2020D23466

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van EU-milieuministers van 23 juni 2020 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 802), het verslag van de Milieuraad van 5 maart 2020 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 800), het fiche: Mededeling – nieuw actieplan circulaire economie (Kamerstuk 22 112, nr. 2865) en het EU-voorstel: Actieplan circulaire economie COM (2020) 98.

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Inleiding

2

VVD-fractie

2

CDA-fractie

3

D66-fractie

5

GroenLinks-fractie

8

SP-fractie

10

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de Milieuraad d.d. 23 juni 2020, en hebben daarover nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de achterliggende stukken voor het schriftelijk overleg Milieuraad d.d. 23 juni 2020. Wel hebben deze leden nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven horende bij het schriftelijk overleg Milieuraad d.d.11 juni 2020. Deze leden willen de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) een aantal vragen stellen.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agenda voor de EU-Milieuraad van 23 juni a.s. Voor deze leden is een groen herstel van de economie na COVID-19 essentieel. Zij vinden het daarom goed dat veel lidstaten de Green Deal centraal wilden stellen bij het opstellen van het herstelplan voor de Europese economie. Bovendien denken zij dat de plannen op de agenda een belangrijke stap in de goede richting zijn: de Europese Klimaatwet, het Actieplan Circulaire economie en de EU-biodiversiteitsstrategie. Deze leden hebben hier nog wel enkele vragen over.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van voorliggende agenda. Zij stellen hierbij de volgende vragen.

VVD-fractie

Geannoteerde agenda – Klimaatwet

De leden van de VVD-fractie zijn net als het kabinet van mening dat de besluitvorming over aanvullende reductiedoelen voor de periode tussen 2030 en 2050 via de gewone wetgevingsprocedure moet blijven verlopen en niet via een gedelegeerde handeling kan plaatsvinden. Uit de krachtenveldanalyse blijkt niet meer dan dat een aantal lidstaten de gedelegeerde handeling ook afwijst. Welke stappen onderneemt het kabinet concreet om te verhinderen dat de gedelegeerde handeling uiteindelijk in de Europese Klimaatwet beland?

Geannoteerde agenda – Circulaire economie

De leden van de VVD-fractie ondersteunen de Nederlandse en Europese ambitie van de transitie naar een circulaire economie. Daarbij zijn deze leden van mening dat de haalbaarheid altijd voorop moet staan en dat de kosten in verhouding moeten staan en binnen de perken dienen te blijven.

De leden van de VVD-fractie constateren dat het Actieplan Circulaire economie overwegend positief is ontvangen. Deze leden vragen zich af wat dit precies betekent: hoeveel en welke lidstaten reageren niet positief op het voorstel, en wat zijn de redenen van deze lidstaten hiervoor?

De leden van de VVD-fractie lezen tot slot over het voorstel voor een nieuw «recht op reparatie». Uit de reactie van de Staatssecretaris maken deze leden op dat het nog niet duidelijk is wat dit precies inhoudt. Deze leden vragen de Staatssecretaris dan ook om verduidelijking: wat wordt hier precies geambieerd?

Geannoteerde agenda – Biodiversiteit

De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris de hoofdlijnen van de Biodiversiteitsstrategie kan delen. Op basis waarvan verwacht zij Europees brede steun voor de hoofdlijnen? Daarnaast lezen deze leden dat tijdens de aanstaande Raad een eerste gedachtewisseling gepland staat over de recent gepubliceerde Biodiversiteitsstrategie. Onderdeel hiervan is het opnemen van de eis om ten minste 30% van het land- en zeeoppervlak in Europa te beschermen. Ten aanzien van dergelijke doelstellingen wijzen deze leden er in dit geval op dat er op dit moment wordt gesproken over een Noordzeeakkoord, nationale bossenstrategieën en investeringen in de natuur. Deelt de Staatssecretaris de opvatting dat een dergelijke, generieke 30%-eis niet passend en niet haalbaar is in de Nederlandse context en dat het daarmee onwenselijk is dat dergelijke eisen deze nationale beleidsvormingsprocessen doorkruisen? Deelt de Staatssecretaris eveneens de opvatting dat in een land met een beperkte oppervlakte, zoals Nederland, de kwaliteit van natuurgebieden leidend moet zijn en niet een arbitrair percentage?

