2020D34924 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Medische Zorg over leefstijlpreventie waarbij de volgende brieven aan de orde waren:

  • de brief van 22 juni 2020 inzake Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord (Kamerstuk 32 793, nr. 484);

  • de brief van 11 mei 2020 inzake Toezeggingen en onderzoeksresultaten thema’s preventie en gezonde leefstijl (Kamerstuk 32 793, nr. 479);

  • de brief van 17 maart 2020 inzake Antwoorden op vragen commissie over de integrale aanpak van lachgas (Kamerstuk 24 077, nr. 460);

  • de brief van 28 januari 2020 inzake Reactie op verzoek commissie om een reactie op de petitie van het Diabetes Fonds over «Schrap kortingen op suikerbommen» (Kamerstuk 32 793, nr. 472);

  • de brief van 18 december 2019 inzake Evaluatie en vervolg van Actieplan Etikettering van Levensmiddelen (Kamerstuk 31 532, nr. 236).

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Staatssecretaris van VWS en de Minister voor Medische Zorg

32

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord, de Toezeggingen en onderzoeksresultaten thema’s preventie en gezonde leefstijl, het Verslag van het schriftelijk overleg over de integrale aanpak van lachgas, de Reactie op het verzoek van de commissie om een reactie op de petitie van het Diabetes Fonds over «Schrap kortingen op suikerbommen» en de Evaluatie en het vervolg van het Actieplan Etikettering van Levensmiddelen en zij hebben hierover nog een aantal vragen.

Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord

De leden van de VVD-fractie lezen in de Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord dat de maatregelen ter bestrijding van COVID-19 effect hebben op de ontwikkeling van de lokale en regionale preventieakkoorden. Kan de Staatssecretaris aan genoemde leden aangeven in hoeveel gemeenten en regio’s nog geen lokaal respectievelijk regionaal preventieakkoord is gesloten (eventueel in een andere vorm, maar wel conform afspraken uit het landelijke preventieakkoord)? Kan de Staatssecretaris daarnaast aangeven wat de opkomst is van de online-bijeenkomsten die hij heeft georganiseerd om gemeenten kennis en ervaringen te laten uitwisselen rondom het sluiten en uitvoeren van lokale preventieakkoorden? Wat zijn de ervaringen van gemeenten met deze bijeenkomsten en in hoeverre worden de resultaten hiervan gevolgd door de Staatssecretaris?

De leden van de VVD-fractie lezen in de Voortgangsrapportage van het Nationaal Preventieakkoord dat 8% van de acties rondom roken en 10% van de acties rondom problematisch alcoholgebruik in 2019 nog niet zijn gestart. Kan de Staatssecretaris aangeven welke acties het betreft? Genoemde leden vragen ook hoe het kan dat voor sommige acties de status onbekend is.

De leden van de fractie van de VVD zijn benieuwd naar de uitkomsten van het aangekondigde gesprek dat de Staatssecretaris in de zomer heeft gehad met sporters en artsen die betrokken waren bij de oproep voor een gezonde leefstijl. Wat waren de resultaten van dit gesprek? In hoeverre heeft dit geleid tot vervolgacties? Wat kunnen genoemde leden daarvan verwachten?

Per 1 januari 2020 is stoppen-met-rokenzorg vrijgesteld van het eigen risico. Is bij de Staatssecretaris bekend hoeveel verzekerden gebruikmaken van eerstelijns stoppen-met-rokenzorg?

De leden van de VVD-fractie lezen dat er aanwijzingen zijn dat de e-sigaret een opstapproduct is naar tabak. Deze leden vragen in welke mate deze stelling met bewijzen kan worden onderbouwd. Over de zin «Trimbos concludeert dat de Nederlandse volksgezondheid het meest gebaat is bij ontmoediging van het gebruik van e-sigaretten en het beperken van het gebruik hiervan tot de groep rokers die het echt niet lukt om te stoppen met bewezen effectieve hulpmiddelen» hebben genoemde leden de vraag op welke wijze de Staatssecretaris denkt onderscheid te kunnen maken tussen beginnende rokers, voor wie e-sigaretten een verlaagde drempel kunnen vormen om te gaan roken, en de rokers die het «echt niet lukt om te stoppen met bewezen effectieve hulpmiddelen».

De leden van de VVD-fractie lezen dat er een experiment wordt gestart met klinische behandeling van stoppen met roken. De resultaten van dit experiment zullen worden gebruikt om te beoordelen of en zo ja hoe deze gespecialiseerde zorg vanuit de basisverzekering moet worden vergoed. Deze leden vragen of en zo ja hoe het Zorginstituut betrokken is bij dit proces.

Een van de maatregelen tegen overgewicht is de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Uit de monitor van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijkt dat het aantal mensen dat gebruikmaakt van de GLI is gestegen van 1400 in het jaar 2019 naar 7000 in het jaar 2020, maar daarmee nog steeds bijzonder laag is. Heeft de Staatssecretaris hiervoor een verklaring?

De Staatssecretaris schrijft in zijn brief dat hij erop inzet dat Nederlanders zoveel mogelijk eten volgens de Schijf van Vijf. Toch past driekwart van de kinderproducten in de Nederlandse supermarkten niet in deze Schijf van Vijf. De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris om een reactie hierop

Verslag van het schriftelijk overleg over de integrale aanpak van lachgas

Over de reactie van het kabinet dat lachgas voor de wet niet kan worden beschouwd als geneesmiddel, omdat deze niet onder de reikwijdte hiervan valt (lachgas heeft immers geen geneeskrachtige werking) is de vraag van de leden van de VVD-fractie breder, namelijk of de verstrekking van lachgas aan consumenten wettelijk zou kunnen worden behandeld analoog aan geneesmiddelen. Te denken valt aan voorschriften ten aanzien van bijvoorbeeld toelating, voorlichting, bijsluiters, verkooppunten en toezicht hierop.

Ten aanzien van de strafbaarstelling van het gebruik van lachgas vragen de leden van de VVD-fractie of een combinatie van wettelijke voorschriften en decentrale ruimte is overwogen om recreatief gebruik van lachgas mogelijk te maken, maar tegelijk excessief gebruik en/of gebruik dat inbreuk maakt op de openbare orde tegen te gaan. Te denken valt bijvoorbeeld aan een wettelijk verbod op gebruik van of het voorhanden hebben van lachgas in het verkeer, aangevuld met, waar lokaal gewenst geacht, verbod op gebruik in de openbare ruimte door middel van lokale verordeningen.

Gemeenten kunnen momenteel al door middel van Algemene Plaatselijke Verordeningen maatregelen nemen tegen het gebruik van lachgas. De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre dat al gebeurt. Worden de effecten van dergelijke verordeningen gevolgd door de Staatssecretaris? Zo ja, wat zijn daarvan de uitkomsten? Zijn er al gevallen waarin gebruik van lachgas is vervolgd, omdat dit in strijd was met lokale verordeningen en heeft dit geleid tot veroordeling dan wel tot vrijspraak.

Actieplan Etikettering van Levensmiddelen

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat ieder mens primair zelf verantwoordelijk is voor zijn eigen gezondheid. Deze leden zouden zich zorgen maken als maatregelen aan mensen de suggestie geven dat hun gezondheid een verantwoordelijkheid is die de overheid van hen heeft overgenomen. Zij realiseren zich dat een gezonde levensstijl altijd maatwerk is, waarbij iedereen zijn eigen plan trekt en mensen met name baat hebben bij voorlichting en inzicht in de effecten van voedingsmiddelen op hun gezondheid. Leefstijlpreventie is daarmee een combinatie van enerzijds de persoonlijke wil en inspanning, en anderzijds inzicht in de effecten van voedingsmiddelen. Over de zin «Het voedselkeuzelogo is een voedingsclaim op het etiket waarmee de consument met één oogopslag de keuze voor een gezonder levensmiddel kan maken» vragen deze leden of dit niet een te sterke versimpeling is van de te maken keuze. Elk voedingsmiddel moet immers worden beoordeeld in samenhang met de individuele levensstijl, met de gebruikte hoeveelheid, de voedingswaarde, de ingrediënten en de energetische waarde (calorieën). Ook de reeds lang gehanteerde Schijf van Vijf van het Voedingscentrum is hierop gebaseerd. Hoe is de Minister voornemens dergelijke afwegingen tot uitdrukking te brengen in de etikettering?

De Staatssecretaris geeft aan dat de etikettering conform de Nutri-Score in overeenstemming dient te worden gebracht met de Schijf van Vijf van het Voedingscentrum. Nutri-Score en Voedingscentrum informeren consumenten echter op een fundamenteel andere wijze. Waar de Nutri-Score is gebaseerd op de kenmerken van het product zelf, richt het Voedingscentrum zich op de plaats die het product heeft in het dieet van de consument. De leden van de VVD-fractie vragen dan ook hoe de Staatssecretaris denkt beide met elkaar in overeenstemming te brengen. Heeft de Staatssecretaris op dit punt reeds concrete acties genomen sinds deze discrepantie in november 2019 ook door hemzelf werd geconstateerd?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister verwacht dat op Europees niveau de discussie over een voedsel-keuzelogo op de voorkant van verpakkingen in de komende jaren zal worden vervolgd. Deze leden vragen de Minister in hoeverre deze Europese discussie nog gevolgen kan hebben voor het invoeren van Nutri-Score in Nederland. Daarnaast verwacht de Minister in 2020 een rapportage van de Europese Commissie over de mogelijkheid voor het vaststellen van voedingsprofielen. Wanneer kunnen de leden van de VVD-fractie deze rapportage verwachten?

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brieven inzake leefstijlpreventie en hebben daar nog enkele vragen en opmerkingen over.

Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord

De Staatssecretaris wil een gezonde leefstijl bevorderen. De leden van de PVV-fractie zijn van mening dat de Staatssecretaris vrij is om mensen daarover voor te lichten, de gevaren mag benoemen van hun keuze en de mensen die hulp willen, mag helpen. Deze leden vinden echter de keuzevrijheid van mensen zeer belangrijk. Volwassen mensen moeten vrij zijn om hun eigen keuze, ook als dat een ongezonde keuze is, te maken. Genoemde leden willen de Staatssecretaris meegeven dat zijn preventieakkoord het beeld van een maakbare gezondheid schetst. Mensen die een gezonde leefstijl hebben, worden namelijk ook ziek. Mensen die geen overgewicht hebben, krijgen ook COVID-19. De leden van de PVV-fractie zijn bang voor het eigen-schuld-dikke-bult-effect van zijn preventieakkoord.

De Staatssecretaris erkent dat er substantiële gezondheidswinst kan worden bereikt als rokers volledig overstappen op de e-sigaret. Waarom zet hij hier dan niet meer op in en welke stappen gaat de Staatssecretaris zetten om ervoor te zorgen dat rokers volledig overstappen?

Het Trimbos-instituut concludeert in de Nationale Drugsmonitor dat weinig rokers (3%) voordat ze gingen roken eerst een e-sigaret hadden gebruikt. Ook concludeert het Trimbos-instituut in zijn factsheet (over e-sigaretten in 2020) dat er meer onderzoek nodig is om te bepalen of de e-sigaret een opstap is naar roken. Op basis van welke onafhankelijke Nederlandse data kan de Staatssecretaris toch concluderen dat de e-sigaret een opstap is naar roken? De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) riep vorig jaar op tot een verbod op de e-sigaret na incidenten in de VS. Later werd bekend dat vrijwel alle Amerikaanse incidenten waren toe te schrijven aan het toevoegen van illegale substanties zoals THC en vitamine E acetaat. Is de Staatssecretaris bereid een onafhankelijke analyse te delen van het NVALT-onderzoek naar de aan e-sigaretten toegeschreven gezondheidsincidenten? Zo nee, waarom niet? De gecombineerde maatregelen waaronder het aangekondigde smaakjesverbod in e-sigaretten en de invoering van standaardverpakkingen voor e-sigaretten, in combinatie met het uitstalverbod en het reclameverbod, hebben impact op de e-sigarettensector, waaronder veel MKB-bedrijven. Is de Staatssecretaris voornemens om een uitgebreide MKB-toets uit te voeren alvorens deze verstrekkende maatregel door te voeren? Heeft de Staatssecretaris alvorens het verbod op smaakjes in e-sigaretten anders dan tabak en de invoering van standaardverpakkingen voor e-sigaretten aan te kondigen, de e-sigarettensector (groothandels en winkeliers) en e-sigarettengebruikersorganisatie geconsulteerd? Zo nee, waarom niet? Wettelijk gezien mogen e-sigaretten niet worden verkocht aan mensen onder de 18 jaar. Is er door het Ministerie van VWS onderzoek uitgevoerd in hoeverre minderjarigen toch toegang krijgen tot het product? Deelt de Staatssecretaris de verwachting dat een verbod op smaakjes en de invoering van gestandaardiseerde verpakkingen voor e-sigaretten kan leiden tot een toename in de grensoverschrijdende verkoop van e-sigaretten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, onderkent de Staatssecretaris dat een dergelijke ontwikkeling contraproductief is?

