2019D23678 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over haar brief met de evaluatie van de nationale nucleaire oefening «Shining Spring» 2018 (Kamerstuk 25 422, nr. 249), haar brief inzake het tweede rapport van de commissie veiligheidsbenchmark kerncentrale Borssele (herdruk) (Kamerstuk 32 645, nr. 90), haar brief inzake de brand in de splijtstoffabriek Advanced Nuclear Fuels GmbH (ANF) in Lingen, Duitsland (Kamerstuk 25 422, nr. 252), haar brief inzake de toezegging over inspraak in verband met bevindingen van het Aarhus-nalevingscomité en haar reactie op de motie van het lid Kröger over de eisen voor het uitvoeren van een MER rondom kerncentrales (Kamerstuk 25 422, nr. 253), haar brief met een reactie op het verzoek van de commissie over het bericht dat Engie uitgaat van een sluiting van Tihange 3 in 2045 (Kamerstuk 25 422, nr. 254) en haar brief inzake het definitieve rapport van de Integrated Regulatory Review Service (IRRS) Follow Up missie (Kamerstuk 25 422, nr. 255).

De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie, Koerselman

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Inleiding

Algemeen

Evaluatie nucleaire oefening Shining Spring

Tweede rapport commissie veiligheidsbenchmark kerncentrale Borssele

De verwachte sluiting van Tihange 3 in 2045

Risico’s nucleaire transporten over Westerschelde

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken ten behoeve van het schriftelijk overleg Nucleaire veiligheid. Zij hebben over de geagendeerde stukken nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brieven inzake nucleaire veiligheid. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de agendastukken over nucleaire veiligheid. Naast nog enkele vragen in het verlengende van de agendapunten leven er bij deze leden een aantal vragen die niet op de agenda staan.

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor dit schriftelijk overleg.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die geagendeerd staan voor dit schriftelijk overleg. Ze hebben daar nog enkele vragen over.

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie staan positief tegenover kernenergie als onderdeel van de energietransitie. Veiligheid staat daarbij echter altijd op de eerste plaats en deze moet gegarandeerd kunnen worden. Nucleaire veiligheid blijft namelijk een onderwerp dat constant onze aandacht verdient. Bij het algemeen overleg Nucleaire veiligheid van 28 november 2018 zijn er vragen gesteld met betrekking tot de benoeming van een klankbordgroep. Kan de Staatssecretaris de voortgang wat betreft het benoemen van deze klankbordgroep aangeven?

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd naar de laatste stand van zaken over de tritiumverontreiniging bij Petten. Kan de Staatssecretaris een update geven?

Ook zijn deze leden benieuwd naar de laatste stand van zaken rondom het proces van ontmanteling van de voormalige kerncentrale Dodewaard. Kan de Staatssecretaris een update geven? De leden van de D66-fractie zijn van mening dat een goede Nederlandse kennisinfrastructuur rondom het onderwerp van straling en nucleaire energie essentieel is voor de nucleaire veiligheid in Nederland. Steeds meer beroepen krijgen te maken met nucleaire veiligheid, zoals bij het gebruik van radioactiviteit in medische toepassingen, in de toepassingen van biotechnologie of bij de werkzaamheden van begrafenisondernemers. Na het voeren van gesprekken met kennisinstituten over deze kennisinfrastructuur constateren deze leden dat de kennisinfrastructuur in Nederland in een dreigend tempo aan het afbrokkelen is. Al in 2008 signaleerde de Gezondheidsraad in zijn onderzoek «Opleiden van deskundigen op het gebied van stralingsbescherming» dat het kennisniveau en de expertise op het gebied van stralingsbescherming achteruitliepen. Het onderzoek «Inventarisatie van wetenschappelijk onderzoek

