2019D37352 Lijst van vragen

De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van de Minister d.d. 20 augustus 2019 inzake de Beleidsdoorlichting BHOS begrotingsartikel 1, Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen (Kamerstuk 34 124, nr. 17).

De voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Meijers

Nr

Vraag

   

1

Kan de beleidsdoorlichting, met betrekking tot sub-artikel 1.3, het versterken van de private sector in ontwikkelingslanden, ook nagaan wat de rol van lokale regeringen hierbij is, bijvoorbeeld via een effectieve industriepolitiek? In hoeverre is deze factor van belang voor het bereiken van de doelstellingen van dit sub-artikel? In hoeverre zou Nederlands beleid onder dit artikel zich in de toekomst ook kunnen richten op het versterken van de capaciteit van lokale overheden om een effectieve industriepolitiek te voeren, om zo het bereiken van de doelstellingen te bevorderen?

2

Wat is de Rijksdienst voor Ondernemers (RVO)?

3

Welk deel van de RVO houdt zich daadwerkelijk bezig met ondernemerschap en welk deel houdt zich bezig met zaken als isolatie en verduurzaming van onroerend goed en andere zaken die niet bijdragen aan het verdienvermogen van Nederland?

4

Kunt u, temeer aangezien u ingaat op de ondersteuning van Nederlandse bedrijven die activiteiten op buitenlandse markten ontplooien, toelichten waarom de Kamer nog steeds niet is geïnformeerd over het al dan niet beëindigen van de discriminatie van de defensie-industrie binnen de context van het financieringsinstrumentarium? Waarom is de Kamer niet, zoals toegezegd, rond Prinsjesdag geïnformeerd?

5

Zou de beleidsdoorlichting ook expliciete aandacht kunnen besteden aan de gevolgen en risico’s van de koppeling tussen hulp en handel op de volgende deelgebieden: (i) ongelijkheid, (ii) de positie van kwetsbare groepen, (iii) de positie van vrouwen en meisjes, (iv) klimaat en biodiversiteit?

6

Wordt, naast het beantwoorden van de vraag of de koppeling tussen hulp en handel inderdaad de gewenste meerwaarde heeft opgeleverd, ook onderzocht welke gevolgen de verhuizing van het Directoraat Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen (DGBEB) van het Ministerie van Economische Zaken naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft gehad voor handelsbevordering? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

7

Bent u ook voornemens te onderzoeken hoe het kan dat Nederland steeds minder exportkredietverzekeringen afgeeft (via Atradius DSB) en in het buitenland dat instrument juist steeds meer wordt ingezet? Gaat een internationale vergelijking deel uitmaken van het onderzoek?

8

Houdt u rekening met de uitkomst dat de verhuizing van het DGBEB naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft geleid tot een onderwerping van handelsbevordering aan doelstellingen die eigenlijk OS-gerelateerd zijn? Houdt u tevens rekening met de mogelijkheid dat dit ten koste is gegaan van de effectiviteit van ons handelsbevorderingsbeleid? Hoe gaat u dit onderzoeken?

9

Hoe worden medewerkers van het DGBEB betrokken bij het beantwoorden van de onderzoeksvragen?

10

Wordt ook meegewogen hoe de mogelijke synergie tussen hulp en handel als gevolg van de verhuizing van het DGBEB naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken opweegt tegen het mogelijke verlies van synergie tussen DGBEB en andere beleidsdoelstellingen- en directies die bij het Ministerie van Economische Zaken? Zo nee, waarom niet?

11

Welke deskundigen is het directie Internationaal Onderzoek en Beleidsevaluatie (IOB) voornemens te benaderen?

Naar boven