2019D35424 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 28 juni 2019 inzake het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met invoering van standaardverpakking voor sigaretten en shagtabak (Kamerstuk 32 011, nr. 69).

De voorzitter van de commissie, Lodders

Adjunct-griffier van de commissie, Clemens

Inhoudsopgave

 
     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Staatssecretaris

8

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD- fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met de invoering van standaardverpakkingen voor sigaretten en shagtabak. Genoemde leden zijn net als de Staatssecretaris van mening dat gestreefd moeten worden naar een rookvrije generatie. Dat het merendeel van de volwassen rokers is begonnen met roken voor zijn 18e levensjaar laat zien dat er nog veel winst te behalen valt. Het is daarom goed dat de Staatssecretaris een aantal maatregelen treft dat ervoor moet zorgen dat minder jongeren beginnen met roken. Een van die maatregelen is de invoering van de standaardverpakkingen. Deze leden vinden het belangrijk dat maatregelen die genomen worden effectief zijn, zoals ook is afgesproken in het regeerakkoord, en dat effecten van genomen maatregelen goed worden gemonitord. Vanuit die gedachte hebben de leden van de VVD-fractie een aantal vragen.

Allereerst hebben de leden van de VVD-fractie een aantal vragen over de relatie tussen het doel, namelijk het aantal jongeren dat begint met roken verminderen, en het middel, de standaardverpakkingen. De Staatssecretaris schrijft dat uit onderzoek blijkt dat zowel jongeren als volwassenen neutrale verpakkingen minder aantrekkelijk vinden. Maar onduidelijk is hoe de neutrale verpakking het koopgedrag beïnvloedt. Zorgt een minder aantrekkelijke verpakking ervoor dat er minder sigaretten verkocht en dus gerookt worden? En is dat ook specifiek het geval voor jongeren?

In de nota van toelichting wordt een aantal voorbeelden van landen genoemd waarbij de neutrale verpakking deel uitmaakt van een breder pakket aan samenhangende maatregelen om tabaksgebruik tegen te gaan. Is er bij die landen gemeten wat het effect van de invoering van de neutrale verpakking is? Zijn er in die landen minder jongeren gaan roken dan in de jaren daarvoor? De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat het belangrijk is om de effecten van genomen maatregelen goed te monitoren. In het preventieakkoord is afgesproken dat het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van de preventiemaatregelen rapporteert en een aantal relevante leefstijlindicatoren in beeld brengt. Zal in die monitor ook naar het effect van separate maatregelen gekeken worden, bijvoorbeeld voor de standaardverpakkingen?

Voorts blijkt uit de brief dat de Staatssecretaris overweegt de neutrale verpakkingen voor sigaren en elektronische dampwaar in 2022 in te voeren. De leden van de VVD-fractie zouden willen weten welke overweging dit betreft. Van de zeven landen die neutrale verpakkingen hebben ingevoerd hebben slechts drie landen ook de sigaren meegenomen. Wat waren de redenen van de andere vier landen om de neutrale verpakking juist niet voor de sigaren te laten gelden? Is er in die landen bewijs gevonden dat jongeren de overstap hebben gemaakt van sigaretten naar sigaren? Is er bewijs dat jongeren overstappen naar sigaren en e-sigaretten als deze uitgezonderd worden van neutrale verpakking? Heeft de neutrale verpakking in Ierland, Australië of Nieuw-Zeeland geleid tot een lager gebruik in sigaren? Klopt het dat het ministerie nog een onderzoek gaat doen naar de neutrale verpakking voor sigaren en elektronisch dampwaar? Speelt proportionaliteit een rol in het onderzoek dat VWS gaat uitvoeren naar neutrale verpakkingen voor deze productgroepen? Wanneer kan de Kamer de resultaten van het onderzoek verwachten?

De Staatssecretaris heeft in het debat over het preventieakkoord een toezegging gedaan om onderzoek te doen naar de effecten van e-sigaretten, zowel naar de schadelijke effecten, als ook naar de positieve effecten, zoals bijvoorbeeld het vergemakkelijken van het stoppen met roken. De leden van de VVD-fractie gaan ervan uit dat de onderzoeksopzet over de e-sigaretten eerst langs de Kamer zal gaan voordat de opdracht verstrekt wordt. Kan de Staatssecretaris dit bevestigen?

