2019D11532 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 21 maart 2019 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over het door de Minister van Buitenlandse Zaken bij brief van 15 februari 2019 toegezonden BNC-fiche over de Mededeling voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken (Kamerstuk 22 112, nr. 2772).

De voorzitter van de commissie, Anne Mulder

De griffier van de commissie, Weeber

Inhoudsopgave

blz.

       

I)

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

 

1.

Algemene opmerkingen

2

 

2.

De cultuur van unanimiteit

3

 

3.

De passarelle-bepaling

4

 

4.

De routekaart

4

 

5.

Democratische legitimiteit

5

 

6.

Krachtenveld

6

 

7.

Omvang van de Europese Unie

6

       

II)

Reactie van de Staatssecretaris

6

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

1. Algemene opmerkingen

De leden van de VVD-fractie hebben met enige zorg kennisgenomen van de Mededeling voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken. De leden van de VVD-fractie hechten aan een inhoudelijk goede, efficiënte en democratische besluitvorming, zij zien geen toegevoegde waarde in het voorstel waar gepleit wordt de besluitvorming in de Europese Unie op basis van unanimiteit los te laten.

De leden van de VVD-fractie hebben de motie-Maeijer c.s. (Kamerstukken 21 501-02, nr. 1920) over niet afstappen van besluitvorming bij unanimiteit op gebied van belastingheffing en sociaal beleid op 8 december 2018 gesteund en daarmee al uitgesproken tegen het voorliggend voorstel te zijn. Deze leden onderschrijven de inzet en motivering van het kabinet.

De leden van de CDA-fractie hebben met afkeuring kennisgenomen van het voorstel van de Europese Commissie om de besluitvorming bij unanimiteit voor belastingzaken af te schaffen. Deze leden delen de mening van het kabinet dat dit zeer onverstandig zou zijn. Unanimiteit bij belastingzaken is noodzakelijk, omdat belastingen onder de expliciete soevereiniteit van lidstaten vallen. Deze leden achten het absoluut onwenselijk dat een meerderheid van landen kan beslissen over fiscale zaken in andere lidstaten. Elke lidstaat gaat over zijn eigen belastingen en moet daarom kunnen instemmen met Europese fiscale maatregelen.

De leden van de CDA-fractie verzoeken het kabinet om de Kamer te informeren over elke stap die genomen wordt in dit dossier en tijdig aan te geven wanneer er beslismomenten op Europees en nationaal niveau aan de orde zijn.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken en het BNC-fiche. Deze leden verwelkomen de discussie over besluitvorming bij EU-belastingzaken. Ook de erkenning van het kabinet dat coördinatie op EU-niveau van belang kan zijn voor het beschermen van de nationale belastinggrondslag en de bevestiging dat belastingen die raken aan mobiliteit, globalisering en digitalisering niet meer een puur nationale aangelegenheid zijn, kan op instemming van deze leden rekenen. Deze leden hebben nog enkele opmerkingen en vragen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben met teleurstelling kennisgenomen van het fiche over een meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken. Zij zijn van mening dat efficiëntere besluitvorming nodig is om belastingontwijking, belastingontduiking en belastingfraude aan te pakken.

Deze leden zijn benieuwd hoe het kabinet zich gaat opstellen in de discussie hierover. Is het kabinet bereid om constructief mee te praten over besluitvorming door middel van gekwalificeerde meerderheid?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het fiche over de mededeling van de Europese Commissie voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken. Deze leden zijn van mening dat het heffen van belastingen een nationale aangelegenheid is en dat de nationale lidstaten de beleidsvrijheid moeten hebben om tarieven van en grondslagen voor belastingen zelf vast te stellen.

De leden van de fractie van 50PLUS hebben met grote bezorgdheid kennisgenomen van het fiche over de mededeling van de Europese Commissie voor meer efficiënte en democratische besluitvorming bij EU-belastingzaken. Deze leden hebben fundamentele bezwaren tegen de inzet van de Commissie en zij maken zich grote zorgen over de uiteenlopende belangen in de EU.

