2020D23696 Lijst van vragen

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de tijdelijke commissie Digitale toekomst over het Eindrapport van de Tijdelijke commissie Digitale toekomst «Update vereist – Naar meer parlementaire grip op digitalisering» (Kamerstuk 35 229, nr. 9).

De voorzitter van de commissie, Ziengs

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Nr.

Vraag

1

Welke rol ziet de tijdelijke commissie Digitale toekomst (TCDT) voor de fractieondersteuning in de Tweede Kamer?

2

Welke lessen kunnen worden getrokken uit de politieke bemoeienis met de (gevolgen van de) industriële revolutie in de achttiende en negentiende eeuw?

3

Is bij het schrijven van de eerste alinea onder het kopje «Fysieke domein» gebruik gemaakt van automatische spellingcorrectie?

4

Wat wordt bedoeld met het begrip «vormbepalend»?

5

Wat is het verschil tussen commercieel en politiek gebruik van persuasieve technologieën?

6

Zijn er voorbeelden van internetconsultaties van de overheid die zijn beïnvloed door nepcommentaren?

7

Kan een nadere toelichting worden gegeven op de stelling «Kennis, wetten en beleid worden privaat»?

8

Is bij het schrijven van de laatste alinea op bladzijde 21 gebruik gemaakt van automatische spellingcorrectie?

9

Welke instrumenten heeft de Kamer om geïnformeerd te worden over de Europese agenda als het gaat om digitalisering en om daarop te sturen?

10

Is er, los van de brieven van 8 oktober 2019 (Kamerstuk 26 643, nrs. 640, 641 en 642) en de Initiatiefnota Menselijke grip op algoritmen, zicht op dat de behandeling van digitaliseringsonderwerpen in de Kamer heen en weer gaat tussen Kamercommissies? Zijn er andere voorbeelden van dan de hier genoemde?

11

Wat vermeldden verkiezingsprogramma's van politieke partijen in de periode 1998–2002 over digitalisering?

12

Verantwoordelijk voor de digitale overheid is toch de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties?

13

Wat wordt precies bedoeld met de toelichting, dat een amendement «ervoor zorgt dat de voorstellen voor overheidsinformatie ook materialiseren in wetgeving»? Wat is precies de strekking van het bedoelde amendement?

14

Is de motie-Middendorp (Kamerstuk 35 300 VII, nr. 43) uitgevoerd en is dat gemakkelijk te vinden?

15

In welke parlementen is Digitalisering op dezelfde wijze (niet) ingebed als in Nederland, en bestaat er tevredenheid over de wijze waarop over Digitalisering gesproken wordt?

16

Zijn vragen over de reikwijdte van het gebruik en de fundamentele vraag over de wenselijkheid van de technologie in het maatschappelijke debat over Automatic NumberPlate Recognition (ANPR) aan de orde geweest?

17

Welke rol spelen maatschappelijke belanghebbenden of belangstellenden als relevante kansen, risico's en waarden van een digitaliseringsvraagstuk niet of te laat worden onderkend?

18

Kunnen de problemen in Duitsland rondom de inbedding van de Vaste Commissie voor de Digitale Agenda, waar meerdere ministeries aan verbonden zijn, zich ook in Nederland voordoen, gelet op het ontbreken van een verantwoordelijk Ministerie voor Digitalisering?

19

Welke conclusies trekt de TCDT uit de constatering dat de Tweede Kamer beperkt gebruik maakt van haar eigen geheugen voor eerder gemaakte afwegingen en gevoerde debatten bij vergelijkbare vraagstukken? Op welke wijze kan de digitale toegankelijkheid en gebruikersvriendelijkheid van het geheugen van de Kamer worden verbeterd?

20

Wat maakt het thema digitalisering anders dan bijvoorbeeld discriminatie en privacy, ook doorlopende onderwerpen die commissie-overschrijdend zijn? Kortom, ontstaat er geen commissie-inflatie wanneer allerhande thema's een eigen commissie krijgen?

21

Wat is een voorbeeld van een digitaliseringsvraagstuk waarin het Rijk doelen stelt en de samenleving de ruimte krijgt hoe die doelen te bereiken?

22

Hoe moet de nieuw in te stellen Vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken andere Kamercommissies gaan ondersteunen?

23

Welke verschillen zijn er tussen de nieuw in te stellen vaste Kamercommissie voor Digitale Zaken en andere vaste Kamercommissies als het gaat om de werkzaamheden?

24

Hoe beziet de TCDT de eventuele oprichting van een Ministerie voor Digitalisering / Digitale Zaken?

25

Hoe moet aanbeveling 4 «Draag zorg voor een sluitend wettelijk kader en toezicht» worden uitgelegd? Geldt deze aanbeveling mutatis mutandis in feite niet voor alle vaste Kamercommissies?

26

Is de vraag of de bestaande wet- en regelgeving voldoet en de vraag om die, indien nodig aan te passen of uit te breiden, niet bij uitstek een vraag die aan de regering gesteld moet worden?

27

Wat moet worden verstaan onder de «stelselverantwoordelijkheid» van de Tweede Kamer?

Naar boven