De Staatssecretaris stelt dat op grond van de nieuwste inzichten van het Trimbos-instituut – over onder andere schadelijkheid, aantrekkelijkheid voor jongeren en het voorzorgsprincipe ten aanzien van e-sigaretten – de aantrekkelijkheid voor jongeren verder dient te worden beperkt. Om deze reden stelt de Staatssecretaris dat alle smaakjes van e-sigaretten behalve tabakssmaken verboden moeten worden. Uit de meest recente (na publicatie van de factsheet) Trimbos-cijfers blijkt dat het aantal jongeren dat vorig jaar heeft geëxperimenteerd met een e-sigaret met maar liefst 9procentpunten is teruggelopen ten opzichte van 2015 (van 34% in 2015 naar 25% in 2019). Ook blijkt van regelmatig gebruik onder jongeren geen sprake: slechts een op de tien jongeren die de e-sigaret gebruikt doen dit «bijna elke week of vaker». Onderschrijft de Staatssecretaris de conclusie dat het e-sigarettengebruik onder jongeren daalt? Zo ja, waarom neemt de Staatssecretaris dan toch het besluit om smaakjes voor e-sigaretten te verbieden? In recent onderzoek van het RIVM wordt benadrukt dat andere smaakjes dan tabak bijdragen aan het volledig overstappen op e-sigaretten: «The availability of different flavors was the most attractive characteristic of e-cigarettes. Dual users and exclusive vapers had most often used tobacco and menthol/mint flavors when they first started vaping. Compared to dual users, exclusive vapers currently used more fruit and sweet flavors than dual users.» Deelt de Staatssecretaris de mening dat een verbod op smaakjes in e-sigaretten (met uitzondering van tabakssmaak) ertoe kan leiden dat e-sigarettengebruikers zullen terugvallen op de traditionele sigaret? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt de Staatssecretaris dit een wenselijke ontwikkeling? In een recent gepubliceerde studie van de Journal of the American Medical Association (JAMA) «Associations of Flavored e-Cigarette Uptake With Subsequent Smoking Initiation and Cessation» wordt geconcludeerd dat volwassenen die begonnen met het dampen van e-sigaretten zonder tabakssmaak, meer geneigd waren te stoppen met roken dan degenen die e-sigaretten gebruikten met tabakssmaken. Daarnaast werd geconcludeerd dat het dampen van e-sigaretten zonder tabakssmaak niet geassocieerd werd met een toename van het aantal jeugdrokers, maar met een toename van de kans op stoppen met roken door volwassenen. Is de Staatssecretaris bekend met deze studie? Zo nee, is hij bereid om de resultaten uit bovengenoemde studie mee te nemen in zijn overweging alvorens over te gaan tot een verbod op smaakjes (met uitzondering van tabak) in e-sigaretten? Zo ja, waarom heeft de Staatssecretaris de resultaten uit bovengenoemde studie niet meegenomen in zijn beleidsoverwegingen? Veel gezondheidsexperts, waaronder dr. Gera Nagelhout van het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving (IVO Instituut), benadrukken dat juist (nontabak) smaakjes het makkelijker maken voor rokers die willen stoppen met roken om de smaak van tabak te «ontwennen» en dat een verbod op andere smaakjes dan tabak dus een slecht idee is. Deelt de Staatssecretaris de mening dat het negeren van deze breed gedragen conclusie ertoe kan leiden dat het traditionele roken in stand wordt gehouden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom is hier geen rekening mee gehouden in het besluit om een verbod op smaakjes (anders dan tabak) aan te kondigen? Vreest de Staatssecretaris dat wanneer e-sigarettengebruikers zelf e-sigarettenvloeistoffen gaan vermengen met illegale substanties eenzelfde situatie kan ontstaan zoals in de VS, met alle gezondheidsrisico’s van dien? Zo ja, waarom is de Staatssecretaris dan voornemens om een verbod op alle smaakjes in e-sigaretten door te voeren? Zo nee, waarom niet? Hoe zal het wetgevingstraject omtrent het voorstel tot invoering van een smaakjesverbod eruitzien? Wordt het voorstel gereguleerd via een AMvB of als een ministeriële regeling? Wordt het voorstel aangemeld bij de EU op basis van de EU TRIS-procedure? Zo ja, wanneer? Op welke wijze wordt de Kamer betrokken bij de besluitvorming?

De Staatssecretaris geeft verder in zijn brief aan dat hij een Europees geharmoniseerde aanpak prefereert. Hoe ziet hij dit aangezien andere Europese landen de e-sigaret juist zien als een middel om te stoppen met roken?

Het is goed dat het roken van kruidenrookproducten nu eindelijk toegevoegd wordt aan de thematafel roken. Deze leden snappen werkelijk waar niet waarom dit niet eerder is gebeurd. Zij willen weten waarom dit niet veel eerder gebeurd is.

Het percentage volwassenen dat rookt is al jaren aan het dalen. Het is echter zo dat er een leeftijdscategorie buiten deze trend valt. Het zijn vooral jongeren in de leeftijdscategorie 20–24 jaar waarbij er geen sprake is van een daling. Hoe kan het dat, ondanks alle getroffen maatregelen vooral gericht op jongeren, deze groep rokers niet daalt?

Preventief gezondheidsbeleid

In het Nationaal Preventieakkoord staat dat de invoering van standaardverpakkingen voor e-sigaretten per 2022 zou worden overwogen. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom hij nu reeds over wil gaan tot het formeel vastleggen van 1 januari 2022 als inwerkingtredingsdatum voor gestandaardiseerde verpakkingen voor e-sigaretten?

Welke informatie en/of welke overwegingen hebben de Staatssecretaris doen besluiten om standaardverpakkingen voor e-sigaretten daadwerkelijk in te voeren en niet langer te overwegen? Uit welke studie blijkt dat dit bewezen effectief is? Waarom refereert de Staatssecretaris enkel aan Israël waar het gaat om de invoering van gestandaardiseerde verpakkingen voor e-sigaretten? Kan de Staatssecretaris bevestigen dat in geen enkele EU-lidstaat reeds standaardverpakkingen voor e-sigaretten van kracht zijn geworden? Zo ja, waarom heeft de Staatssecretaris besloten voor de Europese troepen uit te lopen?

Minimum Unit Pricing voor alcohol – Verkenning van effectiviteit, implementatieaspecten en scenario’s voor prijsbeleid in Nederland

De leden van de PVV-fractie willen de verwachte effecten van Minimum Unit Pricing (MUP) weten voor de gewone Nederlanders die in het weekend een drankje doen. Deze leden vrezen namelijk dat zij de dupe zullen worden van de maatregel en (wederom) in hun portemonnee zullen worden getroffen. Zorgt deze maatregel ervoor dat dit drankje (een biertje, een wijntje) duurder wordt? En zo ja, hoeveel? De Staatssecretaris geeft aan dat producten uit het goedkopere segment duurder worden; uit de bijlage blijkt dat alle biersoorten, ook de merkbieren, al bij een MUP van 0,35 duurder worden. Is een kratje bier met de invoering van MUP nog betaalbaar voor de gewone hardwerkende Nederlander? Is een kratje bier met de invoering van zowel de MUP als de beperking van de prijsactie nog wel betaalbaar voor de gewone hardwerkende Nederlander? Kan er na invoering van MUP nog wel een aanbieding plaatsvinden op een kratje bier? Acht de Staatssecretaris de invoering van MUP haalbaar in Nederland? Aan welke eenheidsprijs denkt de Staatssecretaris? Kan de Staatssecretaris een overzichtelijke tabel maken met de eenheidsprijs per land en in euro’s? Is de Staatssecretaris voornemens om de MUP, naast de maatregel om prijsacties met meer dan 25% korting niet langer toe te staan, in te voeren? Is de Staatssecretaris voornemens om een accijnsverhoging op alcoholhoudende drank op te leggen?

Rookverbod. Inspectieresultaten 2019

De leden van de PVV-fractie constateren voor het zoveelste jaar op rij dat het rookverbod wederom niet goed nageleefd wordt in de shishalounges. Wederom is het maatregelpercentage (40%) het hoogst bij de shishalounges. Wordt de maatregel «three strikes out» nog opgelegd? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel shishalounges hebben reeds drie maatregelen opgelegd gekregen? Hoelang gaat het nog duren voordat ook het roken van kruidenmengsels zonder tabak onder het rookverbod gaat vallen? Maakt het nemen van monsters de inspecties niet onnodig ingewikkeld? Wat zijn de kosten om vast te stellen welk type product in de waterpijpen gerookt wordt?

Sport en alcohol onlosmakelijk verbonden?

Is de Staatssecretaris van mening dat als de maatschappelijke trend is om te matigen met het drinken van alcohol, dit niet vanzelf zal doorwerken in de sportkantine? Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris van mening dat interventies als sociale norm van standaard 0%, emerging norm, rolmodellen, beleidsmaatregelen en het stellen van disruptieve vragen nodig zijn?

Is de Staatssecretaris voornemens dit op te nemen in zijn beleid? Waarom laat de Staatssecretaris het niet over aan de inschatting van de medewerkers in de sportkantines om mensen te laten matigen? Moet dit apart worden vastgelegd in normering/regels of kunnen de algemene regels die gelden voor de horeca niet gewoon worden gevolgd?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de diverse stukken met betrekking tot leefstijlpreventie. Deze leden hebben hier enkele vragen en opmerkingen bij.

Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord

Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat een op de drie rokers overweegt te stoppen door COVID-19. De Staatssecretaris geeft aan hierop in te zetten. De leden van de CDA-fractie vragen hoe hij deze kans wil gaan verzilveren.

Het inperken van het aantal verkooppunten voor tabaksproducten is een effectieve maatregel. De leden van de CDA-fractie hebben eerder al aangekaart dat zij in ieder geval in steden een toename van supermarkten en avondwinkels zien en daarmee op dit gebied een toename van deze categorie verkooppunten. In juni gaf de Staatssecretaris aan in gesprek te zijn met supermarkten naar aanleiding van de motie Kuik/Dik-Faber.1 Deze leden vragen wat daar uitgekomen is. Welke concrete stappen wil men zetten, of is er geen wil wat te veranderen tenzij de politiek hen iets oplegt voor een gelijk speelveld?

De leden van de CDA-fractie willen zo snel mogelijk stappen zetten om het aantal verkooppunten van tabaksproducten te verminderen. Hoe gaat de Staatssecretaris ervoor zorgen dat hier in deze kabinetsperiode nog stappen worden gezet? Waarom stuurt de Staatssecretaris het onderzoek over vermindering van het aantal tabaksverkooppunten pas na de zomer naar de Kamer en niet voor de zomer, zoals eerder aangekondigd?

De Staatssecretaris schrijft in zijn brief dat hij graag alle smaakjes voor de e-sigaret wil verbieden, met uitzondering van de tabakssmaak. De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de Kamer dit voorstel kan verwachten, zodat de Staatssecretaris deze maatregel nog binnen zijn termijn kan realiseren.

De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken van het rookvrij maken van speeltuinen, kinderboerderijen en sportterreinen. Wordt de doelstelling uit het Nationaal Preventieakkoord dat in 2020 alle kinderboerderijen en speeltuinen geheel rookvrij zijn gehaald? Deze leden lezen immers dat eind 2019 nog slechts 41% van de kinderboerderijen en 50% van de speeltuinen geheel rookvrij waren.

Uit onderzoek van Unicef is gebleken dat 70% van de kinderproducten in supermarkten onverantwoord is.2 De meeste producten bevatten te veel suikers, energie of zout of te weinig vezels en passen hierdoor niet binnen de Schijf van Vijf, aldus Unicef. De leden van de CDA-fractie vragen wat de reactie van de Staatssecretaris is op dit onderzoek. Deze leden vragen waarom producten gepresenteerd en genoemd mogen worden als kinderproduct terwijl uit onderzoek blijkt dat het ongezond is. Aan welke voedingskundige criteria moeten producten nu voldoen om zich te mogen presenteren als kinderproducten? Is dat de Schijf van Vijf?

De leden van de CDA-fractie vragen wat de resultaten zijn van het gesprek dat de Staatssecretaris zou hebben met de Reclamecodecommissie over reclame die gericht is op kinderen. Hoe staat het met de gesprekken over kindermarketing op sociale media?

In antwoord op schriftelijke vragen van de leden Kuik, Van den Berg en Von Martels over berichten dat mensen met overgewicht meer risico lopen bij het coronavirus geeft de Staatssecretaris aan dat de maatregelen die in het Verenigd Koninkrijk worden genomen geagendeerd zullen worden voor de volgende bespreking met partners van de tafel Overgewicht.3 De leden van de CDA-fractie vragen wanneer deze bespreking plaats zal vinden en wanneer de Kamer hierover geïnformeerd zal worden. Daarnaast meldt de Staatssecretaris dat de supermarktbranche aangeeft te streven naar een jaarlijkse consumptiegroei van Schijf van Vijf producten, en dat zij maatregelen zoals in het Verenigd Koninkrijk voorgesteld hierbij kan inzetten om dit doel te bereiken. Genoemde leden vragen hoe de (tussen)doelen van de supermarkten worden gemonitord. Wordt er daadwerkelijk een jaarlijkse consumptiegroei van Schijf van Vijf producten waargenomen? Zijn er gesprekken gevoerd met de supermarktbranche om de maatregelen uit het Verenigd Koninkrijk over te nemen?

In dezelfde antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Kuik, Van den Berg en Von Martels geeft de Staatssecretaris aan dat hij in gesprek is geweest met een aantal wetenschappers over de relatie tussen leefstijlthema’s (waaronder voeding en beweging) en COVID-19. De Staatssecretaris heeft hen de oproep gedaan mee te denken over korte en lange termijn acties die zorgen voor het verbeteren van leefstijl in het algemeen. De leden van de CDA-fractie vragen welke bevindingen en mogelijkheden hieruit gevolgd zijn.

