2019D53000

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2019

In reactie op uw brief het volgende.

De schrijver van de klachtenbrief, dhr. H.V. te O., maakt melding van twee zaken. Aan de ene kant signaleert hij overtredingen bij de handel in en het vervoer van dierlijke bijproducten, aan de andere kant beschrijft hij zijn problemen bij het melden van zijn klachten bij de NVWA.

Bij navraag bij de NVWA over deze zaak werd ik als volgt geïnformeerd.

De NVWA heeft de klachten ontvangen en deelt de zorgen van dhr. H.V. en is al in 2016 begonnen met het ontwikkelen van een verbeterde toezichtsaanpak op de verschillende schakels in de keten van rauw voeder voor gezelschapsdieren. Deze ontwikkeling heeft wegens herprioritering en daaruit volgend capaciteitstekort, in de afgelopen 2 jaar stilgelegen.

Dit jaar is het onderwerp weer opgepakt. Inmiddels is in dit project de fase bereikt waarin de problemen met betrekking tot internethandel en transport diepgaand worden onderzocht om een gerichte aanpak te kunnen vaststellen. Dit moet weloverwogen gebeuren omdat internethandel en transport door postbesteldiensten zich niet beperkt tot rauw voeder voor gezelschapsdieren, maar ook andere dierlijke (bij)producten betreft. In dit kader zijn ook een aantal transportbedrijven bezocht en de bevindingen hiervan worden meegenomen in bovenstaand onderzoek.

De NVWA is ook op een van de door H.V. opgegeven bedrijven geweest en heeft daarover contact met hem gehad en hem de huidige stand van zaken toegelicht.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven