De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 oktober 2020 een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse
Zaken met brief van 18 september 2020 toegezonden BNC-fiche: Wijziging verordening
financiële benchmarks (Kamerstuk 22 112, nr. 2920).
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Buisman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het BNC-fiche
over het voorstel tot wijziging van verordening financiële benchmarks. Zij onderkennen
het probleem dat afschaffing van enkele benchmarks, in het bijzonder het fraudegevoelig
gebleken London Interbank Offered Rate (Libor), heeft voor bestaande, langlopende contracten. Deze leden kunnen zich vinden
in de positie van het kabinet.
De leden van de VVD-fractie hebben zorgen over de reikwijdte van het voorstel. Zo
wordt de Europese Commissie gemachtigd om bij het verdwijnen van een cruciale benchmark
een vervangende benchmark aan te wijzen. Het gaat hier voornamelijk om ingrijpen bij
contracten tussen private partijen. Hoe kan de Minister garanderen dat de Europese
Commissie deze bevoegdheid alleen in zeer uitzonderlijke gevallen gebruikt? Hoe wordt
de voorwaarde van «grote disruptieve gevolgen» precies vormgegeven?
Deze leden vragen zich af of Nederlandse ondernemingen voldoende op de hoogte zijn
van het verdwijnen van voor hen relevante benchmarks en de gevolgen daarvan. Ligt
hier een overheidstaak, bijvoorbeeld door bedrijven te informeren?
De Minister van Financiën geeft aan dat de transitionele periode, waarbij financiele
benchmarks uit derde landen, zelfs zonder equivalentiebepaling, kunnen worden gebruikt,
per 2022 afloopt. Zijn er voldoende voorbereidingen getroffen voor het aflopen van
deze transitionele periode? Kan de Minister van Financiën een inschatting maken hoeveel
benchmarks momenteel van deze mogelijkheid gebruik maken?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het voorstel de verplichting voor nationale
toezichthouders om te monitoren bevat en aan de Europese Autoriteit voor effecten
en markten (ESMA) en de Europese Commissie te rapporteren in hoeverre een aangewezen
vervangende benchmark frustratie van legacy contracten en bijbehorende negatieve economische gevolgen voorkomt. Kan het kabinet
aangeven wat dit voor financiële gevolgen heeft voor de toezichthouders, zodra zij
deze extra werkzaamheden krijgen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben met bezorgdheid kennisgenomen van de Wijziging verordening
financiële benchmarks. Zij hebben daarom nog enige vragen.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën hoe hij concreet de integriteit
en betrouwbaarheid van financiële benchmarks denkt te verbeteren na grote schandalen
zoals de Libor-affaire. Zij vragen de Minister van Financiën of deze wijziging ingegeven
is door de financiële sector. Hoe gaat de Minister van Financiën toegang van bepaalde
beleggers en bedrijven tot financiële markten reguleren om meer vertrouwen in financiële
markten en hun benchmarks te krijgen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën wat de risico’s zijn van
het verdwijnen van Libor. Zij vragen dit, omdat eind 2021 de publicatie van de Libor-benchmark
verdwijnt. Waarom moet een bepaalde index gebruikt worden in de prijsstelling van
financiële intrumenten en contracten? Levert dit niet per definitie fraude op?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën hoe hij denkt fraude in
de toekomst tegen te gaan, zeker nu toegang tot de financiële markten met een aantal
maatregelen van de EU wordt versoepelt.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister van Financiën of hij de financiële sector
niet veel meer moet reguleren om dergelijke prijsafspraken tegen te gaan. Waarom stemt
de Minister van Financiën in met de soevereiniteitsoverdracht aan de Europese Commissie
om zelf een nieuwe benchmark in te stellen voor die contracten, na consultatie met
belanghebbenden? Moet hier niet meer toezicht op plaatsvinden?
De leden van de SP-fractie zijn bezorgd over het standpunt van het kabinet dat in
beginsel terughoudendheid betracht wat betreft overheidsinterventie bij benchmarks
die verdwijnen. Zij vragen de Minister van Financiën waarom hij na bovenstaande schandalen
veel meer overheidsinterventie toepast. Is de concurrentiepositie van het Europese
bedrijfsleven niet veel beter geborgd door een betrouwbare, gereguleerde financiële
markt?
De leden van de SP-fractie zijn erover verbijsterd dat het kabinet zich afvraagt wat
de toegevoegde waarde is van rapportageverplichtingen bij valutabenchmarks. Begrijpt
de Minister van Financiën waarom deze rapportageverplichtingen ooit zijn ingesteld?
II Reactie van de Minister