2019D47681 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 22 november 2019 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over zijn brief van 1 november 2019 inzake de aanbieding van het ontwerpbesluit wijziging Besluit bekostiging financieel toezicht 2019 in verband met de doorberekening vanaf 2020 (Kamerstuk 34 870, nr. 18).

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende conceptbesluit ter wijziging van het Besluit bekostiging financieel toezicht 2019. Aanvankelijk zagen zij geen aanleiding hierover vragen te stellen, maar snel daarna werden zij onplezierig verrast door mediaberichten over forse tegenvallers bij de renovatie van het gebouw van De Nederlandsche Bank en de doorbelasting daarvan aan financiële instellingen (FD, 12 november 2019).

Deze leden vragen zich af hoe deze berichten zich verhouden tot het onderhavige conceptbesluit. Eerder hebben zij hun verbazing uitgesproken over de doorbelasting van kosten van verbouwing, omdat voor dergelijke uitgaven een voorziening op de balans mag worden verondersteld. Nu blijkbaar sprake is van een forse overschrijding, willen zij vernemen waarom zij daar niet over zijn geïnformeerd. Klopt het, zo vragen deze leden, dat deze kostenstijging ruim het afgesproken meerjarige kostenkader overstijgt? Wat zouden daarvan de consequenties moeten zijn? Zou het niet meer voor de hand liggen bij dreigende overschrijdingen te kiezen voor een soberder verbouwing? Heeft de Minister deze optie besproken met de president van De Nederlandsche Bank en, zo ja, welke argumenten zijn daarbij overwogen? Kan de Minister aangeven hoe hij, in het belang van de ondertoezichtgestelden, zich bemoeit met de renovatie van het gebouw van De Nederlandsche Bank? Deze leden vragen de Minister deze vragen gedetailleerd te beantwoorden.

Meer in het algemeen vragen de leden van de VVD-fractie of de doorberekening van kosten niet gebonden zou moeten worden aan reële kosten van het toezicht zelf, waarbij incidentele kosten door de toezichthouder op diens balans worden opgevangen. Welke institutionele remmen zitten er op de kostenstijging van DNB?

Naar boven