2020D38147 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35 570 XVII).

De voorzitter van de commissie, De Roon

De adjunct-griffier van de commissie, Meijers

Nr.

Vraag

1

Kunt u in een tabel aangeven welk percentage van de begroting van 2021 wordt uitgegeven via maatschappelijke organisaties, welk percentage via bedrijven, welk percentage via multilaterale instellingen, en welk percentage via overheden in ontvangende landen? Kunnen deze percentages ook worden gegeven voor de jaren 2017, 2018, 2019 en 2020?

2

Welk deel (procentueel) van de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BuHa-OS) wordt besteed via het maatschappelijk middenveld?

3

Welk deel (procentueel) van de BuHa-OS begroting wordt besteed via multilaterale organisaties?

4

Kunt u schematisch weergeven op welke begrotingen en welke bijbehorende begrotingsmomenten de middelen in het kader van het AIV-advies «Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19» aan de begroting worden toegevoegd (en middels kasschuif in latere jaren worden bezuinigd)? Zo nee, waarom niet?

5

Welk percentage van de bestede of te besteden middelen wordt in minst ontwikkelde landen besteed? Om welke bedragen en landen gaat het?

6

Welk percentage van de bestede of te besteden middelen wordt buiten de focus- en partnerlanden (of regio’s) besteed? Kunt u dit getal uitdrukken in een percentage en een overzicht verschaffen van de landen buiten deze lijst om, waar geld wordt besteed?

7

Kan in een overzicht weer worden gegeven welk percentage van de bestede of te besteden middelen in landen van de OESO, aangrenzende landen van Europa en andere landen wordt besteed? Om welke bedragen en landen gaat het?

8

Stelt deze begroting middelen beschikbaar voor de Product Development Partnerschips (PDPs)?

9

Wanneer is het onderzoek naar de PDPs afgerond?

10

Hoe worden succesvolle PDP programma's voortgezet en zijn er andere fondsen in deze begroting beschikbaar ter bevordering van de samenwerking tussen wetenschap, NGO’s en private sector?

11

Wie doet het onderzoek naar de evaluatie van de PDPs?

12

Kunt u een overzicht geven van de middelen die besteed zijn aan het versterken van gezondheidssystemen, hetzij niet Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR)?

13

Hoeveel middelen worden er gereserveerd om het postennetwerk op economisch gebied te versterken?

14

Kunt u in absolute en relatieve cijfers een overzicht geven van de (geplande) uitgaven in deze begrotingsstaat middels multilaterale instellingen en uitgaven via Nederlandse projecten/NGO's?

15

Zijn er extra uitgaven gepland ter versterking van de handelsrelatie met Canada?

16

Hoe zal het gat in de begroting van 2023, 2024 en 2025, dat gecreëerd is door de kasschuif, gedicht gaan worden? Welke effecten zal dit hebben voor de lopende programma’s?

17

Welke extra inspanningen heeft Nederland gedaan zoals gevraagd in de in 2019 aangenomen resolutie van de Algemene Vergadering van de VN (A/RES/74/83) om meer inspanningen te plegen om de toegenomen noden van de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) te lenigen?

18

Wat is het tekort van UNRWA op de reguliere programma’s en op de Emergency Appeals?

19

Hoeveel zal Nederland in 2020 en 2021 bijdragen aan de programma’s van UNRWA? Hoeveel heeft Nederland in 2018 en 2019 bijgedragen?

20

Hoeveel door de EU en hoeveel door Nederland gefinancierde projecten in de bezette Palestijnse Gebieden zijn door Israël sinds 2015 verhinderd en/of ongedaan gemaakt?

21

Kunt u bevestigen dat het in Nederland gevestigde Booking.com nog altijd accommodaties in nederzettingen in de bezette Palestijnse Gebieden aanbiedt?

22

Kunt u aangeven hoeveel en welke bedrijven, naast de in de VN database genoemde vier Nederlandse bedrijven, zowel in Nederland als in de bezette Palestijnse Gebieden operationeel zijn?

23

Welke Nederlandse bedrijven werken samen met Israël en/of met Israëlische bedrijven aan de F-35 of leveren onderdelen aan Israël voor de F-35?

24

Zijn er Nederlandse bedrijven die samenwerken met Israël op het terrein van drones of landingsgestellen van drones?

25

Kan de regering bevestigen dat de negen grootste verzekeraars actief in Nederland voor bijna € 13 miljard hebben belegd in 20 van de grootste fabrikanten van producten die kobalt bevatten?

26

Klopt het dat de winning van kobalt in zowel industriële als kleinschalige mijnen vaak gepaard gaat met grootschalige en systematische mensenrechtenschendingen en milieuschade? Kunt u dit in het bijzonder voor de Democratische Republiek Congo toelichten? Welke mensenrechtenschendingen vinden hier plaats?

27

Klopt het dat verzekeraars, ook ten aanzien van hun beleggingen in bedrijven die kobalt verwerken in hun producten, de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles for Business and Human Rights (UNGPs) volledig dienen na te leven, ook via hun beleggingsrelaties met deze bedrijven? Heeft de regering zicht op hoe vaak deze richtlijnen geschonden worden?

28

Klopt het dat verzekeraars slechts met een klein deel van de bedrijven in de kobaltsector waarin zij beleggen een kritische dialoog voeren over de mensenrechtenschendingen? Kunt u aangeven welke bedrijven hierin welke vorderingen hebben gemaakt?

29

Op welke manier kunnen verzekeraars die actief zijn in de kobaltsector of waarvan deze sector deel uit maakt van hun keten aangesproken worden op hun tekortkomingen in verband met de OESO-richtlijnen? Is hierbij ook publieke rapportage mogelijk? Op welke manier wordt er gewerkt aan het vergroten van transparantie in de verzekeringssector?

30

Welke informatie zal meegenomen worden in de «IMVO-beleidsherziening» van de regering? Wordt hier ook verplichtende wetgeving voor bedrijven op het gebied van mensenrechten en milieu in overweging genomen?

31

Kunt u een totaaloverzicht geven van alle uitgaven op het gebied van onderwijs binnen de BuHa-OS begroting en dit uitsplitsen naar beleidsartikel en kanaal?

32

Kunt u aangeven hoeveel er komend jaar in totaal aan Education Cannoit Wait (VN-onderwijsfonds) wordt bijgedragen?

33

Hoeveel is extra uitgetrokken voor onderwijs, specifiek bedoeld om de gevolgen van de COVID-19 crisis op te vangen? Via welke kanalen loopt dit?

34

Hoe wordt het do good-principe vertaald in de extra financiële ondersteuning aan het Nederlandse bedrijfsleven als gevolg van COVID-19?

35

Hoe valt het ODA-budget als percentage van het BNI (naar verwachting) uit in 2020, 2021, 2022 en 2023?

36

Wat is de totale begroting van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), en hoeveel hiervan komt uit de BuHa-OS begroting?

37

Hoeveel Holland Houses zijn nu actief?

38

Kunt u van alle landen van de EU aangeven hoeveel additionele middelen zij vrijgemaakt hebben ten behoeve van het ondersteunen van ontwikkelingslanden bij de gevolgen van COVID-19?

39

Kunt u aangeven wat de totale uitgaven aan artikel 2.3 «Klimaat» zijn gedurende kabinet Rutte III?