2. De cultuur van unanimiteit

De leden van de VVD-fractie hechten aan eigen beslissingsbevoegdheid over de eigen fiscale regelgeving. De voorstellen die een internationaal karakter hebben, dienen in nauw overleg tot stand te komen, waarbij iedere lidstaat vanuit zijn eigen bevoegdheid een standpunt moet kunnen innemen. In de afgelopen jaren is een aantal belangrijke stappen gezet om bijvoorbeeld belastingontduiking en -ontwijking tegen te gaan. Deze besluiten zijn genomen op basis van unanimiteit. De voorbeelden zoals omschreven in de reactie van het kabinet laten zien dat ook bij unanimiteit belangrijke stappen gezet kunnen worden.

De leden van de CDA-fractie merken op dat het natuurlijk soms bij prangende zaken nodig is om snel tot overeenstemming te komen, bijvoorbeeld bij de aanpak van belastingontwijking. Maar de praktijk laat zien dat in die gevallen ook met unanieme besluitvorming snel tot overeenstemming kan worden gekomen. De leden van de CDA-fractie vrezen dat besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid tot minder goede regelgeving kan leiden, omdat over belangrijke bezwaren van (kleine) lidstaten heen kan worden gestapt. Zij vragen of het kabinet deze zorgen deelt.

De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om te reageren op de «cultuur van unanimiteit», zoals beschreven door de Europese Commissie. Deze leden delen het standpunt dat de laatste jaren ook bij besluitvorming door middel van unanimiteit goede stappen zijn gezet, maar zijn van mening dat besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid op EU-belastingzaken kan bijdragen aan effectievere en daadkrachtigere maatregelen. Voorgenoemde leden vragen het kabinet om hierop te reageren. Deze leden vragen of het kabinet aanwijzingen heeft dat voorstellen juist vanwege de unanimiteitsvereiste achterwege zijn gebleven of zijn afgezwakt. Deleden van de aan het woord zijnde fractie vragen of het kabinet kan uitsluiten dat besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid de laatste jaren tot nog effectievere en daadkrachtigere maatregelen had kunnen leiden.

De leden van de D66-fractie lezen dat besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid uiteindelijk negatieve financiële gevolgen kan hebben voor individuele lidstaten. Deze leden vragen het kabinet om te bevestigen dat hetzelfde geldt voor besluitvorming door middel van unanimiteit. Meer specifiek vragen deze leden om te reageren op een situatie waarbij één lidstaat zijn veto uitspreekt tegen een fiscale vergroeningsmaatregel in EU-verband en dit leidt tot weglekeffecten uit andere lidstaten, die individueel in plaats van gezamenlijk actie ondernemen.

De leden van de D66-fractie merken in dit kader op dat aantasting van een gelijk speelveld en mogelijke weglekeffecten vaak als reden worden genoemd om als land geen maatregelen te nemen die wel zouden kunnen bijdragen aan betere belastingheffing en bijvoorbeeld gebruikt zouden kunnen worden voor het verlagen van lasten op arbeid.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen welke discussies op het gebied van EU-belastingzaken op dit moment stil liggen. Hoeveel vertraging is er de afgelopen jaren opgelopen doordat landen hun vetorecht konden gebruiken? Welke maatregelen waren er de afgelopen jaren wél geïmplementeerd op het gebied van EU-belastingzaken, als Nederland geen vetorecht had gehad?

De leden van de fractie van GroenLinks merken op dat de Europese Commissie constateert dat vele miljarden aan belastingopbrengsten worden misgelopen door het vetorecht. Kan het kabinet hier nader op ingaan? Om hoeveel geld gaat het precies? Welk deel van de misgelopen opbrengsten hangt samen met een definitief btw-systeem? En hoeveel zou gemoeid zijn met respectievelijk de Consolidated Corporate Tax Base (CCCTB), de Financial Transaction Tax (FTT) en de digitaledienstenbelasting?

De leden van de fractie van GroenLinks vragen het kabinet in hoeverre belastingen nog een puur nationale aangelegenheid zijn. In hoeverre is er nog sprake van autonomie als landen steeds op elkaar moeten reageren met een tariefsverlaging in de fiscale race naar de bodem?

