2020D04739 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het Eindrapport beleidsdoorlichting agrobeleid (Kamerstuk 31 104, nr. 6).

De voorzitter van de commissie, Kuiken

De griffier van de commissie, Rijkers

Nr.

Vraag

   

1

Waarom is in de evaluaties van de afgelopen jaren zo weinig aandacht geschonken aan met name de doelmatigheid van het beleid?

2

Welke concrete verbetermogelijkheden en alternatieven voor bestaande beleidsinstrumenten ziet u zelf? Welke verbeteringen gaat u de komende jaren doorvoeren?

3

Wat onderneemt u precies om de concurrentiekracht van de land- en tuinbouw te versterken?

4

Waarom gaat u nauwelijks in op concrete verbetermogelijkheden en alternatieven voor bestaande beleidsinstrumenten?

5

Waarom bevat de beleidsdoorlichting geen enkele aanbeveling voor daadwerkelijke verbetering van het agrobeleid?

6

Welke concrete verbeteringen van het agrobeleid gaat u de komende jaren doorvoeren?

7

Welke maatregelen gaat u nemen om het grote aantal regelingen van een relatief kleine omvang verder terug te brengen?

8

Waarom is het operationeel doel voedselveiligheid en -kwaliteit als niet voldoende doeltreffend beoordeeld? Welke stappen worden er gezet om ook dit operationele doel doeltreffend te maken?

9

Waarom besteden relatief weinig evaluaties aandacht aan de doelmatigheid van beleid? Op welke manier kunnen evaluaties in de toekomst wel beter rekening houden met de doelmatigheid?

10

Is onderzoek naar de doelmatigheid een kernpunt van de evaluaties? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom komt dit in de evaluaties niet tot uiting?

11

Waarom bent u tot op heden en ondanks verschillende toezeggingen nog niet gekomen tot verbeterde indicatoren?

12

Welke concrete voorstellen komen er naar voren uit de doorlichting die de doeltreffendheid en doelmatigheid van de evaluaties kunnen verbeteren?

13

Welke aanbevelingen voor versterking worden er gedaan en wat bent u voornemens met deze aanbevelingen te doen?

14

Waarom is alleen het beleid van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) meegenomen in de evaluatie en niet tevens gerelateerd beleid van andere departementen?

15

Kunt u onderbouwen waarom bij een 20% krimp van de LNV-begroting is gekozen voor deze specifieke besparingen?

16

Op welke manier wordt in de praktijk getoetst of het gevoerde beleid daadwerkelijk effectief is?

17

Wat gaat u doen om de doelmatigheid van het beleid beter in kaart te brengen?

18

Welke maatregelen gaat u treffen om ervoor te zorgen dat toekomstige evaluaties van het agrobeleid grotere bewijskracht hebben?

19

Welke maatregelen gaat u treffen om in het vervolg bij meer evaluaties causale verbanden aan te kunnen tonen?

20

Bent u bereid in een volgende studie apart aandacht te (laten) besteden aan de samenhang tussen beleidsinitiatieven?

21

Herkent u het beeld dat de kennisbasis van het agrobeleid in de afgelopen jaren onder druk is komen te staan, onder andere door het wegvallen van middelen uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) en het afschaffen van productschappen? Welke maatregelen gaat u nemen om de kennisbasis te versterken?

22

Herkent u het beeld van de betrokken partijen dat het agrobeleid tussen provincies in belangrijke mate kan verschillen? In hoeverre is het beleid van de verschillende provincies in lijn met uw beleidsambities voor kringlooplandbouw?

23

Hoe gaat u ervoor zorgen dat de indicatoren gezamenlijk beter een duurzame landbouw garanderen dan dat nu het geval is? Gaat u hiervoor ook gebruik maken van al bestaande indicatoren op zowel nationaal als internationaal niveau?

24

Welk einddoel voor duurzame landbouw wordt nagestreefd? Hoe gaat u ervoor zorgen dat dit doel met indicatoren ondersteund wordt?

25

Waarom bevat de beleidsdoorlichting geen enkele aanbeveling voor verbetering van het agrobeleid, maar alleen aanbevelingen voor de formulering van doelstellingen en indicatoren en voor het uitvoeren van evaluaties?

26

Herkent u het beeld, geschetst door betrokken partijen, dat er in het agrobeleid sprake is van tegenstrijdige regelingen en regelingen die elkaar tegenwerken? Op welke wijze gaat u ervoor zorgen dat de interne samenhang van het agrobeleid wordt vergroot?

27

In hoeverre is het beleid van de verschillende provincies in lijn met uw ambities voor kringlooplandbouw en emissiearme landbouw?

Naar boven