2019D03125

Lijst van vragen

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief «Ambtshalve toekenning kindgebonden budget» (Kamerstuk 35 010, nr. 6).

De voorzitter van de commissie, Rog

Adjunct-griffier van de commissie, Kraaijenoord

Nr.

Vraag

1

Hoeveel euro levert het op wanneer het afbouwpercentage met een procent wordt verhoogd?

2

Waarom wordt in de beleidsdoorlichting artikel 10 tegemoetkoming ouders op pagina 85 uitgegaan van € 32 miljoen aan kosten wanneer 22.500 studenten wel recht op kinderbijslag en kindgebonden budget zouden krijgen en in het amendement Bisschop/Futselaar (Kamerstuk 34 911, nr. 16) van € 15 miljoen?

3

Om hoeveel mensen gaat het waarvan het kindgebonden budget na een stopzetting niet automatisch is hervat wanneer de rechthebbende weer aan de voorwaarden voldeed? Worden deze mensen nog met terugwerkende kracht uitbetaald? Wat zijn daar de kosten van? Wordt deze dekking gevonden in een aanpassing van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren?

4

Gaat het alleen om ouders en ouderparen die recht hebben op meerdere toeslagen?

5

Hoe lang is al sprake van deze onvolkomenheid?

6

Hoeveel ouders en ouderparen zijn kindgebonden budget misgelopen door deze onvolkomenheid?

7

Kan nader worden toegelicht wat er precies is misgegaan?

8

Hoeveel ouders en ouderparen hebben zelf alsnog kindgebonden budget aangevraagd, ondanks dat het niet automatisch toegekend werd?

9

Komt het niet-gebruik van deze regeling door deze onvolkomenheid?

10

In hoeveel gevallen is het kindgebonden budget na een stopzetting niet automatisch hervat wanneer de rechthebbende weer voldeed aan de voorwaarden voor automatische toekenning?

11

Vanaf welk jaartal is de onvolkomenheid in deze automatische toekenning ontstaan?

12

Wat is de reden dat deze automatische toekenning niet automatisch is hersteld?

13

Klopt het dat de Belastingdienst belast is met de uitvoering van deze regel van automatisch toekennen? Zo ja, op welke manier en door wie is het systeem getest?

14

Is er na een periode van bijvoorbeeld een jaar gekeken of de uitvoering ordentelijk en op een rechtmatige manier plaatsvond? Zo nee, waarom niet?

15

Wie is opdrachtgever van de uitvoering van deze regel van automatisch toekennen?

16

Kan deze onvolkomenheid voorkomen bij de uitvoering van andere toeslagen?

17

Wat zijn de financiële gevolgen voor de groep rechthebbenden die het kindgebonden budget misgelopen zijn?

18

Kan de Staatssecretaris een overzicht geven per jaar van de financiële gevolgen voor de groep rechthebbenden die het kindgebonden budget misgelopen zijn? Zo nee, waarom niet?

19

Welke inkomensgroepen zijn door deze onvolkomenheid geraakt?

20

Is er een goed beeld om welke groep ouders het gaat waarbij het verstrekken van het kindgebonden budget na een stopzetting niet automatisch is hervat?

21

Op welke manier zal er met de groep ouders die het betreft worden gecommuniceerd en hoe en wanneer worden zij op de hoogte gebracht?

22

Hoe heeft het niet automatisch hervatten van het kindgebonden budget invloed gehad op andere toeslagen waar gezinnen recht op hadden en welke toeslagen betreft dit?

23

Wat zijn de financiële gevolgen van deze onvolkomenheid op andere toeslagen?

24

Heeft de Staatssecretaris eerder signalen ontvangen van mensen die meenden opnieuw recht te hebben op kindgebonden budget maar dit niet automatisch toegewezen hebben gekregen? Zo ja, welke signalen waren dat en wanneer en wat is er met deze signalen gedaan?

25

Is de groep rechthebbenden die het kindgebonden budget niet automatisch meer ontving, al meegeteld bij de groep die recht heeft op het kindgebonden budget zoals deze in het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het kindgebonden budget in verband met het verhogen van de inkomensgrens van het kindgebonden budget voor paren (Kamerstuknummer 35 010) genoemd worden? Zo nee, wat is het financiële beslag van deze groep?

26

Geldt voor alle toeslagen eenzelfde wijze van aanvragen, toekennen en hervatten bij wijziging? Zo nee, wat zijn de verschillen en waarom verschilt dit per toeslag?

27

Welke acties heeft de Staatssecretaris uitgezet nadat zij deze onvolkomenheid heeft geconstateerd?

28

Geldt voor alle toeslagen dat na stopzetting, een automatische, ambtshalve toekenning ontstaat wanneer rechthebbenden weer aan de voorwaarden voldoen? Zo nee, waarom verschilt dit per toeslag?

29

Op welke manier kan de onvolkomenheid in de implementatie van de wetstoepassing worden hersteld en wat is hier voor nodig?

30

Welke «checks and balances» worden geïmplementeerd om dergelijke fouten in de toekomst te voorkomen?

31

Wat waren de prestatie-indicatoren voor deze toeslag in de afgelopen halfjaarsrapportages van de Belastingdienst en zijn de prestatiedoelstellingen ook nu deze fout in het systeem bekend geworden is nog gehaald?

32

Hoe wordt het niet-gebruik van toeslagen gemonitord en viel het daarbij niet op dat het niet-gebruik van deze toeslag relatief hoog was?

33

Hoe oud is het systeem waarmee deze regel van automatisch toekennen uitgevoerd wordt?

34

Heeft het niet goed uitvoeren van deze regel van automatisch toekennen te maken met de ICT-problematiek bij de betrokken dienst?