Tot slot, uit de nota van toelichting blijkt dat er in de ministeriële regeling nog een aantal zaken vastgesteld moet worden. Op dit moment kan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) nog geen uitspraak doen over de benodigde capaciteit voor toezicht en uitvoering, omdat dit besluit zich beperkt tot het verduidelijken van een rechtsgrondslag. Juist omdat na deze verduidelijking een ministeriele regeling wordt opgesteld teneinde uniforme verpakkingen te realiseren, zou nu toch iets gezegd moeten kunnen worden over de benodigde capaciteit? In de ministeriële regeling worden de nadere verpakkingseisen opgenomen. Uit de nota van toelichting blijkt dat zoveel mogelijk zal worden aangesloten op de geldende eisen in andere landen. Hoe moeten de leden van de VVD-fractie in dit geval «zoveel mogelijk» interpreteren? Waar verwacht de Staatssecretaris de afwijkingen? Ook zal in de ministeriële regeling een uitverkoopregeling worden opgenomen met een termijn die redelijk is om de bestaande voorraden te kunnen verkopen. Deze leden zouden graag van de Staatssecretaris willen vernemen hoe bepaald wordt wat een «redelijke termijn» is.

Vragen en opmerkingen van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met invoering van standaardverpakking voor sigaretten en shagtabak en zij hebben hierover nog de nodige vragen en opmerkingen.

De leden van de PVV-fractie delen de mening dat zoveel mogelijk voorkomen moet worden dat jongeren beginnen met roken. Toch zetten deze leden vraagtekens bij de doeltreffendheid van sommige maatregelen, immers de effectiviteit van eerdere ingevoerde verpakkingseisen zijn nooit geëvalueerd. Waarom heeft de Staatssecretaris ervoor gekozen om nieuwe verpakkingseisen zonder de toegezegde evaluatie van de eerder ingevoerde verpakkingseisen door te voeren?

De Staatssecretaris wil dat geen enkele jongere meer tabaks- of aanverwante producten gebruikt. Welke producten bedoelt de Staatssecretaris met aanverwante producten?

De leden van de PVV-fractie lezen dat overwogen wordt neutrale verpakkingen voor sigaren en e-sigaretten door middel van andere regelgeving in 2022 te laten ingaan. Komt er in deze regelgeving een uitzondering voor de zware sigaren? De Staatssecretaris heeft deze zware sigaren eerder uitgezonderd van de verplichting van de gecombineerde gezondheidswaarschuwingen omdat deze sigaren hoofdzakelijk door een kleine groep oudere consumenten gerookt wordt. Een speciale monitor zou ontwikkelingen voor wat betreft het gebruik onder jongeren in de gaten houden. Genoemde leden vragen of de uitkomsten van de monitor en/of de Europese barometer bekend zijn.

De leden van de PVV-fractie zijn verbaasd dat de Staatssecretaris de neutrale verpakkingen ook wil doorvoeren voor e-sigaretten. Klopt het dat geen enkele EU-lidstaat neutrale verpakkingen voor e-sigaretten heeft ingevoerd?

Is de Staatssecretaris bereid om de uitkomsten van het onderzoek naar de e-sigaret af te wachten voordat hij neutrale verpakkingen voor e-sigaretten verplicht stelt? Zo nee, waarom niet? Klopt het dat een roker die volledig overstapt op een e-sigaret minder gezondheidsrisico’s loopt dan een roker die blijft roken? Zo ja, is het dan niet de taak van de Staatssecretaris om rokers voor te lichten over dit minder schadelijke alternatief?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met invoering van standaardverpakking voor sigaretten en shagtabak. Genoemde leden zien met tevredenheid dat met deze wijziging de wens van deze leden om tot neutrale standaardverpakkingen te komen werkelijkheid wordt, zoals ook al was beoogd met het aangenomen amendement van de leden Bruins Slot en Volp in 2016.1 Overgaan tot neutrale verpakkingen sluit wat de leden van de CDA-fractie betreft als onderdeel van een breder pakket aan maatregelen goed aan bij de doelstellingen van de rookvrije generatie. Deze leden hebben wel nog enkele vragen bij de precieze uitwerking van dit besluit en de toelichting daarop.

