Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2020D18691 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2020D18691 |
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de Routekaart Groen Gas (32 813, nr. 487).
De ondervoorzitter van de commissie, Azarkan
De adjunct-griffier van de commissie, Kruithof
Nr |
Vraag |
1 |
Hoe verhoudt de inzet van groen gas zich tot de inzet van waterstof? Uit voorliggende stukken blijkt dat ze in dezelfde sectoren nodig zullen zijn, kan kort worden aangegeven waar dat complementair is aan elkaar, waar ze naast elkaar ingezet zullen worden en waar het één de voorkeur heeft boven de ander? |
2 |
Kan worden toegelicht in hoeverre er banen worden geschept door de inzet op waterstof en groen gas? Om hoeveel fulltime-equivalent (fte’s) gaat het? |
3 |
Kan worden toegelicht in hoeverre de luchtkwaliteit zal verbeteren als gevolg van de inzet van waterstof en groen gas? Pakt dit ook de hardnekkige luchtvervuilingskernen aan? |
4 |
Wat zijn tot nu toe de belemmeringen geweest waardoor de productie van CO2-vrij groen gas beperkt is gebleven? |
5 |
Hoeveel banen gaan er verloren in de fossiele brandstoffensector wanneer overgegaan wordt op waterstof en groen gas? |
6 |
Kan worden aangegeven op welke wijze voor deze werknemers omscholing en/of een nieuwe baan wordt geregeld? Voor hoeveel «fossiele banen» is dit al in gang gezet? Kan worden aangegeven hoe dit specifiek in Groningen is geregeld? |
7 |
Kunt u aangeven per stroom hoeveel natte biomassa, zoals gft-afval, agrarische reststromen, reststromen uit voedsel-en genotsmiddelenindustrie, dierlijke mest en zuiveringsslib en hoeveel droge biomassa, zoals houtafval (B-hout), refuse-derived fuel (RDF) en plastics er momenteel is en hoeveel gas deze zouden kunnen opwekken? |
8 |
U geeft aan dat het accommoderen van 105 petajoule (PJ) groen gas circa nog netinvesteringen zal vergen, wanneer zullen deze af zijn en hoeveel PJ groen gas kan het huidige netwerk aan? |
9 |
Zullen er concrete jaarlijkse doelstellingen en acties opgesteld worden om doelen met betrekking tot groen gas te halen in 2030? |
10 |
Kunt u aangeven welke in richting u verwacht dat de beschikbaarheid van veel biomassastromen zich zal ontwikkelen? |
11 |
Hoe zorgt u ervoor dat de regelingen die groen gas stimuleren kunnen inspelen op innovaties en maatschappelijke ontwikkelingen en aangepast kunnen worden aan nieuwe vormen van verwerking, een veranderende cascadering en nieuwe biomassastromen? |
12 |
Hoe ziet u de ontwikkeling en de rol van superkritische vergassing en hoe bent u van plan superkritische vergassing te stimuleren? |
13 |
Hoe bent u van plan vroege fase technologieën in de innovatie- en opschalingfase optimaal te stimuleren? |
14 |
Hoe stelt u zich voor dat zich voor dat innovatieregelingen zoals de Hernieuwbare Energieregeling (HER) en Demonstratieregeling Energie-innovatie (DEI+) toegankelijker worden voor ondernemers zodat ze succesvoller op groen gas kunnen worden toegepast? Hoe wordt de noodzakelijke synchronisatie tussen deze regelingen en de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE)++ vormgegeven, zodat er een snellere doorloop is van innovaties naar marktintroductie? |
15 |
Bent u bereid de doorlooptijd van vergunningaanvragen voor vergistingsinstallaties te bekorten, al dan niet door gebruik te maken van de Rijkscoördinatieregeling? |
16 |
Waarom wordt de inzet van groen gas omschreven als «sluitstuk waar andere alternatieven niet haalbaar zijn»? Hoe beoordeelt u in dit verband het gegeven dat Nederland een van de beste aardgasnetten ter wereld heeft, wat zich juist zou leunen voor een grootschaliger gebruik van (bijgemengd) groen gas zodat gebruikers geen aanpassingen hoeven te doen in hun huizen of fabrieken? |