40

Welk beleid voert Nederland om Duurzaam Ontwikkelingsdoel (SDG) 10 te behalen? Kunt u in het bijzonder toelichten wat Nederland doet om target 10.C, «Tegen 2030 de transactiekosten van overschrijvingen van migranten reduceren tot minder dan 3% en transfer vanuit landen met kosten hoger dan 5% elimineren», te behalen?

41

Hoeveel geld wordt uit de BuHa-OS begroting aan vrijheid van meningsuiting uitgegeven? Via welke projecten wordt dit geld besteed?

42

Hoeveel draagt Nederland in 2020 vanuit uw begroting in totaal bij aan organisaties van de Verenigde Naties (VN)? Welk deel daarvan is vrijwillig? Kunt u een overzicht verschaffen in de vorm van een tabel?

43

Ontvangt Oxfam Novib in 2021 naar verwachting geld van het ministerie? Zo ja, hoeveel en in het kader van welke beleidsdoelstelling? Hoe hoog was dit bedrag, voor zover relevant, in 2020?

44

Ontvangt Milieudefensie in 2021 naar verwachting geld van het ministerie? Zo ja, hoeveel en in het kader van welke beleidsdoelstelling? Hoe hoog was dit bedrag, voor zover relevant, in 2020?

45

Ontvangt SOMO in 2021 naar verwachting geld van het ministerie? Zo ja, hoeveel en in het kader van welke beleidsdoelstelling? Hoe hoog was dit bedrag, voor zover relevant, in 2020?

46

Ontvangt BothEnds in 2021 naar verwachting geld van het ministerie? Zo ja, hoeveel en in het kader van welke beleidsdoelstelling? Hoe hoog was dit bedrag, voor zover relevant, in 2020?

47

Hoeveel geld is in 2020 aan maatschappelijke organisaties besteed? Welk percentage van het totale departementsbudget is dit en hoe verhoudt dit percentage zich tot de voorgaande jaren?

48

Kunt u een lijst maken van alle landen in de wereld en in de vorm van een tabel aangeven in welke landen in 2020 direct of indirect Nederlands belastinggeld is besteed in het kader van ontwikkelingssamenwerking of humanitaire hulp en zo ja hoeveel?

49

In welke mate zet het ministerie, bijvoorbeeld in gesprekken met regeringen van ontwikkelingslanden, in op gebonden hulp, waarbij het land (of diens maatschappelijk middenveld) dat hulp ontvangt verplicht wordt om goederen en diensten af te nemen van het donorland?

50

In welke mate zet het ministerie in op het verbeteren van de beschikbaarheid van concessionele financiering? Op welke wijze is in 2020 uitvoering gegeven aan de motie 35 300 XVII, nr. 29?

51

Kunt u aangeven in welke mate andere OESO-landen gebruik maken van gebonden hulp in hun nationale ontwikkelingssamenwerkingsbeleid?

52

Kunt u, in de vorm van een tabel, een overzicht verschaffen van de bestedingen in focus- en partnerlanden in 2020? Kunt u hierbij eveneens aangeven op welke wijze het percentage van het budget dat besteed wordt in de genoemde landen zich over de afgelopen vijf jaar heeft ontwikkeld?

53

Welk percentage van de bestede of te besteden middelen wordt buiten de focus- en partnerlanden (of regio’s) besteed? Kunt u dit getal uitdrukken in een percentage en een overzicht verschaffen van de landen buiten deze lijst om, waar geld wordt besteed?

54

Kunt u een uitsplitsing geven van het aantal fte’s op het ministerie dat werkzaam is op het terrein van buitenlandse handel enerzijds en ontwikkelingssamenwerking anderzijds?

55

Kunt u, door middel van een tabel, aangeven hoe de huidige verwachte stand van de ODA-prestatie (het percentage van het ODA-budget ten opzichte van het BNI) over de periode 2020–2025 zich zal ontwikkelen in verhouding tot de stand van het ODA-prestatie over dezelfde periode zoals verwacht ten tijde van het opstellen van de begroting over 2020?

56

Hoe verhouden de verwachte ODA-prestaties (het percentage van het ODA-budget ten opzichte van het BNI) over de periode 2020–2025 zich tot de behaalde ODA-prestaties over de periode 1970–2019? Kunt u dit in de vorm van een tabel aangeven?

57

Kunt u, door middel van een tabel, aangeven hoe het budget per beleidsartikel zich over de periode 2020–2025 zal ontwikkelen en in hoeverre deze ontwikkeling een gevolg is van beleidswijzigingen (autonome mutaties) ofwel budgettaire effecten van de economische ontwikkelingen (endogene mutaties)?

58

Kunt u een opgesomd overzicht geven van alle voorgenomen kasschuiven op de begroting over de periode 2020–2025, voor zover mogelijk op het niveau van beleidsartikelen?

59

Kunt u een opgesomd overzicht geven van alle openstaande taakstellingen binnen de begroting tot en met 2025?

60

Kunt u een opgesomd overzicht geven van alle vertraagde programma’s als gevolg van budgettaire wijzigingen tot en met 2025?

61

Kunt u een overzicht geven van alle toegezegde uitgaven voor de periode 2020–2025, op het niveau van beleidsartikelen, waarbij duidelijk wordt voor welke programma’s deze toegezegde uitgaven bedoeld zijn en welk deel van deze uitgaven juridisch verplicht is?

62

Kunt u duidelijk maken in hoeverre de begroting ruimte biedt om, per project of beleidsartikel, per direct of in afzienbare tijd stop te zetten of te beperken?

63

Kunt u aangeven in hoeverre u rekening houdt met een eventuele aanvullende daling van het BNI en daarmee het ODA-budget, bijvoorbeeld als gevolg van het «tweede golf scenario» vanuit de Macro-economische Verkenningen? Zo ja, kunt u aangeven met welke mogelijke scenario’s u rekening houdt en welke mogelijke budgettaire aanpassingen u als gevolg hiervan overweegt? Zo nee, waarom niet?

64

Op welke wijze worden de extra € 100 miljoen uit het regeerakkoord aangewend?

65

Welke middelen zijn in de begroting voor 2021 geraamd ter bestrijding van COVID-19? Kunt u daarbij uitsplitsen welk deel van die middelen specifiek wordt besteed aan persoonlijke beschermingsmiddelen zoals mondmaskers, handschoenen en schorten, welk deel van de middelen specifiek wordt besteed aan de aankoop van medische apparatuur en medicijnen die nodig zijn voor de behandeling van COVID-19 patiënten (zoals bijvoorbeeld beademingsmachines) en welk deel van de middelen besteed wordt aan de aankoop van COVID-19 (kandidaat-)vaccins?

66

Hoeveel geld gaat er specifiek naar de Palestijnse Autoriteit? Welke (lopende) projecten er zijn met dit geld bekostigd?

67

Hoeveel geld gaat er naar projecten die worden verricht in de Palestijnse gebieden? Welke (lopende) projecten zijn met dit geld bekostigd?

68

Hoeveel geld gaat er de komende jaren naar landen die lid zijn van de Organisation of Islamic Cooperation (OIC)? Welke (lopende) projecten zijn met dit geld bekostigd? Kunt u een uitsplitsing per land geven?