De Staatssecretaris schrijft dat de campagne over stoppen met roken door COVID-19 is uitgesteld. In zijn Kamerbrief van 13 juni 2019 (over voortgang uitvoering Nationaal Preventieakkoord) schrijft de Staatssecretaris dat in deze campagne ook rookvrij opgroeien wordt meegenomen.4 De leden van de CDA-fractie vragen wanneer deze campagne alsnog gaat lopen. Wordt hierin nog steeds het tegengaan van roken in auto’s meegenomen, zoals beloofd door de Staatssecretaris tijdens het plenaire debat over het preventieakkoord?

GGD GHOR verwijst naar het signalement van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG) waaruit blijkt dat apps en wearables belangrijk zijn bij een modern preventiebeleid, maar dat zonder goede inbedding deze de gezondheidsverschillen kunnen vergroten.5 GGD GHOR pleit er daarom voor dat er meer geïnvesteerd moet worden in veilige en effectieve innovatie, en dat dit goed in het publieke stelsel belegd moet worden. De leden van de CDA-fractie vragen wat de reactie van de Staatssecretaris hierop is en of hij deze suggesties mee kan nemen voor het (toekomstige) preventiebeleid.

Alzheimer Nederland pleitte vorig jaar voor een brede Nationale Strategie Dementie, waarin onder andere een preventieprogramma opgenomen moet worden om de leefstijl van mensen te verbeteren, met als doel: uitstel of risicoreductie van dementie.6 Zij constateren nu dat de bestaande mogelijkheden om de hersengezondheid te verbeteren nog onvoldoende worden benut. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om een landelijk preventieprogramma op te zetten gericht op verbetering van de hersengezondheid. Ziet de Staatssecretaris daarnaast mogelijkheden om via landelijke en regionale campagnes bevordering van de hersengezondheid door middel van leefstijlpreventie onder de aandacht te brengen? Op welke manieren stimuleert de Staatssecretaris het gebruik van online tools voor zelfmanagement op het gebied van leefstijlverbetering door risicogroepen voor dementie?

Toezeggingen en onderzoeksresultaten thema’s preventie en gezonde leefstijl

Afgelopen zomer heeft de Staatssecretaris het rapport volgend uit een onderzoek naar de invloed van de sportomgeving op normalisering van alcoholgebruik met de sportsector besproken. De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven welk vervolg hieraan wordt gegeven.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven of bij voorlichtingscampagnes over alcohol gericht wordt op ouders, aangezien dat mogelijk een groter effect heeft dan alleen te richten op de jongere zelf.

Verslag van een schriftelijk overleg over de integrale aanpak van lachgas

De Staatssecretaris geeft aan dat veel campagnes zijn uitgesteld. Is de Staatssecretaris het met de leden van de CDA-fractie eens dat de schade rondom lachgasgebruik verder doorgaat en een campagne richting jongeren juist nu nodig is? Welke goede redenen ziet de Staatssecretaris om een campagne over de schadelijke effecten nu wel in te zetten?

De leden van de CDA-fractie vragen wanneer het voorstel om lachgas op de opiumlijst te zetten naar de Kamer gestuurd zal worden.

Reactie op verzoek commissie om een reactie op de petitie van het Diabetes Fonds over «Schrap kortingen op suikerbommen»

Uit het literatuuronderzoek van het RIVM naar de effectiviteit van een verbod op prijsaanbiedingen op suikerhoudende dranken blijkt dat er indirecte aanwijzingen zijn dat deze maatregelen kunnen bijdragen aan het verlagen van de aankoop van suikerhoudende dranken. De Staatssecretaris geeft aan de uitkomsten van dit rapport binnenkort met het Diabetes Fonds en met de levensmiddelensector te gaan bespreken. De leden van de CDA-fractie vragen of dit gesprek al heeft plaatsgevonden en zo ja wat uit dit gesprek is gekomen.

De Staatssecretaris schrijft in zijn brief van 3 september 2020 dat levensmiddelenproducenten zelf het aanbod hebben gedaan om de via frisdranken geconsumeerde suikers terug te dringen.7 Op basis van hun eigen cijfers liggen ze daarbij voor op schema, zo schrijft de Staatssecretaris. De leden van de CDA-fractie vragen wat de exacte doelstellingen voor 2019 en 2020 waren. Worden deze doelstellingen ook door een onafhankelijke partij gecontroleerd? Klopt het dat dit niet door een onafhankelijk onderzoeksinstituut zoals het RIVM kan worden nagegaan, omdat zij van de frisdrankproducenten geen inzicht krijgen in de verkoopcijfers van calorierijke en -arme frisdranken?

De leden van de CDA-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om naast het verdere onderzoek naar de effecten van kortingsacties in de supermarkt ook concrete stappen te zetten om deze maatregel in te voeren.

De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast of de Staatssecretaris bereid is om gecombineerde leefstijlinterventies voor een bredere groep Nederlanders beschikbaar en toegankelijk te maken in de strijd tegen overgewicht, obesitas, prediabetes en diabetes. Klopt het dat het aantal patiënten dat de GLI via de huisarts ontvangt slechts is toegenomen van circa 1400 in 2019 naar 7000 in 2020? Hoe gaat de Staatssecretaris zorgen voor een substantiële vergroting van het aantal deelnemers aan leefstijlondersteuning? Hoe bevordert de Staatssecretaris dat zorgverzekeraars en huisartsen actief meer patiënten leefstijlondersteuning gaan bieden? Is de Staatssecretaris bereid om te verkennen welke aanvullende maatregelen effectief kunnen zijn om de inzet van leefstijlpreventie te bevorderen?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

Inleiding

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van onder andere de voortgangsbrief van het Nationaal Preventieakkoord. Hoewel deze leden de opvattingen van de Staatssecretaris over de uitvoering van de afspraken zoals vastgelegd in het Nationaal Preventieakkoord begrijpen, hebben zij nog enkele vragen. Vooropgesteld zijn genoemde leden van mening dat meer inzet op preventie noodzakelijk is wil men in Nederland iedereen de kans geven op een goede gezondheid en wil men de zorgkostenstijging remmen.

Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord

Preventie en corona

De leden van de D66-fractie delen de mening van de Staatssecretaris dat de noodzaak tot inzet op preventie, leefstijl en gezondheidsbevordering urgenter is dan ooit. Het coronavirus heeft laten zien dat mensen met leefstijlgerelateerde aandoeningen aanzienlijk meer kans hebben op een ernstig beloop van COVID-19. Deze leden vinden het begrijpelijk dat de maatregelen ter bestrijding van het virus de uitvoering van het Nationaal Preventieakkoord belemmeren, maar toch zien zij dat er tijdens deze pandemie ook kansen liggen. Deze leden vragen of de Staatssecretaris de mening deelt dat het noodzaak is om juist nu vaart te maken met de uitvoering van het Nationaal Preventieakkoord. Zo ja, hoe gebruikt de Staatssecretaris deze pandemie om versneld de doelen te bereiken die in het Nationaal Preventieakkoord staan? Welke extra stappen worden er vanuit de rijksoverheid ondernomen? Welke elementen van het Britse voorbeeld in de strijd tegen obesitas neemt de Staatssecretaris over?8

De leden van de D66-fractie constateren dat de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus, zoals thuiswerken en verminderd gebruik van de horeca, effect hebben op onze leefstijl. Welke onderzoeken worden er nu gedaan naar de effecten van deze maatregelen op bijvoorbeeld voedingspatroon, roken of alcoholconsumptie? Welke kansen of juist uitdagingen liggen hier de komende periode en welk effect hebben de maatregelen op de doelen in het Nationaal Preventieakkoord? Hoe anticipeert de Staatssecretaris hierop?

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat de infrastructuur en de positie van de gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’en) een niet te missen rol spelen in preventie en de gezondheidsbevordering van Nederlanders. Deze leden bemerken dat de GGD’en niet genoemd worden in de voortgangsbrief van de Staatssecretaris. De GGD’en zijn tijdens deze pandemie veel tijd kwijt met het opschalen van de testcapaciteit en het bron- en contactonderzoek. Is dit van invloed op de capaciteit die er is bij de GGD’en voor gezondheidsbevordering? Zo ja, in welke mate? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat de infrastructuur van de GGD’en gebruikt kan worden om gezondheidsbevordering verder te stimuleren, zeker als preventie een grotere rol krijgt in ons zorgstelsel? Zo ja, hebben de GGD’en ook daadwerkelijk een grotere rol gekregen na het starten van het preventieakkoord en is dit gepaard gegaan met extra financiële middelen voor de GGD’en?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd om te lezen dat de Staatssecretaris samen met de Minister voor Medische Zorg gesprekken voert met onder andere (ex-)sporters over het pamflet: «Bewegen is het nieuwe normaal». Is de Staatssecretaris bereid een aparte voortgangsbrief te sturen naar de Kamer over het verloop van deze gesprekken en de acties die hieruit voortkomen?

De leden van de D66-fractie willen daarnaast nog aandacht schenken aan preventie ten behoeve van de mentale gezondheid, zeker ten tijde van de coronacrisis. Tijdens het algemeen overleg van 8 juni meldde de Staatssecretaris dat hij in zijn visiestuk over de geestelijke gezondheidszorg in het najaar terugkomt op het onderwerp «preventie in de ggz».9 Neemt de Staatssecretaris in zijn visiestuk de recente signalen mee dat jongeren tijdens deze coronacrisis steeds somberder worden en dat juist daarom het mentaal weerbaar maken van Nederlanders van belang is?

Deelakkoord roken

De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het enthousiasme waarmee trajecten binnen het Nationaal Preventieakkoord gestart zijn. Deze leden constateren wel dat er binnen de deelakkoorden nog veel stappen nodig zijn, te starten met het deelakkoord roken. Kan de Staatssecretaris toelichten wat de belangrijkste redenen zijn voor ziekenhuizen om niet sneller rookvrij te worden dan de ambitie van 2025?

De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang van de doelen ter realisatie van een rookvrije generatie in 2040. De Staatssecretaris gaf in zijn brief aan dat er gesprekken zijn gevoerd met supermarkten en tankstations over de mogelijkheden ter reductie van het aantal verkooppunten. Deze leden vragen of de Staatssecretaris de voortgang van deze gesprekken – samen met het onderzoek naar de vermindering van verkooppunten – met de Kamer wil delen. Klopt het dat bij het verbod op de verkoop op mentholsigaretten er een mogelijkheid is dit te omzeilen door menthol-cigarillo’s te verkopen? Vindt de Staatssecretaris het wenselijk om deze producten ook te verbieden omdat deze vergelijkbaar zijn met de mentholsigaretten? En zo ja, op welke termijn?

De leden van de D66-fractie hebben vernomen dat er in televisieseries van Netflix nog wel sprake is van product placement van tabaksmerken ondanks dat er volgens de (Europese) wet een reclameverbod geldt voor tabaksproducten. Zo is in de Deense televisieserie «Rita» geregeld het sigarettenmerk Marlboro zichtbaar. Hoe is het mogelijk dat zulke reclame-uitingen nog wel worden gedaan? Houdt het Commissariaat voor de Media toezicht bij streamingsdiensten zoals Netflix? Zo ja, wordt er dan ook toezicht gehouden op het duidelijk vermelden van productplaatsing bij aanvang van een programma? Welke additionele maatregelen kan de Staatssecretaris nemen om deze reclame-uitingen aan te pakken?

Deelakkoord overgewicht

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat een gezonde kantine op school, op het werk en bij de sportvereniging aanzienlijk kan bijdragen omdat mensen een aanzienlijk deel van hun tijd hier doorbrengen. Deze leden merken op dat de transformatie naar gezonde kantines achterloopt op de gestelde ambities. Wat is de voornaamste reden voor cateraars om minder snel op te schalen naar een gezond aanbod in de kantine? Wat doet de Staatssecretaris om deze cateraars te wijzen op het feit dat een gezond aanbod financieel net zoveel opbrengt als een ongezond aanbod?10 Is inmiddels bekend hoeveel ziekenhuizen in 2018 en 2019 een gezond voedingsaanbod hadden?

De leden van de D66-fractie lezen in de evaluatie van het Schoolfruit- en groenteprogramma 2019–2020 dat 99% van de scholen deelname als positief ervaart.11 Deze leden lezen dat deelname ervoor kan zorgen dat het programma gezond eten stimuleert. Genoemde leden constateren wel dat afgelopen jaar ongeveer 180 scholen zijn uitgeloot voor deelname. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om de scholen die uitloten voor het schooljaar 2020–2021 tegemoet te komen? Kinderen van ouders met een lage sociaaleconomische status eten over het algemeen minder groente en fruit. In hoeverre slaagt het programma erin om juist die kinderen te benaderen?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd in de voortgangsbrief te lezen dat het Raamplan artsenopleiding 2020 meer aandacht schenkt aan de rol van leefstijl en preventie op gezondheid, kwaliteit van leven en het voorkomen van onnodige zorg. Kan de Staatssecretaris daarnaast in een overzicht weergeven of leefstijl – inclusief voeding – onderdeel is van de competenties die nodig zijn om af te studeren in de opleidingen fysiotherapie, hbo-verpleegkunde, mbo-verpleegkunde, mbo-sport en bewegen en hbo-sportkunde? De Staatssecretaris geeft – in zijn brief over preventie in het zorgstelsel12 – aan kansen te zien in de aanstelling van praktijkondersteuners huisarts (POH’ers) in de opleiding tot lifestylecoach. POH’ers hebben een breed netwerk en kunnen als gecombineerde leefstijlinterventie-aanbieders zeer effectief zijn. Wat zijn de mogelijkheden voor studenten aan de opleidingen mbo-sport en bewegen en hbo-sportkunde om af te studeren als leefstijlcoach? Deze leden constateren namelijk dat het potentieel van de GLI – met 3,5 miljoen Nederlanders – nog altijd het huidige aanbod – van 7000 trajecten – overstijgt.