17 |
Vindt u dat het ondanks het feit dat opties zoals bioraffinage en de productie en toepassing van nieuwe biomassastromen zoals zeewieren naar verwachting pas op langere termijn tot resultaat leiden, het noodzakelijk om er nu mee te beginnen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze bent u van plan dergelijke opties te ondersteunen? |
18 |
Vindt u dat het noodzakelijk is om met name de HER en DEI+ toegankelijker te maken voor ondernemers om deze daarmee succesvoller op groen gas toe te kunnen passen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zult u dit vormgeven? Ziet u daarbij tevens een noodzaak om de bovengenoemde instrumenten beter te synchroniseren met de SDE++ om snellere doorloop van innovaties naar marktintroductie mogelijk te maken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze zult u dit vormgeven? |
19 |
Op welke wijze zult u de in ontwikkeling zijnde Routekaart Biogrondstoffen betrekken bij de uitvoering van de Routekaart Groen Gas? |
20 |
Waarom is biopropaan niet opgenomen in de SDE++-regeling? |
21 |
Deelt u de mening van biogasindustriepartijen dat het beter definiëren van het begrip biogas in de Gaswet noodzakelijk is om het transporteren en distribueren van biogassen via het gasnetwerk mogelijk te maken? |
22 |
Onderzoekt u of de energiebelasting op groen gas structureel laag kan blijven en niet parallel mee zal stijgen met de energiebelasting op aardgas? |
23 |
Onderzoekt u een verplichte bijmenging van groen gas in de gebouwde omgeving en industrie? |
24 |
Is het mogelijk om de vergunningprocedures voor vergisters te verkorten? |
25 |
Hoe lang zijn de vergunningstrajecten voor vergisters gemiddeld? |
26 |
Wordt bij de implementatie van de Renewable Energy Directive (RED)2 in de Nederlandse wetgeving, zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de ambities uit de Routekaart Groen Gas? |
27 |
Op welke wijze worden de duurzaamheidsafspraken uit het duurzaamheidskader biomassa geïntegreerd in de Routekaart Groen Gas? |
28 |
Overweegt u een oplopende bijmengverplichting van groen gas in de industrie? Zo nee, waarom niet? |
29 |
Klopt het dat bij de zogenaamde CO2-vrije gassen alleen naar de CO2-uitstoot van het productieproces wordt gekeken? In hoeverre wordt de gehele keten betrokken bij de vaststelling of een groen gas daadwerkelijk CO2-vrij is? |
30 |
Hoe kan op echt duurzame wijze in de grote hoeveelheid groen gas worden voorzien die nodig zal zijn voor 30–50% van het energieverbruik? Kunnen deze hoeveelheden wel op echt CO2-vrije wijze tot stand komen, wanneer gekeken wordt naar de gehele keten van productie? En niet zoals bij biomassa het geval is, gebaseerd op een papieren werkelijkheid waarbij in de praktijk wel degelijk veel CO2 wordt uitgestoten? |
31 |
Kan worden toegelicht hoe afvang en hergebruik van CO2 na de verbranding van groen gas leidt tot negatieve emissies in andere sectoren? |
32 |
Hoe kan biomassa duurzaam worden ingezet wanneer het om zulke grote hoeveelheden gaat? |
33 |
Hoe verhoudt de uitspraak dat biomassa zo beperkt en hoogwaardig mogelijk ingezet moet worden zich tot het feit dat er woonwijken mee worden verwarmd, waarvoor ook echt duurzame alternatieven voorhanden zijn? |
34 |
Overweegt u om specifieke productielocaties aan te wijzen? Zo ja, welke benadering overweegt u hierbij? |
35 |
Is het de inzet om meer dan de huidige 3% van mest te vergisten? Hoe verhoudt deze inzet zich tot de wens van het kabinet te komen tot een duurzame kringloop landbouw, waarbij de hoeveelheid mest fors zou moeten afnemen? |
36 |
Wat wordt bedoeld met «onevenredige afhankelijkheden»? Wat verstaat u daaronder, op welk punt acht u het risico op lock-in dan te groot? Kunt u dit ook aangeven ten aanzien van de inzet van biomassa anders dan mest? |