De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris de door de Europese Commissie (EC) gewenste routekaart te delen met betrekking tot de Biodiversiteitsstrategie. Wanneer wordt hier per lidstaat over gesproken en wanneer wordt hier tussen de EC en het Europees parlement over gesproken? Kortom, wat is het verzoek van de EC met betrekking tot de politieke besluitvorming over beide strategieën?

De leden van de VVD-fractie lezen dat de Kamer in juni 2020 de kabinetsappreciatie krijgt van de EC-strategie. Deze leden vragen waarom de Staatssecretaris eerst deelneemt en reageert op bepaalde gedachtewisselingen in Europees verband alvorens zij een kabinetsappreciatie van de strategieën deelt met de Kamer. Waarom is gekozen voor deze route? Kan de Staatssecretaris ervoor zorgen dat in de appreciaties ook wordt toegelicht hoe de andere EU-lidstaten staan tegenover de Biodiversiteitsstrategie?

CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie missen een onderwerp bij het verslag van de vorige Milieuraad. Zij zien graag dat het onderwerp PFAS-problematiek wordt besproken bij de volgende Milieuraad. De PFAS-problematiek wordt voor een grote mate veroorzaakt, doordat stoffen Nederland bereiken vanuit het buitenland via de rivieren. Deze leden zien graag uitvoering van de motie-Ziengs/Von Martels (Kamerstuk 28 089, nr. 162) die de regering oproept zich in te zetten voor een Europese aanpak van de PFAS-problematiek en zich daarbij in te zetten voor bronmaatregelen. Graag horen deze leden hoe de Staatssecretaris hier uitvoering aan geeft, wat wellicht al bereikt is en welke uitdagingen er op Europees vlak nog zijn rondom PFAS.

Actieplan circulaire economie

De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of het nieuwe EU-actieplan Circulaire economie voldoende en adequaat zal bijdragen aan het behalen van de eigen nationale doelstellingen op het gebied van de circulaire economie: namelijk 100% circulair in 2050 en een halvering van het gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metaal) in 2030, mede in het licht van de effecten van corona op de economie.

De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast of de Staatssecretaris kan aangeven welke maatregelen en instrumenten uit het EU-herstelpakket van 27 mei jl. specifiek gericht zijn op het versnellen van de transitie naar een circulaire economie. Kan zij een appreciatie hiervan geven?

De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat zij vindt van het ontbreken van een reductiedoelstelling voor het gebruik van primaire grondstoffen in het EU-actieplan Circulaire economie. Gaat Nederland zich inzetten voor het alsnog opnemen van een dergelijke doelstelling? Het Actieplan legt een sterke link met de EU-industriestrategie van 4 maart 2020. Hoe ziet de Staatssecretaris de samenhang met de EU-strategie voor kritische materialen die later dit jaar zal verschijnen mede in het licht van de effecten van corona op de economie?

De leden van de CDA-fractie constateren dat de EC een onderzoek naar de ontwikkeling van de criteria voor «einde-afvalfase» en «bijproducten» aankondigt, terwijl Nederland al jaren inzet op een verduidelijking van de definitie van afval in de Kaderrichtlijn afvalstoffen. Deze leden vragen of Nederland daarmee uit de pas loopt. Of dreigt dat te gaan gebeuren? Hoe schat de Staatssecretaris de kans in dat dit in deze Commissieperiode lukt? Bij de invoering van de EU-richtlijnen zal draagvlak nodig zijn. Hoe denkt de Staatssecretaris dat draagvlak te verkrijgen? Zijn daarbij de kostenverhogende effecten van het EU-beleid op het gebied van de circulaire economie in beeld?

EU-herstelpakket en Green Deal-elementen

De leden van de CDA-fractie constateren dat renovatie van gebouwen een belangrijke beleidsprioriteit binnen het herstelpakket is en dat de EC ook in het kader van de Green Deal al aankondigde meer te willen investeren in duurzame renovatie. Investeringen zullen in eerste instantie gericht worden op publieke gebouwen en sociale woningbouw. Hiervoor worden ook de regels voor staatssteun aangepast om overheden in staat te stellen met gebruik van publieke middelen renovaties te ondersteunen. Deze leden vinden het verduurzamen van sociale woningbouw van groot belang en blijven zich daarvoor inzetten. Zij vragen de Staatssecretaris om een appreciatie te geven van deze prioriteit binnen het herstelpakket. Welke nieuwe mogelijkheden levert dit voor Nederland op voor verduurzaming binnen de sociale woningbouw en op welke wijze zal de Staatssecretaris daarop inzetten? In hoeverre en op welke wijze is zij van plan om gebruik te maken van de versoepeling van de regels voor staatssteun om meer publieke investeringen mogelijk te maken?