69

Hoeveel geld gaat er naar (lopende) genderactiviteiten en -projecten? Kunt u een overzicht geven van welke (lopende) projecten en welke landen dit betreft, inclusief bijbehorende bedragen, alsmede de behaalde effecten?

70

Hoeveel middelen zijn er binnen de begroting gealloceerd voor programma’s die gendergelijkheid moeten bevorderen? Welke organisaties en projecten worden door Nederland direct dan wel indirect gefinancierd in het kader van de gendergelijkheid?

71

Kunt u een overzicht geven van EU-landen en daarbij aangeven welk percentage van hun Bruto Binnenlands Product (BBP) naar ODA gaat?

72

Op welke concrete manieren wil het kabinet internationale waardeketens duurzamer maken?

73

Welke concrete plannen en doelstellingen maken onderdeel uit van de inzet tot «Building Back Better»?

74

Hoe kan worden voorkomen dat de vooruitgang in het behalen van de SDGs niet verloren zal gaan aan de gevolgen van de coronacrisis?

75

Kunt u in een overzicht weergeven hoeveel middelen op verschillende artikelen zijn begroot voor 2021, specifiek met het doel het tegengaan van verdere inkrimping van de ruimte voor het maatschappelijk middenveld/het vergroten van de ruimte voor het maatschappelijk middenveld?

76

Is er vanwege COVID-19 en de daarmee samenhangende druk op mensenrechtenverdedigers, inclusief NGOs, journalisten en vakbonden meer uitgegeven op de ruimte voor het maatschappelijk middenveld in 2020? Zo ja, op welke artikelen is dit uitgegeven en aan welke specifieke programma’s? Zo nee, waarom niet?

77

Is er vanwege COVID-19 en de daarmee samenhangende druk op mensenrechtenverdedigers, inclusief NGOs, journalisten en vakbonden meer begroot op de ruimte voor het maatschappelijk middenveld voor 2021? Zo ja, op welke artikelen is dit begroot en aan welke specifieke programma’s? Zo nee, waarom niet?

78

Kunt u aangeven wat wordt bedoeld met verhoging van het ambitieniveau in het kader van de uitvoering van de Overeenkomst van Parijs? Hoe wordt dit concreet vormgegeven?

79

Komt er in het kader van het prioriteren van het versterken van gezondheidssystemen in 2021 ook een geïntegreerde strategie op het gebied van mondiale gezondheidszorg?

80

Kunt u voorbeelden geven van de praktische handreikingen waarover u het heeft om inhoud te geven aan een mentale gezondheid en psychosociale steun (MHPSS) inclusieve crisisrespons?

81

Kunt u ingaan op de financieringsbronnen voor MHPSS die u voornemens bent om aan te boren? Op welke termijnen worden deze ingezet?

82

Welke nieuwe financieringsbronnen worden in 2021 aangeboord voor MHPSS en om hoeveel geld gaat het?

83

Hoe ziet een gendersensitieve COVID-19 respons er uit? Kunt u voorbeelden geven van hoe en waar Nederland pleit voor een gendersensitieve COVID-19 respons? Hoe worden tools zoals de Gender with Age Marker (GAM) en de Rapid Gender Analysis (RGA) ten behoeve van de gendersensitieve COVID-19 respons ingezet?

84

Wat wordt precies bedoeld met een «gendersensitieve» COVID-19 respons? Is het onderscheid maken op basis van geslacht in het geval van verdeling van middelen ten behoeve van ziektebestrijding ethisch verdedigbaar? Worden vrouwen en transgenders niet in evenredige mate besmet met COVID-19 als mensen van het mannelijke geslacht?

85

Is er in de huidige begroting sprake van inzet van middelen ter bestrijding van ziektes als Ebola, Malaria, Zika, Chikungunya en West-Nijl virus? Zo ja, is daarbij ook sprake van een «gendersensitieve» aanpak? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u per ziekte uitgesplitst aangeven waar die inzet van middelen uit bestaat?

86

Kunt u een overzicht geven van alle NGO’s en/of maatschappelijke organisaties die subsidies ontvangen per beleidsonderdeel, direct of indirect via fondsen, samenwerkingen, strategische partnerschappen of programma’s?

87

Kunt u aangeven voor welke activiteiten of programma’s deze NGO’s en/of maatschappelijke organisaties subsidie ontvangen?

88

Kunt u aangeven hoe gecontroleerd wordt dat de subsidies die NGO’s en/of maatschappelijke organisaties ontvangen, ook daadwerkelijk worden gebruikt voor de daartoe beoogde activiteiten en doeleinden?

89

In welke mate gebruiken NGO’s en/of maatschappelijke organisaties subsidies voor activiteiten, werknemerskosten, algemene kosten en/of belangenbehartiging in Nederland? Om welke organisaties gaat het dan en om hoeveel besteed subsidiegeld gaat het?

90

In hoeverre ontvangen NGO’s en/of maatschappelijke organisaties subsidie voor activiteiten waarbij een opinie wordt uitgedragen welke niet overeenkomt met het standpunt van de regering, bijvoorbeeld op het gebied van handelsbeleid? Om welke organisaties gaat het dan en om hoeveel besteed subsidiegeld gaat het?

91

In hoeverre worden subsidies aan NGO’s en/of maatschappelijke organisaties voor programma’s en activiteiten gebruikt voor lobbyactiviteiten van deze organisaties in Nederland bij politici en de overheid die hen die subsidies verstrekt? Om welke organisaties gaat het dan en om hoeveel besteed subsidiegeld gaat het?

92

In hoeverre worden subsidies aan NGO’s en/of maatschappelijke organisaties voor programma’s en activiteiten gebruikt voor lobbyactiviteiten specifiek gericht op het ontvangen van meer subsidie of het vergroten van de beschikbaarheid van subsidie voor het maatschappelijk middenveld?

93

Kunt u een overzicht geven van alle verschillende subsidie ontvangende organisaties die in 2020 een juridische procedure hadden lopen tegen de overheid?

94

Neemt de financiële inzet voor ontwikkelingssamenwerking via het Nederlandse maatschappelijk middenveld in 2021 en de jaren daarna toe, blijft deze gelijk of neemt deze af?

95

Hoe ontwikkelt zich in 2021 en daarna de verhouding tussen financiering van multilaterale instellingen en geld uitgegeven in eigen beheer en onder eigen beleid? Welke inhoudelijke keuzes liggen hieraan ten grondslag?

96

Welke plaats voorziet u voor vakbondsrechten en sociale dialoog in deze herinrichting van ketens?

97

Wat wordt er bedoeld met het vergroten van het verdienmodel van Nederlandse bedrijven in het kader van de SDGs?

98

Op welke manier(en) is het kabinet van plan bedrijven aan te spreken op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid met het oog op het versneld verduurzamen en weerbaar maken van de mondiale waardeketens?

99

Welke stappen neemt het kabinet in 2021 om de naleving van de OESO-richtlijnen door de olie- en gassector te verbeteren, na de weigering van de sector om hierop actie te ondernemen in 2020?

100

Kunt u de kwetsbaarheden van de mondiale waardeketens als gevolg van COVID-19 benoemen en daarbij concreet aangeven welke maatregelen u – mede in het licht van Building Back Better – voorziet om deze impact effectief en duurzaam te tegen te gaan?