3. De passerelle-bepaling

De leden van de VVD-fractie constateren dat de Commissie aandringt op spoedige besluitvorming middels de passerelle-bepaling van artikel 48 Verdrag betreffende de EU (VEU) bij twee van vier geïdentificeerde maatregelen. Deze leden vragen de Staatssecretaris of hij kan aangeven hoe het verdere traject van besluitvorming dit voorstel eruit zal zien. Kan de Staatssecretaris nogmaals bevestigen dat van instemming door Nederland geen sprake zal zijn en dat het voorstel van de Europese Commissie dus van tafel kan?

De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of het klopt dat, doordat de verschuiving van competentie middels een passerelle-bepaling wordt geregeld, het Verdrag niet aangepast hoeft te worden. Deze leden zijn van mening dat bij overdracht van soevereiniteit van een dergelijk belangrijk element als belastingen dit door middel van een wijziging van het Verdrag zou moeten worden gerealiseerd. Zij vragen de Staatssecretaris hierop te reageren. De regering noemt belastingheffing immers terecht essentieel voor een soevereine staat.

4. De routekaart

De leden van de D66-fractie lezen dat het kabinet zeer kritisch is over de routekaart van de Europese Commissie. Hoe waardeert het kabinet de vier afzonderlijke stappen binnen de routekaart?

Deze leden vragen het kabinet om in te gaan op de mate waarin besluitvorming met unanimiteit of gekwalificeerde meerderheid gewenst is per afzonderlijk beleidsterrein of type beleidsmaatregel die in de routekaart zijn opgenomen. Deze leden zijn van mening dat de wenselijkheid per beleidsterrein kan verschillen. Zo zijn deze leden terughoudend als het gaat om besluitvorming ten aanzien van de inkomstenbelasting, sociaal beleid en maatregelen gericht op het verbeteren van de volksgezondheid. Bij welke EU-belastingzaken zou volgens het kabinet de besluitvorming het beste met gekwalificeerde meerderheid kunnen plaatsvinden?

De leden van de fractie van GroenLinks vragen hoe het kabinet aankijkt tegen de vier verschillende stappen uit het voorstel. Is het kabinet bijvoorbeeld bereid om te praten over stap 1: maatregelen die geen impact hebben op de belastinggrondslag? Deze leden stellen voorts de vraag hoe groot de kans is dat stappen 1 tot en met 4 eind 2025 gerealiseerd zijn.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen het kabinet waarom zij stap 2 niet steunt, maatregelen die fiscaal van aard zijn maar primair bedoeld om andere doelstellingen te realiseren, zoals milieudoelstellingen. Hoe verhoudt dit standpunt zich tot het standpunt van het kabinet dat een vliegbelasting liever Europees dan nationaal geregeld dient te worden?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn evenals het kabinet zeer kritisch over de in de mededeling van de Europese Commissie beschreven routekaart, waarmee de Commissie de EU-lidstaten oproept om stapsgewijs over te gaan naar besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid voor fiscale dossiers.

Deze routekaart is een duidelijk voorbeeld van hoe de Commissie de soevereiniteit van de lidstaten verder probeert uit te hollen. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie verwachten dat het kabinet, zoals uitgesproken in dit BNC-fiche, zich faliekant tegen deze routekaart blijft verzetten en zij verzoeken het kabinet duidelijk te expliciteren hoe het verzet tegen deze routekaart verder vorm zal krijgen.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn zeer verbaasd over de naamgeving van deze mededeling, aangezien de routekaart niet een «meer democratische besluitvorming» behelst maar juist een uitholling van de democratie. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie verzoeken het kabinet of het er bij de Commissie op kan aandringen dat de Commissie bij de woordkeuze van voorstellen er voortaan op zal toezien dat de door haar gekozen woorden daadwerkelijk de inhoud van het voorstel reflecteren, en niet precies het tegenovergestelde van de inhoud van het voorstel.

5. Democratische legitimiteit

De leden van de D66-fractie vragen het kabinet om nader toe te lichten waarom het niet het standpunt van de Europese Commissie deelt dat de besluitvorming kan bijdragen aan een betere democratische legitimiteit. Deze leden vragen het kabinet om hierbij specifiek in te gaan op de verwachting van de Commissie dat lidstaten bij besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid serieuzer zouden onderhandelen, met als resultaat meer relevante en ambitieuze uitkomsten.