De leden van de CDA-fractie merken op dat de EC middels InvestEU private investeringen wil stimuleren, onder andere op het gebied van waterstof. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe hier vanuit Nederland aansluiting bij wordt gezocht en welke kansen zij ziet voor stimulering van investeringen in waterstof in Nederland vanuit InvestEU.

De leden van de CDA-fractie lezen in de kabinetsappreciatie van het Europese herstelpakket dat het kabinet het van belang acht dat investeringen ten goede komen aan het klimaat en bijdragen aan de doelen van de Green Deal. Zij vragen de Staatssecretaris om te schetsen voor welke prioriteiten uit onder andere de Green Deal de 750 miljoen euro volgens het kabinet ingezet zou moeten worden. Ook vragen deze leden welke punten uit het uitgelekte Nederlandse paper nog ontbreken in het voorgestelde Europese herstelpakket en welke daarvan door de Staatssecretaris tijdens de informele video-Milieuraad onder de aandacht zullen worden gebracht.

D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda en de Nederlandse inbreng voor de informele videoconferentie EU-milieuministers van 23 juni 2020. Deze leden ontvangen graag op korte termijn na de videoconferentie een verslag.

De leden van de D66-fractie onderschrijven het belang voor een groen herstel van de economie. Waar de Staatssecretaris in haar brief met de geannoteerde agenda voor het overleg van de EU-milieuministers van 23 juni 2020 spreekt over het waarde hechten aan het belang dat de transitie naar een digitale en duurzame samenleving wordt gestimuleerd in deze fase van herstel, benadrukken deze leden dat dit niet alleen van belang is maar zelfs cruciaal voor een toekomstbestendig Europa. Deelt de Staatssecretaris deze opvatting? Deze leden zijn een groot voorstander van het opstellen van een aangescherpt broeikasgasreductiedoel voor 2030 in de verordening. De voornoemde leden vragen daarom de Staatssecretaris om ook bij een nadelige effectbeoordeling in september kritisch te kijken of het 2030-broeikasgasreductiedoel toch kan worden aangescherpt en de Kamer te informeren over de mogelijkheden.

De leden van de D66-fractie verwelkomen het EU-actieplan Circulaire economie. Met slecht 12% van de materialen die worden hergebruikt en gerecycled is er nog een lange weg te gaan. Vele goede maatregelen zijn aangekondigd, maar de vraag rijst of deze maatregelen voldoende zijn. Daarom vragen deze leden de Staatssecretaris hoe deze maatregelen zich verhouden tot onze nationale doelstellingen op het gebied van circulaire economie. Geeft dit EU-actieplan voldoende aanknopingspunten voor Nederland om onze circulaire doelen te halen? En geeft dit EU-actieplan voldoende concrete aanknopingspunten voor Nederland om onze circulaire doelen te halen?

De leden van de D66-fractie valt het op dat in het EU-actieplan wordt gefocust op zes sectoren. Deze leden vragen de Staatssecretaris of deze sectoren overeenkomen met de sectoren waar de Staatssecretaris in Nederland de meeste kansen ziet voor circulaire economie.

De leden van de D66-fractie zijn van mening dat op het gebied van reductiedoelstellingen, primaire grondstoffen en circulaire ambities voor de energie-intensieve industrie concrete doelstellingen en voorstellen ontbreken in het EU-actieplan Circulaire economie. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar dit Actieplan en waar ziet zij aanscherpingen die nodig zijn voor het aanjagen van een goed functionerende interne markt voor secondaire grondstoffen? Is de Staatssecretaris voornemens aan te dringen op het aanscherpen van het Actieplan op deze twee punten?