101

Op welke termijn verwacht u dat het handelsakkoord met Mercosur aan de Kamer zal worden voorgelegd?

102

Kunt u aangeven of u het Europese onderhandelingsmandaat voor de onderhandelingen met de Mercosurlanden voor een handelsakkoord steunt? Kunt u daarnaast aangeven of u tot dusver enige signalen heeft dat de Europese Commissie gedurende de onderhandelingen akkoord is gegaan met afspraken welke niet in lijn zijn met dit onderhandelingsmandaat?

103

Waarom focust u in de toelichting op het versterken van mondiale waardeketens op de punten duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen in plaats van op het versterken van de weerbaarheid van voor Nederland belangrijke waardeketens en het verminderen van de afhankelijkheid van buitenlandse productie voor bepaalde strategische sectoren? Vertaalt deze keuze zich ook in het te voeren beleid?

104

Is er budget of mankracht beschikbaar gesteld voor het onderzoeken van de afhankelijkheden van voor Nederland belangrijke waardeketens en de manieren waarop deze versterkt kunnen worden?

105

Welke inzet verricht u nog meer om de afhankelijkheid van buitenlandse leveranciers voor bepaalde strategische goederen te verminderen, naast de inzet op het Essential Health Goods Agreement van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)?

106

Welke «versnelde» acties gaat u nemen om waardeketens duurzamer en weerbaarder te maken tijdens en na de COVID-19-crisis?

107

Hoe zorgt Nederland voor digitale inclusie van vrouwen, organisaties en andere groepen die opkomen voor gendergelijkheid en vrouwenrechten, nu mede door de COVID-19 pandemie besluitvorming meer in het digitale domein plaatsvindt?

108

Wat is de stand van zaken van het ratificatieproces van Nederland van Verdrag 190 Geweld en intimidatie in de wereld van werk van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), waarin specifieke aandacht is voor geweld tegen vrouwen en de impact van huiselijk geweld op werk? Wanneer kan de Kamer hier informatie over verwachten?

109

Wat wordt precies verstaan onder «feministisch leiderschap» en met welke waarborgen gaat Nederland voorkomen dat dergelijk «feministisch leiderschap» gaat resulteren in «masculien lijderschap»?

110

Op welke wijze en waarom wordt verwacht dat ongewenste (tiener-)zwangerschappen, moeder- en kindsterfte, en obstakels voor toegang tot HIV/aidspreventie en -behandeling zullen toenemen als gevolg van de COVID-pandemie?

111

Vertaalt de leiderschapsrol in 2021 in de actiecoalitie «feminist movements & leadership» zich ook in additionele financiële committeringen van Nederland met betrekking tot gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes gedurende de looptijd van de actiecoalitie?

112

Welke onderwijsprogramma’s besteden aandacht aan inclusie van kinderen en/of jongeren met een beperking? Hoe krijgt dit vorm en hoe wordt dit gemonitord?

113

Kunt u een inschatting geven in welke mate de humanitaire noden dit jaar zijn vergroot ten gevolge van de COVID-19 pandemie, en op welke manier in de begroting rekening is gehouden met de constatering dat waarschijnlijk ook volgend jaar de humanitaire noden zullen stijgen?

114

Welk percentage van het Nederlands noodhulpbudget komt (direct of indirect) terecht bij lokale humanitaire organisaties? In hoeverre is dat percentage bijgesteld vanwege de wereldwijde COVID-19 pandemie?

115

Kunt u toelichten – nu de COVID-pandemie de humanitaire noden aanzienlijk verhoogd en de humanitaire fondsen en mensenrechtenprogramma’s al jaren structureel onder gefinancierd zijn – waarom er in 2021 minder fondsen beschikbaar zijn vergeleken met 2021?

116

Welk beleid wordt ingezet om tot een grotere effectiviteit en efficiëntie van de humanitaire sector te komen? Zijn er al wezenlijke resultaten te melden in de implementatie van de Grand Bargain afspraken?

117

Hoeveel procent van de fondsen van sleutelorganisaties als de VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (UNHCR), het Wereld Voedselprogramma (WFP) en UNICEF gaat – conform de Grand Bargain afspraken – naar lokale organisaties? Worden multilaterale organisaties aangesproken met betrekking tot de Grand Bargain localisatie afspraken, zoals het kanaliseren van fondsen naar lokale organisaties (25%)?

118

Wat wordt de Nederlandse inzet om de structurele humanitaire onderfinanciering internationaal aan te pakken?

119

Welk percentage van de Nederlandse humanitaire middelen wordt «zo direct als mogelijk» aan lokale organisaties gealloceerd?

120

In hoeverre komt de inzet voor de COVID-19 respons via de VN en andere multilaterale kanalen ten goede aan lokale hulporganisaties?

121

Kunt u aangeven hoeveel Nederland tot nu toe heeft bijgedragen aan de Minimum MHPSS Service Packages? Hoeveel wordt deze bijdrage opgehoogd in 2021?

122

Welke middelen ontvangt de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) in 2021? Hoeveel was dit de afgelopen 20 jaar, uitgesplitst naar elk afzonderlijk jaar? Kunt u in die tabel uitgesplitst naar jaartal ook aangeven hoeveel migranten zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst?

123

Wat wordt er bedoeld met het toepassen van de mensenrechtenbenadering bij wederopbouw?

124

Bent u voornemens om MHPSS programmering in vredesopbouw te financieren of in 2021 enkel te richten op het bepleiten van integratie van MHPSS in vredesopbouw?

125

In welke ontwikkelingslanden financiert Nederland een groeiende portefeuille aan klimaatactiviteiten en wat voor activiteiten worden daar door Nederland precies gefinancierd? Kunt u een overzicht per land geven welke (lopende) klimaatactiviteiten en projecten daar met Nederlands geld worden gerealiseerd?

126

Wat is het totale bedrag aan private klimaatinvesteringen dat tot nu toe is gemobiliseerd met publieke middelen?

127

Kunt u een overzicht geven van de impact die de verschuiving van programma's naar de focusregio's heeft op de landen die daar niet toe behoren en waar programma's in de komende jaren worden afgebouwd? Zijn er voorzieningen getroffen voor een zorgvuldige afbouw en vinden er gesprekken plaats met andere donoren die deze programma's mogelijk zouden kunnen overnemen?

128

Welke concrete inspanningen gaat u plegen om Nederlandse organisaties beter te positioneren als uitvoerder van EU-programma's? Welke financiële doelstelling heeft u voor ogen in 2021?

129

Hoe wordt in de drie taken van Invest International aandacht gegeven aan gendergelijkheid en vrouwenrechten?

130

Is gender due diligence een vereiste wanneer het Nederlandse bedrijfsleven aanvragen tot het ontwikkelen en/of financieren van projecten doet bij Invest International? Hoe wordt ervoor gezorgd dat vrouwen in het buitenland geen negatieve gevolgen ervaren van projecten uitgevoerd met hulp van Invest International?

131

Is een deel van de projecten, investeringen of regelingen waar Invest International over gaat specifiek bedoeld voor Nederlandse vrouwelijke ondernemers en lokale vrouwelijke ondernemers? Hoe groot is dit aandeel?