en onderwijs in de stralingsbescherming» van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) uit 2013 bevestigde dit beeld en in reactie hierop benadrukte toenmalig Minister van Economische Zaken Henk Kamp vervolgens het belang van een sterke kennisinfrastructuur. Ook in 2018 concluderen de TU Delft, het RIVM en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in een peiling onder gezaghebbende stakeholders dat deze kennisinfrastructuur er nog niet staat en dat de urgentie steeds groter wordt. De TU Delft heeft de eerste stappen gezet om een kennisnetwerk op te zetten, maar het ontbreekt aan momentum en ondersteuning vanuit de rijksoverheid. Kan de Staatssecretaris toelichten welke stappen er nu door het kabinet worden gezet om de kennisinfrastructuur te waarborgen in Nederland? Deelt zij de mening dat Nederland een strategische integrale onderzoeksagenda nodig heeft op het gebied van straling en nucleaire kennis? Is zij bereid geld vrij te maken voor het verder ontwikkelen van een dergelijke onderzoeksagenda en kennisinfrastructuur met betrekking tot straling en nucleaire veiligheid?

Evaluatie nucleaire oefening Shining Spring

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het rapport over de nucleaire oefening Shining Spring 2018. Ondanks het feit dat het risico op een nucleair ongeval in Nederland zeer beperkt is, is het goed om een dergelijke rampenoefening te doen. Hier hebben deze leden eerder ook al aandacht voor gevraagd.

Uit de bijgevoegde brief van de Staatssecretaris blijkt dat de huidige aspecten van crisisbeheersing nog niet altijd genoeg in verbinding staan met de dynamiek die in een maatschappij kan ontstaan rond een stralingsincident. De Staatssecretaris stelt dat de nadruk bij de crisisbeheersing daarom zal verschuiven naar het inspelen op de maatschappelijke dynamiek. Deze leden vragen hoe dit vorm gegeven gaat worden. Hierover vinden inmiddels gesprekken plaats met de Veiligheidsregio’s. Kan de Staatssecretaris aangeven wat de uitkomsten van deze gesprekken zijn?

De leden van de CDA-fractie vinden het positief dat na de laatste oefening in 2011 in 2018 weer een grote oefening Shining Spring heeft plaatsgevonden. Eén van conclusies uit deze oefening is dat regelmatig en in verschillende vormen gezamenlijk oefenen helpt om beter op elkaar ingespeeld te raken. Deze leden zouden graag willen weten hoe het zit met deze oefeningen. Zijn dit oefeningen die, zoals Shining Spring, eens per zeven jaar plaatsvinden? Of gaat dit om andersoortige oefeningen?

De leden van de D66-fractie lezen in de evaluatie over de nucleaire oefening Shining Spring dat men meer wil gaan doen met de maatschappelijk dynamiek. Nu hebben deze leden onlangs ook kennisgenomen van het programma Duurzame Veiligheid 2030 (DV2030) en Safety Delta Nederland (SDN) (Kamerstuk 28 089, nr. 135), programma’s gericht op het verbeteren van de veiligheid in de chemische sector. Deze programma’s lijken overeenkomsten te vertonen met de beschreven plannen in de eerder genoemde evaluatie. Kan de Staatssecretaris toelichten of er ook wederzijdse ervaringen worden uitgewisseld door de deelnemende partijen aan de veiligheidsprogramma’s DV2030, SDN en de nationale nucleaire oefening (NNO)? Deze leden lezen dat de deelnemende partijen overwegingen van communicatieve en maatschappelijke aard willen laten meewegen in crisissituaties. Kan de Staatssecretaris toelichten in hoeverre deze invloed zullen hebben op de feitelijke veiligheid?

De leden van de SP-fractie vragen waarom communicatie een terugkerend probleem is. Hoe kan het dat in evaluaties dit punt steeds naar voren komt? Deze leden zijn dankbaar dat het slechts om een nucleaire oefening ging. Hoewel ze de brand in de fabriek nabij de kerncentrale in Lingen betreuren, zijn zij opgelucht dat er geen radioactieve stoffen vrij zijn gekomen. Maar de zorgen van deze leden zijn enorm.

