2020D02901 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 16 december 2019 inzake de subsidieregeling tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten (Kamerstuk 32 820, nr. 329).

De voorzitter van de commissie, Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic

Inhoud

blz.

 

I.

Vragen en opmerkingen uit de fracties

2

 

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

2

 

Inbreng van de leden van de SGP-fractie

3

 

II.

Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

3

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de subsidieregeling houdende regels voor subsidieverstrekking over een periode van tien jaren voor iconische rijksmonumenten en zijn blij dat er mogelijkheden worden verstrekt om belangrijke culturele iconische rijksmonumenten voor Nederland te behouden en gereed te maken voor de toekomst. Desalniettemin hebben de leden hierover nog enkele vragen.

De leden lezen dat er verschillende eisen worden gesteld aan de verduurzamingsopgave van rijksmonumenten. Hoe zorgen de eisen van de subsidieverstrekking ervoor dat de verduurzamingsopgave techniek neutraal wordt uitgevoerd? Hoe voorkomt de Minister dat de architectuur van een rijksmonument niet wordt aangetast door verduurzamingsopties als bijvoorbeeld zonnepanelen, zoals de wens om zonnepanelen te plaatsen op paleis Huis ten Bosch? Naast zonnepanelen zijn er ook andere verduurzamingsopties die het uiterlijk van een rijksmonument veranderen, hoe gaat de Minister dit voorkomen en hierop toezien?

De leden vragen in hoeverre en op welke manier er rekening is gehouden met regionale spreiding in de verstrekking van de subsidieregeling. Zijn er rijksmonumenten uitgezonderd omdat zij te maken hebben met meer rijksmonumenten in dezelfde regio, zo vragen de leden.

Doelgroep

De leden van de VVD-fractie lezen dat het rijksmonument Middachten een uitzondering heeft gekregen omdat het een continuïteit in eeuwenlange particuliere eigendom is en bewoning van dit kasteel juist het behouden waard is. Zijn er meer rijksmonumenten die hiervoor in aanmerking zouden komen maar desondanks waren uitgesloten van de subsidieregeling? Hoe wordt de publieke functie van het kasteel gewaarborgd bij het privé gebruik van de eigenaren, zo vragen de leden.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de subsidieregeling tienjarige ondersteuning iconische rijksmonumenten. Met de Minister onderkennen deze leden, dat het huidige financieringsstelsel voor monumenten niet altijd adequaat is voor eigenaars van grote rijksmonumenten.

In de toelichting op de subsidieregeling geeft de Minister aan, dat de 12 rijksmonumenten of projecten zijn geselecteerd op grond van een aantal criteria. De leden constateren dat uit de voorliggende subsidieregeling weliswaar blijkt welke rijksmonumenten geselecteerd zijn, maar niet hoe het selectieproces precies verlopen is. Op welke wijze zijn eigenaren van iconische rijksmonumenten in de gelegenheid gesteld zijn zich aan te melden voor de subsidieregeling?

Op welke wijze ondersteunt de Minister eigenaren van iconische rijksmonumenten, zonder winstoogmerk met een sociaal-culturele functie, die concrete ideeën hebben voor het komende decennium, bijvoorbeeld gericht op maatschappelijke opgaven zoals verduurzaming en een betere toegankelijkheid, die niet zijn geselecteerd voor de subsidieregeling, zo vragen de leden.

Inbreng van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de subsidieregeling. Zij hebben veel waardering voor deze extra impuls, hoewel de keuze voor de monumenten na lezing van de toelichting nog niet helemaal duidelijk is.

De leden lezen in artikel 6 van de regeling dat eigenaren jaarlijks eenmaal subsidie kunnen aanvragen. Betekent het ook dat eigenaren voor een langere periode subsidie kunnen aanvragen, zodat zij niet jaarlijks met deze lasten te maken hebben. In hoeverre sluit de Minister zoveel mogelijk aan bij de meerjarencyclus van de reguliere instandhoudingssubsidies, zo vragen zij.

II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Naar boven