132

Wat bedoelt u met «opvolging geven aan de evaluatie van de IMVO-convenanten»? Wordt hier een vernieuwing van het convenantenbeleid bedoeld?

133

Weke hervormingen van de WTO worden er bedoeld, en aan welke hervormingen worden gedacht in dit verband?

134

Wanneer in 2021 verwacht het kabinet het Nationaal Actieplan voor Mensenrechten en het Bedrijfsleven naar de Kamer te sturen?

135

Welke extra beleidsinspanningen worden hier bedoeld? Kan er concreet in kaart worden gebracht, voor elke vorm van beleidsinspanning, wat daar de afgelopen vier jaar voor gedaan is, en welke (positieve en negatieve) effecten die inspanningen hebben gehad op het bereiken van de kabinetsdoelstelling van 90%?

136

Welke verdere maatregelen gaat het kabinet nemen om de noodzakelijke versnelling richting de 90% te bereiken, naast de reeds gestarte voorlichtingscampagne?

137

Kunt u een overzicht geven van de interventies en/of programma’s die het kabinet voorziet om bestrijding van kinderarbeid in ketens te versnellen en de grondoorzaken aan te pakken? Hoeveel budget wordt daar in totaal voor ingezet?

138

Kunt u een tijdslijn geven voor de nadere invulling van de Wet Zorgplicht Kinderarbeid?

139

Is het kabinet van plan concrete vervolgstappen te ondernemen naar aanleiding van het non-paper «On trade, social economic effects and sustainable development» van Nederland en Frankrijk als onderdeel van verdere verduurzaming van handelsakkoorden en -beleid? Zo ja, kunt u die uiteenzetten?

140

Bent u bereid te pleiten voor het opnemen van naleving van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen in Investeringsverdragen?

141

Gaat u actief gebruikmaken van de Gender dimensions of the Guiding Principles on Business and Human Rights in het proces van de herziening van het Nationaal Actieplan Mensenrechten en Bedrijfsleven?

142

Wat is de inzet op EU-niveau om ervoor te zorgen dat de handelsakkoorden die in de begroting staan vermeld de duurzame ontwikkelingsdoelen van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid niet zullen ondermijnen?

143

Wordt er bij de inzet op het verantwoord gebruik van technologie en data door bedrijven en overheden om mensenrechten te waarborgen ook rekening gehouden met de digitale veiligheid en de bescherming van data van vrouwelijke mensenrechtenverdedigers? Hoe gebeurt dit specifiek?

144

Worden de budgetten voor NLinBusiness, Trade and Innovate NL, NLWorks en de Taskforce Handelsbevordering gerekend tot ODA-middelen? Zo ja, zijn daar IMVO-voorwaarden aan verbonden en hoe worden deze getoetst en gemonitord?

145

In hoeverre wordt bij projecten gefinancierd uit NLinBusiness, Trade and Innovate NL, NLWorks en de Taskforce Handelsbevordering de impact op de lokale economie als voorwaarde voor toekenning beoordeeld? Indien dit niet zo is, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te realiseren?

146

Maakt Nederland vanaf 2021 gebruik van de «disability marker» in de rapportages aan de Development Assistance Committee van de OESO (OESO/DAC) over de Nederlandse ODA-uitgaven?

147

Wat voor type banen worden bedoeld in de streefwaarde voor 150.000 nieuwe banen in tabel 4? Gaat dit om banen voor de lokale bevolking of tellen banen gecreëerd in Nederland of ingevuld door expats ook mee?

148

Hoeveel van de 12.660 bedrijven die in 2019 overheidshulp hebben gekregen in de vorm van investering, handel of dienstverlening, zoals aangegeven in tabel 4, zijn lokale bedrijven? Om hoeveel procent van het budget gaat dat? Welke Nederlandse bedrijven hebben overheidssteun ontvangen die onder deze indicator worden geschaard?

149

Worden de gerealiseerde cijfers en de streefcijfers van tabel 4 op de thema’s Private Sector Development (PSD), Voedselzekerheid, Water, Klimaat en Migratie en Ontwikkeling uitgesplitst naar gender? Zo ja, wat zijn de uitgesplitste cijfers? Hoe en wanneer wordt over deze cijfers gerapporteerd?

150

Welke impact verwacht u dat COVID-19 zal hebben op de uitvoering van het SRGR- en HIV-beleid? Verwacht u dat de streefwaarden voor 2021 op de resultaatgebieden «toegang tot family planning» en «rechten» ondanks die impact behaald zullen worden?

151

Wat is de reden dat op verschillende artikelen in de begroting bezuinigingen met een totaal van ruim € 110 miljoen ingeboekt zijn in tabel 5? Hoe staat dit in verhouding tot de extra middelen die zijn toegekend met de kasschuif als gevolg van de BNI-daling?

152

Waarom is er voor deze artikelen gekozen om de bezuinigingen van ruim € 110 miljoen neer te laten vallen?

153

Waarom wordt er een bezuiniging van ruim € 18 miljoen euro ingeboekt op artikel 2.1 Voedselzekerheid?

154

Waarom heeft u de door u voorgestelde bezuiniging van € 110 miljoen niet nader ingevuld en waarom stelt u dit uit tot bij de voorjaarsnota?

155

Hoe vaak is het in de geschiedenis van de departementale begroting voor BuHa-OS voorgekomen dat bij de begroting een bezuiniging werd aangekondigd, waarvan de invulling pas op een later moment volgt? Wat was hier in het verleden de achterliggende motivering voor?

156

Kunt u in grote lijnen schetsen op welk soort programma's de bezuinigingen gaan vallen die u bij voorjaarsnota nader wilt gaan invullen?

157

Hoe is de kasschuif BNI-daling van € 272 miljoen precies verwerkt in de begroting van BuHa-OS?

158

Kan er een berekening worden gegeven van artikel 5.4 in tabel 5 en de brongegevens van artikel 5.4 op bladzijde 73? Hoe staan deze cijfers in verhouding met elkaar?

159

Hoe is de kasschuif BNI daling van 272 miljoen verwerkt met artikel 5.4?

160

Kan de bestemming van de niet-juridisch verplichte uitgaven uit Tabel 7 nader worden gespecificeerd? Hoeveel uitgaven worden geschat per bestemming uit de laatste kolom van tabel 7?

161

Hoe zal de structurele daling van het ODA-budget vanaf 2021 het dwarsdoorsnijdend beleidsthema gendergelijkheid en de empowerment van vrouwen en meisjes beïnvloeden? Welke beleidsonderdelen zullen hier mogelijk gevolgen van ondervinden?

162

Op welk percentage ODA komt de begroting voor 2021 nu feitelijk terecht?

163

Hoe kan er gestand gedaan worden aan het behalen van SDG2, één van de speerpunten van het Nederlandse OS-beleid, wanneer er wederom een bezuiniging is ingeboekt op artikel 2.1 Voedselzekerheid van € 18.2 miljoen, terwijl de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) constateert dat de honger in de wereld is toegenomen en we off-track zijn om SDG2 te halen? Noopt dit niet tot extra investeringen in de weerbaarheid van voedselsystemen?