De leden van de SP-fractie vragen wat de Staatssecretaris gaat doen om de crisiscommunicatie te verbeteren. Welke stappen gaat zij zetten en wanneer? Kan zij in een tijdlijn uiteenzetten wanneer deze stappen gezet gaan worden? Hoe worden lokale overheden daarbij betrokken? En de landen om ons heen?

Ook vragen de leden van de SP-fractie hoe het kan dat niet alle veiligheidsregio’s een noodplan klaar hebben liggen. Kan de Staatssecretaris een overzicht maken welke veiligheidsregio’s wel een plan hebben en welke niet? Zijn deze plannen actueel? Voldoen ze aan gestelde criteria? Zijn die criteria er? Zo ja, welke zijn dit dan?

Tweede rapport commissie veiligheidsbenchmark kerncentrale Borssele

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd om te lezen dat de Staatssecretaris in haar brief bevestigt dat kerncentrale Borssele voldoet aan de in het Convenant Kerncentrale Borssele gemaakte afspraak dat de kerncentrale blijft behoren tot de 25% veiligste, technisch vergelijkbare vermogensreactoren in de Europese Unie, Verenigde Staten en Canada.

De leden van de CDA-fractie vinden het positief dat een commissie van onafhankelijke internationale deskundigen over de kerncentrale in Borssele heeft geconcludeerd dat deze centrale tot de groep van 25% veiligste, watergekoelde en watergemodereerde reactoren van de Europese Unie, de Verenigde Staten en Canada behoort en daarmee aan de veiligheidseis uit het Convenant Kerncentrale Borssele voldoet. Het nieuwe provinciebestuur van de provincie Zeeland heeft uitgesproken dat het langer openhouden van de kerncentrale in Borssele bespreekbaar moet zijn. Deze leden staan hier ook positief tegenover. Graag vernemen zij van de Staatssecretaris welke stappen er nodig zijn om het veilig en langer openhouden van de kerncentrale in Borssele te verkennen en hoe lang voor de verschillende stappen nodig is.

De leden van de GroenLinks-fractie blijven zich zorgen maken over de verlengingsduur van kerncentrale Borssele en vragen wanneer een publieksconsultatie over de milieu-invloeden met betrekking tot de kerncentrale Borssele tussen 2013 en 2033, het liefst in de vorm van een milieueffectrapportage (MER), nu eindelijk gaat plaatsvinden. Is de Staatssecretaris in overleg met de partijen die zo'n consultatie eisen, zodat de lopende hogerberoeps-procedure hierover zou kunnen worden geschikt buiten de rechtbank? Zo nee, waarom doet de Staatssecretaris daar geen poging toe?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben de veiligheidsbenchmark van de kerncentrale Borssele gelezen en lezen dat de internationale commissie die het benchmarkrapport heeft geschreven niet komt tot de expliciete conclusie dat Borssele voldoet aan het criterium tot de 25% veiligste kerncentrales in Europa, de VS en Canada te behoren – dat wil zeggen de 60 veiligste centrales in dit gebied – beter dan 180 andere centrales. Deelt de Staatssecretaris dit inzicht? Dit is wel een criterium voor het openblijven van de kerncentrale Borssele. Gezien de leeftijd van Borssele, de oudste kerncentrale in de EU, zou dat verbazingwekkend zijn. Zou de Staatssecretaris op basis van dit gegeven en het voorzorgsprincipe niet tot de conclusie moeten komen dat Borssele het 25%-criterium waarschijnlijk niet bereikt en dus zo snel mogelijk moet worden uitgefaseerd?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat bij de «long term operation»-vergunning van de kerncentrale Borssele de uitgebreide openbare voorzieningsprocedure (UOV) is gevolgd. Klopt het dat het Aarhuscomité de uitgevoerde UOV voor Borssele bij de vergunningswijziging in 2013 onvoldoende vond om aan het Verdrag te voldoen? Klopt het dat in een UOV niet alle beschikbare informatie betreffende het milieu wordt gedeeld met het publiek en dat er geen rekening wordt gehouden met publieksinspraak als die over milieuaspecten gaat? Klopt het ook volgens de Staatssecretaris dat hiermee onvoldoende wordt voldaan aan het Verdrag van Aarhus? Deelt de Staatssecretaris het inzicht dat er met het uitblijven van een MER bij de huidige vergunningswijziging of bij de acceptatie van het benchmarkrapport (ook een beslissing die voldoet aan de definitie van beslissing onder Aarhus), kansen zijn gemist om een MER uit te voeren? Deelt u het inzicht dat de Aarhus Convention Compliance Committee (ACCC) expliciet heeft gesteld dat het niet redelijk is om te vermoeden dat een verlengde bedrijfsvoering van Borssele geen invloed zou hebben op het milieu (ACCC/C/2014/104)?

