2019D21519 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Minister van Financiën van 15 mei 2019 inzake het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2018 (Kamerstuk 35 200, nr. 1) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Minister voorgelegd.

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

Nr	Vraag
1	Wat is het totaalbedrag aan onderuitputtingen? Hoeveel hiervan blijft beschikbaar voor volgend jaar?
2	Waarom worden aspirant-agenten meegeteld als het gaat om de operationele sterkte, terwijl de Rekenkamer dat niet doet?
3	Voeren aspirant-agenten exact dezelfde werkzaamheden uit als volledig opgeleide agenten? Zijn zij precies hetzelfde aantal uren werkzaam als agent?
4	Hoe gaat u sociale minima, alleenverdieners met kinderen en bijna alle AOW'ers, die in 2018 koopkracht inleverden, compenseren?
5	Is de realisatie van de Opslag Duurzame Energie (ODE) zodanig dat bedrijven en huishoudens beide de helft opbrengen? Zo ja, staat dat in verhouding tot de uitstoot van bedrijven en huishoudens?
6	Kunt u verklaren waarom bepaalde groepen (alleenverdieners met kinderen, alleenstaande sociale minima en sommige AOW'ers) sinds 2008 koopkracht hebben ingeleverd?
7	De belastingdruk is gestegen van 35,9% bbp tot 39,1% bbp tussen 2008 en 2018. Kunt u dit weergeven in miljarden?
8	Hoe verklaart u de daling van het reël besteedbaar huishoudinkomen sinds 2007? In welke andere EU-landen is er in dezelfde periode ook een daling te zien? Hoe groot is die daling?
9	Hoe hebben de uitgaven aan AOW zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld, als percentage van het bbp? Hoe zullen de uitgaven aan AOW als percentage van het bbp zich de komende 10 jaren ontwikkelen?
10	Hoe hebben de uitgaven aan zorg zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld, als percentage van het bbp? Hoe zullen de uitgaven aan zorg als percentage van het bbp zich de komende 10 jaren ontwikkelen?
11	Hoe hebben de uitgaven aan sociale zekerheid zich de afgelopen tien jaar ontwikkeld, als percentage van het bbp? Hoe zullen de uitgaven aan sociale zekerheid als percentage van het bbp zich de komende 10 jaren ontwikkelen?
12	Is de tabel in het antwoord op vraag nummer 52 van de urgente feitelijke vragen over het Financieel Jaarverslag van het Rijk in- of exclusief de Zvw-premie?
13	Hoe gaan problemen zoals recent zijn geconstateerd bij de saldibalansen in de toekomst voorkomen worden? Welke concrete maatregelen gaan genomen worden om dat te voorkomen?
14	Wat heeft het Ministerie van Financiën het afgelopen jaar concreet gedaan om te zorgen dat de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering bij het ministerie zelf, maar ook richting de andere ministeries worden opgelost? Welke rol heeft het Ministerie van Financiën daarbij gepakt?
15	Welke ministeries hebben nog te maken met een verscherpt toezicht vanuit Financiën en wat zijn de gevolgen daarvan voor de bestedingen door deze ministeries?
16	Van welke aftrekposten en grondslagversmallers in de vennnootschapsbelasting maken hoofdkantoren en multinationals het meeste gebruik? Wat is de budgettaire derving van deze verschillende aftrekposten en grondslagversmallers?
17	Kunt u een uitputtende lijst geven van grondslagversmallers in de vennootschapsbelasting?
18	Hoeveel leenden directeuren-grootaandeelhouders (DGA's) in 2018 van hun eigen vennootschap? Hoe heeft dit zich sinds 2015 ontwikkeld?
19	Hoe hebben de belastinginkomsten via de vennootschapsbelasting zich over de periode 2015–2018 ontwikkeld?
20	Kunt u de ontwikkeling van de collectieve lastendruk over de afgelopen 10 jaar weergeven, uitgesplitst naar lasten voor burgers en lasten voor bedrijven?
21	Waarom zijn de inkomsten van de bankenbelasting in 2018 6,5% lager dan in 2017?
22	Wat is het criterium om de afname van het rechtmatigheidspercentage «licht» te noemen? Is het niet juister om te stellen dat het aantal onrechtmatigheden met meer dan een derde is toegenomen?
23	Op welke aspecten wordt gedoeld met «ruimte voor verbetering» en «nadere afbakening» bij de toepassing van art. 3.1 Comptabiliteitswet?
24	Welke conclusies zijn vorig jaar verbonden aan de hoogte van de uitvoeringskosten van de genoemde regelingen, in het bijzonder die van het Europees Fonds voor Meest Behoeftigen (EFMB) en het Europees Visserijfonds (EVF)/Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV)?
25	Waardoor zijn de belasting- en premieontvangsten in 2018 op kasbasis bij invoerrechten en omzetbelasting hoger ingeschat dan geraamd en kunt u dit toelichten?
26	Hoe verklaart u dat de realisatie van de overige belastingontvangsten in 2018 € 77 miljoen hoger liggen dan zoals geraamd in de startnota 2017? Wat zijn de drie belangrijkste oorzaken van deze afwijking?
