Niet-dossierstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2020D06347 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 2020D06347 |
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brieven van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 28 oktober 2019 (Kamerstuk 31 475, nr. 22) en van 9 januari 2020 (Kamerstuk 31 475, nr. 23) houdende een reactie op de rapporten inzake ProDemos en een overzicht van de eerste stappen naar een integraal verbeterplan.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave |
Blz. |
|
1. |
Inleiding |
2 |
2. |
Organisatorische structuur |
2 |
3. |
Integraal verbeterplan |
3 |
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de reactie op de rapporten over ProDemos (31 475, nr. 22 en 31 473, nr. 23). Zij erkennen dat maatregelen nodig zijn om de problemen bij ProDemos op duurzame wijze aan te pakken, zijn erkentelijk voor de reeds genomen stappen en zien uit naar het integrale verbeterplan dat in april 2020 wordt voorgelegd. Wel hebben de leden nog enkele vragen over de kabinetsreactie.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 januari 2020 en 28 oktober 2019. De voornoemde leden stellen met genoegen vast dat ProDemos verheugd is met de aanbevelingen van de onderzoekscommissie en de visitatiecommissie en daarmee serieus aan de slag is gegaan.
De voornoemde leden hebben naar aanleiding van de brieven, de bevindingen en de aanbevelingen nog enkele aanvullende vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de rapporten over ProDemos, het verbeterplan en de reactie van de Minister daarop. Deze leden zien dat er vele stappen zijn genomen en worden voorbereid om de integriteit en veilige werkomgeving voor de medewerkers aantoonbaar te verbeteren.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Minister hun mening deelt dat het dubbele karakter van de relatie van ProDemos met het ministerie en de Tweede Kamer als subsidiegever en opdrachtgever tegelijk, onwenselijk is? Op welke manier kan dit volgens de Minister worden opgelost?
De leden van de D66-fractie constateren naar aanleiding van het onderzoeksrapport dat de Raad van Toezicht van ProDemos onvoldoende op de hoogte was van de klachten over ongewenste omgangsvormen en de aanpak daarvan. Tevens wordt voor de Raad van Toezicht een belangrijke rol weggelegd voor de aanpak van grensoverschrijdend gedrag. De voornoemde leden zijn benieuwd welke verbeteringen de Minister voorstelt ten aanzien van de Raad van Toezicht van ProDemos. Kan de Minister de verbeterpunten puntsgewijs uiteenzetten? Verder achten de leden van de D66 fractie het zeer wenselijk dat transparantie bij een organisatie als ProDemos te alle tijden wordt nagestreefd. De voornoemde leden vragen de Minister hoe dit in de praktijk wordt gebracht bij ProDemos. Is de Raad van Toezicht op transparante wijze samengesteld en is voor de buitenwereld helder welke bevoegdheden de Raad heeft, zowel voor de Raad als geheel als voor de individuele leden? Worden vacatures voor het lidmaatschap van de Raad van Toezicht extern vacant gesteld, en zo ja, waar worden vacatures gepubliceerd? Op grond waarvan worden kandidaten voor de Raad van Toezicht geselecteerd of juist afgewezen? Ontvangen afgewezen kandidaten een motivatie? Hoe lang nemen leden zitting in de Raad van Toezicht? Hoe vaak mag een herbenoeming plaatsvinden? Vindt deze herbenoeming automatisch plaats of vindt er een weging plaats?
De leden van de PvdA-leden vragen, in het licht van de betrokkenheid van de medewerkers, naar het functioneren van de Raad van Toezicht en de directie. De directie, niet zijnde de huidig waarnemend directeur, en de Raad van Toezicht die ten tijde van het ontstaan van de problemen bij ProDemos in functie waren, hebben blijkens het rapport over de problemen onvoldoende gedaan om die problemen op te lossen. Er was immers sprake van het te lang binnenskamers willen houden van de problemen, te weinig corrigerend optreden en een ontoereikend intern onderzoek. Hoe zien de medewerkers van ProDemos dit? Is daar sprake van voldoende vertrouwen in de directie en Raad van Toezicht? Zo ja, hoe weet u dit? Zo nee, waar blijkt dat uit? De leden van de PvdA-fractie menen dat zonder dit draagvlak het moeilijk zal blijven om een veilige werkomgeving te creëren. Kunt u daar nader op in gaan?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Raad van Toezicht wordt gevraagd om een integraal verbeterplan op te stellen. De Minister vraagt daarbij om de omgeving, waaronder het parlement, bij de totstandkoming van het verbeterplan te betrekken. Wat heeft de Minister hierbij in gedachten? Op welke wijze wil de Minister de beide Kamers van het parlement hierbij verder betrekken?
De Minister stelt dat de groei van het aantal scholieren dat het parlement de komende jaren zal bezoeken, zoals in het Regeerakkoord afgesproken, ProDemos voor uitdagingen stelt, waarbij de verbouwing van het Binnenhof de opgave des te uitdagender maakt. Hoe beziet de Minister dit? Op welke manier wordt er zorg voor gedragen dat in de toekomst alle schoolgaande kinderen het parlement kunnen bezoeken?