De leden van de D66-fractie zijn het met de Staatssecretaris eens dat kinderen in bepaalde mate nog steeds in aanraking komen met reclame van, volgens de Schijf van Vijf, ongezonde voedingsmiddelen. Sociale media spelen hier een aanzienlijke rol in omdat de reclamecode door sociale media kan worden omzeild. Wanneer is het aangekondigde verdiepend onderzoek hierover klaar? Met welke partijen is de Staatssecretaris hierover in gesprek en wanneer verwacht de Staatssecretaris met concrete maatregelen te komen?

De leden van de D66-fractie zien dat er belangrijke stappen worden gezet in productinformatie, zoals de Nutri-Score, en productverbetering. Deze leden vragen de Staatssecretaris wanneer hij een eerste conclusie kan geven van de internetconsultatie betreffende productverbetering naar aanleiding van de motie van de leden Dik-Faber en Diertens.13 Deze leden merken wel op dat aanbiedingen en de verleiding in de supermarkten nog een groot punt van aandacht zijn. Wat is de reactie van de Staatssecretaris op het onderzoek van Unicef «De verleiding naar (on)gezond» waarin onder andere wordt gesteld dat bij een kwart van de producten in de supermarkten kindermarketing wordt gebruikt?14 Is dit rapport aanleiding voor de Staatssecretaris om de doelen in het preventieakkoord bij te stellen of gerichtere maatregelen te nemen? Heeft de Staatssecretaris dit rapport besproken met de supermarkten en wordt daarbij ook gekeken naar de rol van volwassenen omdat nog altijd 80% van de aanbiedingen in supermarkten gericht zijn op ongezonde voeding?

De leden van de D66-fractie zijn het eens met de stelling van de Staatssecretaris – in zijn brief van 3 september 202015- dat een verhoging van de verbruiksbelasting op frisdrank onderdeel kan zijn van een integrale aanpak om het aantal gevallen van overgewicht te verminderen, dat er in het Verenigd Koninkrijk een mogelijk substitutie-effect naar gezondere alternatieven zichtbaar is en dat in datzelfde land duidelijk sprake is van suikerreductie ten gevolge van de belastingmaatregel. Kan de Staatssecretaris nader uitleggen waarom hij de afspraken in het Nationaal Preventieakkoord wil laten prevaleren boven het invoeren van de belastingmaatregel zoals die van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk? Het rapport van het RIVM stelt dat in de aanloopfase naar de invoering van de suikertaks, die twee jaar duurde, fabrikanten het totaal aantal toegevoegde suikers in de suikerhoudende dranken hebben verminderd met gemiddeld 28,2%-34%.16 Verwacht de Staatssecretaris dat de afspraken die zijn gemaakt met de frisdrankindustrie (FWS) – 30% reductie in 2025 – sneller of minder snel zullen leiden tot een suikerreductie in frisdranken dan het invoeren van een belastingmaatregel? Waar is deze verwachting op gebaseerd? Kan de Staatssecretaris reflecteren op het artikel van Follow the Money waarin wordt gesteld dat de lobby van het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) de reden was in 2018 om een verhoogde verbruiksbelasting op frisdrank niet in het Nationaal Preventieakkoord op te nemen?17

Evaluatie en vervolg van Actieplan Etikettering van Levensmiddelen 2016

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat sjoemelbrood en lokingrediënten misleidend zijn voor de consument en hebben hier de afgelopen jaren meermaals aandacht voor gevraagd. Het is immers belangrijk dat een consument kan zien wat een gezonde keuze is, zonder dat deze wordt misleid door een verpakking. Deze leden veronderstellen dat het tijd is dat met wetgeving duidelijkheid gegeven wordt aan consumenten, zodat heldere en eerlijke etikettering de norm wordt. Genoemde leden hebben nogmaals met interesse kennisgenomen van de brief van 18 december 2019. In deze brief lezen de leden van de D66-fractie dat in de afgelopen jaren de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) binnen enkele projecten misleidende etikettering heeft aangepakt. Kunnen de Minister en de Staatssecretaris bevestigen dat het tegengaan van misleiding op etiketten voldoende aandacht krijgt, om op structurele en korte termijn verbeteringen voor consumenten te realiseren? Deze leden lezen bovendien dat wordt onderzocht hoe het gebruik van zogenoemde «lok-ingrediënten» kan worden tegengegaan. Kan de Minister aangeven wat de status is van dit onderzoek en eventuele daaruit volgende acties? Hoe staat het met het onderzoek naar misleidende termen en afbeeldingen op de voorkant van verpakkingen? Wat is de status van de gerichte projecten met betrekking tot (misleidende) etikettering en voedings- en gezondheidsclaims?

Toezeggingen en onderzoeksresultaten thema’s preventie en gezonde leefstijl

De leden van de D66-fractie hebben enkele vragen over de preventie van gehoorschade. Op dit moment vinden er nagenoeg geen grote evenementen plaats en zijn discotheken gesloten. Hiermee lijkt het thema van preventie van gehoorschade wellicht minder actueel, maar toch een enkele vraag. Het is spijtig dat de rapportage van VeiligheidNL meldt dat het niet mogelijk was om de voortgang in 2019 op het gebied van overschrijding van maximumgeluidsnormen te beoordelen. Toch vragen deze leden of de Staatssecretaris reeds resultaten heeft van het onderzoek dat zich richt op de vraag hoe wetgeving op het gebied van maximumgeluidsnormen er in Nederland uit zou kunnen zien. Zo ja, kan de Staatssecretaris de resultaten de Kamer doen toekomen? Zo nee, wanneer exact verwacht de Staatssecretaris deze resultaten?

Stand van zaken Preventie in het zorgstelsel en de gecombineerde leefstijl interventie bij overgewicht

De leden van de D66-fractie vinden het positief dat de Staatssecretaris in zijn brief van 7 juli 2020 stelt dat het aantal GLI-deelnemers – ondanks het coronavirus – sterk gestegen is.18 Tijdens het algemeen overleg over leefstijlpreventie van 12 december 2019 hebben deze leden aandacht gevraagd voor de capaciteit van en doorverwijzingen naar de GLI.19 Het coronavirus heeft echter een grote impact op de leefstijl van mensen. Wat zijn de verwachtingen van de Staatssecretaris ten aanzien van het aantal GLI-deelnemers na corona, en kunnen aanbieders voldoen aan deze mogelijke toename in vraag? Wat gaat de Staatssecretaris additioneel doen om wachttijden tegen te gaan?

Vragen en opmerkingen van de GroenLinks-fractie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de Voortgangsrapportage Nationaal Preventieakkoord 2019 en de begeleidende brief van de Staatssecretaris. In de brief schrijft de Staatssecretaris dat, zelfs als de maatregelen in het Nationaal Preventieakkoord allemaal uitgevoerd worden, de in het akkoord vastgestelde ambities waarschijnlijk niet gehaald gaan worden. Het gegeven dat de Staatssecretaris dit concludeert, slechts één jaar nadat het Nationaal Preventieakkoord is getekend en 20 jaar voor de deadline van de beoogde ambities, maakt evident dat de in het akkoord overeengekomen maatregelen tekortschieten.

Tekortkomingen in het Nationaal Preventieakkoord door lobby invloeden

De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat de tekortkomingen in het Nationaal Preventieakkoord het resultaat zijn van de belangenbehartiging van onder andere de levensmiddelenindustrie en vertegenwoordigers van het grote bedrijfsleven. Genoemde leden wijzen op de journalistieke publicaties van Follow the Money waaruit blijkt dat de wetenschappelijk bewezen effectieve maatregel van een suikertaks op frisdrank uit het Nationaal Preventieakkoord is gehouden vanwege de lobby van het grote bedrijfsleven.20 Deze leden maken zich zorgen over de aanhoudende invloed van de (groot)industrie op implementatie van het Nationaal Preventieakkoord en eventuele aanvullende maatregelen. Hoe kijkt de Staatssecretaris zelf terug op de onderhandeling van het Nationaal Preventieakkoord en de rol van de levensmiddelenindustrie, de tabakslobby, horeca, VNO-NCW, MKB-Nederland en de supermarktbranche? Deelt de Staatssecretaris de opvatting van de leden van de GroenLinks-fractie dat het feit dat de ambities in het Nationaal Preventieakkoord waarschijnlijk niet gehaald gaan worden in 2040 grotendeels veroorzaakt is door lobby inspanningen van voornoemde industrieën en organisaties? In zijn brief geeft de Staatssecretaris aan de komende maanden het RIVM en experts te laten onderzoeken welke nu onderbelichte maatregelen genomen kunnen worden ter bijdrage aan de ambities van het Nationaal Preventieakkoord. Genoemde leden delen de opvatting van de Staatssecretaris dat aanvullende maatregelen hard nodig zijn voor het bereiken van de ambities. Zou de Staatssecretaris al een toelichting kunnen geven of de maatregelen die overwogen zullen worden alleen maatregelen zijn die binnen de kaders van het Nationaal Preventieakkoord passen, of dat dit ook maatregelen zullen zijn die meer slagkracht hebben dan de maatregelen die reeds voorzien zijn in het Nationaal Preventieakkoord? Verder vragen deze leden of de Staatssecretaris meer kan toelichten over het soort maatregelen dat overwogen zal worden.

Invloed van COVID-19

De Staatssecretaris geeft te kennen dat door COVID-19 verschillende acties uit het Nationaal Preventieakkoord en de ondertekening van sommige lokale en regionale preventieakkoorden zijn uitgesteld. Daarbij erkent de Staatssecretaris het gevaar dat het Nationaal Preventieakkoord naar de achtergrond verdwijnt. Kan de Staatssecretaris inzicht geven in wanneer uitgestelde acties gestart zullen worden?

Deelakkoord roken

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met genoegen vernomen dat de Staatssecretaris maatregelen heeft genomen om het roken van tabak te ontmoedigen. Echter, recentelijk heeft Follow the Money aangetoond dat hoewel de tabakslobby officieel was uitgesloten van de onderhandelingen van het Nationaal Preventieakkoord, deze via VNO-NCW, MKB-Nederland, het Centraal Bureau Levensmiddelen en de VVD wel degelijk invloed heeft uitgeoefend en een aantal belangrijke maatregelen in dit deelakkoord heeft verzwakt of vertraagd.21 Erkent de Staatssecretaris dat de tabakslobby invloed heeft gehad op de onderhandelingen van het Nationaal Preventieakkoord? Kan de Staatssecretaris toelichten wat deze invloed is geweest? Genoemde leden willen ten sterkste benadrukken dat de verdere implementatie van de maatregelen in dit deelakkoord, alsmede de opstelling van eventuele aanvullende maatregelen, op elke manier gevrijwaard moeten zijn van de invloed van de tabakslobby. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe hij deze vrijwaring gaat bewerkstelligen? Verder zetten genoemde leden vraagtekens bij het voornemen van de Staatssecretaris om het verder verhogen van accijnzen op tabakssigaretten uit te stellen. Zo stelt de Staatssecretaris te wachten met verdere ophoging van de accijnzen op tabakssigaretten tot de evaluatie in maart 2021 opgeleverd is. Dit terwijl de Staatssecretaris ook stelt dat het verhogen van tabaksaccijnzen effectief is in het tegengaan van tabaksverslaving. Waarom besluit de Staatssecretaris de evaluatie af te wachten alvorens verdere tabaksaccijnzen door te voeren? Ook stelt de Staatssecretaris het logisch te vinden verbruiksbelasting te gaan heffen op vloeistoffen voor e-sigaretten, maar de beslissing over de daadwerkelijke invoering hiervan wel over te laten aan het volgende kabinet. Als de Staatssecretaris dit een logische stap vindt wat weerhoudt hem er dan van om deze verbruiksbelasting tijdens zijn ambtsperiode in te voeren? Tot slot vragen deze leden in hoeverre gebruikers van e-sigaretten deze gebruiken ter vervanging van de reguliere tabakssigaret.

