2020D21599 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen.

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Haveman-Schüssel

Nr

Vraag

   

1

Wanneer verwacht de regering de begrotingswijziging voor de resterende bronmaatregelen uit het stikstofpakket voor 2020 in te dienen?

2

Kunt u garanderen dat de extra middelen uit de incidentele suppletoire begrotingen die voor 2020 gepland staan ook daadwerkelijk dit jaar worden uitgegeven?

3

Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat de middelen ook daadwerkelijk in 2020 worden uitgegeven?

4

Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat de extra middelen bijdragen aan de realisatie van uw visie op de toekomst van de landbouw?

5

Waarom zijn er mutaties in het kader van de structurele aanpak stikstof meegenomen in de 3e incidentele suppletoire begroting en niet in de suppletoire begroting samenhangende met de Voorjaarsnota?

6

Wat is de reden dat nog niet alle middelen voor het stikstofpakket zijn toegevoegd aan de begroting van LNV (maar op de aanvullende post algemeen staan), terwijl de plannen voor de besteding in 2020 wel al bekend zijn?

7

Wanneer kan de Kamer de overige bronmaatregelen uit het stikstofpakket voor 2020 als begrotingswijziging verwachten?

8

Op welk wijze kan de Kamer zich in het kader van haar budgetrecht uitspreken over de hoogte van de nu opgenomen meerjarige bedragen van het maatregelenpakket stikstofproblematiek?

9

Op welke manier garandeert u dat de bronmaatregelen eerst genomen worden en effect hebben, alvorens de stikstofwinst ingeboekt wordt en uitgegeven voor nieuwe Wet natuurbescherming-vergunningen, teneinde niet dezelfde fouten te maken als onder het Programma Aanpak Stikstof?

10

Is het correct dat er voor 2020 € 10 miljoen is toegevoegd aan de Subsidiemodules Brongerichte verduurzaming en managementafspraken (Sbv) vanuit de Urgenda-maatregelen?

11

Op welke manier wordt bijgehouden hoe en welk deel van deze subsidiemodules bijdraagt aan het verminderen van de ammoniakuitstoot, en welk deel aan het verminderen van broeikasgassen?

12

Wat betekent de kasschuif voor de Sbv voor het moment waarop de maatregelen effect zullen hebben?

13

Wanneer verwacht u de effecten van deze subsidiemodules?

14

Kunt u aangeven in welk tempo de totale middelen (€ 172 miljoen) voor de Sbv in de periode 2020 tot 2030 zullen worden besteed?

15

Hoe worden de Urgenda-middelen voor de glastuinbouw besteed?

16

Waarom is gekozen om de diverse maatregelen die de afgelopen periode zijn genomen voor het verduurzamen van de veehouderij alleen als totalen te weergeven in de begroting, in plaats van afzonderlijke maatregelen met losse bedragen?

17

Kunt u toelichten in hoeverre de middelen voor de verbetermaatregelen van slachthuizen meerjarig beschikbaar zijn?

18

Kunt u ingaan op de laatste stand van zaken in slachthuizen wat betreft het vrijwillig meewerken aan permanent cameratoezicht waar 13 slachthuizen die dit nog niet hadden tot 1 april de tijd voor hadden? Welke acties zijn er na 1 april genomen?

19

Kunt u ingaan op de gesprekken die u in april heeft gehad met de sector over criteria voor de beoordeling van de maximale bandsnelheid in slachthuizen? Wat is daar uit gekomen?

20

Kunt u toelichten waar de € 7,203 miljoen voor Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) Verbetermaatregelen slachthuizen precies voor bestemd zijn?

21

Welke maatregelen worden genomen en hoeveel is voor elke maatregel beschikbaar?

22

Hoe verhouden de € 7,203 miljoen voor NVWA Verbetermaatregelen slachthuizen (p. 4) zich tot de € 3,2 miljoen die zijn uitgetrokken voor de 2Solve-problematiek (p. 17)? Welke andere verbetermaatregelen ter omvang van € 4 miljoen worden nog genomen?

23

Welke concrete verbeteringen vinden er plaats met de extra middelen voor de NVWA ten behoeve van het toezicht in slachthuizen en de 2Solve-problematiek?

24

Om welke 15 kansrijke gebieden gaat het?

25

Kunt u een overzicht geven van de pilots en onderzoeken veenweide die vanuit de middelen uit het Klimaatakkoord zullen worden bekostigd? Wanneer en op welke wijze worden deze middelen toegewezen?

26

Waarom is gekozen voor deze 15 gebieden?

27

Wat houdt het Interbestuurlijk programma «Naar een vitaal platteland» precies in en op welke manier wordt de € 40 miljoen besteed?

28

Kunt u toelichten hoe de Urgenda-middelen voor Glastuinbouw (€ 2,5 miljoen) zich verhouden tot de bedragen voor Glastuinbouw in de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid», waar gesproken wordt over € 1,9 miljoen subsidies en –€ 5,5 miljoen aan opdrachten?

29

Op basis waarvan is besloten het met € 26,2 miljoen verhoogde budget voor kennisontwikkeling en innovatie aan de onderzoeken uit te geven waaraan het budget is uitgegeven?

30

Wat hoopt u bijvoorbeeld voor nieuwe informatie te halen uit het voedselonderzoek van Wageningen Research waar € 9,9 miljoen voor is overgeheveld?

31

Wat wordt er bedoeld met de ontvangst van gelden ten behoeve van het sociaaleconomisch plan voor de pelsdiersector?

32

Denkt u dat de beschikbaar gestelde middelen voor het Natuurbeleidsplan voor Caribisch Nederland toereikend zijn om de natuur in het gebied te herstellen? Bent u bereid, indien nodig, meer financiële middelen vrij te maken om het plan te realiseren?

33

Bent u van mening dat de beschikbaar gestelde middelen genoeg zijn om een afvalwaterzuiveringssysteem en riolering aan te leggen in Caribisch Nederland? Zo ja, hoe wilt u dit precies realiseren met deze middelen en op welke termijn?

34

Waarom maakt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 0,9 miljoen extra vrij voor extra toezicht op speeltoestellen?

35

Verandert dit iets aan de mate van controle? Zo ja, wat? Zo nee, waarom niet?

36

Welke invloed heeft de constatering van het COVID-19 virus bij dieren op de begroting van het Diergezondheidfonds?

Naar boven