De leden van de CDA-fractie vragen welke aanbevelingen de NVWA heeft meegegeven voor de nog op te stellen ministeriële regeling.

In de Factsheet generieke tabakverpakkingen van het Nationaal Expertisecentrum Tabaksontmoediging (update 2019) worden enkele factoren vermeld die de impact van generieke verpakkingen kunnen beïnvloeden. Zo zouden tabaksfabrikanten hun producten kunnen aanpassen om de effecten van de generieke verpakking op te vangen. De leden van de CDA-fractie vragen op welke wijze dergelijk ongewenst gedrag van de tabaksfabrikanten voorkomen zal worden. Worden varianten op merknamen bijvoorbeeld verboden of beperkt? En wordt het fabrikanten verboden (tijdelijk) meer tabak voor dezelfde prijs aan te bieden door bijvoorbeeld een extra sigaret in een pakje toe te voegen of door de sigaretten langer te maken?

Genoemde leden vragen wat het standpunt van de Staatssecretaris is met betrekking tot het eventueel invoeren van «dissuasive sticks» als mogelijk volgende stap na de invoering van standaardverpakkingen. Zijn er onderzoeken bekend of het minder aantrekkelijk maken van sigaretten ook kan leiden tot het minder aantrekkelijk maken van roken? Wanneer verwacht de Staatssecretaris over deze mogelijke vervolgstap te kunnen besluiten?

De leden van de CDA-fractie vragen wat het standpunt is van de Staatssecretaris met betrekking tot het werken met een verplichte bijsluiter met informatie over stoppen met roken in tabaksverpakkingen. Klopt het dat uit Canadees onderzoek blijkt dat deze bijsluiters het stoppen met roken bevorderen en ondersteunen doordat het zelfvertrouwen om te kunnen stoppen toeneemt?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

De leden van de fractie van D66 hebben met interesse kennisgenomen van het ontwerpbesluit houdende wijziging van het Tabaks- en rookwarenbesluit in verband met invoering van standaardverpakking voor sigaretten en shagtabak. Deze leden zijn voorstander van het grootbrengen van een rookvrije generatie en het invoeren van standaardverpakkingen is daarbij een volgende belangrijke stap. Genoemde leden hebben nog enkele vragen.

In het tijdpad staat de datum van 1 juli 2020 voor invoering van de standaardverpakking. Kan de Staatssecretaris onderbouwen hoe hij ervoor zorgt dat deze deadline ook gehaald wordt? Wanneer verwacht de Staatssecretaris dat de regelgeving wordt genotificeerd bij de Europese Commissie?

In de ministeriële regeling wordt een overgangsbepaling met uitverkooptermijn opgenomen. Er wordt gesproken over «een termijn die redelijk is om de voorraden van al geproduceerde producten te kunnen verkopen». Wat ziet de Staatssecretaris als een redelijke termijn? In Australië, dat in 2012 als eerste overging tot de invoering van standaardverpakkingen, is toentertijd gekozen voor een uitverkooptermijn van drie maanden. Dat bleek een passende termijn. Vindt de Staatssecretaris dat ook een redelijke termijn in de Nederlandse situatie? Zo nee, waarom niet?

Zoals in de nota van toelichting is aangegeven heeft het voorliggende ontwerpbesluit alleen betrekking op het standaardiseren van de verpakking van sigaretten en shag. Er worden geen (aanvullende) regels gesteld aan het uiterlijk van het tabaksproduct zelf. Maar in het preventieakkoord is op pagina 19 vastgelegd dat bij gestandaardiseerde verpakkingen hoort dat ook de sigaretten een neutraal uiterlijk hebben. Kan de Staatssecretaris uitleggen waarom dit niet meteen is meegenomen? Op welke termijn wordt ook het uiterlijk van de sigaretten zelf neutraal?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het ontwerpbesluit. Deze leden hebben naar aanleiding van het ontwerpbesluit onderstaande opmerkingen en vragen.