Deelakkoord overgewicht

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met bezorgdheid geconstateerd dat de maatregelen in dit deelakkoord niet sterk genoeg zijn en dat te veel wordt overgelaten aan de levensmiddelenindustrie en de supermarktbranche. Zo is de ambitie om voor 2025 het aantal calorieën in frisdrank met 30% verminderd te hebben afhankelijk van de «goodwill» van de frisdrankproducenten zelf, en wordt er zelfs voor de monitoring van deze maatregel volledig vertrouwd op cijfers van de Nederlandse vereniging voor Frisdranken, Waters en Sappen (FWS). Hoewel de FWS stelt het doel van de caloriereductie van 25% al in 2019 behaald te hebben, is onduidelijk hoe dit berekend is. Kan de Staatssecretaris inzicht verschaffen hoe de claim van FWS dat de caloriereductie in frisdranken al in 2019 met 25% gedaald was tot stand is gekomen? Acht de Staatssecretaris deze bewering betrouwbaar? Heeft de Staatssecretaris vertrouwen in de inspanningen van de frisdrankindustrie om zichzelf te reguleren en te monitoren, opdat er in 2025 een caloriereductie van 30% heeft plaatsgevonden? Deelt de Staatssecretaris de opvatting van deze leden dat het onwenselijk is dat een significant deel van de maatregelen in het Nationaal Preventieakkoord door de industrieën zelf gereguleerd en gemonitord wordt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen is de Staatssecretaris van plan te nemen om ervoor te zorgen dat alle maatregelen in het Nationaal Preventieakkoord uitgevoerd en op een objectieve manier, vrij van lobby-belangen, geëvalueerd zullen worden? Genoemde leden willen verder het belang van de invoering van een suikertaks op frisdranken voor het tegengaan van overgewicht benadrukken. De leden van de GroenLinks-fractie hebben met ongenoegen kennisgenomen van een recente publicatiereeks van Follow the Money, waarin wordt aangetoond hoe de frisdrankindustrie en de voedingsmiddelenindustrie de suikertaks uit het Nationaal Preventieakkoord gehouden hebben.22 Zo toont Follow the Money aan dat het Centraal Bureau Levensmiddelen de Staatssecretaris het volgende heeft laten weten: «Belastingmaatregelen en andere wettelijke interventies in het Akkoord of erna, kunnen een ontbindende werking hebben voor Akkoordpartijen».23 Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre dergelijke industriële belangen invloed hebben gehad op de afwezigheid van de suikertaks in het Nationaal Preventieakkoord? Deelt de Staatssecretaris de opvatting van deze leden dat de suikertaks significant kan bijdragen aan het behalen van de ambities van het Deelakkoord overgewicht? Zo ja, ziet de Staatssecretaris mogelijkheden de suikertaks alsnog in te voeren? Zo nee, waarom deelt de Staatssecretaris deze opvatting niet? Naast het onderzoeken van de suikertaks, schrijft de Staatssecretaris ook het idee te onderzoeken van een verbod op aanbiedingen voor suikerhoudende producten en dit idee met de levensmiddelensector te gaan bespreken. Zou de Staatssecretaris kunnen toelichten hoe de concrete uitvoering van het verbod op suikerhoudende producten eruit kan gaan zien? Is de Staatssecretaris bereid deze maatregel te implementeren? De Staatssecretaris geeft te kennen stappen te verkennen om reclame gericht op kinderen over ongezonde producten te beperken. Genoemde leden vinden dit een belangrijk onderwerp. Een recent Unicef-rapport onderzocht 800 kinderproducten in Nederlandse supermarkten, en concludeerde dat slechts 25% hiervan voldoet aan de Schijf van Vijf.24 In de categorie kinderdranken voldoet slechts 7,5% aan de Schijf van Vijf. Zou de Staatssecretaris kunnen toelichten welke extra stappen er verkend worden om reclame gericht op kinderen over ongezonde producten te verminderen en reclame gericht op gezonde producten te vergroten? Met welke partijen is de Staatssecretaris hierover in gesprek? Hoe zorgt de Staatssecretaris ervoor dat de supermarktbranchelobby en de levensmiddelenindustrie effectieve maatregelen op dit gebied niet zullen tegenhouden?

Deelakkoord problematisch alcoholgebruik

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met genoegen waargenomen dat er verschillende acties zijn uitgevoerd om het bewustzijn omtrent alcoholgebruik te vergroten. Daarbij willen deze leden benadrukken dat ook de inzet van meer jeugdartsen, bijvoorbeeld op scholen, om jongeren bewust te maken van de gevaren van problematisch alcoholgebruik uitkomst kunnen bieden. Is de Staatssecretaris bereid te onderzoeken hoe deze maatregel geïmplementeerd zou kunnen worden?

Leefstijlinterventies ernstige ziekten

Leefstijlinterventies kunnen ernstige ziekten remmen of zelfs genezen. Zo is het bijvoorbeeld bekend uit een studie van het Leids Universitair Medisch Centrum, TNO en VGZ dat regelmatig bewegen en gezond eten mogelijk 1,1 miljoen mensen in Nederland kan genezen van diabetes type 2.25 De leden van de GroenLinks-fractie vinden daarom dat dergelijke leefstijlinterventies toegepast moeten worden. Staat de Staatssecretaris ervoor open dergelijke leefstijlinterventies verder te verkennen en daar waar relevant te implementeren?

Verlaging leeftijd bevolkingsonderzoek darmkanker

Bevolkingsonderzoek naar ernstige ziekten vormt een belangrijk onderdeel van preventief gezondheidsbeleid. De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de petitie van Actiegroep «Red 1000 levens» met betrekking tot de verlaging van de leeftijd van bevolkingsonderzoek naar darmkanker, welke op 8 september 2020 is aangeboden aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport.26 De petitie pleit ervoor om de leeftijd waarop bevolkingsonderzoek gedaan wordt naar darmkanker te verlagen van 55 naar 50 jaar, waarmee meer gevallen van darmkanker tijdig gediagnosticeerd kunnen worden en jaarlijks honderden levens gered kunnen worden. Gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek stellen Europese richtlijnen dat het medisch aan te raden is om vanaf 50 jaar de bevolking te testen op darmonderzoek.27 Deze leden vragen waarom Nederland hiervan afwijkt. In een antwoord op een Kamervraag van het lid Hermans naar dit onderwerp heeft de Staatssecretaris aangegeven bij de integrale evaluatie naar darmkankeronderzoek in 2021 te kijken naar het verlagen van de leeftijdsgrens.28 De Staatssecretaris heeft daarbij aangegeven te willen kijken of de voordelen «van geredde levens ook opwegen tegen de nadelen van overbodig vervolgonderzoek en behandeling». Aangezien er al overtuigend wetenschappelijk onderzoek is dat 50 jaar een medisch verstandige leeftijd is om te starten met testen op darmkanker, vragen deze leden of de Staatssecretaris kan toelichten waarom er gewacht moet worden op de integrale evaluatie naar darmkankeronderzoek voordat de leeftijdsverlaging ingevoerd kan worden. Ziet de Staatssecretaris mogelijkheden deze maatregel nog tijdens de huidige kabinetsperiode te implementeren?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de verschillende stukken behorende bij het schriftelijk overleg. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan de onderstaande opmerkingen en vragen.

Voortgangsrapportage Nationaal Preventieakkoord 2019

Het Nationaal Preventieakkoord is inmiddels twee jaar oud. Het is goed om te zien dat op de drie thema’s (problematisch alcoholgebruik, roken en overgewicht) inmiddels verschillende acties lopen, in voorbereiding zijn of zelfs al zijn afgerond. Aangegeven wordt dat het niet voor alle doelstellingen en afspraken bekend is wanneer deze uitgevoerd worden, door wie en wat de opbrengst moet zijn. De leden van de SP-fractie vinden het belangrijk dat doelstellingen en afspraken zo SMART mogelijk geformuleerd worden. Is het de bedoeling om dit alsnog op te pakken?

Verschillende activiteiten uit het Nationaal Preventieakkoord hebben door de coronacrisis vertraging opgelopen. Graag krijgen de leden van de SP-fractie hier een overzicht van. Daarnaast vragen genoemde leden of de coronacrisis nog tot nieuwe of bijgestuurde activiteiten of doelen uit het Nationaal Preventieakkoord heeft geleid. Dit met name aangezien onderliggende klachten, die mede samen kunnen hangen met de in het preventieakkoord benoemde thema’s, mogelijk invloed hebben gehad op de (ernst van de) besmettingen.

Bepaalde acties binnen alle drie de thema’s van het Nationaal Preventieakkoord zijn/waren specifiek gericht op mensen met een lagere sociaaleconomische status. Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een specifieke toelichting op de voortgang van realisatie van de doelstellingen binnen deze specifieke doelgroep.

Als men iets van de coronacrisis heeft geleerd is het wel het belang van een goede GGD. De jarenlange bezuinigingen op de GGD hebben duidelijk hun tol geëist. De leden van de SP-fractie vragen om een nadere beschrijving van de plannen rondom de toekomst van de GGD’en.

Roken

Nog altijd sterven in Nederland ieder jaar meer dan 20.000 mensen aan de gevolgen van (mee)roken, waarvan het bij 10.000 mensen om longkanker gaat. Tegelijkertijd starten er iedere dag 75 kinderen met roken. Als zij blijven roken, is de kans meer dan 50% dat zij aan de gevolgen daarvan zullen komen te overlijden. Het Nationaal Preventieakkoord heeft als ambitie een rookvrije generatie in 2040 te bereiken. De leden van de SP-fractie steunen de doelstelling om te komen tot een rookvrije generatie dan ook volledig.

De leden van de SP-fractie lezen dat 21,7% van de volwassenen rookt, dat 8% van de jongeren de afgelopen maand rookte en 7,4% van de zwangere vrouwen op enig moment tijdens de zwangerschap rookte. Een daling voor alle drie de doelgroepen. Tegelijkertijd lezen deze leden dat het aantal jongvolwassen rokers de afgelopen vijf jaar niet gedaald is en dat 31 procent van de groep 20- tot 24-jarigen rookt. Dit terwijl het totaal aantal volwassen rokers wel daalde van 26 naar 22 procent.29 Waarom blijft de groep rokers in deze leeftijdscategorie onverminderd groot, zo vragen de leden van de SP-fractie. En hoe kan extra ingezet worden op het verlagen van dit percentage bij deze doelgroep?

Met betrekking tot een aantal doelstellingen uit het Nationaal Preventieakkoord hebben de leden van de SP-fractie nog wel hun twijfels of deze gerealiseerd worden als op deze weg doorgegaan wordt. Zo is het aantal rookvrije terreinen van kinderboerderijen in 2019 41% terwijl dit in 2020 100% moet zijn; is het aantal rookvrije speeltuinen in 2019 50% terwijl dat in 2020 100% moet zijn, en is het aantal rookvrije kinderopvanglocaties in 2019 75% terwijl dat in 2020 100% moet zijn. Genoemde leden begrijpen dat pas in een volgende voortgangsrapportage geconcludeerd kan worden of de doelstellingen gerealiseerd zijn. Wel vragen deze leden of er het voornemen is om wettelijke maatregelen te nemen indien de doelstellingen niet volgens plan worden gerealiseerd. Wat is in dat kader de reactie op het bericht dat een kwart van de gemeenten niets doet met een rookvrije omgeving voor kinderen?30 Aangegeven wordt in het artikel dat slechts één op de vijf gemeenten structureel uren en geld beschikbaar heeft voor de uitvoering van plannen om een rookvrije omgeving te maken. Wordt dit aantal herkend? En zo ja, is er het voornemen om dit percentage flink te verhogen? De leden van de SP-fractie vragen of er bereidheid bestaat om hiervoor extra budget beschikbaar te stellen.

De leden van de SP-fractie vinden het zeer positief dat stoppen-met-rokenzorg sinds begin 2020 onder de verzekerde zorg valt. Aangegeven wordt dat het nog niet duidelijk is hoeveel mensen hier sinds begin 2020 daadwerkelijk gebruik van hebben gemaakt. Wanneer zal dit wel bekend zijn? Daarnaast vragen genoemde leden naar het aanbod van een dergelijke ondersteuning. Is er voldoende kwalitatief goede ondersteuning beschikbaar om te voldoen aan de behoefte? De leden van de SP-fractie lezen dat ook niet in het kwaliteitsregister geregistreerde behandelaars een vergoeding krijgen voor het voeren van motiverende gesprekken, het geven van stopadvies of doorverwijzing. In hoeverre wordt dit wenselijk geacht, zo vragen deze leden. Is er zicht op de kwaliteit van de door hen geboden zorg en ondersteuning? Een daling van het aantal in het kwaliteitsregister opgenomen zorgverleners klinkt voor de leden van de SP-fractie als een onwenselijke ontwikkeling. Graag ontvangen zij dan ook een reactie op deze ontwikkeling.

Aangezien roken zeer schadelijk en zelfs dodelijk is, lijkt het de leden van de SP-fractie niet meer dan logisch dat er vol ingezet wordt op een rookvrije zorg. Het verbaast deze leden dan ook dat in de voortgangsrapportage aangegeven wordt dat vertegenwoordigers van alle zorgaanbieders zich (op 31 mei 2019) niet volgens planning hebben uitgesproken op dit thema. Kan aangegeven worden waarom dit niet is gebeurd en wat de ontwikkelingen op dit thema sindsdien zijn? Sommige doelstellingen, zoals de rookvrije ggz-instellingen of bedrijfsartsen die roken meenemen in hun contacten, behoeven nog een flinke inzet de komende jaren. Bij welke ontwikkeling zal besloten worden dat extra inzet nodig is?

Als het gaat om rookvrije bedrijven is het de doelstelling dat tenminste 10 van de top 100 grootste bedrijven in Nederland in 2020 op weg is naar een rookvrije generatie. Een streven dat in eerste instantie goed klinkt, maar aangezien al bij de start van het akkoord dit aantal gehaald was kan men zich afvragen hoe positief dit is of dat er wellicht sprake is van gebrek aan ambitie. Wat zijn de vervolgdoelen op dit onderwerp?

De leden van de SP-fractie vinden het een zeer positieve ontwikkeling dat inmiddels 16 van de 20 grootste institutionele beleggers in Nederland gestopt zijn met investeren in de tabaksindustrie. Genoemde leden hopen dan ook van harte dat dit er op korte termijn 20 van de 20 zijn. Per wanneer wordt dit gerealiseerd?

