2019D09067 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het Besluit houdende wijziging van het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet (tweede tranche) (Kamerstuk 34 111, nr. 28).

De voorzitter van de commissie, Lodders

De adjunct-griffier van de commissie, Bakker

Inhoudsopgave

blz.

     

I.

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

2

II.

Reactie van de Minister

3

I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de voorliggende wijziging. De kwaliteit van de zorg is gebaat bij een transparante, veilige cultuur waar melding gemaakt wordt van calamiteiten en waar geleerd wordt van fouten. Het openbaar maken van calamiteitenrapporten draagt bij aan deze transparantie. Deze leden hebben over de voorliggende wijziging enkele opmerkingen en vragen.

De zorgsector is erbij gebaat wanneer van fouten kan worden geleerd. Deze maatregel zal er toe leiden dat meer informatie openbaar wordt gemaakt dan voorheen. De leden van de VVD-fractie hopen dat dit zal leiden tot een lerend effect onder zorgaanbieders. Zij onderschrijven tevens het belang van een cultuur waarbinnen het melden van calamiteiten als normaal beschouwd wordt. De maatregelen die de Minister genomen heeft om de zorgverlener of hulpverlener te beschermen, juichen deze leden toe. Immers, een calamiteit hoeft niet te betekenen dat er verwijtbaar is gehandeld. Wanneer calamiteiten openbaar zijn gemaakt, moet het niet mogelijk zijn om deze te herleiden naar een individuele zorgverlener of hulpverlener. In dit licht bezien begrijpen genoemde leden dat ervoor is gekozen om de naam van de aanbieder niet openbaar te maken wanneer er op de datum van een calamiteit in totaal tien of minder hulpverleners werkzaam waren. Wel vragen deze leden de Minister om toe te lichten waarom gekozen is voor het aantal van tien hulpverleners en niet voor een hoger of een lager aantal hulpverleners dat werkzaam was bij de zorginstelling op de datum van de calamiteit.

Hoewel de voorliggende wijziging volgens de leden van de VVD-fractie bijdraagt aan de kwaliteit van de gezondheidszorg, constateren zij tevens dat dit bijdraagt aan de administratieve lastendruk die medewerkers in de zorg ervaren. Kan de Minister concreet toelichten welke nieuwe handelingen een zorgverlener of hulpverlener bij het melden van een calamiteit na deze wijziging moet verrichten? Beperkt dit zich tot de reactie op het calamiteitenrapport bij openbaarmaking en het vermelden van het aantal werkzame zorgverleners op de datum van de calamiteit?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de brief betreffende de openbaarmaking van calamiteitenrapporten. Deze leden kunnen zich vinden in het feit dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) meer informatie openbaar gaat maken. In de nota van toelichting wordt ingegaan op het niet herleidbaar maken van een melding naar de identiteit van de hulpverlener, terwijl deze leden niets kunnen vinden over het niet herleidbaar maken van een melding naar de identiteit van een patiënt of cliënt. Kan de Minister toelichten hoe de privacy van de patiënt of cliënt geborgd wordt? De leden van de PVV-fractie vragen zich af waarom dit niet in het besluit verwerkt is.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het Besluit houdende wijziging van het Besluit openbaarmaking toezicht- en uitvoeringsgegevens Gezondheidswet en Jeugdwet (tweede tranche).

De leden van de SP-fractie zijn tevreden over de beslissing om calamiteitenrapporten die de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd opstelt, openbaar te maken. Wel hebben deze leden nog de vraag waarom de naam van een zorgaanbieder waar een calamiteit heeft plaatsgevonden, niet genoemd zal worden in het calamiteitenrapport. Genoemde leden begrijpen dat het niet wenselijk is dat bij een kleine organisatie waar een calamiteit heeft plaatsgevonden, dit herleidbaar is naar een of meerdere zorgverleners die een fout hebben gemaakt. Echter vinden deze leden het wenselijk dat wel de naam van de zorgaanbieder bekend wordt gemaakt, gezien transparantie en het leren van fouten geldt voor alle zorgaanbieders en een algemene uitzonderingsmogelijkheid niet past in het stelsel van actieve openbaarmaking. De leden van de SP-fractie vragen of de Minister bereid is om terug te komen op dit besluit en ook bij kleine zorgaanbieders altijd de naam te laten vermelden in calamiteitenrapporten.

II. Reactie van de Minister

Naar boven