164

Uit welke van de drie bestemmingen van de niet-juridische verplichte uitgaven zoals die in tabel 7 op bladzijde 28 is weergegeven, is de regering van plan de € 18.2 miljoen te halen? Kan een verdeling worden gegeven op het voorkomen van ondervoeding, vergroten van productiviteit in de landbouw en vergroten van weerbaarheid voor klimaat en de Nederlandse inzet voor de voedseltop eind 2021? Of wordt er ook een deel gehaald uit juridisch verplichte uitgaven?

165

Op welke van de drie voedselzekerheid-gerelateerde bestemmingen binnen de niet-juridische verplichte uitgaven is de regering voornemens € 18,2 miljoen te bezuinigen, en volgens welke verdeling?

166

Is de inzet dat een volledige 65e Commission on the Status of Women (CSW) in 2021 kan plaatsvinden?

167

Is er een keuze gemaakt tussen een bijdrage aan de International Financing Facility for Education (IFFEd) of een ander onderwijsfonds, zoals de Global Partnership for Education (GPE) of Education Cannot Wait (ECW)? Zo ja op welke gronden?

168

Op welke manier wordt binnen IFFEd de stem van het maatschappelijk middenveld gewaarborgd?

169

Is de kans aanwezig dat IFFEd niet doorgaat? Zo ja, wordt het bedrag dat dan vrijkomt besteed aan een ander onderwijsfonds?

170

Kunt u aangeven op welke wijze en op welke termijn de Kamer over IFFEd wordt geïnformeerd?

171

Kunt u aangeven waar de eenmalige inleg voor IFFEd van 15% (€ 33,4 miljoen) terug te zien is in de begroting?

172

Kunt u aangeven met welke concrete stappen u inzet op het verbeteren van het gelijk speelveld in het financieel instrumentarium gericht op export- en investeringsbevordering?

173

Welk deel van het budget voor beleidsartikel 1 wordt uitgegeven aan het bevorderen van internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen?

174

Op welke termijn verwacht u dat er in Europees verband wet- en regelgeving tot stand zal komen om de naleving van de OESO-normen te verbeteren?

175

Wordt de financiële injectie van € 833 miljoen voor Invest International tot ODA gerekend? Kunt u uw antwoord toelichten?

176

Kunnen de resultaten van het onderzoek naar mogelijkheden om Nederlandse institutionele beleggers te betrekken bij het investeren in SDGs in ontwikkelingslanden nog invloed hebben op de begroting 2021? Zo ja, hoe dan?

177

Kunt u toelichten waarom de totale bijdrage onder artikel 1.2 in 2020 € 104 miljoen is en vervolgens in 2021 en 2022 zakt? Waar komt de daling vandaan?

178

Waarom neemt het budget voor beleidsartikel 1.2 over de komende vijf jaar met meer dan 20% af? Is dit het gevolg van een beleidsmatige keuze? Zo ja, waarom is gekozen voor een lager budget voor beleidsartikel 1.2 terwijl het budget voor beleidsartikel 1.1 nagenoeg gelijk blijft?

179

Hoeveel werknemers heeft RVO in 2020?

180

Kunt u in een tabel uiteenzetten waar de begroting van RVO naar toe gaat?

181

Kunt u toelichten waar de bedragen onder het kopje «lokale private sector ontwikkeling» naar toe gaan?

182

Kunt u in een tabel toelichten waar het geld onder het kopje Infrastructuurontwikkeling naar toe gaat?

183

Kunt u toelichten hoe we de bedragen onder artikel 1.3 met het kopje «nog te verdelen» waar een min voor staat moeten lezen?

184

Op welke wijze wordt onderzocht in hoeverre de inzet op de versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie aansluit op de behoeften van de geholpen ondernemingen?

185

Hoeveel geld gaat er naar de uitvoering van Chinastrategie?

186

Hoe gaat het huidige Nederlandse verdragsbeleid bijdragen aan capaciteitsopbouw die zich richt op het versterken en transparanter maken van belastingstelsels, het verbeteren van boekenonderzoeken en verdragsbeleid in ontwikkelingslanden zodat de beoogde verbetering van fiscale wetgeving en uitvoering (en beleidsplannen van lokale overheden) in ontwikkelingslanden door die capaciteitsopbouw via multi- en bilaterale kanalen tot hogere belastingopbrengsten zal moeten leiden?

187

Kunt u per revolverend fonds toelichten welke uitgaven en verplichtingen daarvoor in de begroting 2021 zijn opgenomen?

188

Welk deel van de middelen in het kader van infrastructuurontwikkeling komt terecht bij Nederlandse bedrijven of consortia bestaande uit minimaal één Nederlandse onderneming?

189

Welke bedrijven hebben een beroep gedaan op het Fonds Verantwoord Ondernemen (FVO) in 2019?

190

Is een evaluatie van het FVO voorzien en zo ja, wanneer?

191

Hoeveel is er uitgegeven binnen het Challenge Fund?

192

Heeft de € 37 miljoen die per 2021 jaarlijks wordt uitgegeven aan «Kennis & capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid», die ten dele via NUFFIC besteed wordt, invloed op de sluiting van de NUFFIC-kantoren zoals beoogd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?

193

Kunnen Nederlandse agrarische ondernemingen steun ontvangen van uw departement in het kader van beleid gericht op het verbeteren van voedselzekerheid zonder dat zij deel uitmaken van een publiek-privaat samenwerkingsverband of een samenwerking met een NGO? Kunnen individuele bedrijven met aantoonbare expertise zelfstandig in aanmerking komen voor subsidies/gedelegeerde middelen? Zo ja, kunt u aangeven in hoeverre hier in de afgelopen vijf jaar sprake van is geweest?

194

Kunt u een uitsplitsing per ontvangende organisatie geven van de € 160,9 miljoen die in 2021 via (inter)nationale organisaties aan voedselzekerheid wordt besteed onder artikel 2.1 «Voedselzekerheid»?

195

Welke zaken worden gefinancierd vanuit 2.3 Klimaat, «Klimaat algemeen» en met welke bedragen?

196

Waaruit bestaan de diverse posten «Klimaat algemeen» in beleidsartikel 2.3?

197

Kunt u een overzicht geven van alle publiek-private partnerschappen op het terrein van voedselzekerheid, inclusief het budget dat voor deze partnerschappen gereserveerd is?

198

Hoe is de verdubbeling van de ondersteuning van de strijd tegen ontbossing en landdegradatie terug te vinden? Over welke periode zal de financiële inzet worden verdubbeld en ten opzichte van welke oorspronkelijke bedragen?

199

Wat houdt het AGRI3 partnerschap in, welke focus kiest de Minister hiervoor?

200

Hoe geeft Nederland in 2021 vervolg aan de International Conference on Population and Development Beyond 2014 en de uitvoering van SRGR en gendergelijkheid als onderdeel van de 2030 agenda?

201

Kunt u aangeven op welke concrete en meetbare punten vooruitgang is geboekt met betrekking tot het bevorderen van vrouwenrechten, gendergelijkheid en SRGR in 2020?

202

Welke partijen zijn betrokken bij de inhoudelijke voorbereidingen van de EU Forest Law Enforcement Government and Trade (FLEGT) partnerschapsakkoorden?

203

Bent u van plan om het aantal onderhandelingspartners onder FLEGT (geografisch) uit te bereiden?