De leden van de SP-fractie vragen ook om een reactie op het artikel «VVD en tabakssector remmen rookakkoord».31 Klopt het dat de tabakslobby invloed had op de inhoud van het rookakkoord? Klopt het vervolgens dat door deze lobby de beoogde prijsverhoging van een pakje sigaretten gestaakt werd en/of dat «gemakswinkels» hun sigaretten niet langer uit het zicht moeten hebben? Indien dit correct is, wat zijn de gevolgen hiervan voor het (kunnen) behalen van de geformuleerde doelstellingen in het Nationaal Preventieakkoord? Klopt het verder dat de evaluatie van de tabaksaccijnsverhoging van april 2020 op het laatste moment in het preventieakkoord is beland door toedoen van de tabakslobby? Is het niet zo dat uit internationaal onderzoek echter al lang bekend is dat accijnsverhoging een van de meest effectieve middelen is om roken te ontmoedigen? Wat is dan ook precies de reden dat dit onderzoek in het preventieakkoord is opgenomen en de resultaten worden afgewacht? Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan? Daarnaast vragen deze leden of het klopt dat brancheorganisaties als VNO-NCW, MKB-Nederland, en supermarktbelangenbehartiger CBL herhaaldelijk aanklopten bij diverse ministeries en deze voorzagen van een zogenoemd «brievenbombardement». Klopt het daarbij dat dit vaker gebeurde in reactie op vertrouwelijke conceptversies van het akkoord, die zij officieel niet in handen hadden? Graag ontvangen deze leden een uitgebreide reactie. Als er ook maar iets waar is van het bovenstaande, hoe verhoudt dat zich dan met de internationale afspraken uit de Framework Convention on Tobacco Control (FCTC), zo vragen de leden van de SP-fractie.

Het lid Van Gerven heeft in januari Kamervragen gesteld over menthol-inlegkaarten, waarmee het verbod op menthol in sigaretten en shag kan worden omzeild.32 In de beantwoording van deze schriftelijke vragen werd aangegeven dat het voornemen was een inventarisatie uit te laten voeren naar de aard en omvang van dergelijke accessoires die de aantrekkelijkheid van roken kunnen vergroten. Wat is de stand van zaken op dit moment met betrekking tot deze inventarisatie? Worden hierin naast accessoires ook andere omzeilingstactieken van het mentholverbod meegenomen, zoals menthol-cigarillo’s?

Tevens heeft het lid Van Gerven schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van het bericht «Goedkope sigaretten nog volop verkrijgbaar».33 In de beantwoording wordt aangegeven dat de prijs van cigarillo’s relatief veel lager ligt dan de prijs van sigaretten. Daarbij wordt aangegeven dat voor zowel sigaren als cigarillo’s een ad-valorem-accijns geldt van slechts 8% van de kleinhandelsprijs. Deze leden vragen of de mening wordt gedeeld dat dit tarief moet worden verhoogd om te voorkomen dat cigarillo’s vanwege de lage prijs een aantrekkelijk alternatief zijn voor sigaretten, onder andere voor jongeren.

Overgewicht

Voor het realiseren van de doelen op het thema overgewicht is de komende jaren nog een flinke inzet nodig, zo menen de leden van de SP-fractie. Aangezien er geen doelstellingen per thema zijn opgesteld en opgestelde doelen niet allemaal concreet en/of meetbaar zijn, is het volgens deze leden ingewikkeld de voortgang op de verschillende ambities/doelstellingen te kunnen meten. Genoemde leden vragen dan ook of een dergelijke concretisering nog in de planning zit, en zo nee waarom niet.

Het mag duidelijk zijn dat de leden van de SP-fractie op basis van ontwikkelingen in de afgelopen jaren weinig vertrouwen hebben in de afspraken die gemaakt zijn of worden met de industrie en levensmiddelenbedrijven om de levensmiddelen gezonder te maken. Genoemde leden zijn dan ook erg benieuwd naar de evaluatie van de doelstellingen op dit terrein die voor de komende jaren zijn geformuleerd en naar de afspraken die tot en met eind 2020 binnen het Akkoord Verbetering Productsamenstelling worden gemaakt. Deze leden vragen waarom, op basis van de teleurstellende resultaten tot nu toe, er wederom voor een dergelijk akkoord gekozen wordt. Waarom wordt er niet gekozen voor een wettelijke of andere meer bindende aanpak? Hoe wordt ervoor gezorgd dat er geen sprake meer is van vrijblijvendheid? De leden van de SP-fractie vragen in dat kader dan ook of er wettelijke maatregelen worden getroffen als blijkt dat doelstellingen niet of nauwelijks worden gerealiseerd of de doelstellingen in het Akkoord Verbetering Productsamenstelling niet ver genoeg gaan. Het gaat hier immers om de gezondheid van vele Nederlanders. Wanneer gaan de afspraken in het akkoord ver genoeg, zo vragen de leden van de SP-fractie. Kan tevens worden toegelicht wat de verwachte tijdslijn is, wat de specifieke doelen zijn qua concrete gezondheidswinst en welke maatregelen worden genomen als blijkt dat de levensmiddelenbedrijven de afspraken niet nakomen? De leden van de SP-fractie vinden het een goede stap dat ten opzichte van het huidige Akkoord Verbetering Productsamenstelling zowel de scope van de nieuwe aanpak is verbreed naar meer voedingsmiddelengroepen en alle producten binnen een voedingsmiddelengroep, als dat voor de voedingsmiddelengroepen die een relevante bijdrage leveren aan de inname van bijvoorbeeld zout, verzadigd vet of suiker grenswaarden worden opgesteld, en dat er grenswaarden worden opgesteld waarmee productverbetering over de hele linie kan worden gestimuleerd, dus niet alleen maximumnormen zoals in het huidige akkoord. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar een verslag van de voortgang hierop. Wel vragen genoemde leden waarom alternatieven, zoals het goedkoper maken van gezond eten, enkel gezien worden als perspectiefvol instrument op termijn, terwijl de gezondheid van Nederlanders op het spel staat. Wat zijn verder de plannen met betrekking tot het verbod van kortingsacties in de supermarkt op ongezonde producten? Worden er ook concrete stappen gezet om deze maatregel in te voeren?

De leden van de SP-fractie hebben al meerdere malen aandacht gevraagd voor het belang van het verlagen van de btw op groente en fruit om zo gezond eten makkelijker en breder toegankelijk te maken. Is het correct dat Duitsland recent de btw op deze producten heeft verlaagd? Zo ja, wat is hier de reactie op? Deze leden vragen of hun mening gedeeld wordt dat een dergelijke btw-verlaging van toegevoegde waarde kan zijn bij het behalen van de in het Nationaal Preventieakkoord geformuleerde doelstellingen in het kader van overgewicht. Zo ja, wordt deze btw-verlaging op korte termijn ingevoerd?

Als het gaat om de gecombineerde leefstijlinterventie kan geconcludeerd worden dat hier nog maar weinig gebruik van wordt gemaakt. De leden van de SP-fractie vragen op welke wijze het aantal deelnemers aan deze interventie substantieel vergroot zal worden. Daarnaast vragen genoemde leden hoe bevorderd wordt dat de zorgverzekeraars en huisartsen actief meer patiënten leefstijlondersteuning gaan bieden en of er de bereidheid is om te verkennen welke aanvullende maatregelen effectief kunnen zijn om de inzet van leefstijlpreventie te bevorderen. Is er de bereidheid om gecombineerde leefstijlinterventies voor een brede groep Nederlanders beschikbaar en toegankelijk te maken in de strijd tegen overgewicht, obesitas, prediabetes en diabetes?

Problematisch alcoholgebruik

De leden van de SP-fractie menen dat het een goede ontwikkeling is dat steeds meer scholen gebruikmaken van het ondersteuningsaanbod Gezonde School. Ter precisering vragen deze leden wat er precies bedoeld wordt met het feit dat respectievelijk 119 en 99 keer het aanbod is teruggetrokken (p. 40 van de voortgangsrapportage).

Als het gaat om de marketing van alcoholhoudende drank lezen de leden van de SP-fractie dat vier grote social media platforms zich hebben gecommitteerd om alcoholreclame via hun platforms niet terecht te laten komen bij 18-. Een belangrijke stap. Wel vragen deze leden welke platforms dit betreft en of het plan bestaat bij andere platforms om zich hierbij aan te sluiten. Als het specifiek gaat om alcoholreclame op televisie en radio geldt dat deze niet is toegestaan van zes uur ’s morgens tot negen uur ‘s avonds, verder is er sprake van zelfregulering. Zijn er plannen om dit beleid aan te scherpen, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Voor 2021 zullen verstrekkers van alcohol en de industrie komen met oplossingen om het bereik en de beïnvloeding van jongeren op de top vijf locaties van blootstelling naar redelijkheid te beperken. De leden van de SP-fractie zijn benieuwd naar deze afspraken maar vragen wel wat er precies wordt bedoeld met «naar redelijkheid».

Met betrekking tot de handhaving op de leeftijdsgrenzen bij het verkopen van alcohol aan jongeren stellen de leden van de SP-fractie al jaren vragen bij de effectiviteit. De beschreven percentages bij verschillende sectoren over 2018 stemmen in ieder geval niet hoopvol. In 2020 en 2022 worden nieuwe onderzoeken uitgevoerd naar deze handhavingscijfers en deze leden hopen dat de resultaten verbetering zullen laten zien. Wel vragen zij welke specifieke acties er de komende tijd worden genomen om de nalevingspercentages flink te laten stijgen.

Uit onderzoek van het CBS blijkt dat er in totaal 43.200 verkooppunten van alcohol in Nederland zijn, waarvan 39.200 fysieke verkooppunten en 4.000 online verkooppunten. De leden van de SP-fractie menen dat de beschikbaarheid van verkooppunten beperkt moeten worden en zij hebben aangegeven het voorstel om blurring mogelijk te maken dan ook niet te steunen. Genoemde leden krijgen graag bevestigd dat een dergelijk voorstel om blurring mogelijk te maken niet past binnen de doelen zoals geformuleerd binnen het Nationaal Preventieakkoord.

De evaluatie van preventie in het zorgstelsel

De leden van de SP-fractie vragen een nadere toelichting waarom er is gekozen voor een variatie van verschillende regelingen terwijl het RIVM de versnippering van regelingen en subsidies benoemt. Zou een heldere en eenduidige infrastructuur niet logischer zijn? Wat zijn hierin de leerervaringen rondom de aanpak van corona?

Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven van de Staatssecretaris inzake de voortgang van het Nationaal Preventieakkoord.

De coronacrisis laat opnieuw het belang zien van een gezonde levensstijl. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat dit in de context van de coronapandemie extra urgent is? Wat wordt ondernomen om een substantiële vergroting van het aantal deelnemers aan leefstijlondersteuning te bevorderen?

De leden van de PvdA-fractie willen hun teleurstelling uiten over het gebrek aan ambitie als het gaat om de verlaging van het percentage mensen met overgewicht. Waarom wordt slechts de ambitie uitgesproken om het overgewicht terug te brengen naar 38 procent?

In de voortgangsrapportage van het Nationaal Preventieakkoord is aangegeven dat de doelen uit het akkoord niet gehaald gaan worden, zelfs al alle afspraken uitgevoerd zullen worden. Kan de Staatssecretaris toelichten waarom niet voldoende maatregelen worden genomen om de doelen te halen? Vindt de Staatssecretaris ook dat er meer en ambitieuzere maatregelen nodig zijn om overgewicht tegen te gaan?

Genoemde leden vragen waarom de suikertaks niet wordt ingevoerd terwijl uit onderzoek van het RIVM blijkt dat de invoering van een suikertaks op korte termijn leidt tot een afname van de hoeveelheid suiker in frisdranken en een afname van de verkoop van frisdranken, significante gezondheidswinst en kostenbesparingen in de zorg.

In hoeverre is het niet invoeren van de suikertaks het gevolg van een lobby van de voedingsindustrie? Kan worden toegelicht welke rol de voedsellobby heeft gespeeld bij het uit het akkoord houden van de suikertaks? Welke afspraken met de voedingsindustrie uit het preventieakkoord staan effectief bewezen maatregelen in de weg? Zijn er andere effectief bewezen maatregelen niet opgenomen in het Nationaal Preventieakkoord als gevolg van de lobby van de voedingsindustrie? Klopt het dat er door de industrie een «uitruilvoorstel» is gedaan waarbij de industrie toezegde zelf calorieën uit de markt te halen in ruil voor het niet invoeren van een verbruiksbelasting? Kan de Staatssecretaris zijn antwoord toelichten?

Welke aanvullende maatregelen ziet de Staatssecretaris om de verwachte stijging van het aantal mensen met overgewicht om te zetten in een daling? Uit de brief van de Staatssecretaris blijkt dat hij het RIVM opdracht heeft gegeven om in samenwerking met experts uit het veld te onderzoeken welke effectieve maatregelen die nu nog niet of onvoldoende in het Nationaal Preventieakkoord zijn opgenomen substantieel kunnen bijdragen aan het bereiken van de doelen. Zal de suikertaks hierin worden meegenomen? In hoeverre zullen effectief bewezen maatregelen ook daadwerkelijk worden ingevoerd?

In de voortgangsbrief schrijft de Staatssecretaris dat volgens de eigen cijfers van de levensmiddelenproducenten zij op schema liggen bij het terugdringen van het aantal geconsumeerde suikers. Kan inzicht gegeven worden in deze cijfers? Hoe verhouden deze cijfers zich tot de conclusie van het RIVM dat stelt dat slechts kleine stappen zijn gezet om de inname van suiker te verlagen?

De leden van de PvdA-fractie willen voorts hun zorgen uiten over het voedingspatroon van kinderen. Uit recent onderzoek van Unicef blijkt dat slechts 10 procent van het aanbod kinderproducten in de supermarkt past binnen de criteria van de Schijf van Vijf. Genoemde leden achten dit onwenselijk en zien graag producten speciaal bedoeld voor kinderen gezonder worden. Welke maatregelen worden genomen om dit te bewerkstelligen?