De leden van de D66-fractie benadrukken het belang van sectoroverschrijdende initiatieven om daarmee de circulaire economie te versnellen in het EU-actieplan Circulaire economie. In het EU-actieplan zijn verschillende initiatieven genoemd om dit te stimuleren. Kan de Staatssecretaris toelichten hoe deze initiatieven in Nederland zullen worden gestimuleerd?

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat om de financiering van de circulaire economie te versnellen, de EC onder andere doelen gerelateerd aan circulaire economie zal meenemen in de opkomende herziening van de richtsnoeren voor staatssteun op het gebied van milieu en energie en in de komende herziening van de richtlijn inzake de bekendmaking van niet-financiële informatie. Deze leden vragen de Staatssecretaris welke samenwerkingen op het gebied van circulaire economie nu stranden, omdat staatssteunregels in de weg zitten.

De leden van de D66-fractie verwelkomen het dat de EC het monitoringskader voor de circulaire economie zal actualiseren. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe te lichten hoe dit aansluit bij het Nederlandse monitoringskader. Zal dit geactualiseerd worden naar aanleiding van deze Europese actualisatie?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat de EC de methoden zal ontwikkelen om stoffen te beperken die problemen veroorzaken in gerecyclede materialen en met de industrie te werken aan geharmoniseerde systemen voor het traceren en beheren van informatie over stoffen. Hoe kijkt de Staatssecretaris naar een «track and trace»-systeem voor stoffen in EU-verband?

De leden van de D66-fractie zijn het eens met het kabinet om het voorstel van de EC om te komen tot een beleidskader voor zowel biobased als biologisch afbreekbare en composteerbare kunststoffen te steunen. Verwacht de Staatssecretaris dat verschillen in compostering in verschillende landen een obstakel zijn om te komen tot een beleidskader?

De leden van de D66-fractie ondersteunen het belang dat het nationale instrumentarium voor de milieuprestatie van gebouwen en grond-, weg- en waterbouw (GWW) kan blijven functioneren. In hoeverre kan Europese standaardisering en normering helpen bij het vergroten van de schaal en het dus betaalbaarder maken van nieuwe, duurzame bouwconcepten?

De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat de verordening voor overbrenging van afvalstoffen (EVOA) zorgvuldig verloopt. Deze leden vragen de Staatssecretaris of deze verordening streng genoeg is en of er genoeg wordt gecontroleerd. Hoe voorkomen we dat bepaalde landen, ook binnen Europa, gebruikt worden als afvalputje?

De leden van de D66-fractie begrijpen dat de Staatssecretaris aangeeft moeite te hebben met de harmonisatie van de verschillende systemen van gescheiden afvalinzameling. Zij begrijpen dat heel verschillende omstandigheden leiden tot de noodzaak voor verschillende systemen om optimaal afval in te kunnen zamelen. Is het mogelijk om een informatiesysteem te ontwikkelen dat maatwerk per situatie toestaat en tegelijkertijd het zo efficiënt mogelijk verwerken van afval ondersteunt? Welke voordelen ziet de Staatssecretaris in het hebben van meer uniforme afvalstromen in verschillende landen voor recycling? Hoe kunnen gelijkluidende definities voor huishoudelijke afvalstromen bijdragen aan betere recycling?

De leden van de D66-fractie zijn het eens met de Staatssecretaris dat nieuwe standaarden en methoden zoveel mogelijk moeten aansluiten bij internationale standaarden, zoals integrated reporting en het Global Reporting Initiative. Hoe ziet de Staatssecretaris de aansluiting bij de Monitor Brede Welvaart?

De leden van de D66-fractie maken zich zorgen over de effecten van de lage olieprijs op de vraag naar gerecycled plastic. Deze leden verwelkomen het idee van de Staatssecretaris om tijdens de informele videoconferentie van EU-milieuministers van 23 juni 2020 op te roepen om op korte termijn een voorstel te presenteren voor het verplichten van een gehalte recyclaat in plastic. Deze leden maken zich zorgen dat de lange aanloop voor dit type wetgeving de acute problemen op de korte termijn niet oplost en dat daarmee recyclingfaciliteiten verdwijnen. De voornoemde leden vragen daarom wat er nog meer gedaan kan worden om de effecten van de lage olieprijs op gerecycled plastic op te lossen, vooral op de korte termijn.