Inleiding

De leden van de SP-fractie vinden de keuze om over te gaan tot het minder aantrekkelijk maken van tabaksverpakkingen een goede stap om ervoor te zorgen dat roken minder aantrekkelijk wordt gemaakt. Genoemde leden lezen dat de precieze uitwerking van de aan de standaardverpakking te stellen eisen per ministeriële regeling wordt vastgelegd. Deze leden vragen in dat kader wanneer deze ministeriële regeling ongeveer wordt verwacht en of er reeds meer duidelijkheid gegeven kan worden met betrekking tot de eisen die daarin gesteld zullen worden (ter specificering van de brede genoemde eisen: kleur, elementen en aanduidingen). Het verbaast de leden van de SP-fractie tegelijkertijd dat er gekozen wordt om deze regels alleen te laten gelden voor sigaretten en shagtabak en dus (nog) niet voor sigaren en aanverwante producten, waaronder e-sigaretten. Kan worden toegelicht waarom precies deze keuze/dit onderscheid is gemaakt? Kan daarnaast worden aangegeven of er op termijn sowieso eisen aan de standaardverpakking van sigaren en e-sigaretten zullen worden gesteld of dat dit op dit moment nog niet duidelijk is? En zo ja, waar hangt deze keuze precies van af?

Aanleiding

Er wordt verwacht dat door middel van het voorliggende ontwerpbesluit jongeren minder geneigd zullen zijn om te starten met roken en dat het ontwerpbesluit zal bijdragen aan een daling van de rookprevalentie, zo lezen de leden van de SP-fractie. Genoemde leden zijn benieuwd naar de te verwachten daling van de rookprevalentie, en vragen of hiervan een inschatting te maken is. Bestaat er daarnaast het voornemen om de ontwikkelingen van de rookprevalentie naar aanleiding van het voorgestelde ontwerpbesluit te monitoren, zo vragen deze leden.

Standaardverpakkingen

De leden van de SP-fractie hebben al om een toelichting gevraagd op de te verwachten daling van de rookprevalentie ten gevolge van voorliggend ontwerpbesluit. Deze leden begrijpen uit de resultaten van wetenschappelijk onderzoek dat de effecten per doelgroep (te weten experimentele rokers, niet-rokers en bestaande rokers) op verschillende aspecten/om verschillende redenen worden gerealiseerd; zo lijkt bij de ene groep vooral resultaat te worden bereikt door een slechtere smaak- en kwaliteitsassociatie door de standaardverpakking terwijl bij een andere doelgroep de verpakkingen leiden tot een verminderde intentie om tabak te gaan kopen. De leden van de SP-fractie vragen of er met de invoering van de eisen aan de standaardverpakking verschillende effecten en resultaten worden verwacht voor de verschillende doelgroepen.

Ontwikkelingen op het gebied van standaardverpakkingen

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit zal toezicht houden op de eisen die zullen worden gesteld aan de standaardverpakkingen en houdt momenteel al toezicht op de nu al geldende eisen. De leden van de SP-fractie ontvangen graag een overzicht van de geconstateerde overtredingen van deze regels en daarop genomen maatregelen in de afgelopen vijf jaar.

Aangegeven wordt dat in het Nationaal Preventieakkoord is opgenomen dat in het kader van neutrale verpakkingen neutrale eisen aan het uiterlijk van sigaretten en sigaren zelf worden gesteld. De leden van de SP-fractie lezen dat «mocht hiertoe worden besloten dan worden die eisen uitgewerkt op basis van een wetsvoorstel». Genoemde leden vragen daarom waar precies het besluit van afhangt of er wordt overgegaan op het stellen van eisen aan het uiterlijk van sigaretten en sigaren en wanneer hierover meer duidelijkheid zal bestaan.

