2019D31349 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 18 juli 2019 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn beantwoording van vragen van de commissie inzake ambtshalve toekenning van kindgebonden budget (Kamerstuk 35 010, nr. 18).

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Freriks

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie zijn behoorlijk geschrokken van de omvang van de terugbetalingen van onterecht niet uitgekeerd kindgebonden budget. Honderdduizenden mensen krijgen een nabetaling en dat wordt met 100 uitzendkrachten toegekend, zo lezen deze leden in de uitvoeringstoets. Het gaat over een half miljard euro. Dit is dus echt vragen om problemen als dit proces even afgeraffeld wordt.

Deze leden merken op dat in Nederland de juridische fictie bestaat dat eenieder geacht wordt de wet te kennen. In dit geval heeft ingewikkelde wetgeving ertoe geleid dat

  • er tien jaar lang geen Kamerlid gevraagd heeft of dit deel van de wet wel goed wordt uitgevoerd;

  • honderdduizenden burgers de wet niet kenden en daardoor honderden, duizenden of zelfs tienduizenden euro’s zijn misgelopen;

  • de Belastingdienst zelf niet meer weet hoe de wetstekst luidt en wat zij moet uitvoeren en dat ook niet regelmatig naloopt.

Natuurlijk kunnen we daar in onderstaand voorbeeld gemakkelijk overheen stappen, maar dat is zeer onverstandig. Dit is immers een duidelijk voorbeeld dat de wetgeving bij belastingen/toeslagen zodanig ingewikkeld is, en ook verschillend tussen verschillende toeslagen, dat dus echt helemaal niemand het tien jaar lang begreep.

De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of hij die mening deelt en wat hij dan gaat doen om de wetgeving echt substantieel te vereenvoudigen.

In dit geval komen individuele burgers achteraf niet in de problemen, maar dat is elders bij toeslagen wel anders, zo merken de leden van de CDA-fractie op.

De leden van de CDA-fractie zien een aantal uitvoeringsproblemen ontstaan en hebben daarom gemeend spoedvragen te moeten stellen en hadden gevraagd om die binnen tien dagen te beantwoorden1.

Dat is nu negen dagen geleden, beseffen deze leden, en de inbreng is vandaag.

Deze leden hadden deze vragen gesteld omdat zij echt van mening zijn dat er geld uitgekeerd gaat worden in situaties die zij volstrekt onwenselijk achten. Zij hopen dat de regering deze vragen per ommegaande beantwoordt. Dan kunnen conclusies worden getrokken over in welke situaties er wel uitgekeerd kan worden en in welke niet. Zij vragen de Staatssecretaris dus deze vragen per ommegaande te beantwoorden en daarbij aan te geven in welke gevallen tijdelijk nog niet uitgekeerd wordt (bijvoorbeeld bij veroordelingen van ouders, die hun kind iets hebben aangedaan) en in welke gevallen wel (waar de gezinssituatie identiek is).

Ook verzoeken de leden van de CDA-fractie niet tot uitkering aan het buitenland over te gaan voordat duidelijk gemaakt wordt hoe gezinsinkomens worden vastgesteld en gecontroleerd en hoe wordt omgesprongen met situaties waarin in het buitenland een kindregeling ontvangen wordt die lager is dan de Nederlandse regeling. Is de Staatssecretaris bereid hierover een uitgebreide toelichting te geven?

Deze leden vragen de Staatssecretaris ook meteen in te gaan op hoe de vaststelling van het inkomen van de toeslagpartner zou verlopen.

De leden van de CDA-fractie zijn namelijk door schade en schande wijs geworden. Zij herinneren zich eerdere problemen heel erg goed.2 Een groot probleem is de (on)betrouwbaarheid van de Basisregistratie Personen. Die wordt niet goed gecontroleerd en het is echt onmogelijk om vijf jaar na dato nog vast te stellen of iemand ergens woonachtig is.

Is de Staatssecretaris bereid om niet tot uitkeringen naar het buitenland over te gaan totdat hierop een aparte toelichting is gegeven en een aparte uitvoeringstoets gedaan is? Graag ontvangen de leden van de CDA-fractie deze harde toezegging.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de antwoorden van de Staatssecretaris over de ambtshalve toekenning kindgebonden budget en hebben daarover nog enkele vragen.

De leden van de SP-fractie is het nog steeds niet helder hoe de fout in het toekennen precies is opgespoord en of kan worden gegarandeerd dat er niet bij andere toeslagen ook fouten zijn gemaakt met toekenning of het herleven van de toekenning. Zij vragen de Staatssecretaris of hij nog eens wil kijken naar de beantwoording van de Kamervragen die hierover zijn gesteld3.

De leden van de SP-fractie constateren dat in ongeveer 110.000 gevallen het nog te betalen bedrag hoger is dan € 1.000 en ook dat het gemiddeld uit te keren bedrag ongeveer € 1.700 bedraagt. Gezien deze cijfers vragen de leden van de SP-fractie zich af of het eerder genoemde getal van 300.000 tot 400.000 gedupeerde gezinnen overeind blijft en of die gezinnen allemaal gecompenseerd gaan worden. Deze leden vragen een overzicht van het aantal gezinnen dat nog recht heeft op kindgebonden budget en voor welke bedragen (bandbreedte tot € 1.000, tussen € 1.000 en € 1.500 en meer dan € 1.500). Deze leden vragen ook een overzicht met de financiële raming van het ambtshalve toekennen. Kloppen de eerder gedeelde cijfers nog?

De leden van de SP-fractie vragen zich af of de ouders die alsnog recht hebben op kindgebonden budget zelf actie moeten ondernemen om dat uitbetaald te krijgen of dat dit automatisch gebeurt. Daarnaast vragen zij wat ouders bij automatische uitbetaling kunnen doen als zij menen dat het budget niet betaald zou moeten worden aan de ouder die indertijd de kinderbijslag heeft aangevraagd, bijvoorbeeld om redenen die de leden Omtzigt en Peters (CDA) opwerpen in hun Kamervragen hierover van 9 juli jongstleden4.

De leden van de SP-fractie concluderen uit antwoord op eerdere Kamervragen dat het initiatief tot aanvraag van het kindgebonden budget bij de Belastingdienst ligt en in het geval van de Toeslagen bij de burger. Heeft de Belastingdienst informatie over bij wie dit initiatief het beste kan liggen, bijvoorbeeld vanwege de laagste foutmarge en minste noodzaak tot correctie achteraf?

De leden van de SP-fractie vernemen uit het meldpunt over onterecht stopgezette kinderopvangtoeslag dat de Belastingdienst bij een vordering dit inhoudt op het kindgebonden budget, de zorg- en huurtoeslag. Zij vragen de Staatssecretaris hoe daar bij het met terugwerkende kracht uitgekeerde kindgebonden budget mee omgegaan wordt.


X Noot
1

Vragen van de leden Omtzigt en Peters (beiden CDA) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over meer dan 100.000 ouders die de komende maanden meer dan 1.000 euro kindgebonden budget krijgen nabetaald en mogelijk geen enkele band meer hebben met hun kind(eren) (kenmerk 2019Z14852).

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr. 1886.

X Noot
4

Zie voetnoot 2.

Naar boven