35

Wanneer is deze fout van het automatisch toekennen bekend geworden en op welk moment is de verantwoordelijke bewindspersoon geïnformeerd?

36

Spelen de problemen al vanaf de invoering van het kindgebonden budget in 2009?

37

Om welke combinatie van toeslagen gaat het?

38

Zijn er te lage bedragen uitgekeerd of is er helemaal niet uitgekeerd terwijl er wel recht was?

39

Wat is ongeveer de omvang van de groep?

40

Om welke voorwaarden gaat het waar de rechthebbende eerst niet aan voldeed en dan weer wel?

41

Gaat het hier om een fout in de systemen of een verkeerde vormgeving van de systemen op basis van de wet?

42

Zijn er eerder signalen binnengekomen over mogelijk te lage kindgebonden budget en wat is daar toen mee gebeurd?

43

Hoeveel ouders hebben onterecht geen kindgebonden budget ontvangen door de vermelde onvolkomenheid in de implementatie van de wetstoepassing?

44

Gaat de Belastingdienst/Toeslagen het totaal aan niet uitgekeerd kindgebonden budget alsnog uitkeren aan de toeslaggerechtigden? Is de Belastingdienst hiertoe ook juridisch verplicht?

45

Wat is het totaalbedrag (budgettair beslag) aan onterecht niet-uitgekeerd kindgebonden budget?

46

Is naar aanleiding van de geconstateerde onvolkomenheid juridisch advies gevraagd en/of is er een juridische analyse gemaakt van de onvolkomenheid? Zo ja, kan dit advies naar de Kamer worden gestuurd?

47

Wat is precies de onvolkomenheid in de implementatie van de wetstoepassing? Hoe lang bestaat de onvolkomenheid al?

48

Wanneer is de Staatssecretaris van deze onvolkomenheid op de hoogte gesteld?

49

Klopt het dat op grond van artikel 5 van de Wet op het kindgebonden budget ouders automatisch een aanvraag voor het kindgebonden budget worden geacht gedaan te hebben, wanneer zij recht hebben op het kindgebonden budget en reeds een andere toeslag ontvangen?

50

Aan wie komt het kindgebonden budget uit het verleden toe, als de ouders inmiddels zijn gescheiden? Wat betekent dit voor de hoogte van de kinder-/partneralimentatie, wanneer de alimentatieontvangende dan wel alimentatiebetalende ouder kindgebonden budget uit het verleden ontvangt?

51

Aan wie komt het kindgebonden budget toe als het kind inmiddels volwassen is? Maakt het hierbij nog uit of het kind ouder is dan 21 jaar?

52

Hoe gaat de Staatssecretaris de ouders die nog recht blijken te hebben op kindgebonden budget uitbetalen? Wat betekent dit voor de uitvoering?

53

Kan de Staatssecretaris helder uiteenzetten wanneer ouders zelf het kindgebondenbudget moeten aanvragen en wanneer zij dat automatisch krijgen?

54

Waarom moeten ouders die geen andere toeslag ontvangen, wel zelf het kindgebonden budget aanvragen?

55

Kan de Belastingdienst/Toeslagen nagaan welke ouder sinds de invoering van het kindgebonden budget de aanvrager is van de kinderbijslag? Wat zijn de gevolgen als de aanvrager van de kinderbijslag inmiddels geen gezag meer heeft over het kind, verhuisd is naar het buitenland of overleden is?

56

Kan de Staatssecretaris per jaar aangeven hoeveel ouders bij benadering kindgebonden budget hadden moeten ontvangen, maar dat niet ontvangen hebben?

57

Wat is de omvang van het bedrag aan kindgebonden budget dat de afgelopen tien jaar uitgekeerd had moeten worden maar niet uitgekeerd is?

58

Herinnert de Staatssecretaris zich dat in de memorie van toelichting van de Wet op het kindgebonden budget staat:

«Er is verondersteld dat de Belastingdienst/Toeslagen de relevante informatie van de SVB ontvangt en deze invult op het aanvraagformulier. Van de doelgroep van circa 1,2 mln gezinnen ontvangt de groep die al bekend is bij de Belastingdienst (circa 97%) een ambtshalve voorschot. Dat zijn de burgers die volgens de gegevens van de SVB recht hebben op kindertoeslag en waarvan de (inkomens)gegevens reeds bekend zijn bij de Belastingdienst/Toeslagen, omdat zij in aanmerking komen voor een andere toeslag (huur-, zorg-, of kinderopvangtoeslag). Deze burgers hoeven alleen te controleren of de gegevens correct zijn. Als de gegevens correct zijn, hoeven zij verder niets te doen. Zo wordt de tijdsbesteding door de aanvragers beperkt.»? Heeft 97% ook een ambtshalve voorschot gehad in het eerste jaar? Zo nee, hoeveel mensen dan wel?

59

Herinnert de Staatssecretaris zich dat in de memorie van toelichting van de Wet op het kindgebonden budget staat: «De burgers die geen ambtshalve beschikking (circa 3%) krijgen, moeten een aanvraag indienen. Het is de bedoeling dat zij bij de correspondentie van de SVB ook een attentiebrief krijgen van de Belastingdienst/Toeslagen. De burger kan dan via internet of via een aanvraagformulier, een aanvraag indienen. De Belastingdienst/Toeslagen zal zich hierbij inspannen om zoveel als mogelijk te stimuleren dat deze aanvragen via internet gedaan zullen worden. Bij het ontwikkelen van de aanvraagformulieren zal aandacht zijn voor de begrijpelijkheid van die formulieren.» Hoeveel attentiebrieven zijn er toen verstuurd en wat was de response-rate?

Naar boven