Internationaal perspectief

De leden van de SP-fractie begrijpen dat er reeds in meerdere landen eisen gelden met betrekking tot de standaardverpakking. Graag ontvangen deze leden een overzicht van de eisen die in de betreffende landen gelden, inclusief een toelichting op de punten waarop de eisen die zullen gelden in Nederland (en zullen worden vastgelegd in de ministeriële regeling) verschillen dan wel overeenkomen ten opzichte van die eisen. Genoemde leden steunen het besluit om te streven naar een zo groot mogelijke uniformiteit. De leden van de SP-fractie vragen wel waarom ervoor is gekozen om de regelgeving in het Verenigd Koninkrijk, Hongarije, Frankrijk en Noorwegen te volgen om een neutrale verpakking verplicht te stellen voor sigaretten en shag en niet de regels te volgen zoals die gelden in Australië, Nieuw-Zeeland en Ierland om de neutrale verpakkingseisen toe te passen op alle tabaksproducten.

Verhouding tot hoger recht

Aangegeven wordt dat bij de ministeriële regeling ook overgangsmaatregelen zullen worden vastgesteld. Graag ontvangen de leden van de SP-fractie een toelichting op de overgangsmaatregelen waaraan precies gedacht wordt. Hoelang zal bijvoorbeeld de overgangstermijn gaan duren?

Daarnaast krijgen deze leden graag toegelicht waarom er niet voor wordt gekozen om ook eisen te stellen aan uitingen van het logo in reclame in speciaalzaken (die onder de uitzondering van het uitstalverbod vallen) of in vakbladen.

Toetsing en consultatie

Het is op dit moment nog niet mogelijk om vast te stellen of een uitbreiding van de benodigde capaciteit van de NVWA met betrekking tot toezicht en uitvoering nodig zal zijn. De leden van de SP-fractie vragen of dit wel inzichtelijk wordt gemaakt bij het verschijnen van de ministeriële regeling en of op basis van die gegevens ook besluiten over die benodigde capaciteit worden genomen. Deze leden ontvangen daarnaast graag de aanbevelingen die de NVWA heeft gedaan aangaande de voorbereiding van de te ontwikkelen ministeriële regeling.

Is een inschatting te maken van de te verwachten kosten met betrekking tot de eventuele juridische procedures die gestart zullen worden door tabaksproducenten, zo vragen de leden van de SP-fractie.

Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het voorstel om het Tabaks- en rookwarenbesluit te wijzigen in verband met invoering van standaardverpakking voor sigaretten en shagtabak. Genoemde leden steunen de maatregelen van de Staatssecretaris die ervoor zorgen dat minder jongeren beginnen met roken. Door het invoeren van een standaardverpakking moet de aantrekkelijkheid van sigaretten en shag sterk worden verminderd. Deze leden maken graag van de mogelijkheid gebruik om de volgende vragen te stellen.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de standaardverpakking is ingevoerd in diverse landen binnen en buiten Europa. In landen als Australië, Ierland, Noorwegen en het Verenigd Koninkrijk maakt de neutrale verpakking deel uit van een breder pakket aan samenhangende maatregelen om tabaksgebruik tegen te gaan. De regering heeft in 2014 bij de Europese onderhandelingen over de Tabaksproductenrichtlijn ingezet op de vrije keuze voor lidstaten om verdergaande verpakkingseisen te stellen, naast de verplichte informatieve boodschap, de algemene waarschuwing en de gecombineerde gezondheidswaarschuwing. De leden van de SGP-fractie steunen deze lijn. Genoemde leden vragen echter wel of de Staatssecretaris, nu er ook in Nederland een standaardverpakking wordt ingevoerd, pogingen onderneemt om Europa-brede afstemming te bereiken over het invoeren van de standaardverpakking.

De leden van de SGP-fractie constateren dat de maatregel gaat gelden voor alle sigaretten en shag die in Nederland in de handel zijn of worden gebracht. Deze leden wijzen erop dat op luchthavens in de belastingvrije zone vaak grote hoeveelheden shag en sigaretten worden verkocht. Genoemde leden vragen of de regels met betrekking tot de standaardverpakking ook voor deze taxfree zones gaan gelden. Daarnaast vragen zij of de standaard buitenverpakking ook geldt voor pakketten met grotere hoeveelheden sigaretten («sloffen»).

II. REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS


X Noot
1

Kamerstuk 34 234, nr. 16

Naar boven