Deze leden vragen de Staatssecretaris welke maatregelen in het EU-herstelpakket van 27 mei jl. zullen bijdragen aan het op korte termijn versnellen van een transitie naar een circulaire economie.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het verslag van de Milieuraad die op 5 maart 2020 bijeenkwam. Deze leden zijn verheugd dat Nederland samen met Oostenrijk heeft aangedrongen om de -advieswaarden van de World Health Organization (WHO) voor luchtverontreiniging op EU-niveau na te streven. Uit de brief van de Staatssecretaris begrijpen deze leden dat er een compromisvoorstel nodig was om alle lidstaten in te laten stemmen. Deze leden vragen de Staatssecretaris om dit compromisvoorstel en de redenen voor de noodzaak tot een compromis nader toe te lichten.

De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat tijdens de Milieuraad op 5 maart 2020 over het Emissions Trading Scheme (EU-ETS) voor de luchtvaart en de uitfasering van gratis emissierechten voor de luchtvaart is gesproken. Kan de Staatssecretaris aangeven welk tijdpad Nederland hierbij beoogt? Kan zij bovendien aangeven of de Nederlandse inzet met betrekking tot de verhouding tussen EU-ETS en het Carbon Offsetting and Reduction Scheme for International Aviation (CORSIA) is beïnvloed door de recente beslissing van de EU-Council om het CORSIA-basisjaar te veranderen van 2019 en 2020 naar alleen 2019?

De leden van de D66-fractie verwelkomen de beslissing van de EC om nauwlettend toe te zien op en ondersteuning te verlenen aan de uitvoering van de voorschriften van de Drinkwaterrichtlijn met het oog op de beschikbaarstelling van drinkwater in openbare ruimten, waardoor zowel de afhankelijkheid van flessenwater als de hoeveelheid verpakkingsafval wordt verminderd. Deze leden vragen de Staatssecretaris toe te lichten of dit ook in Nederland kan worden gedaan. En zo nee, waarom niet?

De leden van de D66-fractie hebben met interesse gelezen hoe de EC van plan is om te gaan met de duurzaamheidsprestaties van bouwproducten in het kader van de herziening van de bouwproductenverordening. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe dit zich verhoudt tot de Milieuprestatie gebouwen (MPG) in Nederland. Hoe verhouden de digitale logboeken zich tot ons materialenpaspoort en dossier in het kader van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen?

De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris toe te lichten wat wordt bedoeld met de oprichting van een waarnemingspost voor belangrijke secundaire materialen. Ook vragen deze leden toe te lichten wat wordt bedoeld met een «veilige operationele ruimte» voor het gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

GroenLinks-fractie

Europese Klimaatwet

De leden van de GroenLinks-fractie zijn overwegend positief over de toewijding van het kabinet aan de Europese Klimaatwet, maar maken zich met name zorgen over de reductiedoelstelling voor 2030. Deze leden zien graag een reductiedoelstelling van 65% in 2030 en vragen de Staatssecretaris om met andere lidstaten een coalitie te vormen die voor een aanscherping naar 65% zal pleiten. Zoals al eerder belicht in het schriftelijk overleg voor de Energieraad, hebben deze leden geconstateerd dat er van verscheidene lidstaten nog geen steun is om de reductiedoelstelling voor 2030 te verhogen van 50% naar 55%. Deze leden willen daarom weten wat de inzet van het kabinet is om de reductiedoelstelling in ieder geval vast te stellen op 55%. Deze leden zien een kans om steun voor een Europees herstelfonds dat is gebaseerd op subsidies, als middel te gebruiken om steun voor deze verhoogde reductiedoelstelling van lidstaten te verkrijgen. Zij vragen ditmaal de Staatssecretaris naar haar oordeel over deze aanpak.

EU-actieplan Circulaire economie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het EU-actieplan Circulaire economie (CEAP). Zij zijn onder de indruk van de ambities en intenties van het Actieplan en vragen de Staatssecretaris of zij denkt dat het Actieplan voldoende zal bijdragen aan het behalen van de Nederlandse doelstellingen op het gebied van circulariteit. Deze leden hebben nog enkele vragen over het ontbreken van doelstellingen, de beprijzing van (primair) grondstofgebruik en enkele andere specifieke maatregelen.

