De vaste commissie voor Financiën heeft op 8 maart 2019 een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief van 31 januari 2019 over
de voortgangsrapportage van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) over de uitvoering
van het Uniform Herstel Kader (UHK) door de banken (Kamerstuk 31 311, nr. 214).
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De griffier van de commissie, Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de vierde voortgangsrapportage
rentederivaten van de AFM en de begeleidende brief van de Minister. Zij constateren
dat de afhandeling ten langen leste in een stroomversnelling is gekomen. Deze leden
hopen en verwachten dat de volgende voortgangsrapportage over de voortgang tot en
met mei 2019 duidelijkheid zal geven over de definitieve afronding van dit uiterst
pijnlijke dossier, zodat de banken vervolgens met kracht kunnen werken aan het herstel
van vertrouwen bij hun klanten. Thans hebben zij geen nadere vragen over de rapportage.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de vierde
voortgangsrapportage rentederivaten van de AFM. Zij hebben een enkele vraag over deze
rapportage.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister of hij bekend is met de praktijk dat
mensen die bij het Klachteninstituut financiële dienstverlening (Kifid) een klacht
ingediend hebben geen voorschot (hebben) ontvangen, hoewel zij schriftelijk aantonen
dat de klacht is stopgezet om de beoordeling van de bank af te wachten, terwijl de
banken hebben aangegeven dat alle cliënten een voorschot hebben gekregen. Acht de
Minister dit wenselijk?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennis genomen van de vierde voortgangsrapportage
van de AFM over de uitvoering van het UHK door de banken. Deze leden hebben enkele
vragen hierbij.
De leden van de D66-fractie lezen dat ten opzichte van de vorige rapportage meer gedupeerden
een aanbod hebben gekregen. Zij begrijpen ook dat versnelling in zicht is door de
aanbieding van een volledig voorschot. Hebben de desbetreffende klanten dit voorschot
ook daadwerkelijk al ontvangen? Kan de Minister aangeven wanneer er ook voor deze
klanten definitief afronding is, en zij dus weten of zij bovenop het voorschot nog
recht hebben op compensatie?
De leden van de D66-fractie constateren uit het rapport van de AFM dat er 110 klanten
het aanbod van de bank niet hebben aanvaard. Kan de Minister inzicht verschaffen in
de reden voor het weigeren van het aanbod?
De leden van de D66-fractie begrijpen tot slot dat de AFM haar capaciteit op controle
van het derivatendossiers heeft teruggebracht. Klopt het bericht daarover in het Financieel
Dagblad van 19 februari 2019 en, zo ja, hoe kijkt het kabinet hiernaar?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de vierde voortgangsrapportage
rentederivaten. Zij zijn blij dat er voortgang is en dat eindelijk een groot deel
van de gedupeerden een compensatieaanbod hebben ontvangen. Zij vragen zich evenwel
af of de compensatie ook echt passend is en of alle onterechte kosten voor de gedupeerden
zijn gecompenseerd. Onderzoekt de Minister, dan wel de AFM, ook of de gedupeerden
tevreden zijn met de compensatie die hen wordt geboden?
De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen over de stap die de AFM heeft gezet
om het proces te versnellen. Zij steunen het idee om het proces te versnellen uiteraard
wel, maar vinden het niet goed wanneer dit ten koste gaat van de zekerheid voor gedupeerden.
Hebben zij er geen belang bij dat een onafhankelijke derde partij het dossier – en
de compensatie – controleert? Klopt het dat er soms voor enkele tonnen wordt gecorrigeerd
door de controlerende partij? Zo ja, houdt de stap van de AFM dan geen enorm risico
in, wellicht in het nadeel van de gedupeerden? Hoe garandeert de Minister dat er geen
compensatie, die wel terecht zou zijn, wordt misgelopen vanwege een ontbrekende beoordeling
door een onafhankelijke derde?
Hoe hebben de gedupeerden gereageerd op deze stap van de AFM, vragen de leden van
de SP-fractie. Zijn zij door de AFM of door de Minister geconsulteerd? Zo nee, waarom
niet?
Acht de Minister het logisch dat de banken, die dit debacle hebben veroorzaakt, nu
door de AFM worden geholpen om de kosten te verlagen?
Welk percentage van de compensatieaanbiedingen wordt door de controlerende partij
gewijzigd, vragen de leden van de SP-fractie. Hoe vaak komt het voor dat de compensatie
wordt aangepast, na beoordeling van de controlerende partij? Hoe groot is het verschil
gemiddeld tussen het initiële compensatieaanbod en het compensatieaanbod na de beoordeling?