Welke aanvullende maatregelen zullen worden genomen om het voor ouders gemakkelijker te maken om de juiste voedingskeuzes te maken voor hun kind? Hoe kunnen ouders beter worden geïnformeerd over de voedingswaarde van kinderproducten? Zal bij de invoering van de Nutri-Score in Nederland ook specifiek aandacht worden gegeven aan kinderproducten?

Het onderzoek laat bovendien zien dat kinderen nog altijd worden blootgesteld aan kindermarketing op verpakkingen. Welke aanvullende maatregelen zullen worden genomen om kinderen beter te beschermen tegen kindermarketing?

De leden van de PvdA-fractie vragen of kan worden toegelicht waarom onderzoek nodig is naar effecten van prijsverhoging van sigaretten alvorens de prijs in 2023 zal worden verhoogd naar 10 euro, terwijl uit onderzoek al is gebleken dat verhoging van de tabaksaccijns een bewezen effectieve maatregel is bij het tegengaan van tabaksverslaving en daarmee gepaard gaande ernstige gezondheidsschade. Wat is het doel van de evaluatie naar mogelijke grenseffecten?

Welke rol heeft de tabakslobby gespeeld bij het opnemen van deze passage in het Nationaal Preventieakkoord?

En welke extra maatregelen gaat de Staatssecretaris nog nemen om de eigen doelstelling om te komen tot een rookvrije generatie te halen?

Genoemde leden maken zich ook zorgen over de impact van e-sigaretten op de gezondheid, en over de e-sigaret als een opstapproduct naar het roken van sigaretten. Kan worden toegelicht waarom niet wordt gekozen voor een verbruiksbelasting op e-sigaretten om consumptie te beperken?

Vragen en opmerkingen van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende brieven op het terrein van (leefstijl)preventie. Zij hebben hierbij een aantal opmerkingen en vragen.

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd met de stappen die gezet worden bij de uitwerking van het Nationaal Preventieakkoord. Tegelijkertijd is er nog veel nodig om de doelstellingen in 2040 te behalen. De COVID-19 uitbraak laat alleen nog maar meer zien hoe belangrijk preventie en het vergroten van de veerkracht en weerbaarheid van mensen zijn. Is de Staatssecretaris het met genoemde leden eens dat het daarom juist goed is om nu stappen te zetten? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat men moet kijken wat er ondanks de coronamaatregelen nog wel kan, simpelweg omdat een gezonde levensstijl alleen maar belangrijker geworden is?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoeveel procent van de gemeenten een lokale aanpak op het gebied van preventie heeft. Is de Staatssecretaris tevreden met de inzet van gemeenten om te komen tot een dergelijke lokale aanpak of is hier nog meer actie nodig?

De leden van de ChristenUnie-fractie juichen het toe dat er meer capaciteit vrij komt bij de NVWA voor handhaving. Deze leden vragen de Staatssecretaris om aan te geven wat de handhavingsregiesystematiek en het risicogericht toezicht precies inhouden waar het gaat om de handhaving van de maatregelen die zijn genomen in het kader van het Nationaal Preventieakkoord.

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat er zich veel wetsvoorstellen, besluiten en regelingen op het gebied van preventie in verschillende stadia van ontwikkeling bevinden. Kan de Staatssecretaris hiervan een actueel overzicht geven met daarbij de stand van zaken?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris naar de uitkomst van zijn gesprek met artsen en sporters die betrokken waren bij de oproep voor een gezonde leefstijl. Is de Staatssecretaris voornemens, ook in het licht van de COVID-19 uitbraak, met aanvullende maatregelen te komen op het gebied van leefstijlpreventie? Is hij daarbij ook bereid om, in navolging van het Verenigd Koninkrijk, te kijken naar maatregelen om Nederlanders minder ongezond te laten eten?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Staatssecretaris bereid is om de gecombineerde leefstijlinterventies (GLI’s) voor een veel bredere groep Nederlanders beschikbaar en toegankelijk te maken in de strijd tegen overgewicht, obesitas, prediabetes en diabetes. Wat is ervoor nodig om te zorgen dat meer mensen een beroep kunnen doen op de GLI’s?

Roken

In het Nationaal Preventieakkoord is afgesproken dat alle schoolterreinen per 1 augustus rookvrij zouden zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze doelstelling is gehaald? Zo nee, wat hebben scholen nodig om alsnog op korte termijn schoolpleinen rookvrij te maken? En kan de Staatssecretaris ook aangeven hoe het staat met het rookvrij maken van kinderdagverblijven, sportcomplexen en speeltuinen?

De Staatssecretaris heeft eerder beloofd voor de zomer het onderzoek over het beperken van het aantal tabaksverkooppunten naar de Kamer te sturen. De Staatssecretaris geeft nu aan dat het onderzoek na de zomer wordt verwacht. Kan de Staatssecretaris al meer inzicht geven in de belangrijkste conclusies van het onderzoek en voorgenomen vervolgstappen? En kan hij ook aangeven hoe zijn gesprekken met de supermarkten en tankstations over het stoppen met de verkoop van tabak zijn verlopen?

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd dat de Staatssecretaris voorstelt smaakjes van e-sigaretten behalve tabakssmaken te verbieden. Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer hij het hiervoor benodigde wetsvoorstel of concept-besluit aan de Kamer wil voorleggen?

Overgewicht

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat ruim 140 gemeenten een JOGG-aanpak (JOGG= Jongeren op Gezond Gewicht) hebben. Is de Staatssecretaris van plan om meer gemeenten te stimuleren tot een JOGG-aanpak? Is de huidige JOGG-aanpak in de ogen van de Staatssecretaris voldoende in staat om de problematiek van overgewicht – zeker ook bij jonge kinderen – aan te pakken, of is er meer nodig? Kan de Staatssecretaris zijn antwoord toelichten?

Uit onderzoek van Unicef blijkt dat nog geen 30% van de bijna 800 kinderproducten die binnen de Schijf van Vijf zouden kunnen vallen, daadwerkelijk voldoet aan de criteria. Bij bijvoorbeeld kindertoetjes voldoet geen enkel product, maar zelfs ook bij het schap met baby-, dreumes- en peuterproducten met alleen maar producten voor hele jonge kinderen, voldoet bijna 70% niet aan de criteria voor een gezond voedingspatroon voor deze leeftijdscategorie. Wat vindt de Staatssecretaris van deze cijfers, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie. Is hij bereid om met de levensmiddelenproducenten en supermarkten in gesprek te gaan om te zorgen dat meer baby- en kinderproducten ín de baby- en kinderschappen in de Schijf van Vijf gaan vallen?

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Staatssecretaris nu geen aanvullende maatregelen wil nemen om gezonde voeding goedkoper te maken, waaronder bijvoorbeeld een trapsgewijze suikertaks. Kan de Staatssecretaris aangeven onder welke omstandigheden deze maatregelen wel een optie zouden kunnen zijn?

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het belangrijk dat er een ambitieus nieuw systeem voor productverbetering komt, waarin alle productcategorieën worden meegenomen. In het voorstel voor een nieuw systeem voor productverbetering, zoals gedeeld bij de internetconsultatie hierover, staat geen hoofddoelstelling op inname (consumptie) per nutriënt. Gaat het nieuwe systeem voor productverbetering nog wel een hoofddoelstelling op inname (consumptie) bevatten op zout, verzadigd vet en energiedichtheid (verzadigd vet en suiker), zo vragen genoemde leden. Verder bevat het voorstel alleen een lange termijn doelstelling van 10 jaar. Waarom bevat het voorstel geen jaarlijkse onafhankelijke reductiedoelen voor zout, verzadigd vet en suiker in de belangrijkste productgroepen, zodat de voortgang beter kan worden gemonitord?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen naar de stand van zaken van de ontwikkeling van een nieuw voedselkeuzelogo. In hoeverre gaat het lukken om het voedselkeuzelogo in lijn met de Schijf van Vijf te krijgen, aangezien de ontwikkeling ervan internationale afstemming vraagt, zo vragen deze leden. Is afstemming op de Schijf van Vijf een randvoorwaarde voor de Staatssecretaris?

Problematisch alcoholgebruik

De leden van de ChristenUnie-fractie zijn verheugd dat de Staatssecretaris aangeeft dat een minimumprijs voor één eenheid alcohol een effectieve maatregel is voor het Nederlandse alcoholbeleid om kwetsbare groepen te beschermen tegen problematisch alcoholgebruik. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer hij een beleidsbeslissing over de invoering van een minimumprijs in Nederland verwacht.

De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het zorgelijk dat 57% van de minderjarigen toch alcohol drinkt en dat 97% van hen alcohol verkrijgt via sociale bronnen. De wijziging van de Drank- en Horecawet komt weliswaar met een bepaling om wederverstrekking strafbaar te stellen, maar ziet de Staatssecretaris ook mogelijkheden om vooruitlopend hierop aanvullende maatregelen te nemen die het alcoholgebruik onder minderjarigen tegengaan?

Lachgas

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Staatssecretaris naar de stand van zaken van de maatregelen om recreatief gebruik van lachgas tegen te gaan. Wanneer kan de Kamer het wetsvoorstel lachgasverbod tegemoet zien? Kan de Staatssecretaris toezeggen dat het nog steeds het streven is om het verbod op 1 januari 2021 in te laten gaan?

Vragen en opmerkingen van de PvdD-fractie

De leden van de PvdD-fractie vinden de stappen die de Staatssecretaris zet om mensen in Nederland gezond te houden of gezonder te maker veel te mager. Inzetten op het verbeteren van de basisgezondheid moet de prioriteit van de Staatssecretaris zijn. In plaats daarvan worden er wat pleisters geplakt, maar het probleem (een ongezonde samenleving) wordt niet aangepakt. In deze bijdrage vraagt deze leden de Staatssecretaris de stappen te zetten die nodig zijn.

Inleiding

De coronacrisis heeft blootgelegd wat de gevolgen zijn van jarenlang ontoereikend preventiebeleid door de Nederlandse overheid. Artsen zagen dat bijna een op de drie COVID-19-patiënten op de IC ernstig overgewicht had.34 Wie overgewicht heeft, loopt een groter risico op een ernstig ziekteverloop bij een besmetting met COVID-19, omdat overgewicht het immuunsysteem verzwakt. Bovendien kunnen mensen met overgewicht chronische ziekten ontwikkelen, zoals hart- en vaatziekten of diabetes type 2, wat kan leiden tot een verdere verzwakking van het immuunsysteem en een ontregelde stofwisseling. Voor nu en voor toekomstige virusuitbraken is inzetten op een betere basisgezondheid van de samenleving dus letterlijk van levensbelang.

Vergeleken met de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw is het aanbod van sterk bewerkte voedingsmiddelen flink gestegen, is de marketing voor ongezonde producten toegenomen, zijn de porties steeds groter geworden en zijn de prijzen van ongezonde producten gedaald.35 Inmiddels eet en drinkt een Nederlander gemiddeld 44 kilo suikers per jaar.36 Het aantal volwassenen met overgewicht is in de afgelopen decennia navenant gestegen, van 35% in 1990 naar 50% in 018.37 Het percentage volwassen Nederlanders met obesitas (ernstig overgewicht) is sinds 1990 meer dan verdubbeld.38 Er zijn in Nederland ruim 1,2 miljoen mensen met diabetes type 2.39

In tegenstelling tot wat de term «leefstijlpreventie» suggereert, zijn overgewicht, diabetes-2 en gerelateerde aandoeningen slechts gedeeltelijk te wijten aan individuele, vrije keuzes voor een ongezonde leefstijl. Een veel grotere rol speelt de abnormale voedselomgeving waarin wij leven, waarin bedrijven miljarden verdienen aan de verkoop van ongezonde producten. Zo heeft McDonalds in Nederland bijna 250 vestigingen en boekte in 2019 een omzet van bijna 900 miljoen euro.40 Supermarkten in Nederland stimuleren de verkoop van ongezonde producten met reclame en aanbiedingen.41 En terwijl mensen met overgewicht en diabetes door het coronavirus op de IC lagen, profiteerden de supermarkten het meest van de coronacrisis: het moederbedrijf van Albert Heijn zag zijn winst in het tweede kwartaal van 2020 door de coronacrisis verdubbelen (van 334 naar bijna 700 miljoen euro) en keerde zelfs 220 miljoen euro extra uit aan de aandeelhouders. De werknemers werden afgescheept met een cadeaubon van 25 euro.42

Gedragswetenschappers waarschuwen dat een aanpak die voornamelijk gericht is op het individu, door bijvoorbeeld voorlichting en dieetadvies, geen zoden aan de dijk zet als we de samenleving gezonder willen maken. De alom aanwezige ongezonde voedselomgeving waar mensen dagelijks mee geconfronteerd worden stimuleert namelijk het maken van ongezonde keuzes. Maatregelen die gericht zijn op de hele bevolking en de voedselomgeving leiden daarom tot de meeste gezondheidswinst.43 Zo heeft bijvoorbeeld de suikertaks zoals die is ingevoerd in het Verenigd Koninkrijk geleid tot een duidelijke suikerreductie, zo concludeert het RIVM.44 Wetenschappers wijzen ook op de mogelijkheden tot het opheffen van btw op gezonde voeding zoals groente en fruit, en het verminderen van reclame voor ongezonde producten.45

Voortgangsbrief Nationaal Preventieakkoord

Hoewel het de grondwettelijke taak is van de overheid om de volksgezondheid te beschermen, doet het kabinet niets met de oproepen van wetenschappers om hard in te grijpen in de abnormale voedselomgeving. In plaats daarvan legt het kabinet bedrijven die miljarden verdienen aan ongezonde voeding geen strobreed in de weg en heeft het deze kabinetsperiode zelfs de btw op groente en fruit verhoogd. Door deze coalitie en dan met name de VVD worden structurele maatregelen om bedrijven te dwingen iets aan hun voedingsaanbod te doen van de hand gewezen. Het bedrijfsleven wint, de samenleving betaalt de prijs. De stijgende zorgkosten die gepaard gaan met «leefstijlgerelateerde» aandoeningen lopen in de miljarden. De belastingbetaler ziet dat terug in de alsmaar stijgende zorgpremie.

