2020D20981 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Algemene Rekenkamer van 20 mei 2020 inzake de Staat van de rijksverantwoording 2019 (Kamerstuk 35 470, nr. 3) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

Nr

Vraag

   

1

Kan nader ingegaan worden op de conclusies van de RSV-enquête?

2

Op welke manier was er in de jaren »90 onvoldoende geleerd van de lessen volgend uit de reddingsoperaties richting RSV?

3

Op welke manier schoot de informatievoorziening richting de Kamer tekort tijdens reddingsoperaties aan banken in de financiële crisis van 2008–2012?

4

Op welke manier is de verantwoording geregeld van instanties die beleid uitvoeren richting de beleidsverantwoordelijke bewindspersoon?

5

Waarom verwijst de Rekenkamer inzake haar oordeel over het handelen van de Minister van Financiën met betrekking tot de aankoop van aandelen Air France-KLM naar de rol van de Eerste Kamer waar de Commissie-De Wit dat eerder niet deed?

6

Is de Rekenkamer van mening dat artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet enkel gebruikt kan worden voor reeds ingediende suppletoire begrotingen en waarom wel/niet?

7

Welke inzichten heeft de Rekenkamer precies wel en niet ontvangen over de effecten van overheidsbestedingen om het lerarentekort in het primair onderwijs terug te dringen?

8

Kan een overzicht gegeven worden van het percentage rechtmatige verplichtingen door de jaren heen, het liefst sinds de jaren »80?

9

Hoe stelt de Rekenkamer zich, gegeven de hier gemaakte opmerkingen, de Staat van de rijksverantwoording 2020 voor? Is het überhaupt denkbaar dat 99% rechtmatigheid wordt gehaald? Zo nee, hoe krijgt de Tweede Kamer dan vat op de cijfers?

10

Vindt de Rekenkamer het wenselijk om beleid en uitvoering dichter bijeen te brengen? Welke risico’s ziet zij als de uitvoerder daarmee effectief ook gaat over zijn eigen taken en bevoegdheden?

11

Wat zijn de juridische gevolgen van schade als gevolg van onvolkomenheden in de informatiebeveiliging? Is de Staat daarvoor aansprakelijk en schadeplichtig? Is het strafrecht hierop van toepassing?

Naar boven