Deze leden missen in de CEAP concrete doelstellingen en indicatoren voor de reductie van (primair) grondstofverbruik. Waar het in klimaatbeleid al heel normaal is om reductiedoelstellingen te stellen, ontbreekt dat nog op het gebied van grondstoffengebruik. Doelstellingen op het gebied van grondstoffenconsumptie en materiële voetafdruk kunnen een goede maatstaf bieden om de koers te bepalen en beleid te toetsen. Deze leden vragen de Staatssecretaris naar haar zienswijze op dit gebied. Zij vragen ook of het kabinet bereid is om hierin een koploperspositie in te nemen en het belang van concrete doelstellingen te agenderen in de Milieuraad.

Deze leden missen in het actieplan concrete voorstellen rondom beprijzing, maar vinden het goed dat lidstaten worden aangemoedigd om economische instrumenten, zoals milieubelastingen en btw-tarieven, te gebruiken om circulaire activiteiten te promoten. Deze leden vragen de Staatssecretaris hoe zij dit wil invullen. Spanje heeft bijvoorbeeld onlangs een belasting op niet-gerecycled plastic verpakkingen aangekondigd. Denkt de Staatssecretaris ook aan dergelijke maatregelen? Deze leden zijn dan ook voorstander van de suggestie voor een Europese plastictaks als inkomstenbron voor het economische herstelplan van de EC. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij dit voorstel zal steunen en of zij zich ervoor zal inzetten dat een Europese plastictaks er zo snel mogelijk komt. Bovendien vragen deze leden de Staatssecretaris om zich hard te maken voor een Europese belasting op ál het nieuwe (niet-gerecyclede) plastic en niet alleen op niet-gerecycled plastic verpakkingen.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij dat de EC werk gaat maken van de eisen rondom productontwerp, hoewel deze eisen nog wel concreet moeten worden uitgewerkt. Deze leden vinden het goed dat de EC aandacht vraagt voor het vergroten van het aandeel gerecycled materiaal in producten. Deze leden vinden het goed dat de Staatssecretaris positief staat tegenover dit voorstel en vragen op welke manier zij zich ervoor zal inzetten dat dit spoedig zal gebeuren. Deze leden vinden het bovendien belangrijk dat er bij de eisen rondom productontwerp voldoende aandacht is voor levensduur en repareerbaarheid en dat daar harde Europese minimumeisen per productcategorie voor komen. Deze leden vragen de Staatssecretaris daarom of zij zich in de Milieuraad zal inzetten voor zulke minimumeisen. Zij vragen ook of het kabinet nu al concrete ideeën inbrengt over hoe zulke eisen moeten worden vormgegeven. Zo heeft Spanje al bindende doelen voor reparatie vastgelegd in zijn wetgeving: 3% van de afgedankte grote huishoudelijke apparaten en 4% van de IT- en telecommunicatieapparatuur moet daar sinds 2018 worden gerepareerd. Deze leden vragen of de Staatssecretaris ook voornemens is om dergelijke doelstellingen voor bepaalde afvalstromen vast te leggen.

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het interessant dat de EC gaat onderzoeken of een EU-brede terugnameregeling voor het terugnemen of -kopen van oude mobiele telefoons, tablets en opladers tot de mogelijkheden behoort om de inzameling van afgedankte elektronische apparatuur te verbeteren. Zij vragen de Staatssecretaris of zij tijdens de Milieuraad extra aandacht zal vragen voor een dergelijk (statiegeld)systeem. De EC overweegt om de complexiteit van verpakkingsmaterialen te verminderen met inbegrip van het aantal gebruikte materialen en polymeren. Deze leden vinden het zeer belangrijk om hergebruik van materialen te vereenvoudigen en te stimuleren, al helemaal gezien de huidige plasticrecyclingcrisis. Zij vragen de Staatssecretaris naar haar oordeel over deze maatregel en zij vragen of de Staatssecretaris zich hiervoor zal inzetten.

