over de regio deals (artikel «Nog onverdeeld»)?

326.

Hoe wordt het negatieve saldo van baten en lasten bij de NVWA van de afgelopen en de komende jaren aangevuld?

327.

Waarom is het niet gelukt om nieuwe afspraken te maken over «reistijd = werktijd»?

328.

Waarom is artikel 1.4 van de Wet dieren over de algemene zorgplicht nog steeds niet in werking getreden en wat is uw planning hiervoor?

329.

Kunt u een specificatie maken van de uitvoeringskosten van 1,7 miljoen euro voor de inning van de heffingen?

330.

Wanneer kan de Kamer een nieuw afsprakenkader verwachten omtrent de verlaging van ruw eiwit in veevoer?

331.

Hoe wordt de 6 miljoen euro voor de verlaging van ruw eiwit in veevoer precies ingezet in 2021?

332.

Wat gaat er gebeuren met de 3 miljoen euro die wordt ingezet om het aantal uren weidegang structureel te verhogen, welke projecten of maatregelen worden hierbij ontwikkeld en wat is hierbij het concrete doel?

333.

Waarvoor is de structurele overheveling van 12 miljoen euro bedoeld, van artikel 11 naar 23?

334.

Kunt u een stand van zaken geven over de toezegging om het agroloket actief onder de aandacht te brengen bij gebruikers?

335.

Kunt u een stand van zaken geven over de toezegging rond de rapportage van de marktmeester?

336.

Hoeveel veehouders hebben nog geen definitieve beschikking ontvangen ten aanzien van de hun ter beschikking staande hoeveelheid fosfaatrechten?

337.

Wanneer worden de toegekende fosfaatrechten gepubliceerd, zoals verplicht wordt door Europese staatssteunregelgeving?

338.

Kan de Kamer worden geïnformeerd over de voortgang van de gebiedsprocessen?

339.

Welke planten en dieren zijn er uit Nederland verdwenen door te hoge stikstofdepositie?

340.

Welke planten en dieren zijn er in Nederland bij gekomen door hoge stikstofdepositie?

Naar boven