204

Hoe wordt er specifiek invulling gegeven aan deze inzet en wat zijn beleidsmaatregelen die het kabinet implementeert om de actieve rol van vrouwen in vredesprocessen te stimuleren en de uitbanning van geweld tegen vrouwen dichter bij te brengen?

205

Kunt u uitsplitsen wat er onder de budgetregel Bijdragen (internationale) organisaties SRGR en hiv/aids valt?

206

Kan er een nadere toelichting komen op hoe de verlaging van het uitgavenbudget voor Vrouwenrechten en gendergelijkheid (Artikel 3.2) in de wijziging begroting BuHa-OS 2020 (wijziging i.v.m. Voorjaarsnota – 35450 XVII 2) vanwege de eerste snelle respons op COVID-19, in de begrotingsstaat BuHa-OS 2021 wordt gecompenseerd?

207

Waar zijn de bedragen van het uitgavenbudget voor Vrouwenrechten en gendergelijkheid (Artikel 3.2), die tot en met 2019 specifiek onder Subsidies «Landenprogramma’s vrouwenrechten en gendergelijkheid» en «Vrouwenrechten en gendergelijkheid» vielen, in de begroting van 2021 en daarop volgende jaren ondergebracht? Welke programma’s vallen hieronder?

208

Waarom staat onder artikel 3.1 «Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten en hiv/aids» de budgetregel «gezondheidszorg» zonder dat daar bedragen aan worden gealloceerd?

209

Welk gedeelte per budgetlijnen subsidies, opdrachten en bijdragen aan internationale organisaties (3.3) zal direct ten goede komen aan lokale organisaties?

210

Kunt u toelichten waarom in 2021 geen bijdrage meer wordt gedaan voor onderwijs met perspectief?

211

Kunt u aangeven hoe het budget voor GPE zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld (vanaf 2018)?

212

Kunt u aangeven waarvoor de garantie van € 40,375 miljoen voor onderwijs is bestemd?

213

Kunt u een verklaring geven voor de daling onder «Bijdragen (inter)nationale organisaties, onderwijs» van € 10,250 miljoen in 2020 naar € 5,250 miljoen in 2021 en vervolgens € 9,250 miljoen in 2022? Waaraan worden deze gelden besteed en via welke kanalen?

214

Kunt u toelichten waarom de uitgaven voor artikel 3.3 «Maatschappelijke middenveld» van € 216,3 miljoen in 2019 dalen naar € 169,9 miljoen in 2020, om vervolgens waar te stijgen naar € 219,5 miljoen in 2021 (en daarna min of meer stabiel te blijven)?

215

Hoe verhoudt uw statement dat de COVID-19 pandemie vooral ook vraagt om investeringen in basisgezondheidszorg, inclusief SRGR, zich tot uw voornemen om € 18,6 miljoen te bezuinigen op programma's rond SRGR en HIV/Aids?

216

Klopt het dat er geen indicatoren ontwikkeld zijn op het versterken van het maatschappelijke middenveld, buiten de bevordering van vrouwenrechten en gendergelijkheid om?

217

Wat is het budget voor het accountability fonds? Wat zijn de ervaringen van de ambassades inzake het direct financieren van lokale organisaties? Kan er ook een acountability fonds opgezet worden – gekanaliseerd via het ministerie bijvoorbeeld – dat lokale humanitaire organisaties direct financiert?

218

Welke andere specifieke acties worden ondernomen ter versterking van organisaties binnen het maatschappelijk middenveld, in het bijzonder vrouwenrechtenorganisaties?

219

In hoeverre wordt de Women, Peace & Security-agenda als integraal onderdeel gezien van Artikel 4 Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling?

220

In hoeverre en hoe wordt er binnen de programma’s voor vredesprocessen ook rekening gehouden met genderspecifieke elementen, zoals de participatie van vrouwen in vredesonderhandelingen?

221

In hoeverre en hoe wordt er binnen de brede inzet met betrekking tot het financieren van programma’s die bijdragen aan de duurzame opvang en bescherming van vluchtelingen in de regio, rekening gehouden met genderspecifieke elementen, zoals de vergrote dreiging van gender based violence in de complexe situaties van vluchtelingenopvang?

222

Kunt u een overzicht geven van door Nederland gefinancierde projecten, die de Union of Agricultural Work Committees (UAWC) in de zogenaamde C-gebieden op de Westelijke Jordaanoever implementeert? Wat is het belang van deze projecten voor kwetsbare Palestijnse gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever en voor het behoud van de levensvatbaarheid van de twee-statenoplossing?

223

Kunt u een chronologisch overzicht geven van de projecten van UAWC in C-gebieden op de Westelijke Jordaanoever (al dan niet door Nederland gefinancierd), die sinds 2017 door de Israëlische autoriteiten zijn tegengewerkt en/of vernield?

224

Op welke wijze wordt UAWC bij de uitvoering van zijn missie en werkzaamheden door Regavim en andere Israëlische organisaties, die de Israëlische bezetting en het nederzettingenbeleid op de Westelijke Jordaanoever actief steunen, tegengewerkt?

225

Zijn projecten, medewerkers en/of projectdeelnemers («beneficiaries») van UAWC in de afgelopen jaren het doelwit geweest van geweld van militante kolonisten? Zo ja, welke schade en/of welk letsel is daarbij veroorzaakt? Zijn de verantwoordelijken door de Israëlische autoriteiten vervolgd?

226

Heeft u een verklaring voor het feit dat het aantal Palestijnse projecten in de C-gebieden op de Westelijke Jordaanoever met internationale (vooral Europese) financiering sterk is teruggelopen, volgens de Israëlische krant Haaretz van 75 in 2015 naar 12 in 2019 («Israel is proud to have halted international projects for Palestinians in Area C», Haaretz, 14 september 2020, https://www.haaretz.com/israel-news/.premium-knesset-committee-39-of-west-bank-suffices-for-palestinian-construction-1.9147990)?

227

Hoeveel Palestijnse bomen en Palestijnse gebouwen («structures») heeft Israël naar schatting in 2019 in de C-gebieden op de Westelijke Jordaanoever vernield of in beslag genomen? Welke gevolgen hebben deze vernielingen en confiscaties voor de Palestijnse ontwikkeling en economie?

228

Welke maatregelen hebben het kabinet en de EU genomen in reactie op de sterke stijging van het aantal vernielingen door Israël van Palestijnse gebouwen tijdens de COVID-19 pandemie, waardoor volgens het Bureau voor de coördinatie van humanitaire zaken van de Verenigde Naties (UNOCHA) in de periode maart-augustus 2020 389 gebouwen zijn vernield en 442 Palestijnen, onder wie veel kinderen, thuisloos zijn geraakt («Unlawful demolitions in the West Bank spike during COVID-19», UN-OCHA, 10 september 2020, https://www.ochaopt.org/content/unlawful-demolitions-west-bank-spike-during-covid-19)? Welke effect hebben deze maatregelen gehad?

229

Kunt u een overzicht geven van alle door de EU en/of lidstaten gefinancierde projecten op de Westelijke Jordaanoever, waaronder mogelijk ook Nederlandse projecten, waaraan Israël in 2020 schade heeft toegebracht, door vernielingen, confiscaties of andere maatregelen?