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het goed dat er in het Actieplan aandacht is voor «safe by design». Met betrekking tot circulair productontwerp vinden deze leden het ook belangrijk dat er aandacht blijft voor het veilig gebruik van gevaarlijke stoffen gedurende de gehele levenscyclus. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) beveelt aan om daarvoor op Europees niveau nog aanvullende risicobeoordelingen uit te voeren naar de traceerbaarheid, degradeerbaarheid en verwijderbaarheid. Deze leden vragen de Staatssecretaris of zij hier aandacht voor zal vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie valt het op dat er in de CEAP relatief weinig expliciete aandacht is voor het concept uitgebreide productenverantwoordelijkheid (UPV). Het actieplan noemt enkel voor textiel UPV als mogelijke maatregel./Deze leden vinden dat een goed idee. Bovendien zijn deze leden blij om te lezen dat het kabinet naar aanleiding van de motie van het lid Kröger (Kamerstuk 32 852, nr. 67) een nationaal verbod op de vernietiging van onverkochte goederen verkent en dit ook op Europees niveau wenselijk acht. Deze leden denken echter dat veel van de maatregelen het beste te realiseren zijn via UPV. Andere EU-lidstaten, zoals Frankrijk, zijn bezig met het invoeren van UPV voor een breed scala aan producten. Deze leden vragen of de Staatssecretaris bereid is om deze ontwikkelingen te volgen om ook in Nederland de uitbreiding van UPV voor bepaalde producten te overwegen.

De leden van de GroenLinks-fractie vinden het goed dat de EC een «internationale overeenkomst inzake het beheer van natuurlijke hulpbronnen» overweegt. Zij denken dat er internationaal meer moet worden samengewerkt om de schaarse primaire grondstoffen beter te beschermen en de winning ervan op een ethisch verantwoorde wijze te laten plaatsvinden. Deze leden vragen de Staatssecretaris om haar oordeel over een dergelijke overeenkomst en zij vragen of zij zich hiervoor zal inzetten in de aankomende Milieuraad.

Biodiversiteitsstrategie

De leden van de GroenLinks-fractie zijn tot slot positief over de ambities van de Biodiversiteitsstrategie van de EC. Zo zijn deze leden bijvoorbeeld blij met de duidelijke doelen die zijn geformuleerd om het pesticide- en kunstmestgebruik terug te dringen en met de ambitie dat 25% van de productie in de EU biologisch zal worden. Ondanks dat er nog geen kabinetsappreciatie is van de strategie, horen deze leden graag of de Staatssecretaris van plan is om de doelen uit de Biodiversiteitsstrategie te steunen en wat de concrete inzet zal zijn ten aanzien van dit voorstel.

SP-fractie

Groen herstel

De leden van de SP-fractie delen de mening dat het klimaatbeleid en de doelstellingen niet naar de achtergrond mogen verdwijnen als gevolg van de coronacrisis. Zij vragen echter hoe de Minister deze insteek binnen Europa rijmt met het voornemen voorlopig geen CO2-heffing voor bedrijven in te voeren. Deze leden wensen hiervoor een goede verklaring te krijgen. Hoe is aangetoond dat deze heffing niet ingevoerd zou kunnen worden? Waarom laat de Minister hiermee de grootste uitstoters opnieuw ongemoeid? Hoe gaat de Minister zijn insteek in het Europese debat met dit gebrek aan nationale aanpak combineren?

De leden van de SP-fractie vragen hoe de wens voor een groen herstel tot uiting komt in eisen die aan bedrijven worden gesteld die steun ontvangen. Zij wijzen erop dat het aan harde verduurzamingseisen ontbreekt. Hoe wordt voorkomen dat dit inzetten op groen herstel geen wassen neus wordt? Welke concrete en harde eisen zijn en worden gesteld? Deze leden benadrukken dat dit het moment is te komen tot echt effectief en rechtvaardig klimaatbeleid en vragen hoe de Minister dat gaat realiseren.

De leden van de SP-fractie vragen verder hoeveel groene banen er in Nederland worden gecreëerd als gevolg van de gestelde klimaat- en energiedoelstellingen. En hoeveel zijn dat er in Nederland als gevolg van investeringen in de circulaire economie? Om welke banen gaat het en op welke termijn worden deze gerealiseerd?