De leden van de fractie van 50PLUS zijn van mening dat stellingen zoals «meer EU regels versterken de interne markt en maken deze meer competitief» en «besluiten worden kwalitatief beter en hebben een betere democratische legitimiteit», getuigen van een zeer gekleurde positie van de Commissie, met veel te weinig kritische zelfreflectie op haar eigen democratische legitimiteit en beleidsprestaties. Deelt het kabinet deze mening?

De leden van de fractie van 50PLUS vragen voorts hoe hoog bij de laatste vier verkiezingen voor het Europees Parlement de gemiddelde opkomst was, en hoe hoog bij de laatste vier verkiezingen voor de Kamer de gemiddelde opkomst was.

De leden van de fractie van 50PLUS vragen of het juist is dat gepensioneerde ambtenaren van de Commissie per december 2017 2% en per juli 2018 1% verhoging van hun pensioen hebben gekregen. Hoeveel actieve en inactieve deelnemers profiteren van deze gunstige Europese pensioenvoorziening? Is het juist dat voor de uitkering niet is gespaard zoals dat in Nederland in een pensioenfonds gebruikelijk is? Vindt het kabinet het getuigen van een rechtvaardige en evenwichtige situatie dat kennelijk Europese ambtenaren een verhoging van het pensioen wordt gegund, terwijl de pensioenen en aanspraken van ambtenaren die hun werk in Nederland verrichten niet worden geïndexeerd en zelfs dreigen te worden gekort, terwijl die ambtenaren in Nederland een vermogen van ruim £ 400 miljard bijeen hebben gespaard?

Vindt het kabinet het rechtvaardig dat Nederlandse gepensioneerden veel zwaarder worden getroffen door het rentebeleid van de ECB dan EU-ambtenaren zelf?

Begrijpt het kabinet dat het voorliggende fiche van de Commissie, die voor zichzelf uitmuntende fiscale en oudedagsvoorzieningen treft, als buitengewoon provocerend kan worden ervaren? Deelt u de mening dat de EU hiermee haar eigen legitimiteit juist ondermijnt?

6. Krachtenveld

De leden van de CDA-fractie constateren dat in het fiche is vermeld dat meerdere lidstaten zeer kritisch zijn ten opzichte van het voorstel van de Europese Commissie. Zij vragen de Staatssecretaris om aan te geven welke lidstaten positief staan ten opzichte van dit voorstel van de Europese Commissie. Deze leden merken op dat de Kamer reeds heeft uitgesproken dat het afschaffen van de unanimiteit in de besluitvorming bij belastingzaken onbespreekbaar is. Kan de Minister aangeven op welke wijze dit reeds meegenomen is in de besprekingen over het voorstel van de Commissie? Op welke wijze zal dit voorstel verder behandeld worden?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen zich af of er signalen zijn dat de Commissie deze routekaart zal intrekken, aangezien het verzet onder de lidstaten groot is. Deze leden zouden willen weten welke lidstaten eveneens (zeer) kritisch zijn en welke lidstaten de routekaart van de Commissie steunen.

De leden van de fractie van 50PLUS vragen of de Staatssecretaris kan aangeven welke grote lidstaten voorstander zijn van het voorstel.

7. Omvang van de Europese Unie

De leden van de fractie van 50PLUS vragen of het kabinet de mening deelt dat de uitbreiding van de EU naar 28 lidstaten ervoor heeft gezorgd dat er «onwerkbare« patstellingen zijn ontstaan in de Europese besluitvorming. Deelt het kabinet de mening dat de Europese Commissie de door ongebreidelde uitbreiding van de Unie ontstane onwerkbare patstellingen, nu gebruikt om het opgeven van unanimiteit op het allerbelangrijkste onderdeel van nationale soevereiniteit salonfähig te maken?

Kan het kabinet een opsomming geven van de waarschuwingen die Europese instituties in het verleden hebben gegeven voor de gevolgen van uitbreiding van de EU op de besluitvormingsprocessen? Als de huidige besluitvormingsprocessen volgens de Commissie niet toereikend zijn voor een Unie van 28 lidstaten, dan had zij dit standpunt toch bij elke uitbreiding duidelijk kenbaar moeten maken?

II Reactie van de Staatssecretaris

Naar boven