2020D26061 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de regering over het wetsvoorstel inzake de Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Vierde incidentele suppletoire begroting inzake intensivering aanpak tekorten in het onderwijs en de lerarenopleidingen) (Kamerstuk 35 499).

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Verouden

Nr.

Vraag

   

1

Wat kost het om het salaris primair onderwijs gelijk te trekken naar het salaris conform cao voortgezet onderwijs?

2

Hoeveel geld is er nu nodig om de loonkloof, tussen het primair en het voortgezet onderwijs te dichten, uitgaande van heden geldende cao’s?

3

Hoeveel geld is er nodig om alle leraren in het voortgezet speciaal onderwijs over te hevelen naar de cao van het regulier voortgezet onderwijs?

4

Hoe zien de meest actuele prognoses eruit van de omvang van het lerarentekort in het primair onderwijs, uitgesplitst in daadwerkelijke en verborgen vacatures?

5

Hoeveel extra leraren zijn er nodig om het lerarentekort in het primair onderwijs op te lossen?

6

Hoeveel studenten hebben de pabo afgerond gedurende de regeerperiode van Rutte III? Hoeveel van hen zijn sindsdien en nog steeds werkzaam in het onderwijs?

7

Hoeveel leraren hebben het primair onderwijs verlaten tijdens de regeerperiode Rutte III?

8

Welke voorwaarden zijn verbonden aan de besteding van het bedrag van 28,5 miljoen euro door de G5 (G4 en Almere)?

9

Op welke wijze kunnen scholen in aanmerking komen voor een beroep op dit bedrag, gaat dat door middel van een subsidieaanvraag?

10

Betreft het middelen die slechts in 2020 aangevraagd kunnen worden en moeten deze middelen ook in 2020 worden besteed of mag de besteding ook gebeuren in 2021?

11

Wanneer kunnen aanvragende scholen beschikken over de middelen en in hoeverre is het voor de scholen mogelijk om het totale bedrag te besteden in 2020 aangezien de helft van het kalenderjaar inmiddels al voorbij is?

12

Hoe groot is het lerarentekort, uitgesplitst in daadwerkelijke en verborgen vacatures, ten tijde van het besluit om onderliggende extra middelen vrij te maken ter bestrijding van het lerarentekort in de grote steden?

13

Hoe groot is het kwalitatieve lerarentekort in termen van on(der)bevoegde docenten die op de scholen voor primair en voortgezet onderwijs voor de klas staan, ten tijde van het besluit om onderliggende extra middelen vrij te maken ter bestrijding van het lerarentekort in de grote steden?

14

Waarvoor wordt de 28,5 miljoen euro specifiek ingezet?

15

Op welke momenten wordt er precies geld vrijgemaakt voor de noodplannen van de G5?

16

Kunt u per stad uit de G5 aangeven waarvoor de 116 miljoen euro voor de noodplannen exact gebruikt gaat worden?

17

In hoeverre is deze 28,5 miljoen euro onderdeel van de 116 miljoen euro voor de noodplannen in de G5?

18

Wat is de reden dat negen miljoen euro kan worden vrijgemaakt door interne verschuivingen in subsidies in artikel 1 en 9? Gaat het hierbij om onderbesteding, een kasschuif of iets anders?

19

Wat is de herkomst van het bedrag van 17,7 miljoen euro en wat is de reden dat dit vrijgespeeld kan worden?

20

Zijn de middelen voor de zij-instroom ook bestemd voor de zij-instroom van schoolleiders of alleen voor leraren?

21

Met wie worden de genoemde convenanten afgesloten; met de gemeente of met de afzonderlijke schoolbesturen in de G5?

22

Wat is de looptijd van de convenanten?

23

Hoe wordt toegezien op een goede besteding van de middelen, waar zij voor worden ingezet en welk effect de inzet van de middelen hebben op het terugdringen van het lerarentekort in de G5?

24

Op welke wijze(n) kunnen scholen de extra gelden ter bestrijding van het lerarentekort het meest effectief inzetten?

25

Het financieel instrument Subsidies wordt in 2020 verlaagd met vijf miljoen euro, uit welke subsidies bestaat die vijf miljoen euro? Op welke subsidies wordt er gekort?

26

Waar wordt minder of geen subsidie meer aan verstrekt als gevolg van de verschuivingen en verlaging bij Subsidies?

27

Wat wordt verstaan onder flexibilisering en maatwerk bij de lerarenopleidingen waarvoor een bedrag van drie miljoen euro wordt uitgetrokken? Aan welke flexibilisering en welk maatwerk moet dan worden gedacht en waarom kan dit niet worden doorgevoerd zonder extra flexibele middelen?

Naar boven