2019D52923 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 26 november 2019 Ontwerpbesluit, houdende regels ter uitvoering van de Wet op de orgaandonatie (Besluit orgaandonatie) (Kamerstuk 33 506, nr. 40).

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Krijger

Inhoudsopgave

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

II.

Reactie van de Minister voor Medische Zorg

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende regels ter uitvoering van de Wet op de orgaandonatie. Deze leden hebben hier enkele vragen bij.

1. Inleiding

2. Het donorformulier en het donorregister

2.1 Het donorformulier

De leden van de CDA-fractie vragen of het mogelijk is voor personen die zich reeds vóór inwerkingtreding van onderhavig besluit hebben geregistreerd als donor, aan te geven dat zenuwweefsel wel of juist expliciet niet gedoneerd kan worden. Hoe worden bestaande geregistreerde donoren hierover geïnformeerd?

De leden van de CDA-fractie vragen waarom een wettelijk vertegenwoordiger die een formulier invult voor een meerderjarige die niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake, niet zijn eigen persoonsgegevens hoeft in te vullen. Op welke wijze kan dan gecontroleerd worden of het formulier door de juiste persoon is ingevuld?

De leden van de CDA-fractie vragen waarom het niet mogelijk is om op (of enkele weken voor) de exacte datum van de 18e verjaardag een formulier toe te zenden. Nu wordt ervoor gekozen het formulier in de maand na de maand waarin betrokkene 18 jaar is geworden toe te sturen. Wat betekent dit bij overlijden in deze tussentijd? Wordt de betrokkene dan beschouwd als geregistreerd als geen bezwaar?

Voor nieuw ingezetenen geldt dat zij pas worden aangeschreven als zij ten minste drie jaar in de basisregistratie personen (BRP) ingeschreven zijn. De leden van de CDA-fractie vragen hierbij ook of nieuw ingezetenen in de periode voor die eerste aanschrijving als «geen bezwaar» geregistreerd komen te staan.

De leden van de CDA-fractie vragen waarom in 2020 alle nieuw ingezetenen worden aangeschreven, ook als zij minder dan drie jaar ingeschreven staan in de BRP. Waarom geldt daar niet het argument dat ongeveer 30% van de nieuw ingezetenen binnen drie jaar Nederland weer verlaat?

2.2 Het donorregister

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre het vernieuwde IT-systeem van het donorregister en de aangepaste digitale registratie van de wilsverklaring inmiddels technisch op orde is.

3. De kwaliteitsstandaard

De Minister geeft in zijn brief Kwaliteitsstandaard postmortale donatiezorg van 26 november 2019 1 aan dat in een specifieke situatie in de kwaliteitsstandaard wordt afgeweken van de motie Nooren c.s. Dat betreft de situatie waarin de betrokkene toestemming heeft gegeven voor donatie («ja» of «geen bezwaar» registratie) maar geconstateerd wordt dat deze betrokkene geen nabestaanden tot en met de tweede graad meer heeft. In dat geval wordt bepaald dat het donatiegesprek ook kan worden gevoerd met een naaste van de betrokkenen, zoals een goede vriend of vriendin. De leden van de CDA-fractie vragen hoe in een dergelijke situatie wordt geconstateerd dat er geen nabestaanden tot en met de tweede graad meer zijn. Hoe kunnen de bij de transplantatiezorg betrokken artsen en andere hulpverleners dit definitief vaststellen?

De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast hoe het voornemen om het donatiegesprek bij ontbreken van nabestaanden met vrienden van de betrokkene te voeren zich verhoudt tot datgene wat in de parlementaire behandeling van het voorstel tot wijziging van de Wet op de orgaandonatie (WOD) in verband met het opnemen van een actief donorregistratiesysteem is besproken, namelijk dat het de dagelijkse praktijk is dat geen organen uitgenomen worden als er geen nabestaanden zijn. Wordt met deze kwaliteitsstandaard de huidige praktijk gewijzigd? Deelt de Minister de mening dat hiermee niet voldaan wordt aan datgene wat in de motie Nooren c.s. is gesteld?

Daarnaast vragen deze leden hoe vastgesteld kan worden wie een goede vriend of vriendin is van de betrokkene.

De leden van de CDA-fractie vragen waarvoor het meetinstrument dient dat nog zal worden ontwikkeld in het kader van de kwaliteitsstandaard.

4. Voorlichting

De leden van de CDA-fractie vragen of het klopt dat in de afgelopen zomer van 2019 de Reclame Code Commissie voor de vijfde keer aan de Minister het advies heeft gegeven in haar reclame uitingen over orgaandonatie niet meer gebruik te maken van de term «na overlijden».2 Klopt het dat – naar de mening van de Minister – er feitelijk geen goed alternatief is voor de frase «na het overlijden»? Zo ja, geeft de Minister daarmee niet eigenlijk toe dat het gebruik van de term «na overlijden» niet goed weergeeft wat er werkelijk mee bedoeld wordt?

De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze de Minister gevolg heeft gegeven aan de hierboven genoemde uitspraak van de Reclame Code Commissie.

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

4. Voorlichting

De leden van de D66-fractie vragen of meer informatie gegeven kan worden over de inspanningsverplichting uit artikel 8 onderdeel d van de Wod. Er wordt gesproken over de feitelijke invulling die, waar wenselijk, afgestemd zal worden met het veld en/of de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daar de nieuwe donorwet (actieve donorregistratie) per 1 juli 2020 van kracht wordt en daarvoor, naar de mening van deze leden, wijzigingen in de informatievoorziening juist richting jongeren die nog op school zitten van groot belang zijn, verwachten deze leden dat de Minister al meer kan vertellen over de informatieverstrekking op scholen. Hoe vaak zijn vrijwilligers van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS) het afgelopen jaar op bezoek geweest bij scholen? Tenslotte vragen deze leden of de Minister de komende maanden een stijging voorziet in dit aantal.

II. Reactie van de Minister


X Noot
1

Kamerstukken II, 33 506, nr. 39

X Noot
2

Uitspraak Reclame Code Commissie, dossier 2019/00427A

Naar boven