230

Over welke groepen gaat het bij het stimuleren van de betrokkenheid van kwetsbare groepen in humanitaire situaties bij beleid en uitvoering en het tegengaan van seksueel geweld en hoe zal het stimuleren van deze betrokkenheid er specifiek uitzien?

231

Betekent inclusieve participatie voor het maatschappelijke middenveld bij lokale conflictpreventie, het bevorderen van participatie en sociaaleconomische wederopbouw, dat vrouwenrechtenorganisaties en vrouwelijke leiders binnen het maatschappelijke middenveld ook deel kunnen nemen aan lokale conflictpreventie en sociaaleconomische wederopbouw?

232

Kunt u aangeven welk deel van het budget in 2020 is uitgegeven aan migratiesamenwerking?

233

Kunt u aangeven met welke landen op dit moment gesprekken lopen over de totstandkoming van een «breed partnerschap» op migratieterrein?

234

Met hoeveel landen heeft u de hulprelatie verbroken of verminderd omdat zij onvoldoende onderdanen terug hebben genomen, conform de afspraak hierover in het regeerakkoord?

235

Kunt u een overzicht geven van de omvang van de Nederlandse ontwikkelingsrelatie met Algerije, Irak, Marokko, Eritrea, Ethiopië, Iran, Moldavië, Nigeria, Somalië, Pakistan, Turkije en Afghanistan?

236

Kunt u, per land, een overzicht geven van de stappen die u in deze kabinetsperiode hebt gezet om de ontwikkelingsrelatie met Algerije, Irak, Marokko, Eritrea, Ethiopië, Iran, Moldavië, Nigeria, Somalië, Pakistan, Turkije en Afghanistan in te zetten om het tot stand komen van brede migratieafspraken te bevorderen?

237

Wat is de intentie met betrekking tot de voortzetting van het Addressing Root Causes programma na 2021?

238

Kunt u de daling van € 21 miljoen voor de subsidies voor noodhulpprogramma’s toelichten?

239

Kunt u toelichten hoe de € 87 miljoen voor noodhulpprogramma’s (artikel 4.1) wordt verdeeld? Kunt u aangeven hoe dit budget wordt verdeeld over kwetsbare groepen waaronder kinderen in conflicten en meisjes?

240

Kunt u aangeven welk bedrag er vorig jaar naar MHPSS is gegaan en naar welke programma’s?

241

Kunt u aangeven hoeveel van de 21% van het niet-juridisch verplichte deel van humanitaire hulp bestemd voor crisis-specifieke bijdragen humanitaire hulp is bestemd voor MHPSS in 2021? Via welke kanalen loopt dit?

242

Hoeveel is extra uitgetrokken voor MHPSS in 2021 om de gevolgen van de COVID-19 crisis op te vangen? Via welke kanalen loopt dit?

243

Hoe ziet de speciale aandacht voor de toegang tot recht voor groepen die hierin een achterstand ondervinden, zoals vrouwen en jongeren, eruit en welke specifieke beleidsmaatregelen zullen genomen worden om deze toegang te vergroten?

244

Kunt u toelichten hoe de bijdragen (inter)nationale organisaties, migratie en ontwikkeling worden besteed? Kunt u toelichten waarom dit bedrag verhoogd is met € 5 miljoen ten opzichte van 2020? Kunt u aangeven hoe dit budget wordt verdeeld over kwetsbare groepen waaronder vluchtelingenkinderen en met name meisjes?

245

Kunt u aangeven hoeveel er in 2020 naar MHPSS is gegaan en hoeveel dit is voor 2021?

246

In welke landen wordt het bedrag gereserveerd voor opvang in de regio onder beleidsartikel 4.2 besteed?

247

Welke mogelijkheden ziet u om het noodhulpbudget aan te passen als bijvoorbeeld uit het jaarlijkse Global Humanitarian Overview (GHO) blijkt dat de humanitaire noden in de wereld in 2021 wederom enorm stijgen ten gevolge van de COVID-19 pandemie?

248

Welk bedrag is in 2020 uitgegeven aan het geven van voorlichting over migratie in ontwikkelingslanden? In welke landen is in 2020 dergelijke voorlichting gegeven? Welk deel van het bedrag dat hier aan besteed is, is uitgeven in landen waarvoor op dit moment geldt dat de kans op een succesvolle asielaanvraag laag is?

249

Kunt u aangeven aan welke projecten de middelen voor het «bijdragen aan migratiemanagement» worden uitgegeven? Welk deel van het budget voor migratiesamenwerking is hier in 2020 aan uitgegeven?

250

Hoeveel geld steekt u in 2020 en 2021 in het tegengaan van documentfraude?

251

Hoeveel geld steekt u in 2020 en 2021 in het bevorderen van vrijwillige terugkeer?

252

Hoeveel geld steekt u in 2020 en 2021 in het verbeteren van grensbeheer?

253

Welke maatschappelijke organisaties in Nederland ontvangen subsidie voor de «bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden»? Hoe groot is dit subsidiebedrag en voor welke projecten is dit bedoeld?

254

Kunt u toelichten waar de uitgaven aan «speciale multilaterale activiteiten» onder artikel 5.1 «Multilaterale samenwerking» aan worden uitgegeven? Waarom gaan deze uitgaven onder «Bijdragen (inter)nationale organisaties» van € 10,4 miljoen in 2019 naar € 26,1 miljoen in 2020 en uiteindelijk naar € 4,1 miljoen in 2022?

255

Welk deel van de Nederlandse bijdragen aan internationale organisaties is verplicht en welk deel is vrijwillig? Kunt u dit, in de vorm van een tabel, aangeven per internationale organisatie?

256

Kan er een nadere berekening en uitleg worden gegeven over hoe de bedragen in artikel 5.4 precies tot stand zijn gekomen?

257

Kunt u, door middel van een overzicht, per internationale organisatie aangeven welk deel van de bijdrage kwalificeert als ODA en welk deel als non-ODA?

258

Op basis van welk afwegingskader worden eventuele resterende middelen gedurende het jaar binnen de BuHa-OS begroting naar de beleidsartikelen herverdeeld?

259

Wanneer kan de Kamer informatie verwachten over de kabinetsbrede genderstrategie om de verplichtingen die voortvloeien uit het Beijing Platform for Action daadwerkelijk te realiseren?

260

Wanneer kan er meer informatie verwacht worden over een mogelijk evaluatie van antimisbruikbepalingen in belastingverdragen?

261

Zal de Nederlandse inzet voor de COVID-19 crisis wereldwijd inderdaad geëvalueerd worden? Op welke punten zal de COVID-19 respons geëvalueerd worden? Zal worden geëvalueerd of de Nederlandse COVID-19 respons gendersensitief was?

262

Hoe verhoudt de bezuiniging op artikel 2.1 Voedselzekerheid zich tot het volgende citaat in de Rijksbegroting: «De COVID-19 pandemie vergroot de risico’s voor arme mensen om voedselonzeker te worden. Dit noopt tot extra investeringen in de weerbaarheid van voedselsystemen.»?

263

Neemt IOB in de evaluatie van het beleid van gender mainstreaming in de periode 2015 tot 2020 ook de extra maatregelen mee die binnen het terrein van Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking genomen zijn om 2020 om COVID-19 te bestrijden?

   
Naar boven