Daar bovenop blijkt dit kabinet keer op keer te zwichten voor de lobby van de voedingsindustrie. De voedingsindustrie wil niet zwaarder belast worden noch hun marketingstrategieën richten op gezonde voeding. Toch liet de Staatssecretaris toe dat zij mocht meepraten over het toekomstige preventiebeleid. Alsof je een dief vraagt zijn mening te geven over de hoogte van zijn straf. Erkent de Staatssecretaris dat het onverstandig is deelbelangen die regelrecht ingaan tegen het algemene belang van een gezonde samenleving letterlijk aan tafel te laten zitten en mee te laten beslissen over preventiebeleid?

Het resultaat – het preventieakkoord – wordt gekenmerkt door de totale afwezigheid van afdwingbare maatregelen vanuit de overheid richting bedrijven om hun producten en marketingstrategieën aan te passen. Effectieve wettelijke en fiscale maatregelen zoals een verbod op reclame voor ongezonde voeding en een suikertaks zijn uitgebleven. In plaats daarvan wordt ingezet op vrijwillig te behalen doelstellingen door de sector, op basis van hun eigen cijfers, zonder sanctieregime. Erkent de Staatssecretaris dat het proces gesaboteerd is door de voedingsindustrie, zoals blijkt uit de vrijgegeven interne stukken naar aanleiding van een Wob-procedure door Follow the Money?46

De leden van de PvdD-fractie zijn dan ook teleurgesteld, maar niet verbaasd, dat de Staatssecretaris in de voortgangsbrief schrijft dat «we de ambities met de afgesproken maatregelen waarschijnlijk niet gaan halen». De Staatssecretaris schrijft dat hij zich daarom blijft inzetten voor «aanvullende maatregelen». Genoemde leden constateren dat zijn eigen preventieakkoord, ironisch genoeg, de Staatssecretaris daarbij nu in de weg staat. Twee belangrijke partijen namens de voedingsindustrie, de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), hebben duidelijk gemaakt zich te zullen terugtrekken uit het akkoord indien de Staatssecretaris toch met wettelijke of fiscale maatregelen komt. Deze leden vinden de gang van zaken uiterst pijnlijk. Het toont aan hoe tandeloos een overheid is die haar beleid laat kapen door polderakkoorden. Erkent de Staatssecretaris dat dit gedrag van de industrie een vorm van chantage is? In dat licht, hoe schat de Staatssecretaris de kans in dat aanvullende maatregelen die tot stand komen met medewerking van de voedingsindustrie dit keer wel ambitieus en effectief zullen zijn? Kortom, kan de Staatssecretaris uitleggen waarom hij kiest voor de slappe en niet verifieerbare maatregelen van de voedingsindustrie terwijl er een internationaal bewezen effectieve maatregel beschikbaar is, namelijk de suikertaks? Is de Staatssecretaris bereid om naast het verdere onderzoek naar de effecten van kortingsacties in de supermarkt ook echt concrete stappen te zetten om deze maatregel in te voeren? Kortom, is de Staatssecretaris bereid om de voedsellobby haar plek aan tafel te ontzeggen en zelf met echt beleid te komen om de volksgezondheid te beschermen?

De leden van de PvdD-fractie willen graag specifiek aandacht vragen voor overgewicht en obesitas bij kinderen. Zij krijgen per jaar 51 kilo aan suiker binnen, dat is zeven kilo meer dan een volwassene.47 Anno 2018 heeft 13% van de jeugd overgewicht.48 Driekwart van de producten voor kinderen in supermarkten is ongezond, zo blijkt uit recent onderzoek van Unicef. Deze leden zijn met name geschrokken van het feit dat 70% van de producten in het babyschap ongezond is. Is de Staatssecretaris bereid om bij supermarkten aan te geven dat dit onacceptabel is, en ervoor te zorgen dat in het babyschap enkel gezonde producten liggen?

Bovendien blijken bedrijven en supermarkten niet terug te deinzen voor reclame voor deze producten specifiek gericht op kinderen. Volgens Unicef wordt bij een kwart van de producten kindermarketing gebruikt, bijvoorbeeld door een animatiefiguur of tekst met woorden als «baby» of «kids» op de verpakking te zetten.49 De Staatssecretaris schrijft in de voortgangsbrief dat de afspraak in het preventieakkoord is dat het gebruik van kinderidolen op verpakkingen van ongezonde producten onacceptabel is. «Eind deze maand loopt de uitfaseringsperiode af en vanaf 1 juli staan er als het goed is geen kinderidolen meer op verpakkingen van ongezonde producten. Dit laat ik uiteraard monitoren» (p.10). Kan de Staatssecretaris aangeven of zijn monitoring inderdaad laat zien dat er per 1 juli geen kinderidolen meer op verpakkingen staan? Wat is de sanctie wanneer er toch een idool op een verpakking staat? Erkent de Staatssecretaris dat om kinderen echt te beschermen geen enkele vorm van kindermarketing zou moeten worden toegestaan op ongezonde producten? Wat vindt de Staatssecretaris ervan dat bij 25% van de door Unicef onderzochte producten sprake is van kindermarketing?

Ook willen de leden van de PvdD-fractie aandacht vragen voor het schrijnende gebrek aan aandacht voor de ongezonde leefomgeving in het preventiebeleid van deze Staatssecretaris. Natuur is waardevol in zichzelf maar speelt ook een niet te onderschatten rol bij de gezondheid van mensen. Het kabinet negeert die feiten; het werkt niet alleen aan een desastreuze afbraak van natuurgebieden, maar ook het groen in en om de stad komt door het kabinetsbeleid onder druk te staan. Die ontwikkeling is fnuikend voor de volksgezondheid. Keer op keer wijst onderzoek uit dat een groene leefomgeving – zonder ziekteverwekkende bioindustrie en gevaarlijk landbouwgif – cruciaal is en dat mensen veel gezonder zijn als zij in het dagelijks leven in contact komen met (stads)natuur. Vooral voor opgroeiende kinderen is dat van groot belang. Het is allang bekend dat een groene leefomgeving zorgt voor 15 procent minder overgewicht50, en toch ontbreken concrete afspraken op dit gebied in het preventieakkoord. Erkent de Staatssecretaris dat het gebrek aan concrete afspraken op het gebied van de (groene) leefomgeving in het preventieakkoord een grote omissie is? Is de Staatssecretaris bereid hier zo snel mogelijk wel concrete stappen op te zetten?

Vragen en opmerkingen van de 50PLUS-fractie

In maart 2020 heeft de Staatssecretaris de stuurgroep ondervoeding de opdracht gegeven om de komende drie jaar samen met betrokken organisaties het gebruik van expertise en bestaande instrumenten die ondervoeding tegengaan te bevorderen. Wat is de huidige stand van zaken? Er zou gemonitord worden aan het begin van de periode. Is dat al gebeurd?

De leden van de 50PLUS-fractie zijn erg geschrokken van de uitspraken in de media van een lid van het Outbreak Management Team (OMT) dat er thuiswonende ouderen waren tijdens de eerste coronagolf die zijn overleden aan ondervoeding. Krijgt de Staatssecretaris deze signalen ook? Welke stappen gaat hij samen met de Minister van VWS nemen om dat te voorkomen tijdens de eventuele tweede golf?

In het algemeen overleg over leefstijlpreventie van 12 december 2019 beloofde de Staatssecretaris dat hij in gesprek ging met de Minister van VWS en met de zorgverzekeraars over hoe de wijkverpleging meer ruimte kan krijgen voor preventie op bijvoorbeeld het vlak van overgewicht en valpreventie.51 Kan de Staatssecretaris aangeven of deze gesprekken al hebben plaatsgevonden en wat de resultaten zijn?

Naar aanleiding van het onderzoek van het RIVM naar een suikertaks concludeert de Staatssecretaris dat het invoeren van een vorm van belasting op suikerhoudende dranken als aanvullend effect op de huidige inzet van de Nederlandse frisdranksector zou kunnen resulteren in verminderde suikerinname via frisdranken. Wat gaat de Staatssecretaris met deze conclusie doen?

De leden van de 50PLUS-fractie zijn nog steeds van mening dat er nog te weinig aandacht is voor bewegen, vooral voor ouderen. Initiatieven zijn te gefragmenteerd en het ligt er maar net aan de gemeente of er voldoende aandacht wordt besteed aan bewegen. Ziet de Staatssecretaris mogelijkheden om iets aan dit gefragmenteerde aanbod te doen?

Het is goed om te lezen dat de Staatssecretaris aan de slag gaat met de aangenomen motie van het lid Sazias die vraagt om een klinische behandeling voor rokers te vergoeden vanuit de zorgverzekering.52 Is het experiment, dat samen wordt gedaan met zorgverzekeraars en het Wilhelminaziekenhuis in Assen, inmiddels al van start gegaan? Hoelang gaat het experiment duren? En hoe gaat de behandeling er precies uitzien? Hoeveel mensen kunnen de komende tijd gebruik gaan maken van deze behandeling?

In januari was in de media te lezen dat het Wilhelminaziekenhuis, toen nog op eigen kosten, een kliniek ging openen om rokers met een zware verslaving klinisch te behandelen. Wat zijn de ervaringen van dat ziekenhuis tot nu toe?

Tot slot. Tabaksfabrikanten stoppen allerlei giftige stoffen in sigaretten om deze nog verslavender te maken. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom de toevoeging van deze giftige stoffen niet verboden kan worden? Volgens berichten in de media vlak voor de presentatie van het preventieakkoord komen er maatregelen ten aanzien van het terugbrengen van het aantal rokers. Klopt dat?

II. REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VWS EN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG


X Noot
1

Kamerstuk 35 321, nr. 11

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3828

X Noot
4

Kamerstuk 32 793, nr. 391

X Noot
7

Kamerstuk 32 793, nr. 492

X Noot
8

Tackling obesity: empowering adults and children to live healthier lives – 27 juli 2020 (https://www.gov.uk/government/publications/tackling-obesity-government-strategy/tackling-obesity-empowering-adults-and-children-to-live-healthier-lives)

X Noot
9

Kamerstuk 25 424, nr. 547

X Noot
10

De Gezonde Kantine – Voedingscentrum – Gezond geld verdienen https://kantine.voedingscentrum.nl/nl/inspiratie-/gezond-geld-verdienen.aspx

X Noot
11

Resultaten evaluatie van Schoolfruit- en groenteprogramma 2019–2020 – Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (https://www.euschoolfruit.nl/nl/schoolfruit/show/Resultaten-evaluatie-EU-Schoolfruit-2019-2020.htm)

X Noot
12

Kamerstuk 32 793, nr. 486

X Noot
13

Kamerstuk 32 793, nr. 417

X Noot
14

Unicef september 2020 «De verleiding naar (on)gezond» (https://www.unicef.nl/files/UNI_Onderzoeksrapport_Deverleidingnaarongezond.pdf)

X Noot
15

Kamerstuk 32 793, nr. 492

X Noot
16

Kamerstuk 32 793, nr. 492, bijlage

X Noot
17

FTM, 9 juli 2020 – De mysterieuze verdwijning van de suikertaks uit het preventieakkoord – (https://www.ftm.nl/artikelen/suikertaks-verdwijnt-uit-preventieakkoord)

X Noot
18

Kamerstuk 32 793, nr. 486

X Noot
19

Kamerstuk 32 793, nr. 474

X Noot
28

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1563

X Noot
32

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1841

X Noot
33

Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3888

X Noot
35

Position Paper: Voedselconsumptie vanuit gedragsperspectief. Dr. Maartje Poelman, Dr. Carlijn Kamphuis en Prof. Frank van Lenthe, Universiteit Utrecht (https://gof.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/186/2018/04/Voedsel_-Duurzame-en-gezonde-keuzes-voor-consumptie.pdf)

X Noot
43

Position Paper: Voedselconsumptie vanuit gedragsperspectief. Dr. Maartje Poelman, Dr. Carlijn Kamphuis en Prof. Frank van Lenthe, Universiteit Utrecht (https://gof.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/186/2018/04/Voedsel_-Duurzame-en-gezonde-keuzes-voor-consumptie.pdf)

X Noot
44

Kamerstuk 32 793, nr. 492, brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 3 september 2020: «Rapport RIVM onderzoek suikertaks»

X Noot
45

Position Paper: Voedselconsumptie vanuit gedragsperspectief. Dr. Maartje Poelman, Dr. Carlijn Kamphuis en Prof. Frank van Lenthe, Universiteit Utrecht (https://gof.sites.uu.nl/wp-content/uploads/sites/186/2018/04/Voedsel_-Duurzame-en-gezonde-keuzes-voor-consumptie.pdf)

X Noot
51

Kamerstuk 32 793, nr. 474

X Noot
52

Kamerstuk 32 793, nr. 416

Naar boven