De leden van de SP-fractie constateren dat de zogenaamde renovatiegolf uit de Green Deal een verdubbeling betekent van de te renoveren woningen van 1% naar 2%. Deze leden wijzen op de gebrekkige ambitie die hieruit spreekt. Er wordt vooral gestimuleerd dat mensen zich in de schulden steken om zelf hun huis te verduurzamen. Waar is de regie en verantwoordelijkheid hierbij van de overheid? Hoe vertaalt dit zich naar nationaal beleid? Ook vragen deze leden hoeveel woningen dit concreet zullen gaan zijn en welk aandeel dat is van het aantal te verduurzamen woningen als onderdeel van het Klimaatakkoord. Welk aandeel van de gasvrij te maken woningen zijn inmiddels gerealiseerd en hoe verhoudt zich dit tot de doelstellingen? Deze leden wijzen erop dat grootscheepse renovatie van huurwoningen een grote stap in klimaatbeleid is en benadrukken nogmaals dat hier veel meer op ingezet zou moeten worden door het kabinet. Zij vragen hierop een toelichting.

Klimaatwet

De leden van de SP-fractie staan kritisch tegenover het huidige voorstel van een Europese Klimaatwet, waarbij te veel bevoegdheden inzake nationaal klimaatbeleid naar de EC dreigen te verdwijnen. Deze leden vragen hoe de kritische houding van het kabinet, zoals verwoord in het fiche, zich verhoudt tot de positieve beoordeling op zowel proportionaliteit als subsidiariteit. Deze leden vragen een verdere toelichting op deze beoordeling en de inzet in Europees verband. Hoe gaan deze bewindspersonen ervoor zorgen dat klimaatbeleid via de gewone wetgevingsprocedure blijft verlopen en niet via een gedelegeerde handeling kan plaatsvinden? Tekent zich een meerderheid voor of tegen dit voorstel af? De Nederlandse inzet is erop gericht de doelstelling te verhogen, maar Nederland haalt zelf de oorspronkelijke doelen keer op keer niet. Deze leden vragen hierop een reactie en duidelijkheid over hoe deze (oude en verhoogde) doelen wel kunnen worden gehaald.

Actieplan circulaire economie

De leden van de SP-fractie wijzen erop dat er pas sprake zal zijn van echt duurzaam produceren, wanneer dit bij wet- en in regelgeving wordt vastgelegd. Deze leden vragen hoe de inzet op toch vooral een verzameling losse en vrijblijvende maatregelen de benodigde transitie in gang zal zetten. Zij vragen hier een verdere toelichting op. Welke harde doelen worden vastgelegd en op welke wijze wordt hier meetbaar naar toegewerkt?

De leden van de SP-fractie wijzen op uitspraken van de Staatssecretaris waaruit blijkt dat zij niet wil zorgen voor een verplicht gehalte gerecycled plastic voor hier geproduceerd plastic materiaal. Deze leden hebben hierop ook schriftelijke Kamervragen (2020Z10448) gesteld. Zij wijzen op de verantwoordelijkheid die de Staatssecretaris heeft om een zo goed mogelijk milieubeleid in Nederland te realiseren. Deze leden willen hier graag een toelichting op en zien de beantwoording van de door hen gestelde vragen met belangstelling tegemoet.

EU-Biodiversiteitsstrategie

De leden van de SP-fractie onderschrijven dat de stand van de biodiversiteit dermate slecht is dat ingrijpende actie nodig is. Deze leden wijzen erop dat een verbetering op dit vlak alleen succesvol kan worden ingezet als ook werk wordt gemaakt van het terugdringen van de grootste milieubelasters. Ten aanzien van biodiversiteit is dit voornamelijk in de landbouwsector. De doelstellingen die gepaard gaan met de Nederlandse inzet kunnen vooralsnog rekenen op steun van deze leden. Zij benadrukken dat eventuele maatregelen wat hen betreft een dwingend en bindend karakter dienen te krijgen en dat per direct moet worden gestart met het versterken en uitbreiden van kwetsbare natuur. De ambities om een forse uitbreidingsslag te boeken als het gaat om het aantal bomen en hagen en landschapselementen, ter verbetering van de biodiversiteit, liggen in het verlengde van de ambities die deze leden hebben geformuleerd in de initiatiefnota voor het Nationaal Bomenplan (Kamerstuk 35309), die deze leden samen met de leden van de GroenLinks-fractie hebben ingediend. Naast het terugdringen van de afzet van dierlijke mest en het verkleinen van de veestapel dient volgens deze leden tevens met urgentie een reductie plaats te vinden van het gebruik van landbouwgif.

II Reactie van de bewindspersoon

Naar boven