Voorts vragen de leden van de VVD-fractie zich af hoe ProDemos door middel van trainingsprogramma’s meer bewustwording weet te creëren over ongewenst gedrag. Kan de Minister de aangeboden handvatten nader specificeren? Is er bij ProDemos meer dan binnen het ministerie sprake van een stevige inbedding van trainingen over ongewenst gedrag? Is de Minister het met de leden van de VVD-fractie eens dat ongewenst gedrag overal kan plaatsvinden? Of is er volgens de Minister meer risico op ongewenst gedrag binnen ProDemos, en zo ja, waarom is dit het geval?
Hoe wordt met de uitbreiding van het aantal externe en interne vertrouwenspersonen de gelegenheid voor medewerkers versterkt om een gesprek te voeren met een professional binnen of buiten ProDemos? Was dit eerder niet mogelijk? Indien dit niet het geval was, waarom niet? Op welke wijze draagt de versterking van de ondersteunende diensten bij aan een veiligere en responsievere werkomgeving? En op welke manier blijven medewerkers adequaat betrokken bij het formuleren van maatregelen? Wordt dit ingebed in de organisatie?
De leden van de D66 fractie zien dat in de nabije toekomst een grotere rol is weggelegd voor ProDemos, met name vanwege de opgave om een groter aantal scholieren te begeleiden dat via ProDemos het parlement bezoekt. De voornoemde leden maken zich zorgen over de bevindingen ten aanzien van de krapte van de huisvesting alsmede de sterkte van het uitvoerend personeel. Kan de Minister de Tweede Kamer nader informeren over de concrete plannen ten aanzien van bekostiging, huisvesting en uitvoerend personeel?
Tevens zien de leden van de D66 fractie graag informatie tegemoet over de effecten van de trainingen om meer bewustwording te creëren ten aanzien van ongewenst gedrag. Worden deze trainingen regulier herhaald zodat de bewustwording op peil blijft? Wordt de Tweede Kamer in april 2020 onverwijld op de hoogte gesteld van het integraal verbeterplan?
De leden van de D66-fractie wijzen er op dat het voor het interne draagvlak van belang is dat de Ondernemingsraad het integraal verbeterplan steunt, zoals ook in de brief gesteld. Zijn alle medewerkers tijdig en adequaat meegenomen in de plannen? Zijn er zaken die de Ondernemingsraad wel en niet of minder steunt? Welke organisatie of bureau zal worden belast met de externe en onafhankelijke monitoring? Wordt de Tweede Kamer steeds onverwijld in kennis gesteld van de tweejaarlijkse openbare rapportages?
Wat ligt er verder in het vermogen van het de Minister om organisaties zoals ProDemos te laten profiteren van elkaars ervaringen? Worden lessen en ervaringen onderling gedeeld en ziet de Minister kansen om dit te coördineren dan wel de regisseren?
De leden van de PvdA-fractie lezen in de brief, die de waarnemend directeur en de voorzitter van de Raad van Toezicht op 28 november aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stuurden, dat zij «... het beeld dat in de media is geschetst van het seksueel grensoverschrijdende gedrag niet in die mate herkennen in de verklaringen die zijn afgelegd». Daaruit blijkt naar de mening van de leden van de PvdA-fractie niet dat zij het probleem van grensoverschrijdend gedrag bij ProDemos in de volle omvang erkennen. Deelt u die mening? Zo ja, hoe kunnen deze heren dan zorgen voor de gewenste verbetering? En wilt u hierover in overlegtreden met beide ondertekenaars? Zo nee, waarom niet? Kent u signalen dat onder de medewerkers van ProDemos met teleurstelling en ook verdriet kennis genomen is van die zinsnede? Zo ja, waar bestaan die signalen uit? Zo nee, kunt u (laten) onderzoeken hoe deze zinsnede evenals de rest van de brief is gevallen? Mede omdat het van het grootste belang is dat de directie en Raad van Toezicht het volste vertrouwen van de medewerkers moeten hebben wil de kans op een succesvol herstel van een veilige werkomgeving groeien. Kunt u ook daar nader op in gaan?
Het is naar de mening van de leden van de PvdA-fractie van doorslaggevend belang dat medewerkers zelf betrokken zijn bij de totstandkoming van de stappen tot verbetering. En nog meer dat er draagvlak voor die stappen is bij het personeel. Hoe is de betrokkenheid van het personeel gewaarborgd? En hoe wordt gemonitord dat de stappen daadwerkelijk tot een door het personeel zelf ervaren verbetering gaan leiden? Wordt dit over enige tijd door een externe onafhankelijke commissie getoetst? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie willen tot slot graag weten hoe de nazorg voor de slachtoffers is geregeld. Wie heeft er zicht op hoe het met de slachtoffers gaat? En wat is in zijn algemeenheid de toestand van de slachtoffers?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/nds-tk-2020D06347.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.