2019D35477 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brieven van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 april en 19 augustus 2019 (Kamerstuk 34 827, nrs. 7 en 8) over de uitvoering van de motie van het lid Van den Bosch c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam (Kamerstuk 34 827, nr. 6)

De voorzitter van de commissie, Ziengs

De griffier van de commissie, Roovers

Uitvoering van de motie van het lid Van den Bosch c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam (Kamerstuk 34 827, nr. 6)

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de schriftelijke reactie van het kabinet op de motie van het lid Van den Bosch (VVD) c.s. over verkenning van een grenscorrectie voor Spaarndam. Hierin geeft de Minister aan dat de provincie Noord-Holland geen mogelijkheden ziet om het verzoek in de motie ten uitvoer te brengen. Uit de brief van de provincie Noord-Holland en uit een gesprek dat de CDA-fractie heeft gevoerd met de betrokken gedeputeerde blijkt dat de uitvoering van de motie strandt op de weigering van de gemeente Haarlemmermeer om daaraan mee te werken, aangezien zij de aanleiding tot het indienen van de (unaniem aangenomen) motie niet deelt. Volgens de gemeente is er geen maatschappelijk probleem. De leden van de CDA-fractie zien dat er dan geen mogelijkheden resten om de discussie over Spaarndam te vervolgen. Deze leden hebben begrip voor de oproep van de Minister om de voortdurende onduidelijkheid over een eventuele grenscorrectie te beëindigen. Daaraan kan worden bijgedragen door de parlementaire behandeling met dit schriftelijk overleg af te ronden. Wel heeft de CDA-fractie nog enkele vragen over de brief van de Minister.

De Minister stelt, dat niet bij alle inwoners van Spaarndam draagvlak is voor het plan van een mogelijke grenscorrectie. Op welke wijze is het draagvlak bij de inwoners van Spaarndam gepeild?

Een herindeling kan conform het Beleidskader alleen door de provincie worden geïnitieerd bij evidente bestuurskrachtproblematiek waarvoor gemeenten zelf geen oplossing kunnen vinden. De provincie trekt dat principe door naar grenscorrecties (formeel ook een vorm van gemeentelijke herindeling) en stelt dat er van evidente bestuurskrachtproblematiek geen sprake is. Deelt de Minister het standpunt van de provincie Noord-Holland, dat de vraag of er sprake is van evidente bestuurskrachtproblematiek leidend behoort te zijn bij de uitvoering van de motie-Van den Bosch c.s.?

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met interesse kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dd. 19 augustus jl. inzake de mogelijkheid voor een nadere grenscorrectie ten aanzien van Spaarndam. Met deze brief wordt uitvoering gegeven aan de motie van de leden Van den Bosch, Van der Molen, Den Boer en Van der Graaf die opriep tot een verkenning naar de mogelijkheid van een grenscorrectie voor het dorp Spaarndam. Deze leden constateren dat vanuit de provincie Noord-Holland en het Rijk conform het beleidskader gemeentelijke herindeling wordt gehandeld en dat op basis daarvan wordt geconcludeerd dat een grenscorrectie geen duurzame oplossing is. Deze leden ondersteunen derhalve de handelwijze van de provincie en het Rijk en delen de hoop van de Minister dat hiermee duidelijkheid wordt verschaft aan de inwoners van Spaarndam en de blik gericht kan worden op de gezamenlijke verdere toekomst. Gegeven dit alles zien de leden van de fractie van de ChristenUnie af van verdere inbreng.

Naar boven