37 |
Hoe neemt u de systeemkosten van verschillende routes voor groen gas mee bij de stimulering van groen gasproductie? Worden kosten zoals voor de aanpassing van infrastructuur hierin momenteel voldoende meegenomen? |
38 |
Wanneer is het duurzaamheidskader biomassa beschikbaar? Waarom laat deze zo lang op zich wachten? |
39 |
Wordt met de geschetste routekaart groen gas de beoogde ambitie van 70 PJ gehaald? Zo nee, welke plannen heeft u om de beoogde ambitie alsnog te halen? |
40 |
Kan worden weergegeven waaruit de natte en droge biomassa voor vergisting en vergassing die moeten optellen tot 70 PJ bestaan? Hoeveel van elke grondstof is nodig? Hoeveel is dit nu? |
41 |
Welke mogelijkheden ziet u voor het omzetten van vergisters die elektriciteit produceren naar een productie van groen gas? In hoeverre is dit mogelijk, welke obstakels zijn er hierbij en wat zijn de voor- en nadelen? |
42 |
Kan een inschatting worden weergegeven hoeveel middelen er via de SDE-regeling richting de verschillende categorieën verdeeld gaan worden de komende jaren? |
43 |
Welke mogelijkheden zijn er om de effectiviteit van de SDE++ voor groen gas te verbeteren? |
44 |
Welke vormen van groen gas worden nu te kostbaar geacht? Om welke technieken gaat het dan? |
45 |
Wat is de invloed van vergisting- en vergassingsinstallaties op de luchtkwaliteit? Kan hier een uitgebreide toelichting op worden gegeven? |
46 |
Op welke wijze zult u ruimte geven aan lokale initiatieven in de verdere uitwerking van de Routekaart Groen Gas en hoe bent u van plan lokale groen gas initiatieven te ondersteunen? |
47 |
Hoe denkt u over het aanwijzen van specifieke productielocaties voor groen gas? Zou dat wat u betreft een goede optie zijn? Waarom wel of waarom niet? Denkt u dat een dergelijke benadering, vergelijkbaar met de benadering voor wind op zee, zou bijdragen aan kostenreductie en professionalisering? Zo nee, waarom niet? |
48 |
Welke voorbeelden van fraude en overlast zijn er? Kan hier verder op in worden gegaan? |
49 |
Hoe kan er gezorgd worden voor een betere benutting van biomassa voor vergisting, bijvoorbeeld binnen het beleid op het gebied van gft-afval en berm- en slootmaaisel? |
50 |
Is de veronderstelling juist dat het alloceren van groen gas productie aan gemeenten bij kan dragen aan (een versnelling van) het creëren van planologische ruimte voor en de ontwikkeling van groen gas productie-installaties? |
51 |
Op welke wijze gaat de inzet van groen gas voor de gebouwde omgeving worden beperkt? Kan meer toelichting worden gegeven op de rol van de overheid hierin? |
52 |
Hoe wordt gestimuleerd dat gemeenten niet massaal inzetten op het gebruik van groen gas, waar er meer voor de hand liggende en meer duurzame opties denkbaar zijn en dus buiten energiebesparing om? |
53 |
Hoe kijkt u aan tegen de allocatie van groen gas? Wat zijn bij de allocatie van groen gas in ons energiesysteem de uitgangspunten? Zou de allocatie van groen gas wat u betreft zoveel mogelijk regionaal moeten gebeuren of dient de verdeling plaats te vinden op basis van waar in het energiesysteem groen gas het meeste nodig is? Wat zijn de voor- en nadelen van deze verschillende allocatiemethoden? |
54 |
In de huidige situatie is het subsidietechnisch interessant om van groen gas biobrandstof te maken of om te zetten in elektriciteit, maar tegelijkertijd is groen gas nodig voor gebouwde omgeving. Op welke wijze zult u om gaan met die prikkels en er voor zorgen dat groen gas ook in de gebouwde omgeving benut kan worden? Welke mogelijkheden zijn er om hier later op bij te sturen in de SDE en andere regelingen? |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2020D18691.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.