27	Kunt u de cijfers over de schenk- en erfbelasting nader toelichten?
28	Hoe wordt de overschrijding van het budget voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) opgevangen?
29	Is de overschrijding incidenteel of is het EIA-budget de afgelopen jaren vaker overschreden?
30	Waarom is het aftrekpercentage voor EIA verlaagd?
31	Kan het aftrekpercentage voor de EIA zomaar verlaagd worden?
32	Kunt u toelichten hoe de overschrijding van het budget voor de Milieu-investeringsaftrek (MIA) kan worden opgevangen?
33	Kunt u uitsplitsen uit welke jaren het budgetreserve komt en waarom er in die jaren een budgetoverschot was?
34	Hoeveel en wat voor soort voertuigen zijn er extra gemeld waardoor het MIA-budget met 40 miljoen is overschreden?
35	Op basis waarvan is het aftrekpercentage op elektrische voertuigen verlaagd van 36% naar 27%?
36	Kunt u een toelichting geven op de 133 miljoen euro die is uitgegeven aan de inhuur van externen?
37	Wat voor soort externen heeft de Belastingdienst ingehuurd?
38	Hoeveel externen heeft de Belastingdienst ingehuurd?
39	Waarom heeft de Belastingdienst externen moeten inhuren?
40	Hoe kan het dat de Belastingdienst meer miljoenen heeft uitgegeven aan ICT dan eerder begroot?
41	Hoe kan het dat de uitstaande garanties voor exportkredietverzekering hoger zijn dat het garantieplafond? Wat is de oorzaak van de hogere uitstaande garanties? En welke rol heeft het plafond wanneer de werkelijke uitstaande garanties hoger kunnen zijn?
42	Betekent de «in theorie onbegrensde» garantie voor FMO ook dat de Staat instaat voor derivatenposities van FMO? Is de vreemdvermogenspositie een toereikende indicator voor dat risico? Welke afspraken zijn met FMO gemaakt over derivatenposities en hoe wordt daarop toegezien?
43	Hoeveel procent van de woningmarkt wordt direct of indirect gegarandeerd door het Rijk?
44	Zijn de aanpassingen binnen de Europese Begroting al goedgekeurd door de lidstaten en het Europees Parlement?
45	Wat is oorzaak van de verlaging van de Nederlandse afdracht aan de EU?
46	Wat valt er allemaal onder het kopje «diversen» van 73,6 miljoen euro bij de technische mutaties, uitgaven?
47	Wat valt er onder de mee- en tegenvallers van de slotwet? Hoe hoog is het totale bedrag aan meevallers? Hoe hoog is het totale bedrag aan tegenvallers? Waar wordt het bedrag aan meevallers voor ingezet?
48	Op welke wijze is de 42 miljoen euro die het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft ontvangen van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ingezet?
49	Hoe kan de instroomraming van asielzoekers van 30.000 naar 37.000 leiden tot een overheveling van 42 miljoen euro van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking naar de begroting van Justitie en Veiligheid?
50	Kunt u alle mee- en tegenvallers onder het kopje «diversen» van de uitgaven noemen? Hoe hoog is het totale bedrag aan meevallers? Hoe hoog is het totale bedrag aan tegenvallers? Waar wordt het bedrag aan meevallers voor ingezet?
51	Is er nog geld over van de 86,3 miljoen euro EU-eindejaarsmarge? Zo ja, waar is dit geld naar toe verplaatst?
52	Wat valt er allemaal onder «overige problematiek»? Hoeveel kosten zijn daar per individuele post aan verbonden?
53	Waarom heeft er een afroming van 19,9 miljoen euro van het eigen vermogen van het COA plaats gevonden?
54	Kunt u de desaldering IND voor 19,7 miljoen euro nader toelichten?
55	Waarvan precies zijn de realisatiecijfers afwijkend van eerder geraamd en wat is daarvan de oorzaak?
56	Kunt u de tegenvaller in de belasting- en invorderingsrente verklaren?
57	Op welke manier is de 19,4 miljoen euro die de Douane heeft uitgegeven in 2018 besteed?
58	Is de stijging van het aantal invorderingsmaatregelen bij de Belastingdienst incidenteel?
59	Kunt u een uitsplitsing geven van de afgelopen 5 jaar per jaar over de kosten die de Belastingdienst kwijt is aan doorbelaste kosten voor vervolging?
60	Kunt u de mutaties onder het kopje «Diversen – niet-belastingontvangsten» uitgebreider toelichten?
61	Voor welk doel is de 45,4 miljoen euro extra vrijgekomen ruimte ingezet?
62	Wat is de achterliggende oorzaak van het niet tijdig betalen en leveren van munitie?
63	Kunt u bij de «niet ingevulde minregel» aangeven op welke concrete post de onderuitputting is ingeboekt en waarom verwacht wordt dat daar structureel onderuitputting zal zijn? Wat is de resterende opgave?
64	Kunt u verder toelichten wat er precies bedoeld wordt onder AW LNV dekking apparaat?
65	Kunt u een uitsplitsing maken van de totale kosten die zijn uitgegeven aan de diverse problematiek op het gebied van ICT en bedrijfsvoering?
66	Hoe is de precieze verdeling van de kosten voor de LNV-problematiek ICT en bedrijfsvoering onder de Ministeries van LNV en EZK?
67	Hoe veel lager dan begroot was het bedrag aan nabetalingen over eerdere toeslagjaren?
68	Hoeveel werd er meer uitgegeven aan het gebruik van kinderopvang dan begroot?
69	Waardoor wordt de overschrijding op zorg in Caribisch Nederland veroorzaakt?
70	Voor welk doel waren de vrijgevallen middelen op Nominaal en Onverdeeld oorspronkelijk bedoeld en hoe kan het dat deze middelen niet meer nodig zijn?
71	Met welke reden is er overdekking ingeboekt op het Wlz-kader? Is dit gedurende het jaar al bijgesteld? Waarvoor is de overdekking ingezet?
72	Om welke reden is de egalisatieschuld van JenV bij het Rijksvastgoedbedrijf niet tot betaling gekomen?