Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties
de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat over Ontwerp-Structuurvisie A4 Burgerveen-N14 (Kamerstuk 35 380, nr. 1).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Schuurkamp
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Ontwerp-Structuurvisie
A4 Burgerveen – N14 en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben de stukken gelezen en hebben hier nog enkele
vragen en opmerkingen over.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie vragen wanneer de werkzaamheden beginnen en afgerond zijn.
Deze leden zijn benieuwd of er voldoende animo is om de klus uit te voeren en of het
binnen budgetten past.
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie constateren met de Minister dat de verkeersafwikkeling
op de A4 niet optimaal is. Er is sprake van een verhoogd ongevalsrisico en mede daardoor
regelmatig sprake van opstoppingen en files. De aanpak van dit probleem is wel grotendeels
dezelfde als voor elk ander snelwegknelpunt: meer asfalt voor meer wegcapaciteit.
En dat zal op termijn leiden tot meer verkeer en dus nieuwe knelpunten elders met
wederom een nieuwe vraag naar meer asfalt. Het is dus de standaardoplossing die standaard
het probleem versterkt. Deze leden hadden graag gezien dat de alternatieven vollediger
in beeld zouden zijn gebracht en uitgewerkt.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn zich ervan bewust dat de A4 een belangrijke
verkeersader is en zal blijven en dat de huidige situatie met het oude viaduct niet
optimaal is. De verkeersveiligheid rechtvaardigt daarom naar de mening van deze leden
de aanleg van een nieuw, moderner viaduct op dezelfde plaats.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn kritisch op de plannen om de wegcapaciteit
fors te vergroten. Wat deze leden betreft is het noodzakelijk om de verdere groei
van het wegverkeer te bestrijden, niet om deze te faciliteren. De klimaat- en stikstofcrisis
zou moeten leiden tot een verschuiving van budgetten, aandacht en capaciteit naar
het openbaar vervoer. De verkeersvraag, onder andere op de A4, kan verder worden gestuurd
door veel van de belendende maatregelen waar nu ook naar is gekeken, versterkt door
een effectieve kilometerheffing. Waarom is niet onderzocht wat het effect van deze
combinatie is? Is het niet zo dat de invoering van een gerichte spits- en kilometerheffing,
met versterking van het openbaar vervoer en verbeterde fietsinfrastructuur, sneller
en voor veel minder geld tot betere duurzamere resultaten leidt?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn benieuwd naar de bredere effecten van het
vergroten van de wegcapaciteit op dit traject. Er is in een beperkt plangebied gekeken
naar de verkeerseffecten. Maar aangezien deze snelweg veel voor langeafstandsverkeer
wordt gebruikt, zoals de structuurvisies ook duidelijk maken, zouden de verkeerseffecten
ook voor een veel groter gebied onderzocht moeten worden. Wat zijn de gevolgen voor
verkeer en milieu voorbij Den Haag en voorbij Schiphol? Wat heeft dit voor gevolgen
voor het verkeer in de steden, voor de luchtkwaliteit, het klimaat en de natuur?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het beperken van het onderzoekgebied
tot een areaal fors kleiner dan het effectgebied onvoldoende beeld geeft van de gevolgen.
Dit maakt het voorkeursalternatief ook kwetsbaar, nu de stikstofgevolgen onvoldoende
in beeld zijn. Deze leden vragen de Minister om dit beter te onderbouwen.
De leden van de GroenLinks-fractie zijn ten slotte benieuwd naar de gevolgen van de
verlaging van de maximumsnelheid op de verkeersvraag in de regio en de A4. Wat heeft
dit voor gevolgen voor de doorstroming en filekans? Ter plaatse van het viaduct is
de snelheid al 100 km/u, maar het totale traject bepaalt ook de totale reistijd en
mede daardoor de substitutie door een modal shift. Is dit onderzocht?
II Reactie van de bewindspersoon