De verwachte sluiting van Tihange 3 in 2045

De leden van de fractie van de Partij voor de Dieren zijn teleurgesteld in de reactie van de Staatssecretaris over het bericht dat Engie uitgaat van sluiting van Tihange 3 in 2045. Zij vragen de Staatssecretaris inhoudelijk te reageren op dit bericht. Wat vindt zij ervan dat Engie zich financieel voorbereidt op een aanzienlijk later sluitingsmoment van de verouderde kernreactor van Tihange dan nu is vastgelegd in de Belgische wetgeving? Gaat de Staatssecretaris bij haar Belgische collega aangeven dat wat Nederland betreft een verlenging van de levensduur van de kerncentrales onwenselijk is? Zo nee, wat is haar positie tegenover verdere verlenging van de levensduur van de verouderde Belgische kerncentrales? Kan de Staatssecretaris aangeven wat de situatie in Nederland is? Houden alle betrokken partijen in Nederland in hun beleid en boekhouding rekening met de door het kabinet vastgestelde einddatum? Zo nee, wat is de Staatssecretaris voornemens daaraan te doen?

Risico’s nucleaire transporten over Westerschelde

De leden van de CDA-fractie merken op dat in het nieuwsbericht «Risico's nucleaire transporten over Westerschelde onvoldoende onderzocht» zorgen werden geuit over nucleair vervoer over de steeds drukkere Westerschelde.1 Zo’n tien keer per maand vaart er een transport over de Westerschelde met radioactieve lading. De rivier wordt steeds drukker en de schepen steeds groter, maar er is geen risicoanalyse gemaakt van de gevaren van die schaalvergroting, was de boodschap. Daarbij zijn de lokale autoriteiten niet voorbereid op een calamiteit met dit soort lading. Graag willen deze leden weten wat de Staatssecretaris gaat doen om ervoor te zorgen dat lokale autoriteiten goed zijn voorbereid op een mogelijke calamiteit. Tevens willen deze leden graag weten of de Staatssecretaris samen met de relevante Nederlandse en Belgische partijen een oefening kan organiseren.

De leden van de D66-fractie lezen in het hierboven genoemde nieuwsbericht dat de reders, loodsen en een verzekeraar een noodoproep doen over de toename van risico’s op een nucleaire calamiteit op de Westerschelde. De risico’s zouden niet goed in beeld zijn en de lokale autoriteiten onvoldoende voorbereid op dit soort calamiteiten. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke wijze zowel de Minister als de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat deze risico’s op de Westerschelde gaat ondervangen? Kan zij toelichten of er al gestart is met een risicoanalyse? Vindt er al overleg plaats met de Belgische atoomwaakhond, de Federale Autoriteit voor Nucleaire Controle (FANC)? Zo nee, op welke termijn gaat dit plaatsvinden? Deelt de Staatssecretaris de mening dat een tijdelijk verbod van het vervoer van nucleaire materiaal op de Westerschelde niet op zijn plaats is, totdat de risico’s in kaart zijn gebracht en er treffende maatregelen zijn genomen?

Naar boven